Misselijk meldpunt, ridicule reacties

15 maart, 2012

donderdag 15 maart 2012

Het misselijke meldpunt van de PVV heeft tot nogal ridicule reacties geleid. Ik doel natuurlijk op het ‘meldpunt’ dat Wilders’ partij heeft gelanceerd tegen ‘overlast’ van Oost-Europese arbeiders, een duidelijk onderdeel van haatdragendheid en zucht naar publiciteit. En ik doel op de resolutie van het Europarlement waarin Rutte gevraagd wordt van deze wanstaltigheid afstand te nemen. Dat het meldpunt verwerpelijk is, mag duidelijk zijn, al verdient de aard van die verwerpelijkheid nog wel nadere aandacht. Maar de reactie van hert Europarlement is hypocriet en helpt Wilders meer dan het die hindert. De vreugdevolle begroeting door bijvoorbeeld Joop.nl vind ik een grote domheid waar voornamelijk de PVV garen bij zal spinnen. Lees de rest van dit artikel »


Griekenland: zelfs klein beetje democratie is blijkbaar al te veel

2 november, 2011

wo0ensdag 2 november

We beleven vandaag de dag niet enkel nieuwe schokgolven van een al jaren woekerende financiéle en econmische crisis. We k maken een diee crisis mee van de poltieke instellingen van de EU en haar lidstaten. Die crisis heeft leerzame kanten. Het illustreert weer eens de tegenstelling tussen de macht van het kapitaal en haar politieke bestel enerijds, de verlangens vanuit een door dat kapitaal getergde bevolking anderzijds. Brandpunt is weer eens Griekenland. Lees de rest van dit artikel »


Commercie, marteling en medeplichtigheid

1 september, 2011

donderdag 1 september

De Verenigde Staten hebben zich op grote schaal schuldig gemaakt aan ontvoering van gevangenen in de zogeheten ‘oorlog tegen terrorisme’, afgekondigd na de aanslagen van 11 september 2011. Die gevangenen werden dan in geheim vluchten naar detentiecentra gebracht in anden waar ze hardhndiger verhoord konden worden dan in de VS met haar restanten van rechtsbescherming en een vleugje min of meer onafhankelijke media realistisch werd geacht. Platter gezegd: in andere landen konden ze harder gefolterd worden dan in de VS zelf, vandaar dat ze naar die andere landen versleept werden. Lees de rest van dit artikel »


Vulkaan, veiligheid en geld

19 april, 2010

Het is wat, nietwaar? Een vulkaan op IJsland komt to uitbarsting, en heel het vliegtuigwerk staat dagenlang stil. En niemand die kan vertellen hoe lang het allemaal nog kan duren. Intussen kan het heel goed zijn dat er meer  van dit fraais aan komt. “Elke keer in de vastgelegde geschiedenis dat de vulkaan Eyafjallajökul uitgebarsten is, kwam ook de veel grotere Katla-vulkaan tot uitbarsting. Wetenschappers houden Katla nauwlettend in de gaten”, bericht de Christian Science Monitor.

De gevolgen zijn intussen al fors. Dat flink wat politici en staatshoofden, tot en met president Obama, de begrafenis van de onlangs neergestrte Poolse president misliepen, is één ding. Een ander ding is dat reizigers op allerlei plekken hetzij niet naar huis kunnen, hetzij niet op stap. Voor toeristen is dat allemaal vervelend, al kan ik me voorstellen dat er ook mensen tussen zitten die het geen ramp vinden dat de terugkeer naar de loonslvernij nog even wordt uitgesteld wegens overmacht. Veel akeliger is het voor bijvoorbeeld het zieke jongetje dat met zijn moeder op een vliegveld was gestrand, op weg naar een noodzakelijke medische behandeling die niet uitgesteld kan worden. Dat was  zaterdagavond te zien in één van de journaals, meen ik.

Nu het langer duurt groeit de druk om het vliegverkeer toch maar weer te hervatten. Er zijn al proefvluchten geweest. Het is begrijpelijk dat heel veel mensen het zat zijn, en zo’n hervatting zouden verwelkomen. Maar hier geldt die oude, al dan niet authentieke, Chinese wijsheid: wees voorzichtig waar je om vraagt; je zou het wel eens kunnen krijgen ook. Hervatting van het vliegverkeer is, zolang die aswolk daar boven onze hoofden rondwaart, riskant. En de druk om het vliegverkeer te hervvatten heeft met heel andere dingen te maken dan met een onbaatzuchtig verlangen om zieke kinderen tijdig naar hun noodzakelijke behandeling te brengen. Het gaat om andere dingen. Om geld, om precies te zijn. dagelijk kost het schrappen van vluchten de KLM tussen de 10 en de 15 miljoen euro. “Brancheorganisatie IATA schat dat de luchtvaartmaatschappijen 150 miljoen euro mislopen door het vliegverbod dat sinds donderdagavond geldt.” Dáár ligt een drijfveer om aan te dringen op het hervatten van het vliegverkeer: het op peil houden van omzet en winst in de luchtvaartsector.

Zulke hervatting  brengt de veiligheid van reizigers, en trouwens ook van cabinepersoneel, in gevaar. De NASA heft via onderzoek vastgesteld dat vliegtuiginstrumenten ook door dunne aswolken zoals de huidige “genoeg schade op kunnen lopen om ervoor te r zorgen dat  ze na nog 100 vlieguren kunnen beginnen op te houden met functioneren”.  En je ziet dat stof nietop de gangbare waarnemingsapparatuur, hetgeen het extra verraderlijk maakt. Het risico is dus niet zozeer dat een vlucht meteen crasht in de aswolk. Het risico is dat er vluchten de komende tijd, ook nadat de aswolk weg is, in de problemen komen. Ik denk, als ik dat lees: hervatting van het vliegverkeer? Nog niet aan beginnen! Het is spelen met mensenlevens, uit naam van de Heilige Winstgevendheid. Zoals te vaak.


