Over downloadvrijheid en belmenu’s

25 juni, 2010

Revolutionair gezinde mensen zitten te vaak enigszins gevangen in hun eigen te beperkte thematische keuzes. Ze – te vaak nog: we – beperken zich in hun aandachtspunten en actiethema’s tot een aantal gangbare grote lijnen. We zijn gewend dat revolutionair links zich keert tegen de oorlogen van Bush en Obama. We zijn gewend dat revolutionairen tegen de bezuinigingen op sociale en collectieve voorzieningen zijn. We weten dat revolutionairen thema’s als racisme, seksisme, homohaat serieus nemen – of althans vinden dat ze dat hóren te doen. We weten dat revolutionairen de milieuverwoesting als één van de belangrijkste producten van het kapitalisme zien, een thema dat de aandacht die het krijgt méér dan waard is.

Al deze zaken zijn van groot gewicht en verdíenen aandacht, analyse en activistische inzet. Maar er wordt bij dit alles iets zeer wezenlijks over het hoofd gezien. De kapitalistische maatschappij produceert onvrijheid op het meest alledaagse, maar tegelijk veelal genegeerde, niveau. Het systeem creëert daarmee ergernissen die miljoenen mensen dag in dag uit héls maken. Maar over de manieren waarop dit systeem dat doet, over de psychoterreur in zakformaat die zelfs het meest apolitieke individu op zijn tijd tot wanhopige woede drijft, wordt ter linkerzijde te weinig gezegd en nog minder gedaan. Dat is een gemis, want juist daar liggen mogelijkheden, zowel om radicaal-kritische inzichten in deze maatschappij te helpen groeien als om beginnetjes van verzet op de meest onverwachtse plekken te helpen ontluiken.

Laat ik eens twee voorbeelden noemen. Downloadvrijheid is er ééntje. Heel veel mensen doen het: via allerlei sites muziek, games, films van  via internet op de eigen computer zetten. Veelal gebeurt dat zonder te betalen. Zo verkrijgen mensen kosteloos waar ze anders veel geld aan moeten uitgeven. Dit vinden de bedrijven die CD’s, video’s en games produceren natuurlijk niet leuk. Hun winsten lopen gevaar. Muziekuitgeverijen en CD-producenten lopen dan ook voorop in campagnes om hier een eind aan te maken, websites die gratis downloaden mogelijk te maken krijgen van autersrechtenorganisaties en dergelijke een proces opgedrongen. Grote bedrijven vechten voor hun winsten. Dwe gewone muziekgebruiker wordt op kosten gejaagd, haar of zijn downloadvrijheid wordt aangetast.

De hele zaak behelst een botsing tussen het winstprincipe enerzijds, en het gebruiksrecht naar behoefte anderzijds. Hier botsen feitelijk de kapitalistische logica met een impliciet communistische logica. Juist met internetbestanden is eigendomsrecht een absurditeit, en het afdwingen ervan met machtsmiddelen des ter dwazer. Een vergelijking illustreert wat ik hier bedoel. Fysieke producten – een tafel, een CD – kun je kopen en verkopen. Als jij een tafel van mij koopt, dan is het ding van jou. Je mag het ding zelf gebruiken, je mag mij er ook nog aan laten zitten, je mag het ding kapotslaan en in de vuilcontainer doen – het is aan jou. Ik ben mijn  zeggenschap over de tafel kwijt, ik heb er geld voor teruggekregen. De verkoop heeft  mijn beschikking erover overgedragen. Zo gaat dat met fysieke spullen, met ‘dingen’.

Hoe anders is dat voor een internet-bestand, een document in Word maar ook een MP3-muziekbestand! Ik koop zo’n muziekbestand, van jou, jij stuurt het mij. Ik kan het nu afspelen. Maar jij bent het niet kwijt! Je hebt het bestandje alleen maar te hoeven kopiëren, maar je houdt het origineel zelf. Die bestandjes zijn in principe eindeloos reproduceerbaar. Jij bent niks kwijtgeraakt door het bestand ook aan mij te sturenm, het is niet zoals met een tafel die via verkoop van de ene hand in de andere komt. Het blijft in beide handen. Wat is dan nog de zin van koop en verkoop, als er in principe eindeloos kopietjes gemaakt kunnen worden?

