Verachtelijke aanval op hulpkonvooi roept om protest

31 mei, 2010

Ten diepste verachtelijk. Dat zijn nog vriendelijke woorden voor de moorddadige aanval van Israelische commando’s op boten met hulpvaardige mensen en hulpgoederen die onderweg waren naar de Gazastrook. De bedoeling was om die hulpgoederen daar af te leveren, de door een langdurige Israelische blokkade geterroriseerde Palestijnse bevolking daar te helpen, en die criminele blokkade te helpen breken. De Israelische terroristen-van-staatswege  joegen 19 mensen de dood in met hun aanval.

Waar de staat aan het moorden slaat, is de leugen, de verdraaiing en de giftige propaganda nooit ver weg. De staat Israel is expert in al deze zaken. We lezen dat Israelische woordvoerders zeiden dat  de activisten het geweld hadden ontketend door ‘met extreem geweld’ verzet te bieden. Zij zeiden dat activisten hadden geschoten.” Dat noemt een woordvoerder van de Free Gaza Movement – één van de groepen die het huklpconvooi op touw had gezet, “klinkklare onzin”.  De Volkskrant heeft zelfs gegevens over de beweerde bewapening van de hulpverleners: “De militairen zouden zijn gesteund op gewapend verzet. Ze zouden zijn aangevallen met bijlen, messen, ijzeren staven en zeker twee vuurwapens.” Ik geloof er niets van. Maar zelfs al zou het waar zijn, dan heb ik een vraag. Kunnen Israel’s getrainde en zwaarbewapende commando’s een groep met zulke wapens niet de baas zonder 19 mensen ervan om te brengen, er 36 te verwonden en ook nog eens tien gewonden waaronder een zwaargewonde aan eigen kant te incasseren? Als er al 10 Israelische gewonden zijn, dan veel eerder door eigen geweervuur dan door “extreem heftig verzet”.

Maar hiermee komt aan de verachtelijkheid van de Irsaelische verhalen nog lang geen eind. Opvallend is de schaamteloosheid. “Dit gebeurde in wateren buiten Israels territorium, maar we hebben het recht om onszelf te verdedigen.” De Israelische aanval vond dus in internationale wateren plaats. Israelische oorlogssschepen hadden volgens internationale rechtsregels geen enkel recht om zoiets te doen. De bewering dat “we het recht hebben om ons te verdedigen” – waar dan ook, wanneer dan ook – is een vrijbrief voor welke wandaad dan ook, op welk door de staat Israel gewenste plek.

Volgens deze logica stond Noord-Korea geheel in zijn recht toen het – althans volgens Zuid-Korea en een niet geheel onomstreden onderzoeksconclusie – een Zuidkoreaans schip met een torpedo naar de bodem van de zee joeg. Het schip voer voor onze kust, we mochten ons verdedigen, dat werk, we horen het de Noord-Koreaanse leiders zó zeggen – als ze de brutaliteit van hun Israelische collega’s zouden hebben. En in het Koreaanse geval ging het nog om een oorlogsschip van een land waarmee Noord-Korea formeel geen eens vrede had gesloten. In het geval van Israel gaat het om een hulpkonvooi, niet om een oorlogsschip

Hetzelfde Israel dat nu openlijk het internationale recht schendt, met zelfverdediging als smoes, beriep zich heel kort geleden nog op… het internationale recht. Israel “beweerde dat de vloot het internationale recht zou schenden door in Gaza te landen” – een opmerking die, komend uit de mond van een staat die het internationale recht  – om maar te zwijgen over zoiets als rechtvaardigheid, nog een ander verhaal! – schendt sinds haar oprichting, slechts hoongelach verdient. Israel had nog een mooi excuus van Israel, toen het aankondigde de hulpvloot de toegang tot Gaza te zullen beletten. Het noemde de operatie om Gaza met het konvooi te hulp te komen “een provocatie, bedoeld om Israel te delegitimeren” (de legitimatie van de staat Israel te ondergraven dus). Ik zei iets dergelijks gisteren al elders, ik zeg het nu hier: een staat die gebouwd is op bezetting, apartheid en zich ‘verdedigt’ door vreedzame hulpverleners aan te vallen en overhoop te schieten, verdient ‘delegitimatie’ – tot er van de legitimiteit van de staat Israel net zo weinig over is als van de staat Israel zelf, namelijk in het geheel niets meer.

Intussen is er woede wereldwijd, en de noodzaak tot protest. Straks, om half zes, protesteren mensen, hopelijk in grote aantallen, bij de Israelische ambassade in Den Haag. Het Nederlands Palestina Komitee, samen met een aantal andere groeperingen zoals de Internationale Socialisten roept ertoe op. De Volkskrant besteedt er opvallende aandacht aan. Ik kan zelf helaas niet aanwezig zijn. Maar ik hoop op grote drukte van demonstranten – en ik hoop op méér.


Arizona: antiracisme met effect

30 mei, 2010

In de Amerikaanse staat Arizona woedt een hevige strijd tegen een nieuwe, in zijn effect racistische, wet. Zo betoogden gisteren ettelijke duizenden mensen tegen deze maatregel. In de strijd tegen deze, tegen ‘illegale ‘migranten gerichte wetgeving boeken antiracistische activisten opvallend mooie resultaten. Het is een gang van zaken waar we hier, met Wilders nog steeds in aantocht, hoop en ook een goed voorbeeld uit kunnen putten.

Waar draait het om? Op 23 april heeft de staat Arizona een wet aangenomen, SB 1070 geheten. Daarin krijgt de politie de bevoegdheid om mensen aan te houden vanwege een ‘redelijke verdenking’ dat ‘ze ‘illegaal’ in de VS verblijven. ‘Illegaal ‘in Arizona verblijven wordt op zichzelf strafbaar. Wie iemand zonder geldige verblijfsvergunning onderdak biedt of vervoert, wordt strafbaar. Iedereen moet ten allen tijde kunnen bewijzen dat zij of hij zich niet ‘illegaal’ in Arizona bevindt. Een complete identificatieplicht dus. Stukken van Anti-Racist Action Network en Labor Notes geven meer informatie erover.

De bedoeling – duidelijk gemaakt door gouverneur Jan Brewer – is dat ‘illegale’ migranten zich zo onder druk gzet voelen dat ze vertrekken. Dat is al een aanval op de rechten van mensen om te gaan en te staan, te wonen en te werken, waar ze willen. Maar het dreigende effect gaat veel verder. Het mag duidelijk zijn dat de ‘redelijke verdenking’ dat iemand ‘illegaal’ aanwezig is, zich niet richt tegen witte Amerikanen, maar wel tegen mensen die eruit zien alsof ze uit Mexico of Centraal-Amerika afkomstig zijn, vanwege hun bruine huidskleur. Dat maakt de wet in haar uitwerking racistisch.