Gezichtsverlies? Hoezo, gezichtsverlies?

20 november, 2009

Kan het  politieke debat in de gevestigde politiek nog iets anders oproepen dan de diepst mogelijke weerzin en verachting? Dat vroeg ik me af nu bekend is geworden wie de eerste EU-preisident wordt, en nu de reacties een beetje los komen.

De nieuwe EU-chef wordt dus niet premier Balkenende, met wie we dus nog eventjes opgezadeld blijven. België is het land dat via deze benoeming zijn premier, Herman van Rompuy, ziet vertrekken. De 27 EU-leiders hebben dat besloten. Jou en mij is niets gevraagd wat dit betreft. En dat heet dan “(d)e nieuwgekozen president van Europese Unie”. Gekózen, jawel. We hebben nog niet eens de premier van dit land gekozen, of we nu in Nederland wonen of in België. Wat een vertoning.

Maar goed, dat is nog business as usual, die als democratie verpakte ondoorzichtige macht. ‘Leuker’ is nog de discussie die inmiddels woedt. Die gaat niet over het waarom van deze benoeming, de kwaliteiten – of het gebrek eraan –  waardoor hij geselecteerd werd, het politieke spel achter de schermen tussen staten die een EU-baas zochten waar e weinig last van zouden hebben, en zo veel mogelijk gemak. Erg bijzonder hoeven die kwaliteiten ook niet te zijn, ik lees dat het werk van EU-president vooral bestaat uit het voorzitten van vergaderingen en het op één lijn krijgen van de lidstaten. Van een willekeurige voorzitter van een aquariumvereniging wordt meer gevraagd. Maar in een aquarium zit dan ook heel wat meer leven dan in de democratie op Europees niveau.

Maar de discussie gaat dus niet over de capaciteiten van de komende EU-chef. De discussie gaat over het al dan niet beschadigde prestige van de man die geen EU-chef werd, van Balkenende dus. De NRC heeft er een heuse plek voor ingeruimd waarin je mag reageren op de vraag: “Gezichtsverlies voor Balkenende?”. Hoezo, gezichtsverlies?! Omdat één iemand benoemd werd, hebben andere gegadigden toch nog geen gezicht verloren? Tenzij het baantje enkel gáát om het eraan verbonden prestige…

Wat hier wérkelijk gezichtsverlies lijdt, dat is het restje democratisch prestige dat de EU nog over had. Alhoewel dara wellicht te weinig van over is om nog van verder verlies van prestige te spreken. Ik pak een teiltje.


Balkenende, Blair of Karadzic als EU-baas? Of…?

30 oktober, 2009

Wie moet er president worden van de EU? Die discussie woedt in allerlei wandelgangen. Graag draagt ook de rooieravotr even bij in dit proces.

Twee namen worden genoemd: Tony Blair, voormalig premier van Groot-Brittannië, en Jan-Peter Balkenende, huidig premier van Nederland. Maar er wordt ook een derde naam genoemd: Radovan Karadzic, voormalig leider van  de Servische Republiek in Bosnië. Eamonn McCann schrijft: “Het zou zeer zeker pervers zijn als  Radovan Karadzic Tony Blair zou uitdagen voor hetn presidentschap van de EU, en daarmee zou riskeren dat het stemmenaantal voor oorlogsmisdadigesrs gesplitst zou worden.”

Ja, waarom eigenlijk niet? Als een Brits premier die samen met Bush een agressie-oorlog tegen Irak heeft beraamd en daarmee honderdduizenden, mogelijk meer dan een miljoen, mensen de ood heeft helpen jagen – waarom zou de Bosnisch-Servische leider, eveneens met zeer veel bloed aan zijn handen, dan niet in aanmerking komen?

En ja, dan hebben we ook nog Balkenende. Of die wil, is onduidelijk, dat veel christendemocraten in Europa hem er willen, is wel duidelijk. Maar zijn coalitiegenoten in het kabinet, CU en PvdA, willen het liever niet. Hij mag het goede vaderland in crisistijd immers niet in de steek laten?

Als Balkenende inderdaad die EU-baan aannam, zou dat neerkomen op kiezersbedrog. Hij is als lijsttrekker van het CDA in 2006 de verkiezingen ingegaan, en is vanuit die rol premier geworden. Zolang het parlement hem niet wegstuurt, en/of zolang ene volksopstand hem niet verdrijft, hoort hij gewoon aan te blijven voor zijn termijn is afgelopen. 

Tegelijk ben ik ook niet echt báng vor zijn tussentijds vertrek. Het land zal het echt wel overleven, het knapt er misschien zelfs wat van op, en kieersbedrog is gewoon deel van de taakomschrijving van gevestigde politici. Vervroegde verkiezingen zijn trouwens weer een gelegenheid voor mensen om zich een beetje extra te laten gelden in het politieke machtsspel, en zich extra te laten gelden. Werk aan de winkel voor links, in ongunstige tijden, met een PVV in opkomst. Maar dat moet dan maar.

Maar het is beter als Blair deze baan krijgt, en George Monbiot legt in The Guardian uit waarom. Ja, de man is een oorlogsmisdadiger, vanwege zijn rol in de Irak-oorlog – en dara ligt precies de reden om hem EU-president te maken. Juist in die rol moet hij op reis naar allerlei landen – ook naar landen waarin aangifte en arrestatie wegens zulke misdaden een stuk denkbaarder is dan in de landen waar hij nu verkiest te komen. Monbiot pleit voor citizen’s arrest van de man. Ik vind het wel iets hebben: Blair EU-president maken zodat hij makkelijker voor zijn misdaden aangeklaagd en aangepakt kan worden.

