Ook gij, Cuba…

14 september, 2010

Het heeft er veel van weg dat de neoliberale golf nu ook Cuba bereikt. De Cubaanse regering maakte gisteren bekend dat er dit en komend jaar een half tot een heel miljoen mensen in staatsdienst hun baan kwijt gaan raken. De ontslagen beginnen meteen. De officiële vakbondsfederatie van Cuba – verregaand verweven met het staatsbestuur – heeft gezegd dat 500.000 ambtenaren tussen nu en maart 2011 hun baan gaan kwijtraken.

Uiteindelijk  zo liet Raul Castro, baas in het land, weten, zijn er zelfs een heel miljoen arbeiders in staatsdienst ‘overtollig’: die zullen dus moeten omzienh naar andere manieren om inkomen te verwerven. Daartoe zullen de, al enigszins verruimde, mogelijkheden om een privé-bedrijf te beginnen verder uitgebreid worden. Particuliere ondernemingen zullen bijvoorbeeld het recht krijgen mensen in dienst te nemen. Het gaat dus om méér dan het bevorderen van éénmans/- eenvrouwszaakjes en coöperaties. Er lijkt een flinke stap in de richting van eem markteconomie, met particulier bezit van groeiende stukken van de economie, op gang te komen.

Reacties zullen ongetwijfeld gemengd zijn. Westerse commentatoren en politici, die dat hele Cubaanse model nooit leuk gevonden hebben, zullen triomf kraaien. Eindelijk, zo zullen zij denken, het Cubaanse ‘communisme’ gaat ook voor de bijl, another one bites the dust! Pro-Cubaans links zal waarschijnlijk verdeeld reageren. Een deel zal met verslagenheid reageren om wat gezien zal worden als ‘uitverkoop’ van ‘socialistische principes’. Een ander deel zal wellicht het ‘pragmatisme’ van de Cubaanse leiding prijzen – een leiding die in ecopnomisch zware tijden naar onvermijdelijke ‘aanpassingen’ zoekt. Een enkeling zal wellicht de hoop uitspreken dat er, naast economische lioberalisering nu ook meer ruimte voor politieke vrijheid komt. Daarbij zal links die vrijheid gebruikt willen zien in de hoop dat via arbeiderszeggenschap al te asociale effecten van de markt binnen de perken blijven. Rechts zal gewoon voor het volledige ‘succesverhaal’ gaan: een vrije markteconomie, voorzien van een democratie-Westerse stijl. Daar genieten de mensen op Haïti immers ook zo van, nietwaar?

Al deze reacties zijn verkeerd, en gebouwd op foutieve vooronderstellingen. Eerst even over dat Cubaanse ‘communisme’, dat nu ‘eindelijk verdwijnt’ (zucht van opluchting) dan wel ‘ernstig gevaar loopt’ (bezorgde blik). Dat communisme, lieve mensen, bestaat niet, en heeft nimmer bestaan ook. Juist de huidige ontwikkeling laat dat zien.

De regering gaat hele stukken staatseconomie sluiten, en een half tot een heel miljoen mensen ontslaan. Dat betekent dat die stukken staatseconomie feitelijk eigendom van die regering zijn. Immers, wat niet van jou is, waar jij geen beschikkingsmacht over hebt, dat kun je ook niet sluiten. Bovendien: je kunt alleen je eigen personeel ontslaan. De regering bezit de Cubaanse economie, als collectieve particuliere eigenaar. Arbeiders bezitten in grote lijnen hun arbeidskracht, en moeten die verkopen aan de baas om aan inkomen te komen. De klassieke verhouding kapitaal/ loonarbeid die het kapitalisme kenmerkt, heerst ook op Cuba.

Het aantal mensen in staatsdienst bedraagt trouwens 85 tot 90 procent van de beroepsbevolking, zo’n 5,1 miljoen mensen. Die cijfers laten meteeen zien hoe grootschalig de ontslaggolf gaat worden: bijna 20 procent van de beroepsbevolking wordt bedreigd. Onder het woord ‘ambtenaar’ valt dus bijna al het soort arbeid, bepaald niet alleen het klassieke administratieve ambtenarenwerk. Maar dat de staat hier de opperkapitalist is, verandert aan het kapitalistische – en dus niet-communistische, niet-socialistische – karakter van de Cubaanse economie niets.