Wrange ironie: ook mensen wiens voorop ouders al in Arizona woonden toen de voorouders van witte Amerikanen nog in Europa woonden , worden door dit soort ‘redelijke verdenking’makkelijk getroffen. Ik doel op mensen van de Indiaanse gemeenschappen, die in Arizona redelijk omvangrijk zijn. Het woongebied van het Navaho-volk be ijvoorbeeld, een gemeenschap van ruim over de 100.000 mensenm, bevindt zich grotendeels in Arizona. Ondanks vrome woorden die het tegendeel moeten laten zien, is deze wet een legitimatie voor het zogeheten ‘racial profiling’: mensen er voor controles uitpikken op basis van uiterlijk, met name huidskleur. De wet is een grote opsteker voor racisme van staatswege, en een concessie aan de uiterst-rechtse bewegingen die momenteel bekend staan als de Tea Party.

Er is meteen rond het aannemen van de wet fel protest tegen de wet op gang gekomen. Gisteren – de dag dat de wet in werking trad – demonstreerden duizenden mensen in de hoofdstad van Arizona, Phoenix, tegen de wet. Ook voorstanders waren trouwens op de been. Antiracisten roepen op tot een boycot van Arizona; voorstanders willen juist een ‘buycott’: demonstratief op vakantie gaan als steunbetuiging aan de anti-immigranten-wet.

Maar tegenstanders winnen terrein, zo blijkt onder meer uit opiniepeilingen. Opvallend is dat het vooral ouderen zijn die vóór de wet zijn, en jonge mensen – voor wie de aanwezigheid van immigranten, ongeacht verblijfspapieren, een vanzelfsprekendheid is – die ertegen zijn. Het protest tegen de wet heeft trouwens dubieuze schijn-bondgenoten. De Mexicaanse president Calderon bijvoorbeeld, die ertegen is, maar wiens protest verklaard kan worden uit zijn behoefte om juist voor zijn Mexicaanse onderdanen op te komen. Nationalisme, geen antiracisme, is hier de kern.

Dan is er ook nog president Obama die de wet niet kan waarderen, kennelijk wegens het wel erg grof-openlijke racisme ervan. Maar, ter geruststelling van de anti-immigratie-hype-lui, stuurde hij wel 1.200 soldaten naar de grens tussen Arizona – om illegale immigratie en drugshandel tegen te gaan. Sneaky combinatie van woorden, ‘illegale immigratie’ en ‘drugshandel’: zo krijgt migratie helemaal de onterechte associatie met iets crimineels opgeplakt. Van Obama moeten principiële tegenstanders van SB 1070 het dus niet hebben.

Hoe het verzet wel gevoerd wordt, en met welk resultaat, vertelt Joel Olson, van de Repeal Coalition in Arizona. ‘Repeal’ betekent ‘schrappen’, en het schrappen van de wet is wat deze beweging beoogt. In een interview geeft hij de grote lijnen, de context van de wet, de hoofdlijnen van het verzet. In een artikel gaat hij meer in detail in op de campagne tegen die wet. Vooral dat laatste stuk is hartverwarmend om te lezen. Het komt erop neer dat actieve mensen, met name vanuit immigrantengemeenschappen zelf, druk uitoefenen op gemeentebesturen om de wet in zo’n gemeente ongeldig te verklaren en zelfs een juridische procedure ertegen te starten.

In Fallstaff is dat bijvoorbeeld gelukt, door grote aantallen mensen op de been te brengen bij een gemeenteraadsvergadering en daar zó overweldigend nadrukkelijk en indringen van zich te laten horen dat zelfs raadsleden die eerst nog aarzelden en enige sympathioe voor de wet hadden, uiteindelijk zwichtten. Tea Party-lui die ook op de been waren gekomen en dachten dat ze een makkie zouden hebben, kwamen zwaar in de minderheid tegenover antiracistische tegenbetogers: het was een verhouding van zes op één ten  gunste van de rechten van immigranten.

De kracht hier is de kracht van onderop. Druk op het stadsbestuur, en niet het opwekken van keurige goodwill, is het recept. En als deze druk niet voldoende blijkt om de wet te torpederen, wil Olson burgerlijke ongehoorzaamheid op gang zien komen. Intussen blijkt uit peilingen dat de ruime meerderheid die onder de bevolking vóór de wet bestond, gekrompen is tot nog maar een hele krappe. De hele gang van zaken laat zien hoe het initiatieven van betrokken en solidaire mensen zelf zijn die een racistisch tij kunnen keren, tegen de verdrukking in.


Staking onderdelenfabriek legt Honda-concern in China lam

28 mei, 2010

Arbeiders in een onderdelenfabriek in China zijn in staking gegaan voor een loonsverhoging. De fabriek hoort bij het Honda-concern. De staking heeft ertoe geleid dat de productie bij drie andere vestigingen van dat autobedrijf eveneens stil is komen te liggen. De actie laat duidelijk de kracht zien die arbeiders kunnen uitoefenen door op een belangrijke plek in  een bedrijf de productie stop te zetten.

Het conflict draait om geëiste loonsverhoging. “Volgens krantenberichten  wil het uit 1.900 mensen bestaande personeel van de onderdelenfabriek hun maandelijkse lonen verhoogd hebben van 1.500 yuan (220 dollar, 151 pond) tot 2.500 dollar”, schrijft de BBC. Libcom, dat spreekt van 1.850 personeelsleden, noemt 2000 tot 2.500 als het gevraagde loon. Het Libcom-artikel – dat trouwens de indruk maakt alsof het uit een gevestigde krant of zoiets is overgenomen – vertelt ook dat het voor het eerst is dat een Honda-vestiging in China door een staking is getroffen.

Het bedrijf werkt aan een oplossing, “met de hulp van de plaatselijke autoriteiten”, aldus de BBC. Twee dingen zijn hier van belang. Een oplossing zou niet bepaald moeilijk hoeven te zijn. Het Honda-concern in China draait immers als de spreekwoordelijke tierelier. Het bedrijf leverde de eerste vier maanden van dit jaar 39 procent meer auto’s af dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat klinkt als keihard werken voor de arbeiders, de winstbronnen van het bedrijf. Het kan er, zelfs burgerlijk-bedrijfseconomisch gezien, best af, zo’n loonstijging, zou je denken. En zo niet, dat toch, voeg ik daar on-burgerlijk graag aan toe.

Tweede opvallende zaak is de reactie van staatswege. het is nog niet zo heel lang geleden dat een staking in China beantwoord werd met hetzxij blikse4msnelle concessies, hetzij rappe repressie, met arrestatie van ‘stakingsleiders’ en dergelijke, hetzij met allebei. Nu is er van geen van beide direct sprake. De New York Times weet zelfs te melden dat er in de Chinese pers over de staking wordt geschreven als teken dat de regering iets zou moeten doen aan de grote inkomensverschillen. Kennelijk kiest een dominant deel van het Chinese et stablishment momenteen een koers van overleg en inkapseling va opkomend arbeuidersverzet, in plaats van de eerdere koers van conc frontatie en onderdrukking.