Maar de ideale optie is: geen van de bovenstaande drie. Laat dat presidentschap toch lekker onvervuld. Scheelt salariskosten, en de wereld draait echt ook wel door zonder Europese opperbaas. Vive l ‘anarchie, hoe minder bestuur boven ons, hoe liever.


Resultaten Europese verkiezingen: nachtmerrie met lichtpunten

11 juni, 2009

Even doorbijten nog, er is nog meer verkiezingsmisère die ons aangrijnst vanuit de stembus na de Europese verkiezingen. Het patroon dat we in Nederland zagen – afkalving van links, versterking van vooral hard en radicaal rechts – zien we, met variaties, in land na land na land.

Een schokkende variatie zien we in Groot-Brittannië. het regerende Nieuw Labour stort daar in. Niet vreemd, met alle schandalen over declaraties van parlementsleden, en na 12 jaar beleid waar marktwerking een binnenlandse afbraakpolitiek vertegenwoordigde, en oorlogsdeelname (Irak vooral) een buitenlands afbraakbeleid. Labour-kiezers zijn in groten getale thuisgebleven – terwijl rechtsere kiezers wél op kwamen dagen. Zo werden de Conservatieven de grootste, de rechtse Eurosceptici van UNIP wonnen veel en werden tweede. Als macabere klap op de vuurpijl: twee zetels in het Euro-parlement voor de fascisten van de BNP.

Van andere landen word je niet veel vrolijker. Oostenrijk: nederlaag voor de sociaal-democraten, verdubbeling van het stemmental van de Vrijheidspartij, de uiterst rechtse partij van de onlangs in een ongeluk omgekomen Jörg Haider. Ze stonden er vorig jaar in peilingen nog beter voor volgens de BBC, maar dat is een schrale troost. Finland: groei van de zeer rechtse partij Ware Finnen tot bijna 10 procent. Hongarije: Jobbik, hard rechts en racistisch: van niets op drie zetels. Denemarken: 14,5 procent van de stemmen en een zetel erbij voor de Deense Volkspartij, geestverwanten van Wilders.

Niet al het nieuws is zo treurig,  en daarin liggen lessen verborgen. Redelijk nieuws uit België, op het eerste gezicht althans. Daar  voor het eerst het Vlaams Belang (voorheen Vlaams Blok) flink teruggevallen. Maar de winnaar is daar de rest van hard rechts: de Lijst Dedecker – “een populistische partij die lijkt op de Nederlandse PVV”, aldus de NRC – wint 7.6 procent in Vlaanderen. Flip de Winter zegt dat de nederlaag van zijn Vlaams belang te wijten is aan “de versnippering op rechts”. Dat ziet hij waarschijnlijk goed. En dat versnipperde de rechts sámen rukt nog steeds op. Voor links is hier weinig troost uit te halen.

Frankrijk biedt wél positief nieuws. Ook daar doet sociaaldemocratisch links het slecht: de Socialistische Partij ging van 28,9 naar 16,8 procent. De rechtse regeringspartij rond president Sarkozy boekte met 28 procent een overwinning. Maar andere delen van rechts verloren. Opvallend was de tamelijk schamele 6 procent die het fascistische Front National wist te vergaren. Dat is anders geweest: nog in 2002 haalde de aanvoerder ervan, Le Pen, de tweede ronde van de presidentsverkiezingen.

Hoe verklaren we dit? Ik denk dat enkele zaken een rol spelen. Frankrijk is een land waar arbeiders keer op keer in actie zijn geweest: tegen bezuinigingen, tegen een arbeidswet die jonge mensen dreigde te veroordelen tot een zeer onzekere rechtspositie, tegen ontslagen. Frankrijk is het land waar arbeiders al een handvol keren een manager opsloten om te zorgen dat er rekening mnet hun eisen gehouden  werd. Er is  al een naam voor dit actiemiddel: het Engelse woord ‘bossnapping‘! Dit soort gebeurtenissen schept een sfeer waarin links – stevig en radicaal links –  kan gedijen, en waar fascistisch rechts – dat nationale eenheid van arm en rijk predikt, en dus huivert als arm haar kracht mobiliseert tegen rijk – weinig mee kan.

En, in tegenstelling tot veel andere landen heeft radicaal links met deze situatie haar voordeel gedaan. De Nieuwe Antikapitalistische Partij NPA – voortgekomen uit de trotskistische LCR maar breder van opzet – is hiervan een goed voorbeeld. Deze partij, die nog maar kort bestaat, won 4,9 procent. De restanten van de ooit sterke Communistische Partij hadden zich gebundeld met een aantal socialisten en haalden 6,7 procent. Zelfs met deze verdeeldheid wist stevig links dus nog meer dan 10 procent van de stemmen te vergaren.

Als het nu eens zou lukken een volgende keer tenminste veer verkiezingen de krachtente bundelen en met één radicaal-linkse lijst te komen. En als het nu voorál eens zou lukken om de beweging van arbeiders in de bedrijven zelf en op straat te verstevigen, en daar stevig in te wortelen… want daar ligt de kracht van een links dat er toe doet. We hebben een links van de stráát nodig, geen links van de stáát, hoe belangrijk verkiezingen als krachtmeting ook kunnen zijn.

