Arabische revoluties?

13 juni, 2011

Maandag 13 juni

Onderstaand stuk is geschreven voor de website van Doorbraak, waar je de geïllustreerde versie ook kunt vinden. Ik dank de Doorbraak-redacteur voor enkele verbeteringen die ik heb overgenomen.

De talrijke demonstraties, stakingen, opstanden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, en intussen ook elders, zijn inmiddels voorzien van allerhande overkoepelende etiketten. ‘Arabische Lente’ hoor je intussen veel. Maar ook het begrip ‘Arabische revolutie’ duikt her en der op. Met vooral dat laatste woordenpaar worden minstens twee, soms drie dingen uitgedrukt. er wordt mee verwezen naar eerdere gebeurtenissen, uit de jaren vijftig en zestig, die onder dat begrip bekend stonden. Er wordt een nationale typering gegeven aan de gebeurtenissen; die zijn specifiek ‘Arabisch’ van signatuur. En er wordt een kwalificatie gegeven van de draagwijdte en betekenis van de gebeurtenissen: het zijn niet zomaar opstanden en protesten, het zijn ‘revoluties’, of ze vormen gezamenlijk een revolutie. Is dit allemaal adequaat? Vormen de gebeurtenissen een soort van tweede ronde van een al tientallen jaren geleden begonnen Arabische revolutie (1)? Zijn de gebeurtenissen wel specifiek Arabisch? En zijn het wel revoluties?

Lees de rest van dit artikel »


Over Tomlinson, Bosjesmannen en juridische narigheid

22 juli, 2010

Zo, geen groot analytisch theoretisch verhaal deze keer. Twee juridische uitspraken vragen om aandacht. Ze staan geheel los van elkaar, behalve in één opzicht. Beiden laten zien dat er via rechtbanken en dergelijke geen betrouwbaar recht te halen valt voor onderdrukten en voor mensen die tegen hun wet en hun orde aan zijn gelopen.

De eerste uitspraak gaat over Ian Tomlinson, of beter: om een agent die Ian Tomlinson slooeg met zijn politieknuppel, waarna de man overleed. Hwet gebeurde vorig jaar 1 april, tijdens protesten op straat tegen de G20 top in Londen. Tomlinson was geen demonstrant, maar een voorbijganger. Een agent sloeg hem en duwde hem tegen de grond. Andere agenten deden verder niets, andere mensen hielpen de man overeind, maar even later zakte hij in elkaar en overleed. Een eerste onderzoek sprak van een hartaanval, bij een tweede onderzoek werden inwendige bloedingen geconstateerd.

De agent die de klap uitdeelde wordt – en dat is de uitspraak waar het me om gaat vandaag – niet vervolgd voor doodslag. Reden: de uiteenlopende resultaten van onderzoek betekenen dat er geen oorzakelijk verband tussen klap en dood van Tomlinson kan worden vastgesteld. Een absurditeit op zich: alsof er iemand is die gelooft dat Tomlinson door een hartaanval zou zijn overleden – als dat de doodsoorzaak al was – als hij niet eerst geslagen en tegen de grond was gewerkt door politie. Het onderzoeksrapport geeft toe dat er sowieso wel van ‘assault’, gewelddadige aanval, door de agent sprake was. Maar aanklagen vanwege dat feit dient binnen een half jaar te gebeuren, en dat halve jaar is meer dan verstreken. Andere aanklachten – het toebrengen van lichamelijk letsel, wangedrag in openbare dienst – wijst het CPC, het openbaar ministerie, ook van de hand.

Maar waarom is er zoveel tijd voorbij gegaan dat die zes maanden zijn verstreken? De onafhankelijke commissie voor klachten  over politie IPCC, was eerder binnen vier maanden klaar met een rapport over de zaak. De CPS had beloofd om voor kerst 2009 ook klaar te zijn. Het is bijna 7 maanden later! En de CPS wíst dat de kans op strafvervolging kleiner werden – bijvoorbeeld vanwege die deadline van zes maanden voor strafvervolging wegens ‘assault’ . Familieleden zijn boos en spreken van een doofpot. Hun woede is terecht. En nee, ik ‘geloof’ niet in het strafrecht, ook niet tegen politie. Maar stel dat Tomlinson een agent de dood had ingejaagd met een klap, in plaats van andersom. Zou strafvervolging dan ook eindeloos bvooruitgeschoven zijn, om vervolgens te worden afgeblazen? Het is dat meten met twee maten dat de zaak zo onverteerbaar maakt. Hier geldt: no justice, no peace, f*ck the police en het openbaar ministerie.

De tweede uitspraak  om kwaad over te worden, weerklonk in het Afrikaanse land Botswana, en betreft de rechten van de zogeheten Bosjesmannen, de  San-bevolking, zoals hun buren, de Khoikhoi, ze noemden. Die wonen in de Kalahari-woestijn. Maar in die woestijn wonen ook wilde dieren, en die worden momenteel tot toeristische attractie gebombardeerd, waarna hotels voor toeristen op safari niet lang kunnen uitblijven. Die wilde dieren moeten drinken, dus is het water voor de dieren gereserveerd, niet voor de bewoners van het gebied. Ook zijn er diamantmijnen in de directe omgeving van de woongebieden van de Bosjesmannen-gemeenschap.

In 2006 had een rechtbank bepaald dat de gemeenschap naar hun woongebieden mocht terugkeren. Maar nu bepaalt een andere rechtbank dat deze mensen geen waterputten mogen maken, en ook geen gebruik mogen maken van een al eerder aangelegde put. “De regering redeneert dat de aanwezigheid van de Bosjesmannen in de Kalahari niet samenhgaat met het beheren van het wild in de woestijn.” Maar zowel dat wild als de Bosjesmannen wonen al vele eeuwen in die woestijn, al ver voor de tijd dat wat voor regering dan ook uitspraken deed over wat wel en niet toelaatbaar was. “Bovendien zouden de harde omstandigheden  in dit natuurgebeid weinig mogelijkheden bieden voor de toekomst”, zo vervolgt het bericht. Ja, als je mensen belet om aan water te komen, dan klopt dat inderdaad wel. Maar het komt neer op het wegpesten van mensen.

Kennelijk wil de regering, als waardig opvolger van het kolonialisme, de Bosjesmannen inderdaad weg hebben uit het gebied, zodat diamantwinning en toeristenindustrie ruim baan hebben. Kennelijk zijn dieren, maar vooral de projectontwikkelaars, hoteleigenaars en eigenaren van mijnbedrijven meer waard dan de levens van arme mensen diein hun eigenwoonplaatsen proberen xcih in hun bestaan te voorzien. Survival International, een groepering die zich inzet voor de belangen van inheemse volkeren, spreekt terecht schande van dit besluit.