In de New York Times lezen we een handvol interessante verdere observaties. Een onderdirectieur van de afdeling arbeidsrelaties van het Chinese Instituut voor Industriële Betrekkingen komt aan het woord. “De staking bij Honda is de grootste staking die ooit plaatsgevonden heeft in een  enkele wereldwijde onderneming in China.” Hij is van de inkapseling-en-concessie-lijn, zo blijkt uit nog een uitdspraak van hem: “zo’n grootschalige, goed-georganiseerde staking zal het Chinese systeem van arbeidersvakbonden dwingen tot verandering, tot aanpassing aan de markteconomie.”

Doel van zo’n switch naar een Chinees poldermodel is overigens hetzelfde als doel van een ‘overlegeconomie’ in bijvoorbeeld Nederland: een plooibare arbeidersbeweging, zodat het winstmaken over hun ruggen soepeler plaatsvindt. Het is een andere strategie om het zelfde kapitalistische doel te bereiken. Maar het feit dat de naakte repressie naar de achtergrond gaat, biedt tegelijk grote mogelijkheden voor arbeiders om hun eisen georganiseerd tot gelding te brengen. Als Chinese arbeiders die kansen benutten en tegelijk de verleidingen van overleg en inkapseling weten te weerstreven, komen de zaken er aan het Chinese klassenstrijd-front niet slecht uit te zien.


Solidariteitsactie Griekenland: over het nuttige verloop van een “verdachte situatie”

27 mei, 2010

Dat was niet verkeerd, al zeg ik het zelf. De solidariteitsactie met de Griekse anti-bezuinigingsprotesten, afgelopen avond in Den Haag gehouden, was een succes. Die inschatting betreft de opkomst, het verloop en ook de mogelijkheden die erdoor zijn aangeboord voor een goed vervolg.

De actie is, mede vanwege een oproepje op dit weblog, binnen twee weken van de grond geholpen door een klein handjevol mensen. Mail, sociale netwerken op internet – Facebook, Twitter, Hyves – enkele aankondigingen via internet, en een pamflet uitgedeeld op de studentenactie vorige week – waren onze manieren om mensen aan te moedigen om deel te nemen. Een fout in de oproep strooide wat zand in onze wielen, maar. Ik heb oproepen online voor de actie gezien bij Offensief, bij Globalinfo, bij Indymedia uiteraard, waar we ook via een reactie van een fout in onze oproep lazen. Ssnelle correcties voorkwamen grote ongelukken. Hoe zou het resultaat qua opkomst worden? En wat zou de politie gaan doen?

Rond kwart voor zeven waren we met ons …  tweeën, afgezien van het politiebusje en de politieauto die inmiddels aan waren komen rijden. Agenten vroegen of we met een doel hier stonden. Tegenvraag vanuit ons: bent u hier met een doel? Uiteindelijk uitgelegd dat we een demonstratieve actie bij de Griekse ambassade gingen houden. Even later arriveerden een  derde en vierde deelnemer. Tijd om onze twee spandoeken te ontvouwen: “Greece = Everywhere” en “Griekenland = Overal”. Tijdgebrek leidde ertoe dat het belangrijke “stop de bezuinigingen” niet spandoeksgewijs zichtbaar was.

Deze aanslag op de openbare orde, want daarvan was overduidelijk sprake, kon natuurlijk niet onbeantwoord blijven. Weer agenten. “U houdt een niet-aangemelde demonstratie”. Dat mocht dus niet, volgens de agent. Uitleg dat het hier geen demonstratie betrof, maar een uiting van onze mening in groepsverband, bracht de politie niet op andere gedachten. We moesten vijftien meter verderop gaan staan. dat mocht wel. Wij hebben ons, tegensprekend en wel, langzaam onder zachte politieaandrang ons maar verplaatst – naar de rand van een kruispunt waar we feitelijk beter, want zichtbaarder, stonden.

Intussen voegden zich meer mensen bij ons, enkelingen, een tweetal, een drietal, zoiets – totdat er een heel groepje mensen aankwam. Een groep in Nederland wonende Grieken had, kennelijk via mail, ervan gehoord en was gekomen. Dat was een flinke opsteker voor de actie. We waren nu een flinke en opgewekte groep van pakweg 30 mensen. Iemand van ons begon pamfletten aan voorbijgangers uit te delen. De politie keek toe, hevig aan het overleggen over deze in hun ogen zeer wanordelijke toestand. Een agent had al gevraagd of we ons konden identificeren! Waarom dan wel? Omdat er sprake was van een “verdachte situatie”. Waar we van verdacht werden, beef een groot nmysterie. Even later vertrok  de agent weer, zonder de zaak op de spits te hebben gedreven. Meer overleg in gezagskringen was duidelijk noodzakelijk. Ik zei nog tegen een mede-activist dat, als de ‘situatie’ zo verdacht was, de politie misschien de ‘situatie’ kon arresteren en ons dan verder met rust kon laten. Ik moest bij dit soort gedoe met de politie voortdurend de strijd aanbinden tegen mijn slappe-lach-neigingen.

Maar later, tijdens het pamfletten uitdelen, kwam de politie dus weer. Pamfletten uitdelen mocht niet op straat, niet aan auto’s. Verkeersveiligheid. Even later werd ons opgedragen ons weer te verplaatsen, naar de overkant van het kruispunt.  Rweden? geen reden. Maar het moest. Er was intussen ook al overleg met de burgemeester, vertelde een agent, over wat er verder moest gebeuren. Wij waren ondertussen juist bezig met een enkel kort toespraakje en discussie over de reden van de actie, de noodzaak om verder verzet en solidariteit op te bouwen, de leugens waarmee  mensen in Nederland aangemoedigd worden om géén solidariteit te betonen aan Griekse arbeiders toen de politie met deze nieuwe aannmaning kwam. Ik stelde aan de andere deelnemers voor om het verplaatsingsverzoek van de politie democratisch op te lossen: op 9 juni verkiezingen, dán beslissen we of we naar de overkant gaan…

Natuurlijk gingen we toch, het was zinloos om dit op de spits te drijven. We deden ons ding gewoon van de andere kant van het kruispunt. dat ding bestond uit het laten zien van de spandoeken, en verder veel onderlinge gesprekken. Ik had mijn  gitaar meegenomen en deed een tweetal liedjes. Heftig was de sfeer niet, opgewekt wel. Het zag er uit als een genoeglijk samenzijn, en het voelde en oogde misschien ietsje aan de gezapige kant. Leuzen zijn er bijvoorbeeld nauwelijks geroepen, heel eventjes A-Anti-Anticapitalista voordat we naar de laatste plek gestuurd waren. Maar het samenzijn had veel nut. Banden zijn aangehaald, nieuwe banden gesmeed, contacten gelegd tussen mensen om aan een vervolg te bouwen. Natuurlijk zijn er ook wat mooie foto’s gemaakt, zodat mensen ook in Griekenland kunnen zien dat ook in Nederland mensen hun solidariteit betonen.

Toen ik de bal richting deze actie aan het rollen hielp brengen, dacht ik nog aan een minieme handvol mensen: vijf tot tien. De avond van te voren dacht ik iets van: nou, als er tussen de tien en vijftien mensen komen, dan ben ik best blij. Zoals gezegd waren er rond de  dertig deelnemers – een mede-actievoerder heeft 35 mensen geteld. Daaronder een flinke groep Grieken, zoals vermeld. Verder anarchisten uit diverse steden, iemand van Doorbraak, en enkele mensen van de Internationale Socialisten. Zowel opkomst als toch ook de diversiteit van de deelnemers vond ik erg positief.