Opvallend, en deels afwijkend van de trend in andere landen, is de uitslag uit Griekenland. Daar wónnen de sociaal-democraten, PASOK, terwijl Nieuwe Democratie –  een conservatieve formatie – verliest. Hier lijkt de landelijke context zeer bepalend. Nieuwe Democratie regéért, en is juist daardoor impopulair. Het land kent de ene grote staking na de andere, er heerst een stevige anti-regeringsstemming, en PASOK, als belangrijkste oppositiepartie, profiteert daarvan. Daarbovenop komt de inmpact van de golf van opstandigheid in december vorig jaar. Die brak los toen een politieagent een jongen doodschoot. Tienduizenden jongeren reageerden met demonstraties, belegeringen van politiebureaus, grote rellen. Veel oudere mensen in Griekenand hadden op zijn minst begrip voor de boze jeugd. Intussen zet de crisis ook in dat land door, met de bekende gevolgen voor mensen toch al niet rijk zijn.

De PASOK deed er veel aan om de woede onder mensen beschaafd en gezagsgetrouw te houden. maar ze  riep wel de regering tot aftreden op. Het is niet vreemd dat veel mensen de rechtse regering voor haar bezuinigingen en haar autoritaire beleid wilden afstraffen door op PASOK te stemmen.

De nederlaag van rechts was trouwens kleiner dan verwacht. Maar dat gold ook voor de opkomst: iets boven de 50 procent. Stemmen in Griekenland is verplicht, betrokkenheid bij verkiezingen doorgaans groot, zegt een BBC-verslaggever, dus deze lage opkomst zegt wel iets.

Hoopvol daarbij is dat ook radicaler links stemmen trok: de KKE (Communistische Partij) kwam op 8,35 procent en 2 zetels: Syriza, een radicaal-linkse bundeling kwam op 4,1 procent en één zetel. Dit hangt ongetwijfeld ook samen met de talrijke arbeidersacties en de opstand van eind vorig jaar waarin beide stromingen een rol speelden en spelen. Beangstigend is tegelijk dat LAOS – alweer een radicaal-rechtse groepering – 7,15 rocent en 2 zetels wist te scoren.

Er is nog wel meer positief nieuws. Zo valt de uitslag van Groenen en daarmee verwante partijen op. In Frankrijk was er bijvoorbeeld een bundeling van Groenen en andere progressieven waaronder de befaamde andersglobalistische actievoerder Jose Bove, onder aanvoering van Daniel Cohn Bendit (in 1968 boegbeeld van opstandige studenten in Parijs) veel stemmen. In Nederland deed GroenLinks het goed. Op Europese schaal wisten de gezamenlijke Groene partijen hun zeteltal uit te breiden van 43 in 2004 naar 52 nu; het stemmenpercentage ging van 5,5 naar 7,1.

Er is op de politiek van de Groenen flink wat aan te merken: niet echt anti-neoliberaal, vrij meegaand met de vrije markt, sterk pro-Europees, feitelijk een milde sociaal-democratische politiek met extra aandacht voor het milieu. Je ziet dat bij GrienLinks ook. Maar mensen die de verrotte gevestige  sociaaldemocratische partijen de rug toe keren en naar Groene partijen gaan, zoeken kennelijk een soort van progressief alternatief tegenover labour, de PvdA en noem maar op. Zij bewegen, hoe voorzichtig ook, naar links, en dat is positief. Een radicaler links al veel van deze mensen om zich heen weten te bundelen – als dat radicale links kracht, stevigheid en geloofwaardigheid uit weet te stralen.

Genoeg even voor nu, qua verkiezingen. Er staan trouwens twee hele nuttige artikelen over de verkiezingen op Lenin’s Tomb: “Elections: good, bad, and ugly” en “Poring through the wreckage”. Vooral ook de commentaren erbij zijn, tussen het onvermijdelijke gezeur in, ook goudmijntjes van informatie en inzichten. Nuttig, verontrustend vaak, maar soms vermakelijk ook. Niet verkeerd, in deze dagen van post-electorale depressie en een epidemie van post-verkiezings-stress-syndroom.


Overwegingen rond verkiezingsdag

4 juni, 2009

Ja, ik ben vandaag wezen stemmen. Als bewoner van Tilburg mocht ik zelfs twee stembiljetten invullen en (zoals een medewerkster van het stembureau mij kordaat doch vriendelijk instrueerde) in twee verschillende stembureau’s deponeren. Het eerste papier was voor het Europese parlement. Het tweede was voor een plaatselijk referendum.

Waarom stemmen? Níét omdat daar de macht ligt om wezenlijk dingen te veranderen Een anarchistische leus luidt (ongeveer): als stemmen wat uithaalde, zouden ze het afschaffen. Helemaal onzin is dat bepaald niet. Toch is stemmen zinnig, onder de huidige omstandigheden zelfs bittere noodzaak.

Vertegenwoordigende organen – gemeenteraden, parlementen van landen en van Europa – hebben niet de wezenlijke macht. Maar het zijn wel plekken waar om invloed wordt gestreden – een invloed die uitstraalt op de hele maatschappij. Als rechts en uiterst rechts hun mensen naar de stembus krijgen, en links blijft thuis, dan versterkt rechts zijn positie, onnodig onbelemmerd door  zelfs minimaal tegenwicht. Wie Wilders en de PVV de mars naar de staatsmacht wil versperren, moet óók in het Europees parlement de stem uitbrengen op krachten die tegen het fascistische gif uit die hoek links tegenwicht bieden. Thuisblijven betekent: Wilders helpen, rechts helpen. No f*cking way, wat mij betreft.

Ik heb gestemd op de SP. Dat deed ik óndanks hun verkiezingspraat over “minder Brussel”, want  het gaat me niet om de nationale zelfstandigheid tegenover een Europese superstaat-in-wording. Mij maakt het niet uit of kwalijke politiek nu via landelijke politieke instellingen wordt geregisseerd of via ‘Europa’.

