Tussenstand revolutieland (2): Saoedi-Arabië, Azerbeidzjan, Armenië , Kroatië

23 maart, 2011

In Libië, Bahrein en Jemen vecht de revolutie tegen zware onderdrukking voor haar overleving. In een reeks andere landen vinden intussen ontwikkelingen plaats die laten zien dat de internationale revolutionaire golf die in december in Tunesië op gang kwam, bepaald nog niet is uitgewoed. Ik noem een paar van die landen. Saoedi-Arabië. Azerbeidzjan. Armenië. Kroatië. En nog wel meer, maar dat is voor deel 3 in deze reeks…

Eerst Saoedi-Arabië. De Dag van Woede, die voor 11 maart was aangekondigd, kwam nauwelijks van de grond. Er waren tamelijk kleine demonstraties in Hotuf en Qatif. Grote en opvallende politie-inzet plus dreigende taal van ahet bewind en haar religieuze tak was echter kennelijk zodanig  intimiderend dat er in Riyaad, de hoofdstad, geen demonstratie op gang kwam. Het bewind dankte en prees de bevolking omstandig voor de betoonde loyaliteit. Maar als het regime echt denkt dat angst om te protesteren hetzelfde is als waardering voor beleid en bestuurders, dan staan haar verrassingen te wachten. De protestgolf komt dan trager op gang dan gehoopt, maar gaat wèl verder. Op 13 maart eisten 200 mensen bij het ministerie van binnenlandse zaken vrijlating van politieke gevangenen. Op 20 maart meldde de BBC daar opnieuw actie, nu van enkele dozijnen mensen, met eenzelfde eis. Vrijlating van politieke gevangenen, waarvan er naar verluidt maar liefst 20.000 zijn, wordt daarmee duidelijk een belangrijk thema van de op gang komende opstandsbeweging in het land.

Een ander thema wordt intussen ook internationale solicariteit tegen onderdrukking in een naburig land. Op 16 maart berichtte Bloomberg dat in Qatif 1.000 mensen demonstreerden. Die actie was een protest tegen het militaire ingrijpen van Seoedi-Arabië tegen de opstand in Bahrein. Qatif ligt in het oosten van Saoedi-Arabië, in het gebied waar veel leden van de sjiitische minderheid wonen, en dichtbij Bahrein wara de meerderheid waar de protesten vandaan komt voor ene groot deel uit sjiiten bestaat. De opstandigheid in beide landen hangt samen, en de onderdrukking in de beide landen daarmee ook.

Een flink eind van dit alles vandaan, in de Kaukasus, rommelt het intussen ook. In Baku, de hoofdstad van Azerbeidzjan, protesteerden ettelijke honderden mensen op 11 en 12 maart. Op 11 maart arresteerde de politie 42 actievoerders. De actie van die dag was, jawel, via Facebook op poten gezet en was deels geïnspireerd op de protesten in Tuniesië en Egypte. Maar de onvrede achter het protest is daarmee niet geïmporteerd. De reactie van de politie laat al wel zien dat het met de vrijheid ook in dat land mager is gesteld.

In Armenië, buurland van Azerbeidzjan, was veel grootschaliger protest. Daar waren op 18 maart naar schatting 10.000 mensen op het Jerevan-plein, in de hoofdstad. Er was een demonstratieverbod, maar de oproerpolitie gaf betogers na onderhandelingen toestemming dat plein op te gaan. Ook hier was het verband met gebeurtenissen elders onmiskenbaar. “Ik twijfel er absoluut niet aan dat wat er gebeurd is in Tunesië en Egypte en elders, ook in Armenië zal gebeuren”, zei Ter-Petrosjan, oppositieleider. Overigens verwacht hij dat dit vreedzaam zal verlopen, en houdt hij de weg naar onderhandelingen nadrukkelijk open.

