Woody Guthrie honderd jaar jong

14 juli, 2012

zaterdag 14 juli 2012

Honderd jaar geleden werd Woody Guthrie geboren, in Okemah, Oklahoma. Zijn familie was rechts, naar verluidt zelfs racistisch. Hijzelf zou zich ontpoppen als linkse, sociaal bewogen liedjeszanger met een enorme invloed – op andere musici en via hen op heel veel andere mensen. Hij schreef liedjes, soms drie op één dag; hij zong ze, speelde er gitaar bij en soms mondharmonica. Als er één iemand is die model staat voor wat later bekend zou staan als singer-songwriter, dan is het wel Woody Guthrie. En meer dan zomaar een zinger-liedschrijver, was hij een zingende klassenstrijder. Lees de rest van dit artikel »


Muzikale winterslaap voorbij (intro)

14 april, 2012

zaterdag 14 april 2012

De halve winterslaap die ik afgelopen maanden op muzikaal gebied in zekere zin heb beleefd, ligt min of meer achter me. Komende maanden zal ik weer her en der optreden, en hopelijk wordt dat nog wat meer ook.

Voor het hele artikel van deze naam kun je terecht op het weblog peterstormzingt.wordpress.com.


Intussen, op mijn muziek-en-meer-weblog… over Franz Schubert

27 maart, 2012

woensdag 28 maart 2012

Inderdaad, rust op dit blog. maar achter de schermen wordt hard gewerkt. Intussen heb ik afgelopen weeklend op een ander blog van mij wat geschreven: “Franz Schubert, zo mooi…” Want dat is diens muziek: zo mooi… Binnenkort meer hier, en nog elders ook…


‘4’33: anarchie als hit

14 december, 2010

Wat een verademing was dat! Vier minuten en drieëndertig seconden rúst, stilte bijna, in het nationale kakelprogramma voor hoogopgeleiden en zij die zich hoogopgeleid willen voordoen, beter bekend als De Wereld Draait Door. Voor wie dat programma niet kent: de onderwerpen zijn er interessanter dan bij RTL Boulevard, maar dat laatste programma heeft minder pretenties en is daardoor sympathieker. Qua lawaaiige drukdoenerigheid is er amper verschil. Uiteraard kijkt ‘iedereen’ van mijn lezerskring wel eens naar De Wereld Draait Door, en ‘niemand’ naar RTL Boulevard

Ik ben amper met mijn stukje begonnen of ik ben al afgedwaald. Want hoezo, vier minuten en 33 seconden stilte in de uitzending? Welnu;  ‘4’33 is de titel van een stuk van componist John Cage. Het stuk beslaat dus precies die tijd, en bestaat uit… afwezigheid van gespeelde muziek. Het stuk dateert uit 1952. Als een orkest het uitvoert, dan zie je een dirigent voor het ebnsemble staan. Die geeft het begin aan, houdt de tijd in de gaten, en geeft na die ruim vierenhalve minuut het einde aan. De musici spelen intussen geen noot. Iets soortgelijks gebeurde nu, maar dan in de uitvoering voor piano solo! Reinbert de Leeuw, baanbreker van modern klassieke muziek, nam plaats achter het instrument, opende ne sloot af en toe de deksel – het stuk bestaat uit drie delen, en dat werd kennelijk aldus aangegeven – en na de 4:33 minuut gebaarde hij dat het was afgesloten.

Een hele aparte ervaring is zoiets. Mensen kijken, mompelen iets tegen elkaar, er is gegniffel bij zoiets maar ook geconcentreerde aandacht. Het is dan ook een werkelijk revolutionaire comositie die hier werd opgevoerd. Waar muziek als het ware georganiseerd geluid is, is voorgeschreven afwezigheid van gespeeld geluid een intense uitdaging, voor de luisteraars. Natuurlijk is er dan niet werkelijk ‘stilte’: er klinken altijd geluiden, zacht maar hoorbaar, er valt iets, iemand kucht, fluistert, schiet in de lach. Maar de componist heeft de greep op wat er klinkt welbewust lósgelaten; het geluid organiseert zichzelf, spontaan, ongestuurd. Dat ervaren is indringend, ontregelend ook. Het stuk afdoen als een grap, aandachttrekkerij van stuntman Cage, is een miskenning van waar hij mensen toe aanzet: aandacht voor het niets, voor de stilte, en voor het spontane gebeuren, wat dat gebeuren ook brengt.

Precies in die openheid voor het spontane, het ongestuurde, geeft John Cage blijk van een anarchistische kijk op zaken. Tegelijk zien we hier verwantschap met bepaalde Oosterse filosofiën, met name van het Taoisme, een stroming die van invloed was in het Zen-Boeddhisme waar Cage zich in kon vinden. In dat Taoisme is het idee erg centraal dat dingen beter gaan naarmate er minder wordt opgelegd, minder wordt gestuurd, laat staan afgedwongen. Dat valt op in één van de basisteksten ervan, het oeroude poëtische werk Tao Te King, ook wel Dao De jing genoemd.