Wel was er nog een discussie met een van de deelneemsters die het er niet mee eens was dat we de actie niet hadden aangemeld: nu kon zij bij de politie ook niet makkelijk een goed woordje doen voor ons recht om echt bij de ambassade te gaan staan. Wel iets om over na te denken bij dit soort acties. Vergunning vragen voor een actie vind ik absurd: democratische vrijheden zijn geen gunsten, ik heb niemands toestemming nodig om mijn mening te uiten, ook niet in groepsverband. Maar als puur het aanmelden van een actie ons wat minder gezeik oplevert zonder dat onze ruimte erdoor wordt ingeperkt, lijkt me dat iets om te overwegen. Maar helemáál zonder enig contact met Het Gezag onze gang gaan heeft toch ook wel iets.

Na verloop van tijd vonden we het mooi geweest met de actie en besloten we wat te gaan drinken in een autonoom centrum in Den Haag. Spandoeken in de lucht, in kleine relaxede optocht aan de wandel. Nú zag het er zowaar uit als een demonstratie! Ik dacht: nu komt de politie vast achter ons aan met meer gedoe. Nee hoor. We konden gewoon ons gang gaan. Maar een eindje verderop bleken er twee agenten op de fiets klaar te staan, die met ons meefietsten om ons zeeer nauwlettend in de gaten te houden. Bij de Hofvijver sprak het tweetal ons aan om te waarschuwen dat we dus níét het Binnenhof op mochten. Alsof  we dat van plan waren. Nog wat verderop verbood de politie het ons om pamfletten uit te delen. Blijkbaar vormt de overdracht van stukken beschreven papier aan omstanders ook een “verdachte situatie”.

Na een stevige wandeling belandden de meesten van ons, vermoeid maar niet zonder voldoening, in het genoemde autonoom centrum. Daar is lustig verder gepraat en onderling genetwerkt. Ik denk al met al dat we met een handvol mensen hebben laten zien dat het mogelijk is gewoon een begin te maken met actie, dat we iets hebben kunnen helpen triggeren in de richting van méér. Uit de onderlinge gesprekken was duidelijk te merken dat die behoefte aan meer, aan een vervolg, er is. Dat alleen al maakt de actie tot een succes.


Correctie Griekenland-actie: FOUT in de oproep

25 mei, 2010

Er is een fout gemaakt – mijn fout, to be precise – in de oproep van Griekenland Is Overal voor de actie bij de Griekse ambassade, komende donderdag. Die ambassade bevindt zich op de Amaliastraat 1, niet op de Acaciastraat, in Den Haag. Tijden kloppen verder wel. Dus:
donderdag 27 mei, 19.00 uur,
Amaliastraat 1, Den Haag. Contact: griekenlandisoveral@live.nl
Griekenland Is Overal!


VS: arbeiders en vakbonden laten zich gelden

24 mei, 2010

Protesten tegen bezuinigingen, oopkomen voor arbeidersrechten… in Griekenland lopen arbeiders er er momenteel mee voorop. maar in land na land zien we tekenen van arbeidersprotest en soms ook groei van verzetsnetwerken. Ik kwam er twee mooie voorbeelden van tegen, allebei uit de Verenigde Staten.

Voorbeeld één: een protestmanifestatie tegen bezuinigingen in de staat New Jersey. Vakbonden en gemeenschapsorganisaties hadden de actie op touw gezet. Aantal deelnemers: 30.000. De bezuinigingen, onder verantwoordelijkheid van gouverneur Chris Christie, houden onder meer een bevriezing van lonen in de openbare sector in.

Voorbeeld twee: Labor Notes, een publicatie van en voor actieve vakbondsmensen, hield in april een conferentie. Aantal deelnemers: 1200. Er waren allerlei workshops, over hoe groepen arbeiders zich proberen te organiseren in en via een vakbond, met allerlei inspirerende uiteenzettingen die doen denken aan de ervaringen in de strijd van schoonmakers hier in Nederland. Er waren ook – minder leuk maar wel te begrijpen – mensen die, bij gebrek aan succesvolle activiteit, de schuld vrijwel legden bij gewone vakbondsleden in de vorm van klachten over apathie.

Zowel over het protest in  New Jersey als over de conferentie van Labor Notes vallen wel kritische noten te kraken. Die hebben vooral te maken met de begrenzingen die arbeidersstrijd ervaart als ze zich puur via en binnen de vakbonden voordoet. De bemiddelingsrol die de vakbond – níét alleen haar leiding, maar haar hele structuur – kenmerkt, laat wel protestmanifestaties toe zoals in New Jersey, al hebben die voor een flink deel vaak de funtie van stoom-af-laten-blazen-door-boze-leden. Maar voor verdergaand verzet valt op de vakbond niet te rekenen, dat is een kwestie van zelf-organisatie die maar al te vaak botst met het officiële vakbondsbeleid.

Het opzetten van netwerken binnen de vakbeweging – iets waar Labor Notes kennelijk een flinke rol in speelt – is beter dan simpelweg wachten op de vakbondstop. Maar als de inzet erop gericht is simpelweg tot betere vakbonden, met meer democratie, te komen, dan lopen mensen al gauw in een fuik. Want het is niet enkel de top van de bonden maar hun rol en daarop ingerichte structuur zélf die maakt dat het geen strijdorganen van arbeiders zijn.

Dit alles neemt echter niet weg dat zowel de protestactie in New Jersey als de Labor-Notes-conferentie laten zien dat er onder arbeiders iets broeit, iets beweegt. Ook in de Verenigde Staten blijft de druk die crisis en bezuinigingen op de arbeiders leggen, niet onbeantwoord. Ook in de Verenigde Saten is strijd en het zich organiseren in en voor de strijd voor flink wat arbeiders gelukkig bepaald geen onbekend begrip.


Solidariteitsactie in Nederland met protesten in Griekenland, en meer

23 mei, 2010

In een mijn vorige stuk over Griekse gebeurtenissen deed ik een suggestie om ook in Nederland op korte termijn een solidariteitsactie te voeren. Wie wilde, kon contact opnemen via e-mail, zo stond erbij. Dat heeft er toe bijgedragen dat er nu enkele mensen contact met elkaar hebben en aan de slag zijn gegaan. Een actie op de stakingsdag van 20 mei werd toch te kort dag. Maar komende donderdag  om 19 uur staan minstens een handvol mensen voor de Griekse ambassade in Den Haag. Uit de oproep die we inmiddels zijn gaan verspreiden:

Mensen in Griekenland krijgen momenteel de volle laag van drastische bezuinigingen, doorgedrukt door de Griekse regering, onder druk van IMF, de EU – en dus ook de Nederlandse regering – en het internationale kapitaal in het algemeen. Wij – een handvol mensen met uiteenlopende achtergronden en netwerken, verenigd in het initiatief ‘Griekenland Is Overal’- denken dat het tijd is om ook in Nederland daar protest tegen te laten horen, en om onze solidariteit te betuigen met de arbeiders, jongeren en anderen in Griekenland die tegen de bezuinigingen protesteren en zich verzetten.