Wat mij tegenstaat is de ínhoud van dít Brussel, déze EU. Die inhoud is neoliberaal, met de grote bedrijven als motoren en voornaamse belanghebbenden. Die inhoud is militaristisch met stappen naar een zelfstandige legermacht om de belangen van die bedrijven desnoods tegenover concurrenten door te drukken (om over lastig volksverzet maar te zwijgen). Die inhoud is racistisch, met de opbouw van een Fort Europa dat gericht is op het deels uitsluiten, deels onderwerpen van vluchtelingen en arbeidsmigranten, door  hun de toegang maximaal te blokkeren, ze te intimideren en uiteindelijk indien mogelijk te deporteren.

Met dit Europa heb ik níéts. Met een Europa waarin de meerderheid een breuk met het neoliberalisme, het militarisme en het racisme doordrukt, heb ik véél. Ik kan me redelijk vinden in een uitspraak in een pleidooi van Egbert Schellenberg, afgedrukt op het weblog van de Internationale  Socialisten. Hij is bestuurder van FNV-bondgenoten en sloot zijn betoog af met: “Het is mij niet gevraagd maar ik had de SP geadviseerd campagne te voeren met de leus ‘Een ander Brussel, een socialistisch Brussel’.”

De SP is  – en dat is een reden voor mijn keus – een politieke uitdrukking van strijd in de goeie richting. De partij maakt zich sinds jaar en dag hard tegenover de neoliberale agenda die de Nederlandse en vooral ook de Europese politiek beheerst. Haar kreet “Minder Brussel” neem ik niet over; maar veel van de kritiek die ik heb op dít Brussel zie ik wel degelijk verwoord door de SP. Dat geldt overigens helaas veel minder waar het de twee andere pijnlijke zaken betreft: militarisme en racisme.

Ik heb even getwijfeld over Solidara, een nieuwe linkse politieke partij die ook meedeed. In haar beginselprogramma  is die veelal goed links, met een scherpe afwijzing van het neoliberalisme, een pleidooi voor nutsinstellingen weer in gemeenschapshanden en dergelijke. Ook komt ze sterk op tegen discriminatie en racisme. Dat krijgt in de partij meer aandacht dan in de SP, en dat is een pluspunt in deze Wildersiaanse barre tijden.

Waarom heb ik toch niet op deze groepering gestemd? Mijn bezwaar is drieledig. De partij is, meer dan de SP, vrijwel losgekoppeld van activisme buiten parlementaire instellingen. Het is een pure parlementaire partij. De SP ondersteunt haar parlementaire werk nog steeds veelvuldig met allerlei acties op straat. En hoewel die acties ondergeschikt zijn aan het werk van de politici, zorgen ze toch voor een iets strijdbaarder dynamiek in en rond die partij – met altijd de mogelijkheid dat acties een eigen leven gaan leiden, aan de greep van gevestigde SP-politici ontglippen. De SP is reformistisch, parlementair, niet revolutionair, net zo min als Solidara; maar het is in de SP een veel activistischer, strijdbaarder, reformisme, waarmee revolutionairen toch raakvlakken hebben. Versterking van de SP helpt héél links, juist ook búíten de gevestigde politieke arena. Bij Solidara is het zelf-doen wel heel erg ver naar de achtergrond verdwenen. Verandering is daar toch wel heel erg een kwestie van  meedenken met en stemmen op de goeie politic die het dan wel zullen regelen. Mooie ideeën, maar geen strijdbare praktijk, veel minder althans bij de – op zich bepaald al niet glorieuze – praktijk van de SP.

Daarnaast zijn en kleinere bezwaren. Solidara accepteert, tussen al haar radicalisme door, het koningshuis als bindmiddel in de maatschappij. Ik vind dat onzin. Deze maatschappij verdient óntbinding, en  van daaruit verragaande omvorming. Eenheid als leus tegen discriminatie die verdeeldheid zaait is best. Maar eenheid van heel deze – door klassentegenstellingen gepolariseeerde – maatschappij is een illusie die de onderliggende klasse zich niet kan permitteren.

Hetzelfde geldt trouwens voor de illusie – ook door Solidara gepredikt – dat de NAVO zich om moet vormen tot VN-vredesmacht. De VN is geen vredesclub, maar een verzameling kleine en grote roofmogendheden. Maar deze bezwaren zijn niet fundamenteel: ook in het SP-programma staan zat dingen waar ik me niet echt in kan vinden.  Op zijn minst geldt echter wel dat de Solidara-opstelling rond koningshuis en NAVO mijn aanvechting om de SP de rug toe te keren als stembuskeus niet bepaald vergroot heeft.

Een derde bezwaar ligt in de wortels van Solidara. Die liggen in de SP, en wel op haar réchterflank. De groepering is ontstaan nadat de huidige aanvoerder Yilderin niet accepteerde dat de SP – volgens afspraak – bepaalde dat hij niet in de Eerste Kamer mocht komen, ook al had hij voorkeursstemmen van enkele Statenleden. De SP zei – terecht naar mijn idee – dat afspraken over zetelbemensing een partijzaak zijn, waar de SP via haar kanalen (in dit geval partijbestuur en partijraad) over te beslissen had. Het gaat niet aan dat afzonderlijke vertegenwoordigers daar op eigen houtje doorheen fietsen, dan neem je een loopje met de partijdemocratie, hoe problematisch die soms ook functioneert.