Het leven is in de Taoistische levenskijk zoals die in dat werk kenbaar wordt, een stroom; pogingen om dat in een stramien te wringen leiden tot narigheid. Immers: “Door te handelen door niet-handelen heerst er vanzelf orde. Bezit en staatsbestuur verdienen wantrouwen: “Te verbouwen en te kweken; te verbouwen en niet in bezitt te nemen; te kweken en vrij te laten groeien; te leiden, maar niet te heersen; dit is de wonderlijke deugd.” Oude, en volgens velen wellicht oubollige wijsheid. Cage zag er kennelijk de actuele waarde gelukkig van in. Het is een filosofische voorloper van anarchistisch ideeëngoed.

Het anarchisme van Cage zelf is herkenbaar in een gedicht van hem. Dat opent – en ik vertaal het ghier niet – als volgt:“We don’t need government/we need utilities”. en verderop: “Nor do we have any need for the continuing division of people/ into those who have what they need/ and those who don’t”. En, in een pleidooi voor am rmoede als levensstijl dat veel maar lang niet alle anarchisten zullen delen, de slotregels: “We must make the world safe for poverty without dependency on government”. Iedeereen genoeg, niemand teveel of te weinig, en geen staat die ons dwingt, dat is hier het idee.

Dat juist dit revolutionaire muziekwerk, van deze anarchistische kunstenaar, zomaar in een veelbekeken TV-programma wordt opgevoerd, stemt toch vrolijk. En er is meer verheugends. Mensen zijn bezig dit werk naar de eerste plaats van de Britse Kerst-hitlijst te krijgen, zoals vorig jaar met een ander rebels muziekstuk, van Rage In The Machine, lukte. De Facebook-groep die hiermee bezig is noemt zich Cage in the Machine, en telt al 20.000 leden. Misschien zou Cage de strijd om een eerste plek, ook voor zijn eigen compositie, sowieso al afgewezen hebben als inbreuk op de spontane gang der gebeurtenissen, erkenning van hiërarchie of iets dergelijks. Dat zou voor hem pleiten. Maar als het lukte dat stuk van hem naar de top te krijgen zou ik dat evengoed wel erg leuk vinden.


Wareneconomie als slapstick

6 december, 2010

Alles is te koop. De meest bizarre bedragen worden neergelegd voor de meest banale voorwerpen. Vaak is dat abject. Soms is het voornamelijk absurd: de wareneconomie als slapstick. Even lachen tussendoor dan maar?

Dit: “Een handschoen die Michael Jackson in de jaren tachtig droeg tijdens zijn ‘bad’-toernee is zaterdag voor 33.000 euro geveild.” Worden handen extra warm door het feit dat de King of Pop zijn vingers erin heeft gehad?

En dit: “Een zijden onderbroek die Napoleon Bonaparte heeft gedragen tijdens zijn ballingschap op Sint Hel;ena, is zondag geveild voor 31.250 euro.” Is de gebruikswaarde van voornoemd stuk ondergoed toegenomen door het feit dat die aan een keizerlijk achterwerk heeft gezeten?

O, en dit: “De originele tekst van  ‘The Times they are A-Changing’  van Bob Dylan wordt op 10 december geveild in New York. De verwachting is dat de liedtekst twee- tot driehonderdduizend dollar (hondervijftig- tot 227 duizend euro) opbrengt.” Is het liedje zo veel mooier geworden dat de waarde ervan zo hoog is? Is het liedje mooier als het vanaf het originele (vermoedelijk trouwens nogal lastig leesbare) handschrift wordt gespeeld en gezongen?

En trouwens: wie zoveel geld uitgeeft voor zo’n tekst is belegger, geen fan, vermoed ik. Sowieso is het iemand die, vermoed ik, van de teksten van Dylan vrij weinig heeft binnengelaten. Dingen als  “Don’t follow leaders”, “Trust yourself” en zo nog het één en ander. Duidelijk iets anders dan in aanbidding neervallen voor het Grote Genie, en grif geld betalen voor  een stuk beschreven papier van neen liedje dat een liefhebber doorgaans gewoon uit het hoofd kent.


Allerlei protest tegen bezuinigingen, dingen om te dóén dus

26 november, 2010

Zo, afgelopen avond even ontspanning gehad, na overdag flink wat buitenlucht en lichaamsbeweging rond de TNT-stakersbijeenkomst waar ik al over schreef. ‘Ontspanning’ hield in: op bed liggen luisteren naar Radio Vier, de klassieke zender. Daardoor werd ik erg verwend werd: een concertopname uit Vredenburg, van de Zevende Symfonie van Ludwig van Beethoven. Laat dat nu net, in al zijn overdonderende felheid en melodieuze kracht, één van de mooiste stukken muziek zijn die ik ken. Dat was rechteaard genieten, van een mooie uitvoering ook nog, inm relatief hoog tempo maar zonder dat de helderheid en de dynamiek erdoor platgeslagen werd. Uitvoerenden waren het Radio Filharmonisch Orkest, onder leiding van Jaap van Zweden.