Digitale zaken – bestanden van allerlei aard – ondermijnen door hun eindeloos reproduceerbaar karakter de logica van het prive-bezit. De mensen die dus bestanden gratris downloaden, stelen niks. De bestanden die ze ‘pikken’ blijven immers tegelijk in handen van de ‘bestolene’. Het is niet als met een gestolen fiets, die je echt kwijt bent. Er is dus geen gebruiker benadeeld. Alelen het bezitsrecht, geregeld in de vorm van bijvoorbeeld auteursrechten, is geschonden. Maar precies bezitsrechten zijn bij digitale bestanden onzinnig.

Dat het hier een problematiek betreft die politiek relevant is, blijkt wel uit de opkomst van de Piratenpartij, al viel die op verkiezingsdag uiteindelijk nogal tegen. Die club maakt van verbeteringen in bijvoorbeeld het auteursrecht een politiek punt. Maar bij links leeft het thema nauwelijks. Het deed me daarom plezier toen ik zag dat Emil Jacobs, op zijn weblog De Rooie Rakker, over deze zaken begon. Hij overwoog zelfs lid te worden van die Piratenpartij. Die steun voor de Piratenpartij deel ik niet, maar dat komt vooral omdat het een partij is, met de onhebbelijkheden die daar bij horen. De themas die deze partij via verkiezingen onder de aandacht brengt, verdient echter aandacht van antikapitalistische revolutionairen.

Een heel ander onderwerp waarover juist revolutionairen zich best wat drukker mogen maken: belmenu’s! We kennen het allemaal. Je internet doet het niet, je belt je provider, je mag eerst kiezen tussen TV, internet, abonnementen, storingen en nog drie andere dingen, dan mag je een postcode intikken, en dan wordt je vierendertig minuten in de wacht gezet om vervolgens advies te krijgen dat je je modem eerst eens a uit- en weer in moet schakelen; als dat niet helpt zien we wel verder. Iets overdreven? Ja. Maar niet veel.

Het is een verschijnsel dat we allemaal tegenkomen, en het wortelt in aspecten van een doorgedraaid neoliberalisme, verweven met een op hol geslagen bureaucratische machtsvorming op alle terreinen. Bedrijven schermen zich steeds meer af tegen rechtstreeks contact met de klanten. Rechtstreeks bellen, iemand aan de lijn krijgen die vriendelijk ingaat op je vraag en probeert te helpen – het behoort tot het verleden. De muur van belmenu’s die wordt opgetrokken ontmoedigt mensen om het zelfs maar te proberen. Wie hetn wel probeert wordt stevig op kosten gejaagd: dit telefoonnummer kost 80 eurocent per minuut, plus de kosten van uw provider, klinkt het dan met lijzige stem, waardoor de 80 cent al zowat binnen is voor je nog maar een keuzemenu bent gepasseerd. Tegen de tijd dat je iemand aan de lijn hebt, is je beltegoed op, moet je telefoon aan de adaptor of is je telefoonrekening naar deurwaarderproporties opgelopen. Afpersing is het.

Er worden redenen aangevoerd waarom bedrijven zich zo afschermen. Maar ze deugen vaak niet. Er is de angst bij bedrijven dat kritische klanten snel met juridische procedures beginnen. Daarom houdt een bedrijf de klant dan maar op afstand. Dat je juridische procedures ook kunt voorkomen door goed werk te leveren en waar nodig is kritiek te incasseren, is blijkbaar niet erg ‘bedrijfsmatig’ gedacht.

Ook horen we natuurlijk gejammer over de verwende klant. Journalist John Piek, die zich er in heeft verdiept, tekent uit de mond van een helpdeskmedewerker op: “Mensen denken tegenwoordig over hun breedbandverbinding net als over stromend water. het is een eerste levensbehoefte geworden, en als die uitvalt, schreeuwen ze moord en brand.”

Een goed einternetverbinding is echter ook een wezenlijke levensbehoefte geworden, of beter gezegd: tot een eerste levensbehoefte gemáákt. Je geldzaken, je belastingaangifte, afspraken maken bij Burgerzaken voor een nieuw paspoort, noem het maar op – het gaat steeds meer via internet. gewoon naar een bankkloket gaan om wat geld van je rekening te halen wordt actief ontmoedigt. Je hebt dat internet dus doodgewoon nódig in je dagelijks leven. Inderdaad, bijna net zoals stromend water. Maar dat is niet de schuld van de verwende klant die tevele verwacht.