Daarom roepen wij op tot een open protestactie:

Donderdag 27 mei, 19.00 uur

Bij de Griekse ambassade, AMALIASTRAAT 1, Den Haag (1)

Komt allen en laat zien waar je staat – en vertel het verder!

Griekenland Is Overal

griekenlandisoveral@live.nl

Intussen is in Griekenland zelf de stakingsdag op 20 mei achter de rug. De deelname aan de staking was zeer groot, hier en daar tegen de honderd procent. Dat zeggen volgens Taxikipali, die weer een helder verslag geeft,  gevestigde media. Tegelijk viel op dat de deelname aan protestbetogingen in Athene klein was. Dit zou wel eens een effect kunnen zijn van de schok die de dood van drie mensen in een bankkantoor bij de rellen van 5 mei kunnen zijn. Slechts enkele duizenden mensen namen deel aan de optocht van de twee grote vakbondsfederaties ADEDY en GSEE. Er was ook een demonstratie van PAME, de vakbondsstructuur die verbonden is aan de Communistische Partij. Intussen blokkeerde de politie kantoren van het Anarchistisch Archief en van sociale centra in de wijk  Exarchia en verrichtte 98 ‘preventieve arrestaties’.

Opvallend is trouwens hoe PAME, en via die vakbondskoepel de Communistische Partij, er momenteel in slaagt om een flink deel van de arbeiderswoede zowel op de been te brengen als te kanaliseren. Op 15 mei hield PAME een demonstratie tegen het IMF. Daaraan deden 70.000 tot 80.000 mensen mee. De gevestigde media negeerden de gebeurtenis vrijwel. De Communistische Partij neemt doorgaans enorme afstand van radicalere actievoerders en actievormen en probeert de druk van de straat vooral om te zetten in parlementszetels en politieke invloed langs die weg. Daarmee biedt de partij, via haar vakbondskoepel, zich feitelijk aan het establishment aan: als je iets wilt bereiken, overleg dan met ons. Wij hebben massa’s achter ons staan, we hebben ze in de hand, kom over de brug dan keert de rust terug…Van een revolutionaire oppositie is hier geen sprake.

De aantallen betogers van 15 mei laten zien dat er inderdaad grote woede bestáát die langs deze weg haar uiting vindt. Dat deze demonstranten langs deze weg door de Communistische Partij als het ware afgezonderd worden van mensen van andere achtergronden en opvattingen, is tragisch en helpt de regering. Tegelijk kunnen dit soort betogingen de deelnemers ook een gevoel van kracht geven dat de door de partij verschafte bureaucratische kaders kan doorbreken. Een ontwikkeling vol tegenstrijdigheden waar After The Greek Riots aandacht voor vraagt, en terecht.

(1): wijziging 26 mei, ’s nachts:  locatie Griekse ambassade (stond er aanvankelijk foutief) nu verbeterd: Amaliastraat dus, en niet Acaciastraat…


Goede middag actievoeren met studenten

21 mei, 2010

De studentenactie waarvan ik vanavond ben teruggekeerd, was een grotendeels plezierige, motiverende ervaring. De actie – eerst een demonstratie vanaf de Dam, daarna een manifestatie op het Museumplein – was een protest tegen bezuinigingen op hoger onderwijs, met name tegen het plan om de studiebeurs af te afschaffen en door een leenstelsel te vervangen. Slecht plan, reden genoeg voor protest dus.

Mijn deelname begon niet vlekkeloos, ik was een uur in de war met reis- en aanvangstijd, bovendien kon ik voor het printen van pamfletten die ik van plan was mee te nemen, pas om 11 uur  de bibliotheek in. Niet supersterk dus, haha. Ik realiseerde me op een vrijwel lege Dam pas wat er mis was. Snel richting Museumplein gelopen, en onderweg hoorde ik luidruchtigheid in een zijstraat. Dat zou best eens de studentendemonstratie kunnen wezen, bedacht ik. En ja hoor, even later liep ik de stoet tegemoet, om me vervolgens bij de optocht te voegen.

Het was een levendige en kleurige betoging,  met klinkende slogans en allerlei borden en spandoeken. Ik zou zeggen pakweg 500 mensen, misschien wat meer. Het voelde – en dat was goed! – niet als een actie van linkse groeperingen die hun studentenachterban mee hadden genomen. Integendeel, het voelde als een demonstratie van studenten waarvan een aantal tegelijk betrokken waren bij linkse groeperingen, en als zodanig opkwamen voor hun studierecht. Twee groeperingen sprongen er qua zichtbaarheid uit: Rood, de jongeren van de SP, die er met flinke aantallen waren; en de Internationale Socialisten (IS), met borden, krant en dergelijke, zoals we van ze gewend zijn.

De stoet ging naar het Museumplein, waar we ons voegden bij de daar al aanwezige deelnemers aan de manifestatie. Totaal aantal: ik denk zo’n 1500 mensen. Niet enorm, zeker ook niet heel slecht. Op de manifestatie ben ik eens rond gaan lopen, spandoeken en borden gaan bekijken en dergelijke. De Rood-mensen hadden als leus op hun borden: Poten af van de Stufi – Stem SP; de IS kwam met Belast de Rijken en Handen Af van de Stufi – onderwijs is ons recht.

Veel aardiger – want vaak onverwachts en origineel – vond ik de talloze borden en spandoeken met vaak eigenhandig geschilderde leuzen erop. Een overzichtje uit mijn aantekenboekje:

  • Studeren geen luxe maar recht
  • Onderwijskwaliteit mag wat kosten
  • Vecht voor je studierecht
  • Bezuinigen: de kater komt later
  • Baas in eigen beurs
  • Pas op!! Lenen kost geld
  • Geen rijke pa/ma? Daar gaat je BaMa (Voor de niet-ingewijden: BaMa beduidt Bachelor/Master, namen voor universitaire diploma’s)
  • debt = slavery
  • Zeg nee tegen bezuinigingscomité

Nogal wat ludieke verwijzingen naar de armoede waar hoge studiekosten en lage inkomens studenten in drijven, en de oneerlijke verdeling achter de bezuinigingen:

  • Moet ik soms uitgekleed college volgen?
  • spandoek ontoereikend wegens gebrek aan geld (op een schattig onooglijk spandoek)
  • Mogen wij ook een kapitaalinjectie?
  • Nee tegen meer betalen voor afnemende kwaliteit
  • onderweis kwaliteidt

Ook hele platte en contraproductieve leuzen hier en daar. Ik zag ergens  ‘bier tieten & stufi’. Nogal respectloos, en als je over vrouwen als ding praat, is de kans niet echt groter om zij aan zij, vrouwelijke en mannelijke student, je studierecht te verdedigen. Ook de slagzin ‘wij zijn geen Amerikanen’, met een verwijzing naar dure onderwijsinstellingen, vond ik weinig slim: alsof het soort bezuinigingsnarigheid waar we tegen vechten, wel goed genoeg is voor aan de overkant van de oceaan, maar voor onszelf niet.