Over het Muziekcentrum van de Omroepen (MCO), waar dat Radio Filharmonisch Orkerst onder valt, ga ik het dus gheel eventjes hebben. Dat dreigt namelijk door Bruin I te worden wegbezuinigd, als onderdeel van de rancuneuze anti-cultuurpolitiek van dat kabinet. Dat deugt natuurlijk helemaal niet, en op Radio Vier hoor je dan ook bijna dagelijks beleefd-verontwaardigde uitspraken tegen dit beleid. Afgelopen avond ook weer: voorddat het orkest begon, traden de pianobroers Arthur en Lucas Jussen op. Lucas, de oudste van de twee, 17 jaar, deed voor hij aan Beethoven’s pianosonate Pathetique begon, een hele rustige oproep – zonder de regering en de bezuiningen zelfs maar te noemen – om de omroeporkesten te behouden. Op dat behoud kan je aandringen via de website van het MCO, waar je je naam en reactie kunt plaatssen onder de woorden: “Laat je horen! Voorkom opheffing van het muziekcentrum en steun onze musici”.  Ik heb dat zojuist gedaan, net als – als ik goed lees – inmiddels 45985 anderen vóór mij.

Ik weet het, zo’n internetactie oefent geen fysieke druk uit op de regering. Maar het draagt bij aan het om zich hene grijpend gegons tegen bezuinigiongsbeleid. Hoe groter het aantal mensen dat zulke oproepen steunt, hoe groter het gevoel dat aanzienlijke delen van de maatschappij zich tegen dat beleid aan het keren zijn. Dat geeft dan anderen – bijvoorboold mensen die daadwerkelijke druk aan het organiseren zijn – het gevoel dat ze in hun afwijzing van afbraak van cultuur en sociale verworvenheden niet alleen staan. En je kuint er je eigen boodschap  achterlaten – een boodschap die natuurlijk best iets verder kan gaan dan enkele noodzaak om het MCO voor cultuurvandalisme te behoeden…

Intussen is een andere groep begonnen in beweging te komen tegen bezuinigingen: studenten. De regering heeft bepaald dat studenten die niet binnen hun voorgeschreven studietijd hun studie afronden, 3000 euro collegegeld méér moeten gaan betalen (NRC, 26 november). Zo wordt de druk op studenten om álles op zij te zetten voor bnhun studie – en allerlei waardevolle zaken in het leven van oprgroeiende mensen weg te duwen –  verder opgevoerd. Slecht voor studenten, hun inkomens en hun vorming als vrijj en veelzijdig persoon. De instellingen waar de student met studievertraging zit, wordt ook gekort, met 3000 euro per student.

Het is deel van een beleid dat studenten en hoger onderwijs via bezuiniginge aanvalt. Tegen dat  beleid wordt inmiddels actie op touw gezet. Via Facebook circuleert intussen een oproep om komende maandag, 29 november naar het Plein in Den Haag te komen, onder het motto: “Laat ook jouw stem horen: geen verhoging collegegeld naar 500o euro, geen afschaffing van stufi voor masters!” Dat is dus breder dan specifiek de verhoging van collegegeld voor mensen met studievertraging. De oproep is te lezen op de website van Comite SOS, een studentenactiegroep. Op de Facebook-pagina, gemaakt door Jasper van Dijk, SP-Kamerlid – die hiermee zijn Kamerwerk veruit in de schaduw stelt trouwens – hebben intussen al 520 mensen aangegeven dat ze naar de actie komen. Krijgen we een opwekkend vleugje Londen in Den Haag?

Vóór we dat weten, is er eerst nog een andere actie, morgen. Dan vindt in de Brabanthallen in Den Bosch de actie “Armoede werkt niet” plaats, een manifestatie tegen mensen die een arbeidsbeperking hebben. Dat omvat bijvoorbeeld arbeiders in de sociale werkvoorziening en mensen met een Wajong-uitkering. Beide groepen zien harde bezuinigingen op zich af komen. De actie, een SP-initiatief, heeft een griezelig brede ondersteuning; FNV-voorzitter Jongerius en zelfs PvdA-baas Cohen zal de aanwezigen toe gaan spreken. Brrr.

Ik ga erheen – omdat ik solidariteit wil betonen met de mensen die het raakt, omdat de actie – hoe problematisch ook van top-down-partijpolitieke opzet ook – toch een stuk protest tegen het bezuinigingsbeleid is die van onderaf met inzet en woede versterkt dient te worden – en om hopelijk niet de enige te zijn die minstens tegen Cohen ‘boe’ gaat roepen. Ik ben niet vergeten hoe zijn partij in het vorige kabinet lustig meedeed met het verhogen van de pensioenleeftijd – om maar eens een asociaal voorbeeld te noemen. Nee, ik ben niet van die partij, en ik ben ook niet van de SP. Maar ik ben morgen in de Brabanthallen, net als hopelijk heel veel anderen, dus wel van de partij.


Schreeuwen om cultuur

22 november, 2010

Afgelopen zaterdag, 20 november, vond een belangrijke manifestatie van protest plaats: “Nederland schreeuwt om cultuur”. In een hele reeks steden gingen grote aantallen bezorgde en boze mensen de straat op, om te protesteren tegen de grove bezuinigingen die het bruine kabinet op de kunstsector loslaat.