Maar er is nog iets. Eerste levensbehoefte of niet, we betalen voor die verbinding. We hebben het volste recht om op onze strepen te staan als de boel het niet doet, en boos te worden in geval van wanprestatie. Het goede antwoord op geërgerde klanten is niet: meer belmenu’s. Het goede antwoord heet: fatsoenlijke dienstverlening. Maar dat is kennelijk niet ‘bedrijfsmatig’ gedacht. De klant is voetveeg, de koning heet: winst.

Nog een ander aspect kleeft er aan het ijzige gordijn van belmenu’s en dergelijke: werk dat vroeger gedaan werd door arbeiders, tegen betaling., wordt nu feitelijk door de klant gedaan, ónbetaald, sterker, op een manier die ons nog geld kost ook. Loren Goldner, links-communistisch auteur van een prikkelende analyse van veranderingen in het kapitalisme, verschenen in een veelbelovende nieuwe publicatie, schrijft daarin:  “elk bedrijf en elke  overheidsinstantie die daartoe in staat was, verving receptionistes door eindeloze telefoonmenu’s vol irrelevante opties en eindeloze wachttijden, daarmee kosten drukkend door onbetaalde arbeid af te dwingen van degenen aan wie ze geacht werden service te verlenen.” Zo is het. De klant doet een flink deel van het werk dat vroeger door de klantenservice gedaan werd. En de klant moet daar nog voor dokkken ook. Deze dwangarbeid kost 80 cent per minuut.

Het is allemaal erg frustrerend voor degene die moet bellen en dokken om iets gedaan te krijgen. Het leidt tot woedende klanten, en daarmee weer voor narigheid voor de ongelukkige helpdeskmedewerkers of medewerkster  als de klant eindelijk door de belmenu’s is heen gedrongen en de frustratie afreageert op haar of hem. Het kost ook nog eens werkgelegenheid, van al die telefonistes die nu door opties en wachttijden zijn vervangen.

De strijd tegen belmenu’s, voor het weer invoeren van een behoorlijke klantenservice, rechtstreeks bereikbaar, is daarmee iets waar mensen zowelin hun hoedanigheid van personeel bij bedrijven en instanties, als in de rol van klant van die bedrijven en instellingen, rechtstreeks belang bij hebben. Inzet  voor dat gemeenschappelijke belang brengt hen in botsing met de logica achter de muur van belmenu’s: kostenreductie, ten bate van de winst. Voorwaar, er zijn thema’s waarvan de relevante voor revolutionairen moelijker is uit te leggen. Nu nog een vertaling vinden van deze thematiek naar praktische initiatieven van verzet.

En overigens ben ik van mening dat lezers van dit weblog er goed aan doen op 17 juli deel te nemen aan de solidariteitsdemonstratie onmder het motto  Griekenland Is Overal  tegen bezuinigingen, daar in Griekenland en hier.


Rooieravotr, nu ook bereikbaar via MSN…

10 februari, 2010

Lenin definieerde socialisme naar verluidt ooit als “sovjets plus electrifcatie”. Van die sovjets kwam helaas al snel weinig terecht, maar dat is een ander verhaal, de uitspraak is wellicht beter dan een flink stuk praktijk van de uitspreker. Ik varieer dan ook graag eventjes: revolutie is zelf-doen plus digitale communiatie. In dat kader even het volgende.

Dit weblog heeft intussen een niet onaardig aantal lezers, en ook het aantal mensen dat reacties achterlaat  is wel eens lager geweest. Er staan dan ook stukken op die kennelijk utdagen tot reactie, tot discussie ook, en niet alleen over die dekselse Lenin en die lastige Russische revolutie. Ik stel prijs op zowel lezers als op reactie en discussie.

Om op de hoogte te blijven van wat er op dit webog gebeurt zijn er al diverse mogelijkheden.

Voor Hyves en Facebook geldt dat iedereen gewoon zich als ‘vriend’ (raar woord hier, zoveel vrienden heeft een mens nooit, maar men snapt het idee) te melden via genoemde pagina’s. Ik hou me natuurlijk het recht voor om mensen te weigeren, maar dat doe ik niet erg gauw. Het gaat in beide gevallen vooral om politieke pagina’s, niet om mijn exclusiev privé-domein, mensen zijn gewoon in principe welkom. Bij Twitter is het helemaal simpel: je meldt je als volger, en je ziet wat ik uitspook.