De regering is de baas van al die ambtenaren, zo goed als TNT de baas is van al die postbodes in Nederland die ontslagen dreigen te worden. De Cubaanse regering is de enige grote kapitalist op Cuba, en is nu bezig met een afslankingsoperatie zoals zoveel andere grote kapitalisten die onder crisisdruk nu en dan doorvoeren. Wat hier plaatsvindt is een herstructurering in de verhouding tussen het Cubaanse staatskapitaal en de arbeidersklasse op Cuba. Het is een aanslag op een flink stuk bestaanszekerheid die arbeiders op in dat land hadden. Want het is niet waarschijnlijk dat de ruimte voor privé-bedrijven voor al die ontslagen mensen werk en bestaanszekerheid betekent. Het is iets waar geen revolutionair verheugd over kan zijn, het is te hopen dat er verzet tegen komt, en dat dit verzet internationaal steun van revolutionairen krijgt. Maar het is géén sloop van ‘het socialisme’op Cuba. Wat niet bestaat, kun je ook niet slopen.

Het is zaak de ontwikkelingen komende tijd nauwlettend te volgen. Er is ook op het gebied van repressie en gebrekkige politieke vrijheid het één en ander gebeurd. Onder internationale druk heeft de Cubaanse staat een aantal gevangenen vrijgelaten. Het ging om mensen die volgens de regering CIA-agenten en dergelijke zijn, volgens henzelf vreedzame critici van het bewind. Wat is de waarheid? Ik wil grif aannemen dat sommige van deze lieden in verbinding stonden met de Amerikaanse ambassade, en zelfs inderdaad met de CIA. Toch heeft de regering zelfs met deze mensen de schijn behoorlijk tegen. Een fatsoenlijk proces met heldere bewijsvoering en ruimte voor advocaten om aangeklaagden te verdedigen zou de logische weg zijn, als het echt om Amerikaanse spionnen en agenten zou gaan. Van een behoorlijk proces was en is echter veelal geen sprake. Ik hou het erop dat het merendeel van de politieke gevangenen gewoon mensen zijn die kritiek op het bewind hebben, meer vrijheid willen, misschien het hele bewind willen opdoeken – en daar via petities en demonstraties blijk van geven. Veel ervan zullen vast best behoorlijk rechts zijn. Een bewind dat haar repressie hult in linkse verhalen, werkt nu eenmaal een rechtse toonzetting bij tegenstanders in de hand. Maar hoe dat ook zij, deze mensen horen niet in een cel, en ze horen ook niet na vrijlating gedwiongen te worden naar het buitenland te vertrekken. En ook het getreiter van staatswege, met korte arrestaties en aanvallen door regeringssupporters, deugt niet.

Juist nu de bestaanszekerheid van al die ambtenaren gevaar loopt wegens de aangekondigde ontslagen, is de kans groot dat de regering de onderdrukking opvoert, om eventuele uitbarstingen van onvrede snel de kop in te drukken. Een ander scenario is echter ook denkbaar: de regering kan ook de politieke ruimte wat uitbreiden, zodat mensen stroonm kunnen afblazen, het gevoel kriojgen dat ze iets te zeggen hebben. een beetje democratie als zoet laagje om de bittere pil van massale bestaansonzekerheid te vergulden. Op zijn Gorbatsjovs gezegd: Glasnost (openheid) om Perestrojka (hervormingen) aanvaardbaar te maken. het zou kunnen. Maar er is niet veel dat daarop wijst.

Hoe het ook gaat, de bevolking van Cuba staat meer narigheid te wachten. Hopelijk zijn er tussen de, overwegend om individuele vrijheden vragende dissidenten, ook mensen die bereid zijn sociale kwesties op te pakken en hun strijd voor meer vrijheid te combineren met verzet van arbeiders tegen ontslag, en met een oproep tot organisatievrijheid en effectief stakingsrecht van arbeiders. Hopelijk zijn er onder ontevreden, met ontslag bedreigde ambtenaren mensen die deze woede uitbreiden naar een kritiek op héél het Cubaanse maatschappelijke bestel. Hopelijk komt de iets verder kijkende opstandige arbeiders eens zo’n wat breder kijkende dissident tegen, en raken ze in vrichtbaar gesprek. Hopelijk ontstaat uit zo’n mix een werkelijk linkse, revolutionaire oppositie geworteld in arbeidersverzet – en hopelijk kiest internationaal links, als zo’n oppositie botst met het bewind, dan de goede kant.