Een soortgelijk punt geldt rond de afdrachtregeling die de SP hanteert (inkomsten van volksvertegenwoordigers gaan naar de partij; die geeft de volksvertegenwoordigers dan een, lagere, vergoeding). Ook dat was een bron van onvrede her en der. Maar dit zijn gewoon afspraken binnen de SP; wie dat niet wil moet zich inzetten voor verandering van die afspraken, of anders een andere partij zoeken.

Rond dit soort kwesties groeide binnen de SP wat ongenoegen, em mede daar is Solidara uit geboren. Nogmaals: in deze zaken had de SP gelijk, en critici als Yilderin ongelijk. Dat de SP haart gelijk soms op botte manier doordrukte –  de redacteur van het partijblad Tribune moest daardoor het veld ruimen – is waar, maar doet aan de kern van het conflict niet wezenlijk af. Solidara is in dit soort zaken mínder solidair als organisatie, meer individualistisch, met meer ruimte voor individuele kopstukken om hun eigen gang te gaan, dan de SP. Ik vind dat een zwakte. Want sympathiek vind ik veel van wat ik lees op de Solidara-website  verder wel degelijk. Het is een club om in de gaten te houden, hoe deze nog jonge organisatie zich verder gaat ontwikkelen ligt open. Maar voor deze verkiezingen vond ik het geen goede optie.

Andere partijen kwamen niet in aanmerking. Rechts sowieso niet, of het nu het rabiate racistische rechts van de PVV was, of pro-Europees neoliberaal rechts van D66, of alles ertussenin, van VVD, CU en CDA. Links was er ook weinig. Niet de PvdA, met haar nauwelijks nog herkenbare sociaal-democratische wortels en haar politiek die een wat bijgeschaafd neoliberalisme predikt. Niet GroenLinks, dat weinig meer biedt dan een iets linksere uitvoering van de PvdA. Niet de Partij voor de Dieren ook. Eerst een Partij voor de Mensen, zoals een goede vriend van me onlangs droogjes opmerkte (als ik het me goed herinner).

Goed. Dat was de  menukaart voor het Euro-parlement. Weinig smakelijk, maar ik heb dus een draaglijk gerecht weten te vinden. Maar er was ook nog een plaatselijk referendum in Tilburg. Dat ging over een mall, een groot modern winkelcentrum dat aan de noordrand van de stad zou moeten komen. Een prachtig idee van projectontwikkelaars, in samenspraak met gemeentebestuurders. We verzinnen wat grote winkels, leggen parkeerterreinen aan, plus wat horeca. Laat de mensen maar komen, en laat het geld maar weer rollen.

Natuurlijk heb ik tegen deze flauwekul gestemd. Niewt vanwege de middenstand in Tilburg die bang is klanten kwijt te raken aan de nieuwe winkelboulevard: ik kies niet tussen oude middenstand en de nieuwe snelle rijken achter dit soort projecten. Ze zijn allebei op mijn klandizie en mijn geld uit, mijn bondgenoten zijn het geen van allen.

Nee, ik heb nee gestemd, omdat het wéér een uitbreiding is van stadsgebied ten koste van een toch al steeds afnemende groene omgeving. Zo’n mall brengt weer meer verkeersstromen, meer lawaai, en meer vervuiling mee, in een provincie die al pijlsnel verstedelijkt en dagelijks minder leefbaar en ook nog eens minder mooi wordt.

En ik heb nee gestemd om het klassieke argument van voorstanders  af te straffen: ‘als  de mall niet in Tilburg komt, dan komt-ie wel ergens anders.’ Precies dit soort arrogante chantage is eigen aan een economie waar concurrentie en winstbejag domineert. Precies dit soort chantage verdient net zo’n hard nee als dat winstbejag en die concurrentie zelf. Nee dus, nee, en nogmaals nee. En als dat betekent dat het onding in Breda voorbereid gaat worden, of in Den Bosch, dan hoop ik dat de bevolking daar in meerderheid ook een effectief nee laat klinken.

Dat waren mijn overwegingen eventjes rond deze verkiezingsdag. Over de uitslag ben ik nog maar even kort: zij winnen groot, wij winnen klein. Dramatisch is de doorbraak van de PVV, tot tweede partij met 4 Euro-zetels. Allen het CDA is met 5 zetels nog groter. Dat is een grote, gevaarlijke overwinning voor rechts.

Het kabinet verliest via nederlagen van PvdA en CDA (CU/SGP bleven gelijk), maar links profiteert niet. Dat de SP gelijk blijft in zeteltal, en iets gegroeid is qua stemmen, is niet verkeerd maar heft de kwaadaardige ruk naar rechts niet op.

Een schale troost bij dit alles: de voorstanders van de Tilburgse Mall-ligheid lijken hun zin niet te krijgen. Het nee heeft gewonnen: 53,1 procent tegen, 46,5 procent vóór, bij een opkomst van 35,8 procent. Het is íets, nietwaar?

(iets bijgeschaafd, 5 juni, vroeg in de avond)


Ten diepste verachtelijk: enkele reacties rond Gaza

4 januari, 2009

Ten diepste verachtelijk is de reactie van de EU op de Israëlische invasie van gaza die gisteren is begonnen. EU-woordvoerder Jiri Poruznik zegt: “Op dit moment, vanuit het perspectief van de afgelopen dagen zien wij deze stap als een defensieve, niet als offensieve, actie.” Op het moment dat Israël meer dan 400 mensen vanuit de lucht heeft omgebracht, maar daarmee het Palestijnse verzet niet heeft weten te breken, escaleert de Zionistische staat haar aanvallen over de grond. Dat is ‘verdediging’, ongetwijfeld.