Ja, en dan MSN!  Mensen die mij kennen weten dat ik een verwoed gebruiker van da chat-medium ben. Ik heb ook een MSN-account dat ik nu speciaal voor politieke contacten gebruik. Ik ga dat hier niet online zetten, dat is me ietsje teveel openheid. Wil je via MSN met mij praten, dan doe je het volgende: je stuurt me een mailtje naar rooieravotr@live.nl , waarin je je kort voorstelt. Ik reageer en voeg je dan als het mij okay lijkt toe. Lang leve het digitale netwerk-gebeuren, en ik spreek een aantal van jullie hopelijk binnenkort eens on-line 🙂


Canto Politico: mooi nieuw links weblog

31 januari, 2010

Linkse mensen in Nederland doen te weinig met internet. Vooral het bloggen wordt in de Nederlandse socialistische, communistische, anarchistische beweging naar mijn mening nogal ondergewaardeerd. Des te meer ben ik verheugd met de verschijning van Canto Politico, een nieuw weblog, ter wereld gebracht door Arwin. Meer vertelt hij niet over zichzelf.

Dat bloggen ter linkerzijde in Nederland niet sterk ontwikkeld is, ben ik eerder aan de orde gesteld. Een handvol redelijke blogs houden het vol. Kritisch Links, na maandenlange stile, weer tot leven gekomen. Linkse Gedachten, “Het eerste Nederlandse socialistiche weblog”,  van Martin Wisse, gaat stug door. Het blog van Platform Rosa ligt helaas al maanden stil: het laatste stuk is daar  op 28 november geplaatst. Jelle Schuurman plaatst, na zijn terugkeer afgelopen hefst aan het blog-front, af en toe weer een puntig stuk. Er is nog wel iets meer, maar niet zo heel véél meer.

Maar nu is er dus  Canto Politico.  Onder deze stijlvolle naam opereert kersvers blogger Arwin, een socialist en aangename bekende van mij. De ondertitel: “fragmenten uit de strijd”, geeft meteen aan uit welke hoek  de wind waait. Zijn eerste stuk is direct de moeit waard: een verhandeling over de stand van zaken rond het wetvoorstel om kraken te verbieden, onder de  snedige titel “Kraakverbod gekraakt”.

Hij behandelt daarin vooral de felle kritiek die de Eerste Kamer op het wetsvoorstel heeft uitgeoefend. Hij spreekt tevens zijn verbazing uit dat veel mensen – niet alleen in de media, ook krakers – het kraakverbod al ongeveer als feit behandelen, hetgeen het dus nog helemaal niet is. Terecht wijst hij op de noodzaak van een strijd waarin krakers en bredere delen van links verzet op straat opbouwen. Daar zou ik aan toe willen voegen dat niet alleen krakers en bondgenootschap met links moeten zoeken; andere delen links moet ook zelf de hand uitsteken naar de kraakbeweging, méér dan de afgelopen tijd is gebeurd.

Het is en goed artikel. Ik heb er vertrouwen in dat er meer moois op Arwin’s weblog zal verschijnen, ik hoop dat mijn lezers ook zijn blog aandachtig gaan volgens, en ik wens hem sterkte en succes aan het blogfront.


Jelle Schuurman, welkom terug in weblogland

31 oktober, 2009

Links in Nederland heeft nauwelijks een weblog-traditie. Waar je enorme aantallen revolutionaire of anderszins stevig-linkse Engelstalige weblogs kunt aantreffen van de meest fascinerende anarchisten, trotskisten en andere rooie of rood-zwarte ravotrs en weet ik wat al niet nog meer, daar is het Nederlandse stuk internet van dit soort subversieve elementen helaas vrijwel gevrijwaard. Gelukkig is er goed nieuws: Jelle Schuurman heeft zijn weblog-activiteit hervat. Go, Jelle, go!

Er zijn een paar weblogs vanuit de richting van de SAP/Grenzeloos: Leo de Kleijn, met een stevige nadruk in binnenlandse en Rotterdamse zaken (daar is hij gemeenteraadslid voor de SP); en Kritisch Links, waar meerdere mensen aan meewerken, met vooral aandacht voor internationale zaken. Maar op Kritisch Links is helaas al maandenlang geen nieuw stuk geplaatst. Een min of meer prominente lid van de Internationale Socialisten (IS) met een persoonlijk weblog is er bij mijn weten helaas niet. Geen Nederlandse tegenhanger van het onmisbare Lenin’s Tomb, dus.