DE actiedag bracht opvallend veel mensen op de been. De NRC sprak aanvankelijk van 75.000 deelnemers, de Volkskrant aanvankelijk ook. maar gaf wat later het bijgestelde, hogere cijfer: 100.000. Wanneer gingen er voor het laatst zoveel mensen op dezelfde dag in protest de straat op  tegen dezelfde wantoestand, als deel van hetzelfde actie-initiatief?

De actie vond in tal van steden plaats. NRC en Volkskrant noemen allebei 20.000 actievoerders inn het Leidseplein in Amsterdsam. Dat is de grootste politieke manifestatie in jaren. De NRC maakte bovendien melding van 35oo mensen in Utrecht, en van acties in Brabant, Arnhem en ook Venlo, waar enkele tientallen mensen eren doodskist rondsjouwden met de tekst: “Cultuur geeft kleur, bezuinigingen niet”.  Wilders, zo is bekend, komt uit Venlo, is er vóór bezuinigingen op cultuur, en in meer dan één opzicht nogal tegen kleur. Dat ook in zijn thuisbasis protest weerklonk, is tekenend.

Indymedia geeft veel meer informatie, met foto’s, over de diverse activiteiten die deel uitmaakten van “Nederland schreeuwt om cultuur”.  Wat feiten en cijfers daaruit: Maastricht, een plein bevolkt door betogers, met een spandoek: bezuinig op cultuur”. Actie in onder meer Rotterdam, Maastricht, Haarlem, Groningen, Deventer, met in Groningen – 600 mensen – en Maastricht ook veel mensen met fakkels in het donker, en in Haarlem onder meer een spandoek: “kunst korten = geen kunst”. Ook meer mooie leuzen op borden en spandoeken in Amsterdam: “Kunst is óók een dagelijke levensbehoefte”, en “als je het niet snapt, betekent dat nog niet dat het kut is”– met klein daaronder: “ook al is het dat soms wel”.

Allerlei Bekende Nederlanders spraken zich op podia en dergelijke tegen de bezuinigingen op cultuur uit. Ivo Niehe, niet bekend als linkse actievoerder of als hun vriend, presenteerde de zaak in Amsterdam. Er was ook wel linksere activiteit: de SP had juist op die dag 500 leden  op bezoek bij haar Tweede Kamerfractie. Die hebben de gelegenheid aangegrepen om in het Kamergebouw ook een flinke Schreeuw om Cultuur te laten horen.

De breedte van het protest – van linksradicalen via de SP tot en met een VVD-er als Bolkestein die in Amsterdam betogers toesprak – wijst op ene kract cht én op een zwakte van het protest. Brede, grootschalige deelname is een kracht, omdat het laat zien hoe smal het draagvlak voor dit stuk bezuinigingsbeleid is. Dat allerlei mensen die waraschijnlijk nooit eerder actie op straar hadden geveord, omgetwijfeld ook CDA- en VVD-stemmers, zich op deze manier laten horen, maakt de positie van het kabinet objectief zwakker.

Maar de deelname van vooral rechtse politici en opiniemakers is tegelijkertijd een zwakte. Neem bijvoorbeeld VVD-er Bolkestein, over wiens optreden Nu.nl schrijft. Hij vertelde zijn toehoorders: “Ik wil niet minder, maar meer geld voor cultuur. Dat wil ik financieren met geld uit ontwikkelingshulp.” Hij wil de bezuinigingen dus niet stoppen, maar domweg doorschuiven naar een andere sector. Niet alleen blijft daardoor de legitimiteit vanm bezuinigingsbeleid in het algemeen recht overeind. Hij zaait hiermee ook verdeeldheid. Gelukkig moesten veel aanwezigen niets van dit nare gestook hebben. De man werd flink uitgejoeld.

Het is de vraag hoe het verder gaat. Dat de actie op zichzelf de regering ertoe zal brengen van haar bvezuinigingsplannen af te zien, lijkt me erg onwaarschijnlijk. Dat zal meer en steviger pressie  vereisen, meer dan een massaal ondersteund maar toch voornamelijk symbolisch protest. Het zal ook inhoudelijke aanscherping vergen, en stellingname tegen geluiden als dat van Bolkestein, ingaan tegen andere systeembevestigende argumenten. Ik noem er een paar.

Er is bijvoorbeeld het strikt zakelijke argument van Ivo Niehe tegen de BTW-verhoging van prijzen voor optredens en dergelijke. “Er komen zoveel minder mensen naar voorstellingen dat er juist minder btw binnenkomt”, zei hij. Dat zou best kunnen. Maar het is gevaarlijk om zo te argumenteren.

In de eerste plaats: wat nu als het niet klopt, en als de BTW-verhoging de regering wél meer geld oplevert? Zijn we het er dan opeens toch mee eens? Ik denk dat we de financiële problemen zoals de regering die ziet niet op deze manier tot de onze moeten maken. Bovendien gaat het argument niet in tegen de rancune waardoor minstens de PVV in haar pleidooi voor bezuinigingen op cultuur gedreven wordt. Ook als het cultuurvandalisme van Wilders géén geld oplevert kan het voor hem een afrekening met een gehate ‘linkse hobby’ zijn. Goochelen met de mogelijke opbrengst vande BTW-verhoging is handig voor een culturele ondernemer als Ivo Niehe. Voor wie het werkelijk gaat om verdediging van kunst als waarde en kunstenaars als mensen die deze waarde inbrengen, is het een misplaatst argument.