Veel ernstiger echter dan sommige uitingen van naïviteit of licht wansmakelijke domheid was de aanwezigheid van leuzen, en bijbehorende groepen, die totaal tegengesteld aan de strekking van de actie waren. Wat de uiterst rechtse bezuinigingspartij Trots op Nederland tussen de demonstranten deed, was me een raadsel. maar ook de Jonge Democraten van D66, met hun bordjes en spandoek met Liever goed onderwijs dan stufi waren niet op hun plak. Deze eis speelt twee kanten van onderwijsvoorzieningen – kwaliteit en studenteninkomen – tegen elkaar uit. Het is een aanval op solidariteit, een aanval ook op de actie zelf die immers vooral de verdediging van de stufie als inzet had. Terecht dat linkse studenten van diverse achtergrond fel van leer trokken tegen hun aanwezigheid.

Hoe was het verder met de politieke aanwezigheden? Er waren mensen van het CDA -die partij is immers formeel ook voor het behoud van de stufi (maar vraag niet tegen welke bezuinigingsprijs). Gelukkig bepaalden dit soort  lieden niet het beeld.Ik heb IS en Roodal genoemd, die bepaalden ook op het Museumplein een flink deel van de aanblik. Verder was er weinig linkse aanwezigheid. Ik zag de Turks-linkse organisatie DIDF met een klein groepje en een paar vlaggen. Ik zag iemand de maoistische publicatie Rode Morgen proberen te verkopen. Verder vielen mij wel wat afwezigheden op. Dwars (GroenLinks)was niet zichtbaar voor mijn ogen. Offensief (een trotskistische groep die doorgaan ook wel aanwezig is bij dit soort acties) evenmin. Ik zag wel een zwarte vlag met de anarchisten-A, en daarbij enthousiast leuzen roepende mensen. That was a place to be for me, dus ik deed daar even later luidkeels aan mee. Verder trouwens weinig zichtbaar aanwezige anarchisten, autonomen en aanverwante actievoerders. Dit deel van de actievewegingen zit dit weekend ivoor een flink n Appelscha, op de anarchistische landdagen aldaar, daar zal het wel mee te maken hebben.

Ik had trouwens tijdens de actie wat meer te doen dan alleen kijken en leuzen opschrijven. Natuurlijk waren er tal van hartelijke begroetingen en korte gesprekjes, met bekenden en met enkele mensen die ik alleen van internetcommunicatie kende. Intussen was ik, net als enkele anderen, ook bezig met het verspreiden van die al eerder genoemde juist geproduceerde pamfletten. Het ging hier om een oproep voor een solidariteitsactie vanwege de protesten tegen bezuinigingen in Griekenland, onder het motto Griekenland Is Overal. De oproep stond tijdens de demonstratie nog niet online maar inmiddels wel. Belangrijk om ook daar aan deel te nemen, en dat zeg ik niet alleen omdat ik enigszins medeplichtig ben aan het opzetten ervan.

Er was ook een gaaf spandoek met als tekst Den Haag ga heen – Gelijke kansen voor iedereen -Verhoog de stufi – Stop het kraakverbod . Mooi! Juist het zoeken naar steun buiten de eigen kringen van krakers kan de kraakstrijd impulsen geven. En ja, daar hoort het bieden van solidariteit aan anderen wezenlijk bij. Goed om te zien dat dit ook gebeurde

De manifestatie was verder veel minder insopitrerend dan de demonstratie. Van deelnemers aan een protestactie werden we, deels tegen wil en dank, omgevormd tot toeschouwers bij een spektakel op een podium. We mochten politici elkaar vliegen horen afvangen – grotendeels tegenstanders van het soort eisen waar we voor in actie waren. Dom en kwalijk, een actie is geen debat tussen voor en tegenstanders, maar een drukmiddel van tegenstanders tégen de voorstanders. Kletsen overhun nuances van bezuinigingsbeleid doen ze maar in de Tweede Kamer, zolang we nog niet sterk genoeg zijn voor Griekse vormen van druk-van-de-straat.

Maar we mochten dus toezien hoe we nog kéús te hebben in verschillende vormen waarop ons onderwijs voor de bikl mag. VVD, D66, CDA en ook PvdA stonden dan ook te praten tegen woedende spreekkoren vooraan: “Asociaal, asociaal!” , “Haal het geld waar het zit – belast de rijken!” en vooral het veelvuldig klinkende “Hey hey, ho ho, het onderwijs verneuk je zo!” SP-spreker Jasper van Dijk  kwam met een aanzienlijk beter verhaal en kreeg wel applaus – maar die hoeven na 9 juni het niet in een regering te proberen waar te maken. Tofik Dibi van GroenLinks maakte studenten boos door wél de deur open te doen naar omvorming van stufi in leenstelsel. Dat leenstelsel wordt, zo viel mij op, dan voorzien van het woord ‘sociaal’. Een sociaal leenstelsel dus. Wat er sociaal is aan het op kosten jagen van studenten door ze hetzij een studieschuld op te dringen, hetzij te dwingen er nog meer bij te werken, ontgaat mij. De GroenLinkser kreeg dan ook van actievoerrenden de wind van voren.

Ja, en voor de rest? Veel – veel te harde – muziek. Het werd, om de partijpolitieke trouwtrekkerij heen – vooral;een feestje. “Hebben jullie er zin in?!” riep een presentator herhaaldelijk. En daar ging de stampmuziek weer. Punt hieraan is niet dat ik die muziek niet mooi vond. Punt is dat iedere uiting, iedere vorm van discussie tussen actievoerenden onderling, ieder initiatief van actievoerenden zelf, ernstig werd bemoeilijkt. Toeschouwer en feestvierder zijn is geen actieve rol voor een beweging waarin mensen het toch steeds weer zelf moeten doen, en dus in gesprek moeten komen, juist ook met elkaar. Maar ja, wat wil je als jee omroep FM Wild een hoofdrol geeft in het evenement? Veel van de leuzen die ik zag stonden bijvoorbeeld op borden met het logo van die omroep, kennelijk daardoor beschikbaar gesteld.

Was de actie een succes? Ik denk gedeeltelijk toch wel. Vooral de demonstratie straalde een flinke strijdlust uit van mensen die er tegenaan willen tegen bezuinigingen. Voor de manifestatie gold dat veel en veel minder, maar dat lag in hoge mate aan de al genoemde top-down-opzet waarin we kijkers mochten zijn maar geen actieve deelnemers. De aantallen waren niet van het soort waardoor kabinetten zich onder druk gesteld voelden. Uit gesprekjes ving ik wel op dat het potentieel aan tot actie bereide studenten groter was dan het uiteindelijke aantal mensen die waren gekomen. Het op de been brengen van studenten was niet overal goed gegaan.

