De oproep van Rekening Retour – helaas niet meer in zijn geheel te vinden op de nieuwe site! – voor een manifestatie tegen bezuinigingen op 23 oktober is bepaald wisselend ontvangen. Heel veel komt er van de, door organisatoren beoogde, steun vanuit SP en vakbeweging nog niet terecht. Intussen wordt er vanuit radicaal-linkse kritiek stevige en vaak zinnige kritiek uitgeoefend. Van die linkse critici ben ik er één – maar dan bínnen Rekening Retour – zoals uit een eerder stuk op dit blog wel bleek. Of de conclusie van sommige van die critici – namelijk dat niet meedoen aan beter is Rekening Retour – de juiste is? Naar mijn mening niet. Dat de discussie gevoerd wordt, is echter op zich gezond.
Een stevige aanjager van de discussie is een Open Brief, onderschreven door de Anarchistische Anti-Deportatiegroep Utrecht, de Werkgroep Stop Deportaties en het Anarchistisch Kollektief Utrecht. De groepen zetten hier in een vrij uiitvoerige tekst uitéén waarom ze de oproep en aanpak van rekening retour zo ontoereikend vinden dat ze zich er niet in kunnen vinden en zich er dus ook niet achter kunnen scharen. De tekst staat inmiddels op Indymedia, en heeft daar al tot een hele reeks reacties reacties aanleiding gegeven.
Laten we de brief eens nader bekijken. Veel erin is zinnig en het overwegen waard. Zo hebben de makers gelijk als ze zeggen: “Wij begrijpen heel goed (…) dat de nadruk ligt op concrete zaken. Dat gezegd hebbende kunnen we echter niet om de constatering heen dat jullie verklaring wel heel oppervlakkig, eendimensionaal en reformistisch. Verder dan een oproep om tot een andere, minder asociale invulling van de bezuinigingen te komen komt het niet.” Dat klopt helaas. Nergens in de tekst wordt het idee dát er bezuinigingen nodig zijn – vanwege begrotingstekort, staatschuld, concurrentiepositie of wat voor reden dan ook – expliciet aangevochten. Het idee dat het niet onze winsten, staatsschuld en staatsbudget zijn die in het gedrang komen – en dat het dus ook niet onze taak is om die problemen te helpen op te lossen – ontbreekt. De RR-redenering is, in die zin, te meegaand en systeembevestigend. En inderdaad, het achterliggende probleem – het kapitalisme zélf – wordt niet benoemd, hetgeen inderdaad de suggestie wekt dat wezenlijke problemen wel binnen het systeem kunnen worden opgelost.
Overigens is het niet zonder meer waar dat “jullie net zo goed als wij weten dat dit een illusie is”, zoals de Open Brief-makers stellen. Ik denk dat er onder de “jullie” – de mensen van rekening Retour – beslist mensen zijn die nog geloven dat je wezenlijke problemen binnen het kapitalisme opgelost kunt krijgen. Dat zal gelden voor binnen Rekening Retour aanwezige SP-ers, vermoed ik, en voor meer mensen. Die illusie leeft helaas binnen links zeer breed, en het is maar beter om dat onder ogen te zien. Ook de uitgesproken verbazing over de gematigde opstelling van Rekening Retour vind ik weinig overtuigend: wisten mensen van ondertekenende groepen werkelijk niet uit welke hoek een initiatief als Rekening Retour kwam, en uit welke hoek de wind dus zou gaan waaien?
Over de aard van de huidige problemen is de brief echter wat tegenstrijdig en onscherp. Is er bijvoorbeeld wel een crisis, en wat is die dan? “In essentie is het niet meer dan een toestand, uitgeroepen door staten, supra-nationale instellingen en het bedrijfsleven.” De crisis is, in deze formulering, gewoon bedácht, een sprookje dat ons wordt aangepraat lijkt het wel. Dan gaat de tekst echter verder: “Zij (die staten, instellingen en bedrijven dus) zien een hapering in het functionere van het kapitalistische systeem, in de mogelijkheid om winsten te maken ten gunste van een kleine elite.” Dat raakt de kern: het winst maken, die essentie van hetn kapitalisme, stagneert, is in moeilijkheden geraakt. Dat “zien” bedrijven en staatsinstellingen niet alleen, dat ís ook werkelijk zo. En – gezien de paniek die het internationalae kapitalisten de laatste maanden van 2008 beving, en ook eerder dit jaar weer naar aanleiding van de Griekse financiële ramp – is het iets méér dan een “hapering”.