Een ander argument dat op Radio Vier – de klassieke zender van de publieke omroep – veel te beluisteren valt, gaat ongeveer als volgt. Artiest, of artistiek directeur van muziekenseble, ondervraagd door presentator: “De bezuinigingen zijn schandelijk, ze breken alles wat met zoveel inzet en creativiteit tot stand is gebracht af.” Presentator: “Maar er moet toch gewoon bezuinigd worden in Nederland?” Geïnterviewde: “Ja, maar er wordt onevenredig veel en ondoordacht op onze sector bezuinigd…” De logica hier is: bezuinigen ja, maar niet op ons. Het is, meer uit kortzichtigheid dan uit de soort kwaadaardigfheid die Bolkestein ten beste geeft, erg verkeerd.

De kans om de hele logical van de bezuinigingen – een logica die álles wat sociaal en van waarde is bedreigt, ten bate van hogere winsten en verrijking van de winstmakers – af te wijzen, wordt hier gemist. De kans om steun en sympathie te werven onder groepen die weinig met bijvoorbeeld klassieke muziek hebben, maar zelf met ándere bezuinigingen te maken hebben, eveneens. Iemand in de bijstand, die weet dat de uitkering de komende jaren wegens bezuinigingsbeleid van Bruin I verder uitgehold zal worden, krijgt te horen van een artiest: “Bezuinigingen ja, maar niet bij ons”, en zou wel eens kunnen denken: “Oww? En wel bij mij dan?!” Veel animo om mee te doen aan een ‘schreeuw om cultuur’ zou zo’n iemand wel eens niet kunnen hebben op deze manier. Zo bouw je geen solidariteit, geen breed en effectief verzet.

Nu is er wel een onderscheid noodzakelijk. Dat onder de vele kunstenaars, muziekdocenten, studenten aan kunstopleidingen, docenten en aankomend docenten in het kunstonderwijs in het algemeen en kunstliefhebbers van de meest uiteenlopende achtergrond  die nu in beweging zijn gekomen, allerlei problematische opvattingen leven over de noodzaak van bezuiningen en dergelijke, is niet vreemd. Veel van deze mensen hebben geen of weinig actie-ervaring, hebben tot nu toe de gang van zaken in de maatschappij – inclusief de onvernmijdelijkheid van bezuinigingen – feitelijk geaccepteerd, en begínnen maar pas met onderdelen van die opvattingen te breken. Voor hun is dit een stap vooruit. Linkse mensen die wél de hele bezuinigingspolitiek afwijzen, kunnen het beste zij een zij met deze anderen staan wiens krietiek vooralsnog minder ver gaat, maar die beginnen de goede kant op te bewegen. En terwijl we samen actie voeren, leveren we dan zo constructief mogelijk, maar scherp waar nodig, onze radicale kritiek.

Heel anders dient onze houding te zijn tegen mensen als Bolkestein en Ivo Niehe. Zij zijn geen nieuwkomers in actieland, maar feitelijk tegenstanders. Zij pushen hun argumenten, niet omdat ze zich nog onvoldoende hebben losgemaakt van een orde de de cultuur aan het slopenslaat, maar omdat ze invloedrijk en welvarend deel van die orde uitmaken, een orde die ze accepteren en verdedigen. Hun houding en invloed brengt, indien niet voldoende tegengewerkt, de beginnende beweging op politiek dood spoor. Zij verdienen vanuit protesterende mensen, vanuit de basis van de culturele sector die in beweging is gekomen, dan ook krachtige tegenspraak.

Een radicaal geluid is dus nodig, net als trouwens ook radicaler organisatievormen. Tot nu toe was de organisatie van protest veelal in handen van gevestigde organisaties, cultuurinstellingen die hun plek verdedigen, ondernemers feitelijk ook, die hun opbrengst in gevaar zien komen door hogere BTW, hogere toegangsgelden en minder klandizie, en vakbonden die opkomen voor hun achterban. Precies het gevestigde karakter van organisatoren levert ook veel van de beperkte en beperkende argumentaties waar ik hierboven kritiek op leverde, vandaan. Dit karakter leidt ook tot de tot nu toe heel ‘keurige’ actievorm: samenkomen op een plein, goed geregisseerd een schereeuw aanheffen, luisteren naar sprekers en optredens – maar vrij weinig zelf dóén.

Om zowel actievorm als argumentaties aan te scherpen, zijn andere organisatievormen nodig. Het protest dient niet namens ons, maar boven alles door ons zelf, vormgegeven te worden. Dat vereist dat studenten op kunstinstellingen, musici en andere kunstenaars, personeel op kunstinstellingen en dergelijke, zelf samenkomen, zichzelf organiseren, en zelf met initiatieven komen voor activiteiten. Kunst en cultuur zijn te belangrijk om aan Freek de Jonge of Ivo Niehe over te laten – om over Frits Bolkestein nu maar even te zwijgen.