Er was een vaak treffend en amusant blog van Hiram: Ipse dixit. Tijdens het maken echter van dit stuk je check ik dat weblog en lees: “Dit onbeschreven balad wordt u aangeboden door de anarchist Hiram, die zelf eindelijk, wijselijk zijn mond houdt.” Tsja, zo komt die staatloze wereld van solidariteit en samenwerking er natuurlijk ook niet sneller, waarde kameraad 😉 . Er is gelukkig nog wel de weblog-veteraan Martin Wisse met “het eerste Nederlandse socialistische blog”, oftewel Linkse Gedachten. Maar het laatste bericht daar is ook alweer van eind juli.

Kijken we naar stevig maar niet revolutionair links, dan hebben we prominente SP-ers met een eigen weblog: Harry van Bommel, en vooral Anja Meulenbelt, immer inspirerende stem vóór de rechten van palestijnen en tégen Islamofobie. Vermeldenswaard is nog het weblog van Platform Rosa, enkele revolutionaire marxisten die actief zijn binnen de SP.

En er zijn natuurlijk de officiële sites van de diverse revolutionaire groepen, Internationale Socilisten, Offensief, SAP/Grenzeloos. Maar mij gaat het hier juist om die onofficiële, persoonlijke stemmen uit de linkse beweging. Die zijn veel te schaars, al is mijn overzicht ongetwijfeld erg incompleet (wie mooie weblogs in dit genre kent, of zelf maakt: de commentaarrev briek is er ook voor jou!).

Gelukkig is nu jelle Schuurman weer terug van te lang weggeweest. Hij was eerder in webblogland actief, met levendige verslagen van zijn deelname aan bijvoorbeeld de protesten tegen de G8 in Rostock, en felle betogen tegen allerlei vormen van onderdrukking.

Nu is hij er weer, met een aantrekkelijk, kleurrijk vormgegeven blog. Hij zet zijn tanden meteen in een belangrijk onderwerp: democratie, en de verschillende kijk die anarchisten en marxisten hebben op hoe een bevrijde maatschappij zich moet besturen. Zelf situeert hij zich ergens tudden die twee stromingen in, een plaats waar het trouwens ook voor mij steeds beter toeven is. Reden temeer om hier te zeggen: Welkom terug, Jelle!

 


Handen af van Pirate Bay, leve het vrije downloaden

4 augustus, 2009

Vrijwel iedereen die dit leest zal het wel eens doen: muziek, films, software downloaden van internet. En vrijwel iedereen probeert dat gratis te doen. Mag het?  Strikt genomen: officieel heel vaak niet. Trekken wij ons daar veel van aan? Ik niet, en ik ben bepaald niet de enige.

Maar – erg he? – wij maken daarmee Inbreuk op Auteursrechten. Daarom wordt er meer en meer tegen opgetreden, tegen de mogelijkheid van gratis downloaden zonder toestemming van degene(n) bij wie het auteursrecht berust. Daarom worden er her en der processen aangespannen – processen die onze download-vrijheid bedreigen, en meer.

Zo veplichtte op 30 juli een rechter de website Pirate Bay om zich binnen tien dagen onbereikbaar te maken vanuit Nederland. Pirate Bay is een zogeheten torrent-site, waarmee je muziek en ander spul kunt downloaden die door andere gebruikers beschikbaar gemakat wordt. Een soort gratis ruilbeurs, feitelijk. Op de site staat niet de daadwerkelijke bestanden, alleen de plek van waaraf je het met een bepaald programmaatje kunt downloaden. Van de ene gebruiker, naar de andere gebruiker, heel handig en plezierig.

Maar op die muziek berust dus auteursrecht, en de gebruiker – die gratis downloadt en dus niet koopt – omzeilt ook de betaling van dat auteursrecht. Vandaar dat Stichting Brein – waakhond voor de auteursrechtenbusiness- het proces heeft aangespannen, en helaas nog heeft gewonnen ook. Overigens is de uitstpraak bepaald nog niet definitief.

Dit proces richtte zich op een website: als die doorgaat beschermd materiaal beschikbaar te maken, is de website strafbaar bezig. Het downloaden zelf valt niet onder zo’n uitst spraak. Het is een beetje a;ls met soft drugd. je mag het niet leveren aan een coffeeshop, maar de coffeeshop mag het wel aan jou verkopen, en jij wordt als koper ook niet vervolgd, als  is het spul in principe illegaal.