De crisis wordt ons niet aangepraat. De kapitalistische crisis is een keiharde realiteit – en het bezuinigingsbeleid is een poging van de heersende kapitalistenklasse om de meerderheid van de bevolking uit te persen om hun eigen winsten weer omhoog te krijgen. Dat “(v)oor het grootste deel van de wereldbevolking het kapitalisme echter al een permanente crisis” inhoudt, is helemaal waar. De specifieke huidige economische crisis, en de aanval op lonen, uitkeringen en voorzieningen waarmee de heersers ons voor die crisis wil laten opdraaien, is daarmee echter niet weggetoverd.
En juist in de strijd tegen de effecten van een crisis, juist in de strijd tegen bezuinigingen, kan het inzicht aangewakkerd worden dat de huidige crisis wortelt in het kapitalisme, en dat de strijd tegen bezuinigingspolitiek een aanloop kan zijn, dient te zijn tot een strijd gtegen de kapitalistische orde zelf. Rekening Retour laat dat achterliggende doel vrijwel buiten beeld. De makers van de Open Brief gaan in de richting van een omgekeerde fout: ze stellen de strijd tegen bezuinigingen als het ware náást de strijd tegen het kapitalisme – alsof het eerste niet kan uitmonden in het tweede, en alsof we het eerste niet ook zouden moeten benutten als aanloop tot het tweede. Ik onderschrijf grotendeels de zin: “we voelen ons in het geheel niet geroepen met staat en bedrijfsleven mee te denken over hoe uit de door hun uitgeroepen crisis te komen, teneinde het kapitalistische systeem weer beter te laten functioneren” – met dit verschil dat die crisis niet zomaar uitgeroepen is, maar ook realiteit.
Ik ben het op zichzelf ook grotendeels eens met de daaropvolgende zin: “we moeten ons richten op de echte crisis, het systeem zelf, dat de hele wereld al eeuwenlang in een steeds verstikkender houdgreep houdt” – met dit verschil dat niet alleen het kapitalisme als geheel, maar wel degelijk ook de huidige economische recessie – een ‘echte crisis’ is. Alleen van een andere orde van grootte, op een ander analytisch niveau. En het systeem bestrijden we juist door de uitwassen ervan te bevechten, de strijd op al die fronten zowel te combineren als aan te scherpen zodat de achterliggende orde in beeld komt en ook steeds meer een doelwit wordt.
Hetzelfde punt geldt ook meer specifiek. Geld halen bij de rijken lost, zoals de briefschrijvers stellen, inderdaad niets wezenlijks op zolang het systeem in stand blijft. Maar in de strijd om geld bij de rijken terug te halen, vinden we collectieve kracht van mensen in verzet die, als ze resultaat boeken, ook vérder kunnen gaan, tegen het kapitalisme zelf. Deelstrijd, beperkte strijd, staat niet tegenover de totaalstrijd, maar is er – als we er slim mee omgaan! – een aspect, een onderdeel van die totaalstrijd. Het is verkeerd om antikapitalisme zo tegenover afzonderlijke eisen te stellen. Het echte probleem van Rekening Retour is niet zozeer die afzonderlijke eisen zelf, maar het denkkader waarin die eisen worden geplaatst, als iets minder ass sociaal crisisbeleid in plaats van als hefboom richting steviger eisen en radicalere perspectieven, richting antikapitalisme, al hoeft van mij die hint trouwens niet in elke alinea expliciet gemaakt te worden.
Een paar afzonderlijke punten. Moeten we “elke baan” verdedigen, zoals Rekening Retour stelt? De briefschrijvers vinden van niet, en wijzen op bijvoorbeeld justitie en politie. Ik deel hun mening dat dit werk is dat domweg niet gedaan zou moeten worden. Politie en leger dienen te verdwijnen, als onderdeel van het opdoeken van de orde waar ze de gewapende knokploegen van vormen. Maar er is wel een probleem in hoe je in bezuinigingstijden redeneert en opereert.