 


Bach op Overvecht

18 september, 2010

Orde en veiligheid zullen ongetwijfeld wachtwoorden worden in de komende kabinetsperiode. Inmiddels is al naar buiten gekomen dat Bruin I in wording het al eens is over 3000 politieagenten erbij, minimumstraffen en andere repressieve treurigheid. Maar ook uit andere dingen valt een, vaak nogal bespottelijke, harde lijn op te maken.

Zo komen er bijvoorbeeld hogere boetes op verkeersovertredingen. Die gaan met 15 procent omhoog. Dat heet het huidige kabinet nog maar eventjes besloten. Natuurlijk heeft dat een nobel doel: de verkeersveiligheid vergroten, aldus minister Hirsch Ballin. Het NOS-bericht over de verhoging meldt echter ook: “met de maatrregel hoopt het kabinet 50 miljoen binnen te halen.” Dat is lekker tegenstrijdig. Hogere boetes om de verkeersveiligheid te verhogen – dat idee gaat uit dat de boetes zo afschrikwekkend zijn dat mensen meer hun best doen om geen overtredingen te begaan. Als dat wérkt, dan daalt het aantal overtredingen, en dan komt er geen extra 50 miljoen binnen. Als de regering toch op zo’n opbrengst rekent, dan gelooft ze blijkbaar niet erg in haar eigen afschrik-verhaal. Dan behandelt ze boetes eerder als melkkoe, als lastenverzwaring. Ik zie het dan ook al gebeuren dat een minister bij NOVA komt klagen dat er te weinig boete-opbrengsten zijn, en dat daarom mensen verplicht worden tot het plegen van minimaal vier verkeersovertredingen per jaar als persoonlijke inzet van iedere burger tegen het begrotingstekort. Met malloten aan de macht kun je alles verwachten.

Maar er is meer gaande in dit Land van Angst en Walging, het Koninkrijk van de Nederlanderigheid. In Utrecht gaat het gevoel van onveiligheid op station Overvecht bestreden worden door de inzet van Johann Sebastian Bach. Leeft die componist dan nog? Nee, dat niet, maar zijn prachtige muziek gelukkig wel. Welnu, het Gezag misbruikt nu die muziek om haar orde te handhaven. Lees en wordt bevangen door sidderingen en/ of lachstuipen: “Na een korte proef met klassieke muziek op station Gouda willen Prorail en NS  met een uitgebreide proef op dit station bekijken of reizigers zich veiliger voelen als er Bach klinkt. Wellicht zoeken jongeren dan een andere plek, zo is de gedachte.”

Het idee vervult me met diepe woede en weerzin, om twee redenen. het voornemen is beledigend voor die zogeheten ‘hangjongeren’. En het idee is misbruik van artiestieke kracht, van kunst, van mooie muziek. Ik vind dat liefhebbers van klassieke muziek – naast en temidden van alle andere verstandige en solidaire mensen die er nog rondlopen in dit gekgeworden land – hiertegen in het geweer zouden moeten komen.

Eerst over die hangjongeren zelf – een criminaliserende code voor jonge mensen die zich vervelen, samenkomen in de openbare ruimte – als het goed is ook hún ruimte! – zich een beetje proberen te vermaken met nauwelijks geld en veel lege tijd om handen, en zonder twijfel daarbij wel eens ergernis van anderen op wekken. Het idee om die weg te jagen met de Brandenburgse Concerten, de Goldberg-variaties of de prachtige Cello-suites gaat er van uit dat hangjongeren wel een hekel aan die muziek zullen hebben. Niet alleen verstoort die lastige jeugd ‘ons’ station, het zijn ook nog een cultuurbarbaren die ‘onze muziek’ niet weten te, ahum, ‘appreciëren’ (‘waarderen’ is een woord dat door mensen die met dit soort snobisme vergiftigd zijn wellicht niet begrijpen).

Het trieste is dat dit in veel gevallen nog zal kloppen ook. Vertrouwdheid met klassieke muziek – en daardoor de kans om het te leren waarderen – vind je onder mensen in villawijken – die zich een piano kunnen veroorloven, en muziekles voor hun kinderen kunnen betalen – waarschijnlijk meer dan in achterstandsbuurten. En ik vermoed dat hangjongeren niet uitsluitend, maar wel vaak, armer zijn. Rijke jongeren hebben het geld wel om de verveling te verdrijven. Die hoeven dat niet op het buitengewoon treurige Utrecht Overvecht te gaan doen.

Dat wil echter helemaal niet zeggen dat jonge mensen met armere ouders niet ontvankelijk kunnen zijn voor bijvoorbeeld Bach. En zelfs al vinden veel van die jongeren Bach niet uitgesproken mooi, het idee dat ze ervoor op de vlucht slaan is ook een beetje gek. Achtergrondgeluid – en zó zal het overkomen op mensen die weinig met deze muziek kunnen – is zeer wijdverbreid in deze stedelijke maatschappij. Ik geloof niet dat mensen die dat van jongsafaan gewend zijn, de benen nemen als de achtergrondklanken opeens uit  orkestsuites van Bach blijkt te bestaan. De mensen die dit alles hebben bedacht beledigen hangjongeren niet alleen; ze onderschatten deze jongeren ook.