Maar een afgang voor studenten die actie aan het opbouwen zijn was het ook niet. Als de actie van 21 mei door studenten en hun bondgenoten vooral gezien en gebruikt wordt als opstap naar volgende activiteiten en versteviging van netwerken, dat heeft deze dag zeer zeker nut gehad. En ik kreeg uit gesprekken her en der de indruk dat deelnemers aan de actie er inderdaad zo tegenaan keken. Nuttige actie dus, waar mensen met goede reden een positief gevoel aan overhielden.


Roemenië: arbeiders protesteren tegen bezuinigingen

19 mei, 2010

Griekenland komt naar ons toe dit voorjaar! Dat gebeurt in de vorm van bezuinigingen – maar ook in de vorm van protest daartegen. Bezuinigingen van zelden eerder vertoonde grofheid staat op de agenda, net als in Griekenland.

Nu al heeft ook de PvdA haar verkiezingsprogramma maar vast aangepast, zo vertelt de Volkskrant. Bezuinigingen van nog eens 10 miljard bezuinigingsbeleid die tot nu toe niet was ingevuld – misschien was het zelfs niet nodig, zo was eerst de gedachte – worden nu toch vastgesteld. Dit met een verwijzing naar de dogmatiek van hoge geestelijken van de neoliberale bezuinigingsgodsdienst, de geleerden van het Centraal Planbureau waarvoor de complete politiek eerbiedigt buigt.

Maar waar bezuinigingen huishouden, breekt verzet los. Ook dát is niety beperklt tot Griekenland. een prachtvoorbeeld komt vandaag bijvoorbeeld uit Roemenië. Aljazeera en de BBC berichten erover. Roemenië land staat zo ongeveer onder toezicht van het IMF dat bezuinigingen eist om het begrotingstekort (7,2 procent in 2009) terug te brengen tot 6,9. “(H)et IMF zegt dat dit zonder bezuinigingen tot 9 procent van het BNP kan oplopen.” De bezuinigingen zijn voorwaarde voor IMF-steun ter waarde van 25 miljard. Dus moeten de pensioenen met 15 procent omlaag, de lonen van mensen in staatsdienst met 25 procent. Dus moeten er 70.000 banen in de publieke sector worden geschrapt. Alsof gepensioneerden en gewone ambtenaren verantwoordelijk zijn voor dat tekort, alsof zij de beslissingen genomen hebben waarvoor ze nu moeten bloeden.

Vandaag is er dan ook grootschalig protest in de hoofdstad Boekarest. Twintigduizend tot 40.000 mensen, arbeiders uit de publieke sector, artsen en mijnwerkers, gepensioneerden en docenten, deels met bussen uit andere delen van hjet land naar de stad gekomen. Betogers bekogelden een functionaris van het ministerie van Economische Zaken met water en stenen en blies de aftocht onder politiebescherming. Hier blijft het niet bij. Vakbonden hebben een algemene staking aangekondigd voor 31 mei als de regering niet aan hun eisen tegemoet komt.

Het is een vleugje Griekenland wat we  in Roemenië zien plaatsvinden. Nee, Roemenië kent niet de veelvormige linkse en radicale bewegingen die de Griekse opstandigheid mede kenmerken. Geen omvangrijke trotskistische groeperingen, geen anarchistische beweging die ettelijke duizenden betogers, geen grote Stalinistische partij ook die onder druk van arbeiderswoede zich soms als radicaal-linkse partij gaat gedragen. Roemenië heeft wel een vakbeweging – in principe net zo compromisbereid als elders, net zo gericht om zich als verantwoordelijke partners op te stellen als ‘ons’ FNV – maar in Roemenië leeft ook een arbeidersklasse die maakt dat de vakbonden wel strijd moeten afkondigen om haar positie als onmisbare ‘partner’ met wie de regering maar beter rekening kan houden te markeren. En in die arbeidersklasse bestaat woede en strijdbaarheid die tot uiting komt in actie. Daar draait het om.

Arbeiders hebben vandaag hun vuist laten zien tegen de regering. Er is alle kans op resultaat van arbeidersverzet, zéker als arbeiders hun stakingen doorzetten ongeacht wat een vakbondstop wil. De kracht van de arbeidersklasse in Roemenië is aanzienlijk. In maart van dit jaar dreigden metro-arbeiders in Boekarest bijvoorbeeld met een staking van onbepaalde duur. Ze eisten een loonsverhoging. Uiteindelijk kwam de regering met 10 procent over de brug. Volgens een vakbondsfunctionaris had de regering daarmee ingebonden; de staking werd afgeblazen, zo las ik in World Bulletin, gevonden via Labourstart, waar meer over recente stakingsacties en dergelijke te vinden is. Of de gebeurtenissen rond de looneis voor het metropersoneel werkelijk de overwinning-onder-stakingsdreiging inhielden die de bondsbestuurder ervan maakte, kan ik niet beoordelen. Dat er stevige druk vanuit arbeiders staat die dwars tegen de bezuinigingen van regeringswege in gaat, is wel duidelijk en bleek dus ook vandaag.


Kraakverbod op handen – wat ging er mis?

18 mei, 2010

Het kraakverbod is door de Eerste Kamer vandaag weer een flink stuk dichterbijgekomen. De manifestatie daartegen door krakers en sympathisanten was, mede door flinke politie-tegenwerking en een rechterlijk verbod, weinig succesvol. Het is tijd om na te denken over de vraag: wat betekent dit? En wat nu?

De Eerste Kamer heeft vandaag over het wetsvoorstel om kraken te verbieden, vergaderd. Gestemd is er nog niet. Maar het ziet er naar uit dat er een meerderheid van 41 stemmen voor het wetsvoorstel is. Op 1 juni vindt de stemming plaats. Maar de houding van meerdere partijen gaf u aan uit welke hoek de wind waait. Extra zuur is dat het wetsvoorstel zijn meerderheid flink te danken heeft aan stemmen van de PVV – die in ruil voor die steun hogere straffen eiste dan in het oorspronkelijk  wetsvoorstel waren voorzien.

De manifestatie vandaag tegen het kraakverbod was geen zinderend grootschalig gebeuren. gezien de korte tijd die er was om mensen op de hoogte te stellen ervan, is de bescheiden opkomst begrijpelijk. Politie, burgemeester en rechter deden hun repressieve duit in het zakje om het nog wat moeilijker te maken. Op Het Plein mocht slechts een symbolische aanwezigheid van kraakactievoerders zijn, de hoofdmoot van de manifestatie werd verbannen naar het Malieveld. Van Aartsen, burgemeester  van Den Haag, had actievoeren op het Plein verboden: er zou al een andere actie op die plek plaats vinden, bovendien waren er vorig jaar bij een manifestatie van krakers op dezelfde plek “rellen uitgebroken”. De rechter accepteerde dit kwalijke verbod.

Intussen lees ik in een commentaar bij een artikel op Indymedia – waar ik ook de linkverwijzing naar het verbod vond –  dat er helemaal geen ander protest was op die plek. Foto’s, ook daar op Indymedia, laten ook nog eens zien hoe absurd de verwijzing naar dreigende “rellen” was. Bovendien: als mensen niet meer morgen demonstreren op plekken waar eerder rellen zijn uitgebroken door een demonstratie rond hetzelfde thema, dan kun je nauwelijks meer ergens demonstreren. Na Nijmegen en Rotterdam nu Den Haag: weer een nieuwe schending van het demonstratierecht, van het beetje democratische speelruimte die we nog hebben op straten en pleinen.  De ‘openbare orde’ is steeds openlijker de privé-orde van autoritaire burgemeesters en hun knokploegen aan het worden.