Die Ter-Petrosjan is trouwens ex-preisident van het land, iemand die eerder de onvrede zal benutten voor partijpolitiek en veranderingen binnen het bestel dan een echte revolutie na te streven. Maar de omvang van het protest geeft toch aan uit welke hoek de wind ook daar waait. Het bewind heeft intussen vervroegde verkiezingen aangekondigd en enkele dissidenten vrijgelaten. Eén ervan werd feestelijk onthaald door de demonstranten op het Jerevan-plein. De symbolische gelijkenis met de ontvangst van Wael Ghonim op het Tahrir-plein na diens vrijlating tijdens de opstand in Egypte is herkenbaar.

We kijken eens westwaarts. Want, jawel, de revolutiegolf heeft intussen ook Europa bereikt. Kroatië bijvoorbeeld, deel van het voormalige Joegoslavië. Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, betoogden mensen daar tegen de regering, tegen de  werkloosheid en de corrutie. Vrouwen, ex-personeelsleden van een inmiddels gesloten textielfabriek, voerden in Zagreb de demonstratie aan. Ook in Rijeka vond een demonstratie plaats. De protesten maken deel uit van een lange reeks actuies die nu al weken aanhoudt. Volgens een artikel van 18 maart  in Al Ahram, een Egyptische publicatie die ook wijst op de inspiratie die actievoerders in Kroatië ontlenen aan gebeurtenissen in Egyopte,  werd er elke avond gedemonstreerd, al drie weken achtereen. De start werd gemaakt via een Facebook-oproep, voor een protest op 22 februari. Dat werd niet erg groot: 300 mensen kwamen opdagen. Maar sindsdien zit de groei er flink in.

De onvrede wordt zeer breed beleefd, het protest brengt zeer uiteenlopende mensen met heel diverse opvattingen op straat. Belangwekkend is het feit dat een anarchosyndicalistische groepering in Kroatië zich binnen de protestgolf duidelijk manifesteert. Een anarchosyndicalistische deelnemer deed verslag van één van de demonstraties,  de organisatie – Netwerk van Anarchosyndicalisten oftewel MASA – wees er in een verklaring op dat de strijd verder moet gaan dan het vervangen van een regering , dat directe democratie, met name ook op de werkplek, de inzet dient te zijn. Het is mooi om te zien dat binnen de revolutionaire golf een nadrukkelijk libertair-revolutionaire inbreng merkbaar is.

*Komende zaterdag, 26 maart, vertel ik op uitnodiging van de Anarchistische Groep Amsterdam (AGA) wat over de revoluties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Eenieder die belangstelling heeft om daar meer over te horen en vooral ook in gesprek te gaan erover, is welkom. Aankondiging met plaats en tijd is te vinden op de website van de AGA, sowieso een plek die de moeite waard is erom eens rond te  neuzen.


Syrië, Irak, Marokko, Azerbeidzjan…

18 februari, 2011

Ja ik weet het, wederom die prachtige opstandigheid ver weg. Ik ben écht van plan weer wat meer te schrijven over gebeurtenissen in Nederland zelf. En er liggen ook nog theoretische en historische onderwerpen te wachten op uitwerking. Zo ben ik bezig aan een stuk met als werktitel: “1918: jaar één van de Russische contrarevolutie”, onder meer met behulp van een prachtig boek dat ik momenteel aan het lezen ben: “The Bolsheviks in Power”, van Alexander Rabinowitch. Maar schrijven over revoltes die zich momenteel voltrekken voelt nu even iets urgenter dan schrijven over mislukkingen van lang geleden, hoe leerzaam ook. De huidige opstandsgolf bereikt dezer dagen een waarlijk opmerkelijke vaart en reikwijdte, met echo’s en uitstraling die reiken van de westkust van Afrika tot in de Kaukasus. Ik doe een greep, en kijk achtereenvolgens naar Syrië, Irak, Marokko en… Azerbeidzjan.