Tsjechië is EU-voorzitter, misschien kan iemand dan ook het geheugen van Poruznik even opfrissen, want dit soort wanstaltige ‘logica’ is eerder vertoond. De Russische invasie in Tsjechoslowakijke in 1968 was ook als zodanig gepresenteerd: verdediging van het ‘socialisme’ tegen ‘contrarevolutie’. Tegenwoordig zouden de Russische heersers het laatste woord door ‘terrorisme’ hebben vervangen. Zelfde logica, en net zo verwerpelijk.

Ten diepste verachtelijk is de houding van George Bush. Die verwijt Hamas een “terroristische daad” te hebben gepleegd door in november weer te zijn begonnen met  raketbeschietingen op Israël. Dat die beschietingen kwamen ná een Israëlische militaire aanval in Gaza, met zes doden als gevolg, en dat Hamas dus reageerde op agressie van Israël, verzwijgt Bush. En enige veroordeling van de huidige Israëlische massamoorden ontbreekt. Verbazend is het niet, uit de mond van iemand die zijn presidentschap gebruikt heeft voor massamoordpartij (Afghanistan) na massamoordpartij (Irak) na massamoordpartij (Somalië). Maar verachtelijk is het.

Ten diepste verachtelijk is de heisa die rechtse kamerleden momenteel maken over uitspraken van Harry van Bommel, SP-kamerlid, op de demonstratie gisteren. Hij riep – heel terecht – “Intifada, Intifada, Palestina Vrij”. ‘Intifada’ staat voor ‘volksopstand’. Volgens Van Baalen van de VVD is dat een schande: “Wie oproept tot geweld tegen Israëlische burgers wekt weerzin en verlies zijn geloofwaardigheid”. CU-kamerlid  Voordewind (1) vindt het ook niet kunnen, want Intifada betekent volgens hem gewápende opstand. Een felle afkeuring wegens een vermeende ‘oproep tot geweld ‘- maar géén snoeiharde afwijzing van het daadwérkelijke dodelijke geweld van Israëlische kant is verachtelijk in zijn hypocrisie. Het is een vorm van medeplichtigheid ook, want wie nu zwijgt, stemt toe in massamoord, en nalaten een glashelder nee tegen het Israëlische geweld uit te spreken komt neer op zwijgen.

En de verwijten zijn nog dubbel onzin ook. Van Bommel geeft het zelf al aan: “het kan gaan om burgerlijke ongehoorzaamheid en vreedzame protesten”. En ja, het is onzin om het aanheffen van de leus als een oproep tot geweld te zien. Maar zelfs áls Intifade persé ‘gewapende opstand’ zou betekenen, dan nog is er niets in het woord dat zegt dat zo n opstand zich tegen Israëlische búrgers keert. En er is zoiets als het recht op gewapend verzet tegen een bezettingsmacht.

Het verzet tegen de nazi-bezetting tussen 1940 en 1945 was  deels ook een gewapende opstand. Heeft Voordewind daar met terugwerkende kracht ook problemen mee? Wat mij betreft hebben Palestijnen het recht zich tegen de Israëlische bezetting en terreur te verzetten – gewapend en al. In de huidige gevechten op Gaza wens ik dat Palestijnse verzet succés, ongeacht wie dat verzet aanvoert of organiseert. De Israëlische bezettingsmacht wens ik een smadelijke nederlaag toe.

(1) in de haast had ik de naam er niet achter gezet, dat heb ik 6 januari maar ff gecorrigeerd)


Crisis, catastrofe en de rol van links

25 oktober, 2008

Het is crisistijd, en niet alleen in de VS waar de kredietcrisis vorig jaar aan de dag trad. Dag na dag lezen we van de recessie die komen gaat, er in een aantal landen  zelfs al is. “Angst voor recessie wordt snel groter”, schrijft vandaag de NRC. “Bedrijven voelen effecten kredietcrisis overal”, voegt de krant eraan toe.

Rechts, en vooral ook hun achterban van zakenlieden,  weten niet goed hoe ze er mee om moeten gaan. Ondernemers en hun guru’s zijn duidelijk van slag. Hier hebben we bijvoorbeeld Bernard Wientjes, baas van ondernemersclub VNO-NCW, in het dagblad Trouw: “Deze teruggang in de economie is heel bijzonder. Er zijn geen modellen voor te bedenken en economen staan voor een raadsel. Dat er een recessie aankomt lijkt zeker, maar hoe diep die zal zijn, weet niemand.”

En hier is Alan Greenspan, tot voor enkele jaren president van de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank. Hij “trof een gebrek aan in het model dat in zijn perceptie de essentiële functionele structuur die definieerde hoe de wereld werkte.” Vertaling: de neoliberale ideologie van markt-boven-alles is ontoereikend – aldus de hogepriester van dat neoliberalisme zelf. Greenspan licht toe dat hij gdacht dat banken zichzelf beter zouden reguleren dan ze in feite deden. Vertaling: al die deregulering was misschien toch niet zo gezond.

Regeringsbeleid, in VS en ook in Nederland  – grootschalige staatssteun voor financiële instellingen, stevige nationalisaties van hypotheekbanken Fannie Mae en Freddy Mac, via verzekeringsgigant AIG tot de Nederlandse tak van Fortis – laat zien datde vrije markt niet alleen zijn gezicht heeft verloren, maar ook buitenspel wordt gezet als dat zo uitkomt. De neoliberale ideologie mag geen sta-in-de-weg zijn als grote bedrijven en de hele structuur van het kapitalistische bedrijfsleven gered moeten worden.