Als regeringen bezuinigen op politie of ‘defensie’, dan doen ze dat niet uit anti-repressie- of anti-oorlogs-motieven. Dan doen ze dat om dezelfde reden dat ze zorg, onderwijs en openbaar vervoer kaal plukken: uit financiële overwegingen, uit gedelegeerd winstbejag namens de ondernemersklasse. Ik voel niets voor de redenering: ‘handen af van de politie, geen baan weg bij leger, luchtmacht en marine!’ Maar ik voel ook niets voor de redenering: ‘laat ze hun bezuinigingen dáár maar binnen halen.’ Met die redenering accepteer je immers de bezuinigingslogica, laat je de vijand op één front haar gang gaan – en maak je de tegenstander dus sterker en na een succesvolle bezuinigingsoperatie vervuld van extra zelfvertrouwen. Dat zouden we dan wel eens op andere fronten kunnen gana bezuren. Ik denk dat we tegen de bezuinigingslogica zelf stelling moeten nemen, en dat we op sloop van politie en leger moet aandringen vanuit linkse motieven, niet vanuit de kapitalistische logica. Van een verdediging door de SP van het politieapparaat tegen bezuinigingen moet ik niets hebben. Maar van zelfs maar een hint van het aanvaarden van bezuinigingslogica omdat het toevallig sectoren raakt waar ik tegenstander van ben, evenmin.
Waar het gaat om commerciëele bedrijfstakken met dubieuze producten en diensten – sigaretten, beveiliging, advertising, farmaceutische industrie – zou ik nog weer een andere lijn kiezen. De banen van arbeiders die daar werken – niet voor hun lol, maar om aan geld te komen – dienen gewoon verdedigd te worden, terwijl de kritiek op kwalijke aspecten van het werk tegelijk niet wordt verzwegen. Binnen het kapitalisme is immers vrijwel élk werk ergens anti-menselijk en anti-milieu. Ik zie graag dat mensen die zulk werk doen – feietelijk álle arbeiders, want schone arbeid bestaat nauwelijks – , zich daar zelf rekenschap van geven, zich met de inhoud van hun werk bemoeien, zich tegen foute kanten ervan keren. Maar daar hebben mensen zelfvertrouwen en een gevoel van collectieve kracht voor nodig. Juist in de verdediging van baan, loon, arbeidsvoorwaarden, kunnen mensen de kracht en het bewustzijn ontdekken van tegen gesteld belang tussen henzelf en de bazen. Juist daarin worden mensen kritisch, en is de kans dat ze zich echt met werkinhoud gaan bezig houden en op dat gebied ook eisen stellen, des te groter.
Hun baan is daarvoor echter wel een soort startpunt. De verdediging daarvan – en steun daarvoor van linksradicalen! – is wat mij betreft noodzakelijk en legitiem. Juist mensen bij een farmaceutisch bedrijf zélf hebben ene positie waarmee ze twijfelachtige kanten van de productie daar aan de kaak kunnen stellen, en druk ter verandering kunnen uitoefenen. Maar dan moeten ze niet intussen hun baan kwijt raken!
Ik ga niet op alle punten die de schrijvers van de open brief maken in. met veel ervan – wijzen op aspecten als repressie, muren rondom fort Europa, militai risme, klimaatcrisis en meer – ben ik het wel eens. Dat er sprake is van een “volledig ontbreken van een internationale dimensie “in de RR-verklaring, is niet helemaal juist. Alleen al de verwijzing naar internationaal protest tegen bezuinigingsbeleid op 29 september, laat al zien dat er wel over de grenzen gekeken is. Maar erg veel aandacht krijgt dit niet. Overigens denk ik niet dat een uiteenzetting over de catastrofale effecten van het kapitalisme zélf wereldwijd hier zo op zijn plaats zou zijn, hoeveel waars er ook zit in de bewering dat “de negatieve consequwenties van het functioneren van het kapitalistische systeem vooral op hen (mensen in watr de auteurs aanduiden als de “zogenaamde Derde Wereld”) worden afgewenteld”. Een alinea over het internationale bezuinigingsbeleid, en de noodzakelijke solidariteit met bijvoorbeeld het verzet in Griekenland ertegen – had echter bepaald niet misstaan.
De Open Brief is zeer kritisch over de achterliggende strategische keus die Rekening Retour heeft gemaakt door haar verklaring zo gematigd te houden. Ik deel die kritiek in hoge mate. De vraag is echter wat we het beste met die kritiek kunnen doen. Rekening Retour hoopt kennelijk, met een gematigde tekst en aanpak, de deur naar de SP en vooral de vakbondstop, wagenwijd open te houden. De Open Brief waarschuwt dat de zaak maar beter “niet geïnitieerd en gecontroleerd kan worden door enkele grotere organisaties, die zich binnen de gematigde hoek bevinden en top-down georganiseerd zijn (SP, FNV).” Ook stellen de makers dat in de samenwerking de noodzakelijke “inschikkelijkheid wel erg van één kant komt. Wat dan overblijft dreigt een lege huls tre worden, een vehikel van enkele grotere organisaties, die hun eigen belang dienen.”