Syrië: daar was voor 4 februari een oproep gedaan voor straatprotest in de hoofdstad Damascus. Helaas, geen demonstrant daagde op, wel erg veel veiligheidspolitie. Maar vandaag lees ik op het liveblog van de BBC: In Syrische hoofdstad Damascus namen donderdag honderden mensen deel aan  een protest tegen de veiligheidsdiensten, nadat politie een jonge manin elkaar hadden geslagen in de Oude Stad, alsdus een in Dubai gebaseerde website all4Syria.info.” Naar verluidt heeft de minister van binnenlandse zaken de arrestatie van de betrrokken politieagenten aangekondigd.

Het is één bericht, ik weet niet zeker of het klopt. Maar als mensen inderdaad protesteren in Syrië, dan is dit van groot belang. Syrië is een nare politiestaat, en dat mensen de omverwerping van ook dít regime gaan eisen, is juist en logisch. Maar Syrië is tegelijk ook een staat die géén pro-Westerse meegaandheid etaleert, die zich niet zonder meer voegt naar wat de VS en Israël willen. Daarin verschilt het regime van Assad sterk van andere, door opstand aangevallen regimes. Mubarak was berucht vanwegezijn hulpvaardigheid jegens Isra:el, en zijn veiligheidsdienst werkte onde Suleiman keurig mee met de uitvoering van het ‘extraordinary renditions’-programma, waarbij de CIA mensen als ‘terreurverdachte’oppikte, en het vasthouden en ondervragen van deze mensen uitbesteede aan andere landen, dus ook aan Egypte. Jemen is bondgenoot van de VS tegen Al Qaeda. Tunesië onder Ben Ali was sterk pro-Westers. In Bahrein bevindt ligt een marinebasis voor de Vjjfde Vloot van de Amerikaanse marine. In al die landen bedreigt de opstandigheid, direct of indirect. Westerse strategische machtsposities.

In Syrië ligt dat dus anders, en dat vereist scherpte bij solidaire mensen. Waar een regime gezien kan worden als ‘anti-Westers’, daar kunnen Westerse machten de protesten ertegen proberen te claimen als ‘pro-Westers’, ze gebruiken als breekijzer, ze proberen te manipuleren.Zo kan een legitieme opstand speelbal worden van imperialistische spelletjes uit Washington. Dit kan linkse mensen er dan weer toe brengen om géén steun voor zo’n opstand uit te spreken en impliciet de kant van het regime te kiezen waartegen geprotesteerd wordt. Dat zou echter een tragisch-verkeerde keus zijn. Als revolutionair anarchist sta ik kant van vrijheidsstrijd tegen álle regimes die mensen eronder houden, ook als zo’n regime toevallig géén goede vrienden is met de VS en Israël. Met een andere keus laten we de opstandigen in de steek, en we spelen er de VS bovendien mee in de kaart. Immers, als links zich geen vriend van demonstranten tegen Syrische dictatuur betoont, en de VS op haar hypocriete manier wèl, dan zal het vertrouwen onder opstandigen in de VS toenemen, en scoort de VS. Met de opstandigen en de vrijheidsstrijd internationaal als uiteindelijke verliezer. Een soortgelijke redenering geldt ook rond de deze week weer opgelaaide protesten tegen het Iraanse bewind. Solidariteit kent geen grenzen, en gaat wat mij betreft uit naarde revoltes tegen álle regimes, of ze nu pro-Westers zijn of juist niet.

Irak: Irak zag de afgelopen dagen een hele reeks van felle demonstraties. Eergisteren vielen mensen in Kut een provinciaal bestuursgebouw aan, eneisten het aftreden van de gouverneur. Aljazeera bericht erover. Het ging om 2000 mensen, en ze waren erg boos omdat de elektriciteits- en watervoorziening beroerd is. “Aan alle burgers: elektriciteit is er slechts voor functionarissen”, stond op meev gevoerde borden. Betogers en politie raakte slaags, demonstranten gooiden stenen, agenten vuurden schoten in de lucht – en particuliere beveligingsagenten schoten rechtstreeks op betogers. Dertig gewonden, waarvan vijftien aan de kant van de politie – en drie dode demonstranten waaronder een zestienjarige jongen. Dit alles gebeuerde afgelopen woensdag

Er was al eerder protest, en vandaag meldt het liveblog van de Guardian een demonstratie in Basra, waaraan 1000 mensen deelnamen. Hoger loon, beter pensioen en beter evoorzieningen waren daar de eisen. Het lijkt een ander soort protest dan de opstanden tegen regeringen in Jemen en Bahrein waarin vooral politieke eisen klinken.