De onttakeling van de vrije markt, zowel in ideologische termen als in de regeringspraktijk, is een voorzet voor links om punten te scoren in het huidige maatschappelijke debat over economie en maatschappij. Het is nu niet meer moeilijk om duidelijk te maken dat het kapitalisme niet alleen een barbaars, maar ook een crisisgevoelig systeem is. En op de woorden van Wientjes dat “economen voor een raadsel” staan, kunnen marxisten met een lange lijst economen komen – te beginnen bij een zekere Karl Marx – die helemaal niet voor een raadsel staan bij de huidige crisis. Marxisten halen hier hun gelijk, en we zouden stom zijn als we dat niet deden.

Toch wringt er iets. Het klinkt soms net iets te makkelijk, te goedkoop. Uitroepen: ‘zie je wel, het kapitalisme creeërt weer eens ellende, dat zeiden we aldoor al’, hoe terecht op zichzelf ook, brengt ons nog geen alternatief. Bovendien kan het linkse gelijk toch nooit een doel op zichzelf zijn? Het ging marxisten toch niet om de kracht van links als doel, maar om de arbeidersklasse, haar strijd voor lotsverbetering, haar bevrijding via haar eigen strijd – en via die klassenstrijd om de bevrijding van de mensheid  als geheel. Links is slechts middel, geen doel.

En als ik van een Lindsey German – socialist, prominent in de Britse vredesbeweging, links burgemeesterskandidaat in Londen –  in de Guardian de uitspraak lees: “het kapitalisme heeft zijn kans gehad en heeft gefaald; nu is de beurt aan het socialisme” , dan denk ik: links en rechts spelen toch geen bowlingwedstrijd, met wisselend allebei een beurt? En waar is de kracht van dat socialisme die de beurt kan nemen dan wel? Het socialisme is momenteel weinig meer dan een – goed! – idee, met her en der handjesvol mensen die zich ervoor inzetten. Iets minder zelfgenoegzaam mag het allemaal wel (gevonden via Marxsite).

De huidige crisis moet niet in de eerste plaats gezien moet worden als een buitenkans voor links, maar als een immense aanval op arbeidersrechten en arbeidersbelangen. Als reflex is de houding  ‘van het is crisis, nu kan links zich scherper profileren en haar kans grijpen’ best logisch. Maar door arbeiders die met ontslag en huisuittzetting te maken hebben, zal de crisis toch niet als buitenkans, maar als catastrofe ervaren worden. Links moet die ervaring tot haar eigen ervaring maken, en van daaruit positie kiezen. De ramp die arbeiders bedreigt is ónze ramp.

Je kunt het vergelijken met het uitbreken van een oorlog. Ja, zoiets maakt energie los bij vredesactivisten die dan met verdubbelde energie de straat op gaan om te protesteren. Maar reageren op een oorlog met ‘ha, nu kunnen we weer eens vredesdemonstraties houden, nu groeit de vredesbeweging weer eens!’- zoiets heeft, als het meer is dan een kortstondige activistische reflex, iets pervers. Oorlog is geen simpele buitenkans voor actievoerders, maar in de eerste plaats een verschrikking, we hadden er liever géén. Zo is het met crisis ook, en dat dient links uit te stralen.

Inmiddels wordt duidelijk dat de crisis inderdaad mensen grootschalig in de narigheid stort. Gisteren meldde de Volkskrant al dat uitzendkrachten in Nederland op grote schaal door bedrijven buiten de poort worden gezet. Dezelfde krant meldt dat de kredietcrisis “een gemiddeld Belgisch gezin 27.400 euro aan vermogen” kost. natuurlijk zit daartussen het aangeslagen vermogen van steenrijke mensen, waarmee ik weinig medelijden heb. Maar de crisis werkt door in het dagelijks leven: een kwart van de mensen geeft aan dat ze hun uitgaven hebben aangepast vanwege de crisis. En de echte recessie moet in de benelux nog doorzetten.

Elders gaat  het al veel grover toe. Zo sloten kortgeleden drie speelgoedfabrieken in China  de deuren, en lieten vele honderden arbeiders achter zonder zelfs maar achterstallige lonen uit te betalen, aldus Reuters op 22 oktober. Inmiddels heeft, zo meldt de China Daily, de Chinese regering toegezegd achterstallig loon – maar geen ontslagvergoeding of zoiets – uit te betalen. het over de kop gaan van de bedrijven kan niet los gezien worden van de problemen van bedrijven in China om te exporteren, nu elders de economie al stagneert. En de Straits Times berichtte gisteren dat minstens 2,7 miljoen fabrieksarbeiders in Zuid-China hun baan dreigen te verliezen vanwege de economische wereldcrisis (laatste drie berichten gevonden via Labourstart).

Dit zijn nog getallen, maar erechter gaan mensen schuil, mensen die in nood dreigen te raken of al zijn geraakt. iets van de nood, de wanhoop, die de kredietcrisis al teweeg heeft gebracht in de VS, is te vinden in een angstaanjagend artikel van Nick Turse op de website van Tom Engelhardt. Daarin beschrijft hij geval na geval van huisuitzetting, geval na geval van wanhoop, vaak met dodelijke afloop. Sommige mensen doden zichzelf, soms na eerst hun gezin te hebben omgebracht. Sommige mensen pakken een geweer en bedreigen de deurwaarders en politie. Soms eindigt dat met overgave van degene die uit huis gezet wordt. Soms schiet de politie de bewoner dood.

En heel soms wordt de bedreigde bewoner te hulp gestaan door anderen, zoals in Boston waar 4 actievoerders van een groep die zich City Life noemt zich vastketenden, terwijl anderen van dezelfde groep erbij stonden en het protest tegen een huisuitzetting met hun aanwezigheid en leuzen ondersteunden. Dáár zien we een sprankje hoop, vonkjes van georganiseerd verzet. Daar zien we iets van de rol die links kan spelen, en van de de verantwoordelijkheid die op ons rust.