Allemaal reële gevaren, al vind ik het, in de huidige verhoudingen, voor deelname niet echt een beletsel dat gematigde top-down clubs – parlementaire partijen en vakbonden – protest ‘initiëren’. Het maakt mij niet zoveel uit wie een actie precies op gang brengt. Als de actie op zich relevant is qua thema, en er is ruimte om er met een eigen inbreng aan mee te doen, dan kan zoiets een aanzet zijn voor méér. De kunst voor revolutionairen is om óók van boven af op gang gebracht protest tegelijkertijd vooruit te helpen én de greep van bovenaf erop te weerstreven, te ondermijnen, zodat de strijd e de aangelegenheid van alle betrokkenen zelf, en niet van hun beroepsleiders, wordt. Om dat te bereiken moeten we echter niet weglopen vanwege het enkele feit dat een protest bijvoorbeeld door een vakbondsbestuur of een door de SP geleid comité uitgeroepen is – of door een samenwerkingsverband waarin de IS die wel erg vriendelijk tegen zulke clubs wil zijn, een hoofdrol speelt. Anarchisten in Griekenland doen – met eigen activiteiten, vlaggen en leuzen – toch ook fors mee op door de officiële Griekse vakbonden uitgeroepen landelijke stakingsdagen? En die vakbonden zijn echt niet wezenlijk radicaler en minder top-down dan de FNV hier.
De geschetste gevaren zijn dus geen onzin, maar de dominantie van grote gevestigde clubs in RR is nog géén realiteit. De FNV-top zit bijvoorbeeld níet in Rekening Retour. De SP wel, maar runt de tent niet. De spil van Rekening Retour bestaat uit mensen van de Internationale Socialisten en van het vakbondsinitiatief FNV Vecht voor je Recht (hetgeen niet de officiële FNV is!). De koers van deze mensen is verkeerd: de deur naar de grote gematigde clubs zo open mogelijk houden, en daarvoor niet te veel toegeven aan het verlangen naar radicaler eisen en strijdvormen.
Maar het staat niet bij voorbaat vast dat ze dit steeds lukt. Radicalere groepen en mensen – Doorbraak, GIO, anderen – proberen met wisselend succes voor aanscherping te zorgen. Hoe serieuzer de inbreng van radicalen is – in argumenten maar óók in het daadwerkelijk mensen oporoepen om aan de actie deel te nemen, desnoods door die flyer nu even gewoon te helpen verspreiden – hoe groter de kans dat onze kritiek effect heeft. Als radicalen de koers van de open brief zouden volgen en zich verre van Rekening Retour zouden houden, dan zouden we precies de top-down-organisaties en de gematigde opstelling ervan alle ruimte laten. Is dat echt wat we willen?
Juist voor radicale antikapitalisten biedt de komende strijd tegen bezuinigingen enorme mogelijkheden – als we ons er middenin plaatsen. Maar dan moeten we deze strijd zien voor wat die is: niet bij voorbaat een gematigde doodlopende weg, maar een aanzet tot méér. De opstellers van de brief zeggen heel nadrukkelijk: “Wij richten onze activiteiten liever op het bevechten van de heersende machten.” Alsof mensen die ook via R R actief zijn zich niet tegen die “heersende machten” richten, alsof anti-bezuinigings-protest niets met het “bevechten” daarvan te maken heeft!
Ik zie zelf juist het onvermijdelijke grote gevecht tegen grootschalige bezuinigingen als het meest urgente, brede en belangrijke front waarop de “heersende machten” de aanval geopend hebben. Het afslaan van die aanval is ons gezamenlijk belang. De radicale antikapitalistische strijd náást de strijd tegen bezuinigingen stellen miskent het verband tussen de twee. Het maakt antikapitalissche, anti-autoritaire politiek nodeloos geïsoleerd. En het verzwakt de strijd tegen een gevaar dat ons uiteindelijk allemaal aangaat en raakt.
gecorrigeerd (naam van één van de ondertekenende groepen was verkeerd weergegeven), 21 september ’s 6.20 uur.