Maar juist de sociaal-economische aard van de eisen in Irak zijn veelbetekenend. Zoals Juan Cole, steeds weer een zeer scherpzinnig commentator, zich afvraagt: “Als de Amerikaanse rechterzijde gelijkheeft dat George Bush ‘gelijk’had  met zijn poging om de democratie in het Midden-Oosten een vliegende stara te geven door het binnen te vallen en te bezetten, waarom zou het dan nodig zijn voor mensen om te demonstreren en regeringsgebouwen in in brand ter steken in… Irak?”

Goeie vraag. Irak heeft al haar ‘regime change ‘- de enige échte, de imperialistische; die ándere, leukere, noemen we gewoon revolutie, okay? … – gehad, en heeft sindsdien een gekozen parlement, verkiezingen met deelname van meerdere partijen, de hele democratische rimram is aanwezig. Terwijl dit allemaal gewapenderhand geïnstalleerd werd, voerden Amerikaanse troepen een bezettingsoorlog uit in klassiek koloniale stijl. Die oorlog raakte ook nog eens verstrengeld met uiterst bloedig geweld tussen m,ensen van verschillende geloofsgemeenschappen, een sectarische burgeroorlog. Maar er wás democratie ingevoerd, nietwaar? En nu toch demonstraties… het laat zien dat opgelegde democratie een bevolking niet echt vrij maakt. Het laat bovendien zien dat de strijd om verbetering van het materiële wezenlijk onderdeel is van de opstandigheid in de regio. Dat deze klassenstrijd-dimensen evengoed een politieke kant heeft, is waar. Het protest richt zich immers tegen bestuurders, en impliciet ook tegen de regering.

Maar de fase van het eisen van vrije verkiezingen in een democratie-Westerse-stijl en kunnen demonstranten in Irak dus overslaan. Die zijn er al in Irak, en heel veel vreugde hebben die er niet gebracht. Het laat ook zien wat voor strijd mensen wacht in landen waar dit soort democratische eisen wél een plek hebben in de opstand, in landen waar nog een openlijke dictatuur omvergeworpen moet worden. Daar klinken de sociale eisen nog veel minder duidelijk. Als de dictator valt, kan dit echter snel veranderen. Het Iraakse protest kan een glimp laten zien van wat er dan kan gebeuren.

Marokko: Komende zondag staat in de agenda als dag van protest in Marokko. Wordt het groot en schokkend? De NRC-correspondent Gert van Langendonk: “De regering zegt hier: doe maar. Protesteer maar. Dat is het bewijs dat wij een vrij land is, waar demonstreren gewoon mag. Het risico dat betogingen hier in geweld uitbarsten is niet zo groot”. Hij wijst op het feit dat de situatie ook anderss is, met bijvoorbeeld meer vrijheid van de pers dan in Tunesië. Het NRC-stukje waar Van Langendonk in geciteerd wordt heet overigens wel: “Er broeit iets in Marokko: #feb20”, en noemt wel degelijk redenen voor de onvrede die nu tot een Facebook-actie-oproep heeft geleid.

We zullen het zien. Maar een mooi artikel in de Guardian geeft informatie die te denken geeft. Zeker vijf mensen hebben zich in Marokko in brand gestoken, één op 1 februari, één afgelopen week, een jonge man van 26 jaar. Duizend leraren betoogden vorige week voor hoger loon bij een ministerie. Daaronder vrienden van van die jonge man. “De brandweer stond klaar, voor het geval dát”, schrijft de Guardian. Demonstraries zijn er overigens vaak, volgens machte hebbers kunnen mensen dus gewoon stoom afblazen. Dat past in de prognose van de eerder genoemde NRC-correspondant.