Maar het blijft niet bij het aanpakken van websites als Pirate Bay. In de VS heeft afgelopen dagen een proces plaatsgevonden tegen Joel Tenenbaum, een student aan de Universiteit van Boston. Uitspraak: hij moet 675.000 dollar betalen aan vier platenmaatschappijen, vanwege het donwloaden van 30 songs. In totaal heeft hij naar eigen zeggen meer dan 800 songs dedownload en/of met mensen gedeeld.

Dit is niet grappig meer. Zijn advocaat noemt de straf “buiten proportie”. Deadvocaat noemt Joel een “hardcore overtreder die uit gewoonte  over een lange periode inbreuk pleegde, die wist dat wat hij deed verkeerd was, en het toch deed.” Het klinkt alsof die advocaat de jongen het liefst naar Guantanamo Bay had laten sturen of iets dergelijks.

Natuurlijk is zo’n straf “buiten proportie”  – als zoiets al strafbaar zou moeten zijn. Het idee dat een platenmaatschappij zoveel schade lijdt doordat mensen hier en daar liedjes downloaden voor eigen gebruik, en dat daarom boetes van vele tienduizenden dollars  aan de orde zijn, is nogal absurd. Maar ik denk dat we verder moeten gaan, en ons de vraag moeten stellen: slaat het strafbaar stellen van ‘illegaal’ downloaden wel ergens op? Is dat wel legitiem? Ik vind van niet.

Eerst iets meer over de schade aan platenmaatschappijen en artiesten zelf. Wie gratis downloadt, bespaart zich een aankoop. Daarmee loopt de platenbusiness dus inkomen mis. Dat is op zich inderdaad het geval. Maar er zit een andere kant aan. veel mensen dw ownloaden her en der iets, om te kijken of e het de moeite waard vinden. Is dat het geval, dan volgt vaak tóch nog een aankoop – die anders (wegens onbekendheid) – niet zou zijn gedaan. Veel downloadgedrag betreft ook muziek die vaak helemaal niet, of erg moeilijk, op andere manieren te krijgen is. Gratis downloaden is inkomstenderving voor een arties; maar het is tegelijk ook gratis  PR, gratis reclame. En daarover zwijgt de auteursrecht-inquisitie.

Maar we kunnen verder gaan, en ons de vraag stellen of software, internetbestanden en dergelijke sowieso wel redelijkerwijs ge- en verkocht zouden moeten worden. Waar gaat koop en verkoop om? Ik koop van jou een stoel. Eerst was de stoel van jou, jij mocht er op zitten, en zonder jouw toestemming mocht ik dat niet. Nu is de stoel van mij. Ik mag er op zitten, en zonder mijn toestemming mag jij dat niet. Voor dat recht heb ik betaald. Ik mag de stoel verplaatsen, weggeven, doorverkopen, bij het grofvuil zetten – en ik heb daar niemands toestemming voor nodig. Ik heb kortom het exclusieve gebruiksrecht over het ding verworven. Wat van mij is, is niet van jou. Hetzelfde geldt voor de koop en verkoop van andere tastbare aken. Ik koop een brood? Dan ben ik degene die het op mag eten, en na het opeten is het wég. Het gaat in al dit soort gevallen om spullen met een beperkt aantal, om ‘schaarse goederen’, zoals economen dat noemen; de koop en verkoop bepaalt  wie mag beschikken over welk schaarse goed. Naarmate er meer exemplaren van eene goed beschikbaar zijn wordt het goed minder schaars en wordt de noodzaak om er iets voor te vragen, geringer. Sommige goederen zijn, alhoewel in principe eindig en dus ‘schaars’, in zulke grote hoeveelheden aanwezig dat betalen per eenheid meer gedoe is dan gratis beschikbaarheid. Overvloed ondermijnt de redelijkheid van koop en verkoop.

Internetbestanden zijn echter wezenlijk anders dan stoelen en broden. Als ik een internetbestand download, dan kan ik het afspelen – maar degene van wie ik het heb gedownload kan dat evengoed óók nog. En als een derde het downloadt – van mij, of van de eerste die het had – dan kunnen al dee drie personen het downloaden. Dat ik erover beschik doet geen afbreuk aan jouw gelijke beschikking erover. Het bestand is niet verhuisd, het bestand heeft alleen een gebruiker erbíj. Er is dus géén exclusief gebruiksrecht.