Intussen wordt ook arme Bach – die zich niet kan verweren – misbruikt, en feitelijk geldt dit ook voor muziek als zodanig. Bach maakte muziek met de bedoeling dat mensen er naar luisterden, en dat musici er zelf plezier aan zouden beleven. Een deel van zijn muziek is duidelijk als verstrooiing, als amusement bedoeld, bij adelijke feesten en dergelijke. De Brandenburgse Concerten zijn bijvoorbeeld duidelijk een soort feestmuziek. Een groot deel van zijn muziek is bedoeld om de ziel te raken en in contact te helpen komen me diepere waarden, in de vorm van religie. Zijn talloze cantates – zangstukken van pakweg een kwartier, voor elke kerkdienst in de week een andere, zeker een vol jaar lang – en zijn fameuze Mattheuspassion, vallen daaronder.

Een deel was lesmuziek, voor zijn dochter bijvoorbeeld: het Notenboek voor de kleine Magdalena. Een deel waren diepzinnige verkenningen van muzikale mogelijkheden, grensverleggende experimenten. Dat geldt voor het Wohltemperierte Klavier, een reeks stukken in alle gangbare toonsoorten waarbinnen dan eindeloos wordt gevariëerd met door elkaar geweven meerstemmigheid. En een deel is kennelijk bedoeld om instrumenten en hun bespelers te laten schitteren in muziek die, vast naast verheerlijking van het Hogere, vooral gewoon móói moest wezen. Daar valt heel veel onder, maar voor mij springt één van zijn dubbelconcerten, voor twee violen en orkest, er echt uit.

Maar één motief ben ik in de muziek van Bach (of Beethoven, of welke andere echte muziekmaker ook) niet tegengekomen. En dat is het motief om met muziek jongelui te treiteren en weg te pesten. Wie daartoe Bach wil inzetten, die laat daarmee pas echt zien wat voor cultuurbarbaar hij of zij is. Wat Bach daar zelf van gevonden zou hebben valt moeilijk te zeggen. Maar hij was op zijn manier een voorbeeldige dwarsligger. Hij heeft ooit een maandje in de cel doorgebracht omdat zijn baas het niet goed vond dat Bach ontslag genomen had. Nee, onbeperkt gezagsgetrouw was Bach bepaald niet, hij was een beetje ondeugend. Ik heb daar al eerder wat over geschreven, naar aanleiding van een eerder pogingen om klassieke muziek als jeugd-pesterij te misbruiken.

Ik stel dan ook voor dat, als het Gezag oorlog wil voeren met tot ‘hangjongeren’ uitgeroepen jeugdige mensen, het gezag dat openlijk doet, gewoon met ouderwetse agenten met knuppels, helmen en schilden. Moge het Gezag die oorlog dan glorieus verliezen ook. En wat zou ik dan een plezier hebben als die ‘hangjeugd’, na een keer verdreven te zijn, de volgende dag in tien keer zo groter aantallen terug zou keren, de getto-blasters in de aanslag, en dan snérpend hard de Kunst der Fuge van good old Johan Sebastian Bach door het desolate station laten schallen, daarmee de ME verregaand in verwarring brengend – om die ME vervolgens de Utrechtse grachten in te drijven.


Wat doet een oorlogsmisdadiger op Lowlands?

19 augustus, 2010

Zojuist vloog er een bizar tafereel door mijn geest. Het speelde zich af op het Woodstock festival in 1969, dat grootse muziekgebeuren met artiesten als Jimi Hendrix, Janis Joplin, Crosby, Stills & Nash en noem ze allemaal maar op. De ban-de-bom-tekens waren alom zichtbaar, de sfeer was, in alle regenechtigheid die het terrein had getroffen, over het algemeen prima. En toen gebeurde het: Country Joe and the Fish hadden hun prachtige lied tegen de Vietnamoorlog zojuist beëindigd, toen er – en hier begint mijn fantasie – op het podium een geüniformeerde gestalte verscheen.

Wie was het? het was niet te zien, tenzij je vlak vooraan stond. Uit de luidsprekers klonk echter zijn naam. “Ladies and gentlemen, mag ik jullie aandacht voor…. generaal Westmoreland, topot voor kort de bevelhebber van onze dappere troepen in Vietnam. Hij komt ons iets vertellen over de rol van de jeugd in de strijd vboor de waarden van het Vrije Westen. Een hartelijk applaus graag!”

Zie je het voor je? Uitvoerder van een misdadige oorlog – toen al honderdduizenden Vietnamese en tienduizenden Amerikaanse doden, en het drama zou zich nog jaren voortslepen – die mensen toespreekt die in steeds groteren getale zich tegen die oorlog keerden? Je kunt erover twisten of de man gewoon zou zijn  uitgejouwd, of dat mensen de moeite zouden hebben genomen om daadwerkelijk het podium te bestormen. Misschien was de man wel door een immense group hug van de massaal aanwezige Love Generation verpletterd. Dat het een interessant incicdent zou zijn geweest, lijkt me echter duidelijk.