Maar met de persvrijheid gaat het kennelijk niet goed. “Je hebt nog veiligheidskleppen, maar het regime sluit die af.”  Dat zegt althansAbubakr jamai, voormalig uitgever van een blad dat intussen niet meer verschijnt. Hij noemt de verschillen tussen arm en rijk in Marokko ook nog “obsceen”, in tegenstelling tot die in Tunesië – dat trouwens ook geen paradijs van gelijkheid was. “Je kunt je voorstellen wat er gebeurt als mensen de straat op gaan”, zegt hij. Er is ook nog een koningshuis, met aan het hoofd koning Mohammed, volgens een lijstje van Forbes nummer zeven in de rangorde van rijke monarchen, met een fortuin van een slordige 2,5 miljard dollar. Intussen is 44 procent van de bevolking analfabeet.

Er circuleren intussen niet één, maar drie oproepen via Facebook om te gaan protestweren, zondag 20 februari. In twintig steden zullen betogingen zijn, zo is de bedoeling. De Guardian spreekt met een initiatiefnemer, Osama El-Khilifi. Die vertelt dat hij en anderen na de opstand in Tunesië aan nhet plannenmaken zijn gegaan via Facebook. Het gaat in die groep om “Islamlisten, liberalen en linkse mensen”, zegt hij. De eisen draaien om meer democratie, verbeteringen in de grondwet. De groep bestaat vooral uit mensen tussen de  23 en 25 jaar. Het doet allemaal zeer sterk denken aan het slag mensen dat de betogingen in Egypte in ghang heeft helpen zetten op 25 januari, al zijn de eisen gematigder. Twintig februari weten we of en in hoeverre de revolutie daadwerkelijk Marokko heeft bereikt.

Azerbeidzjan: Marokko ligt aan de Afrikaanse westkust. Azerbeidzjan ligt in de Kaukasus, duizenden kilometers oostwaarts. Maar ook daar – buiten het Midden-Oosten dus – broeit iets. Of het heel véél is, weet ik niet. Maar het is té aardig om hier weg te laten. De zaak is als volgt. In de hoofdstad van Azerbeidzjan staat een standbeeld van … Mubarak! Politici van de oppositie in dat land roepen er nu toe op dat standbeeld weg te halen, hetgeen me inderdaad wel een zinnig idee lijkt. “Alsof we zelf niet genoeg idolen en dictators hebben”, schampert één van hen.

Azerbeidzjan is typisch zo’n land waar een opstand a la Egypte zeer goed denkbaar is. Er zijn dara verkiezingen, dat wel. Maar: “Geen verkiezing in Azerbeidjan is de mocratisch geacht door internationale waarnemers sinds Ilham’s vander, de overleden heydam Aliyev, aan de macht kwam in de vroege jarenb negentig.”Ilham, de zoon, is de huidige president. Ook hier een parallel: één van de grieven in Egypte lag in de indruk dat vader Mubarak opgevolgd zou gaan worden door zijn zoon als opvolger in het zadel wilde hebben. een opredidentschap als familiezaak, frauduleuze verkiezingen, protesten die keer op keer worden neergeslagen… Oppositiepolitici die de laatste tijd de vergelijking met gebeurtenissen in Egypte trekken, praten bepaald geen onzin. Ja, ook nu zijn er mensen die een omwenteling in Azerbeidzjan uitgesloten of zeer onwaarschijnlijk achten, zo blijkt uit het artikel van het Institute for War and Peace Reporting waar ik dit alles over Azerbeidzjan aan ontleen. Maar ja, die waren er in de aanloop van eerdere ‘ondenkbare’ revoluties ook.