En dát maakt het kopen ervan eigenlijk tot een absurditeit. Ik heb namelijk, als ik download, niks wéggehaald (zoals je een stoel kunt weghalen). De eerste bezitter kan er nog precies hetzelfde mee als voor ik Pirate Bay aan het werk zette. Het gaat hier om in principe onbeperkt deelbare goederen, omzaken die eindeloos gereproduceerd kunnen worden, en in economische zin niet schaars meer zijn. De redelijkheid van koop en verkoop is hier nul komma nul. En waar de schaarste wegvalt, wordt het voor de hand liggend om het spul gewoon te delen met belangstellenden, en te nemen wat je nodig hebt.

Hier zien we hoe de moderne technieken situaties opleveren die tegen het gangbare economische model – koop en verkoop, bij voorkeur voor winst – aanbotsen, de grenzen ervan aantasten, en vooruitwijzen naar een soort economie waar delen en nemen wat je nodig hebt in beeld komt. Vele downloaders beseffen het waarschijnlijk niet, maar hier zien we communistische principes van délen als gelijkwaardige mensen relevanter worden dan kapitalistische pre incipes van dokken, dokken en nog eens dokken.

Maar – zinnige tegenwerping – artiesten verichten werk, en zij moeten ook leven. mensen in platenmaatschappijen en muziekuitgevere ijen leveren ook een bijdrage aan de beschikbaarheid van dat werk, en ook zij hebben recht op een inkomen. Is auteursrecht daarom niet toch een zinnig iets?

Ja, artiesten doen creatief werk. Ze stoppen tijd, energie en aandacht in hun musiek, hun film, wat dan ook. ja, daar mag best een inkomen tegenover staan. Maar is auteursrecht de goeie manier? Is het niet veel logischer als artiesten als ze een lied schrijven en opnemen daarvoor een flinke vergoeding krijgen – éénmalig, of in afgesproken etappes? En is het niet zinnig als platenmaatschappijen – zolang we nog in een kapitalistische markteconomie leveren – geld krijgen voor het vervaardigen, inpakken en verspreiden van CD’s (wél in principe schaarse dingen: mijn CD is níét van jou!), maar níét ook nog eens rechten ontvangen voor wat er op staat (eindeloos deelbare informatie, en dus níét schaars)?

Dat betekent- zo zal je tegenwerpen – dat een lied dat immens populair wordt, níét automatisch tot enorme inkomsten voor de auteur, de artiesteen en de maatschappijen leidt Inderdaad! Maar is dat erg? Verrichtte Michael Jackson extra inspanningen, elke keer dat Thriller verkocht werd? Hij had de songs toch al keurig opgenomen en zich mooi laten fotograferen? De enigen die zich inspanden waren de arbeiders in de platenfabriek, en het personeel van heel veel platenzaken – en de klanten zelf die in de rij moesten staan…

Waarom zou mega-verkoop hem automatisch extra inkomsten moeten leveren? Als een plaat zo populair is, heeft een artiest bovendien genoeg mogelijkheden voor extra inkomsten: populaire artiesten krijgen makkelijker grote optredens die veel opleveren. En, al zijn de prijzen van optredens absurd hoog, hier staat tenminste een echte nieuwe prestatie tegenover, en niet alleen de overdracht van een muziekbestand dat al bestond.

De enige extra inspanning wordt geleverd door de mensen die de platen moeten persen, inpakken en naar de platenzaak vervoeren. Die staan in loondienst, en een goede verkoop betekent – nogmaals, binnen déze maatschappij – dat het bedrijf ze makkelijk in dienst kan houdenen ze aardig kan betalen. Zíj doen meer werk bij meer verkoop. Jackson niet. Auteursrecht is extra betaling zonder dat daarvoor extra werk tegenover staat. Het is geen loon naar werk. Het is betaling vanwege bezít. Het is geen recht, maar een voorrecht. En wat mij betreft kan dat voorrecht weg.

En dit geldt nog honderd keer sterker als dit voorrecht berust bij eigenaars van auteursrecht die níét zelf het betreffende lied hebben geschreven: de muziekuitgeverijen en platenmaatschappijen. Dat die winst boeken op basis van de daadwerkelijke productie en distributie van CDs en zo, is erg genoeg, maar tot daar aan toe. Dat zij ook nog eens miljarden incasseren aan auteursrechten waar ze niets voor hebben gedáán, is een schande. Leve het vrije downloaden, en handen af van Pirate Bay.