Terug naar het kraakverbod zelf. De strijd daartegen stevent op een nederlaag af, en dat is best ernstig. Er zijn meerdere oorzaken. Het is duidelijk dat de krachtsverhoudingen voor verzet niet bepaald gunstig waren en zijn, al is dat aan het veranderen. Rechtse partijen, maar ook rechtse opvattinge over ordehandhaving en hety heilige bezitsrecht, zijn nogal overheersend. Van breed links verzet is maar af en toe, en zeer verbrokkeld, sprake. In zo’n context is het verdedigen van woonrecht bóven eigendomsrecht niet eenvoudig, zeker niet rond een huisvestingsvorm waarvan de verdedigers maar al te vaak in botsing komen met die ordehandhaving.

Maar het is te makkelijk om dus maar te zeggen: het tij zat niet mee, niets aan te doen.  Zo’n fatalisme draagt bij aan vólgende nederlagen, niet aan een effectiever verdediging tegen nieuwe aanvallen op onze rechten. Er zijn we degelijk dingen te verbeteren hier. Daarbij kijk ik niet uitsluitend, zelfs niet voornamelijk, naar de kraakbeweging zelf. Ik vind namelijk dat die in vrij moeilijke omstandigheden vrij verstandig en slim heeft opgetreden. Open, brede acties waarvoor het afschuwelijke woord ‘publieksvriendelijk’ is bedacht, met bijvoorbeeld een brede opgewekte demonstratie in Utrecht. Alleen al één van de motto’s toen: ‘demonstratie vóór kraken’. Dat klinkt anders dan: demonstratie tegen het kraakverbod.

De wil om kraken als iets positiefs te laten zien, en ook de voor veel krakers bijbehorende levensstijl/ subcultuur met flink gevoel van eigenwaarde voor het voetlicht te brengen, vond en vind ik positief. Het doorbrak het beeld van een grimmige, alleen-maar-boze beweging die met de rug naar de rest van de bevolking staat. Zulke doorbreking van linksradicaal isolement was en is een belangrijke bijdrage. Het zou doodzonde zijn als uit de mislukking van de pogingen om het kraakverbod tegen te houden nu zou worden geconcludeerd dat deze les maar weer overboord gegooid moet worden ten gunste van een ruig-tegen-de-muur confrontatiestrategie.

Feit is echter wel dat de op bredere goodwill gerichte strategie niet de krachtenop de been heeft gebracht om het verbod de pas af te snijden. Daarvoor zijn twee redenen. Eentje ligt geheel en al buiten de macht van de kraakbeweging zelf, en ligt bij de rest van links, in de breedste zin van het woord. De strijd tegen het kraakverbod verdiende de steun vanuit vakbonden, van parlementair links, van datgene wat zich aandient als revolutionair links. Maar van die steun was maar zeer weinig te bespeuren. Een handvol mensen van de Internationale Socialisten op de demonstratie, en op een eerdere manifestatie op het Plein. Heel veel verder ging de actieve steun van buiten de kraakbeweging nauwelijks. Het is nalatigheid, tot schade van heel links, zoals ik vaker naar voren heb gebracht.

Met name van parlementair links was nauwelijks echt anders te verwachten. De PvdA noemde het kraakbverbod vandaga nog eens “onnodig, onlogisch en onverstandig”. Maar een erg hard punt maakte de partij er geen moment van. Ik had niet anders verwacht maar ik wijs er toch maar even op. Iets ernstiger is de opstelling van de SP. Die had onder meer de volgende  motivatie om tegen het kraakverbod te zijn:  de partij “stelde ‘dat we in Nederland minder last van kraken hebben dan in landen waar het verboden is.'” Kraken wordt dus als een vorm van overlast gepresenteerd, en van daaruit kijkt de partij of een verbod behulpzaam is. Dat is niet de logica van solidariteit, niet de logica van opkomen voor woonrecht. Het is de logica van ordehandhaving, iets subtieler toegepast dan bijvoorbeeld PVV en Van Aartsen, maar wel dat type van logica. Iets mag of mag niet, afhankelijk of ‘wij’ er last van hebben of niet. En ‘wij’ – dat zijn dus niet de krakers zelf. Dat de met de SP verbonden jongerenorganisatie Rood niet met flinke aantallen mensen deelnam aan de kraakmanifestatie behoeft tegen die achtergrond nauwelijks verbazing. Kwalijk is het allemaal wel.

Er is een tweede reden waardoor solidariteit van buiten de kraakbeweging slechts karig was. En die heeft wel met de gekozen strategie vanuit die beweging te maken. De open en vriendelijke houding vaan die strategie was haar kracht. maar hier en daar waren tekenen te vinden van het idee dat vriendelijkheid, gecombineerd met argumenten, genoeg Kamerleden over de streep kon trekken om tegen het verbod te stemmen. wat zinnig is als strategie om meer steun onder grotere groepen mensen tegen het kraakverbod te krijgen – mensen die dan bijvoorbeeld deel kunnen nemen aan demonstraties, en op tactische momenten eventueeel ook aan hardere acties – werd deels  een pure lobbystrategie, en dat was veel minder zinnig. Politici laten zich immers bij besluiten niet leiden door wat rechtvaardig en sociaal is. En de nare stap om dan, om politici om te krijgen, het soort argumenten te gaan gebruiken dat kraken als bijvoorbeeld opvang voor marginale mensen die anders ‘overlast’ zouden kunnen, is dat makkelijk gezet.

Volgens een discussietekst die pleit voor een scherpere, radicalere opstelling vanuit de kraakbeweging, en waar ik elementen van bovenstaande kritiek mede op baseer, is dit laatste inderdaad het geval geweest.  “Het politieke failliet van de kraakbeweging?” – iets waarop de kraakbeweging “hard afstevent”,  zo staat in de tekst te lezen – zo luidt de titel. Dat is me te negatief.  En ik denk dat de tekst een voorbeeld is van het gevaar dat ik boven aanstipte: het gevaar dat we na de nederlaag de open, op bredere sympathie gerichte strategie na de nederlaag maar weer opgeven.

Zelfs zou ik zeggen: bredere steun onder de bevolking winnen? Prachtig! Inzetten op de sypmpathie van politici? Een doodlopende weg! De bredere steun uit de bevolking dient juist de druk op de politici op te voeren zodat ze zich genoodzaakt zien bakzeil te halen, zoals de VNG onder druk van een staking haar nullijn voor ambtenaren moest inslikken en ruimte bood voor een loonstijging. Maar de in het stuk opgeworpen vraagstukken verdienen wel serieuze overweging. Politieke scherpte – maar dan verbonden met die strategie  van openheid en het vinden van bredere steun –  is zowel zeer noodzakelijk als ook lang niet voldoende aanwezig.