Nu is het bezoek aan Woodstock door genoemde genocidale generaal fantasie. Maar de gedachte werd getriggerd door de werkelijkheid, om precies te zijn door een recent bericht op het nieuws. Vanavond stromen mensen naar het Lowlands-festival dat morgen van start gata. En wie zal zaterdag op dat festival de troepen, pardon, de festivalbezoekers toespreken? Generaal Peter van Uhm, bevelhebber van de Nederlandse troepen. “Hij zal er praten over de rol die jonge militairen hebben in het buitenlandbeleid”, zo lees ik in Het Parool nadat ik even op internet naar bevestiging van het bizarre bericht ben gaan zoeken.

Over die rol van jonge soldaten is trouwens weinig te melden, lijkt me: de rol van jonge soldasten, in elk buitenlandbeleid, is te doden en te sterven voor wat doorgaans veel oudere mensen, doorgaans mannen, in hoofdkantoren en ministeries hebben verzonnen. Mocht er tussendoor tijd en gelegenheid zijn voor PR-projecten, een schooltje hier, een weggetje daar, dan is dat meegenomen. Voor dat inzicht hebben we geen generaal en geen toespraak nodig.

Laten we duidelijk zijn over wat hier gaat gebeuren. Enkele tienduizenden mensen die een leuk weekend gaan hebben, worden getracteerd op een PR-praatje van één van Nederlands grotere misdadigers. De oorlog die het Westen tegen Afghanistan voert, is immers misdadig, evenals de koloniale bezetting waar Nederlandse troepen zo lang aan hebben meegedaan en op kleine schaal nog steeds meedoen.

Hoe misdadig die oorlog is, wordt nog eens bevestigd – niet onthuld, oplettende nieuwsvolgers wisten het al – door documentatie die Wikileaks naar buiten heeft gebracht. Burgerdoden door Westerse militairen, pogingen om dat buiten beeld te houden, ze maken deel uit van het klassieke plaatje dat in Vietnam ook al zichtbaar was. Aanvoerder van de Nederlandse troepen in de laatste jaren, en daarmee oorlogsmisdadiger van formaat: Peter van Uhm. Hopelijk zijn er alerte festivalbezoekers die de generaal op passende wijze van een antimilitaristisch, oorlogsvijandig en aansprekend antwoord zullen voorzien.


Johann Sebastian Bach is geen politieman

26 maart, 2010

Boodschap aan winkeliersvereniging in Dieren: Johann Sebastian Bach is een componist van prachtige muziek. Hij is geen politieman. Zijn muziek gebruiken als methode om orde en rust in de winkels te handhaven is obsceen. Hetzelfde geldt voor het gebruik van muziek van Beethoven en andere klassieke componisten.

Waar gaat het over? In Dieren is een winkelcentrum. In dat winkelcentrum komen soms jongeren, en sommige van die jongeren doen vervelend. Er verschijnt dan graffiti, en soms laten jongens hun broek naar beneden om hun achterste te laten zien, om winkelpersoneel zo te treiteren. Eris ook sprake ven vernieling, er wordt ook gestolen, jawel. Niet leuk, inderdaad. Het leven van veel van deze jonge mensen  – “De groep bestaat in hoofdzaak uit jongeren van buitenlandse herkomst”, zo meldt de voorzitter van de winkeliersvereniging, alsof herkomst relevant is hier – is, met beroerd onderwijs, beroerde vooruitzichten op een behoorlijke baan, en met verveling  en uitsluiting als vast  patroon, is ook niet zo leuk. Dat rechtvaardigt niets, maar verklaart wel iets.

Nu heeft een genie bedacht om de jongeren daar weg te houden – door de klassieke zender Radio Vier in de winkel aan te zetten! Dat moet de jongelui blijkbaar afschrikken. Wie van hip hop houdt, kan kennelijk onmogelijk van Beethoven en Bach genieten, en zal dus wel wegblijven als muziek van zulke componisten wordt gedraaid. Dat is de redenering blijkbaar. De redenering is racistisch. De redenering verraadt een neerbuigend gebrek aan respect voor jonge mensen. De redenering is ook nog eens een vorm van cultuurbarbarij, een geweldig middel om mensen  een actieve weerzin van klassieke muziek in te boezemen.

De redenering is racistisch: er wordt kennelijk van uitgegaan dat de jongelui waar het om gaat wel niet van Westerse klassieke muziek zullen houden. De redenering is respectloos naar jongeren: er wordt van uitgegaan dat jonge mensen alleen van stampende dansmuziek en dergelijke houden, en weglopen bij de eerste melodieuze klank zonder slagwerk eronder. Beide redenen zijn al voldende om onmiddellijk met deze flauwekul te stoppen. Hoe een vrije maatschappij wél met zogeheten hangjongeren en eventuele overlast moet omgaan?  Ik heb geeneens zín om daar nu op in te gaan. Het is voor een andere keer.

Er is namelijk nog iets diepgaand mis met het hele idee. Het is misbruik van deze muziek, en van de makers ervan die er niet eens meer tegen kunnen protesteren. Klassieke muziek gaat, net als andere muziek – van rap tot jazz en punk en alles – over creativiteit, om het uiten van iets diepgaands in de menselijke persoon. Klassieke muziek kan genóten worden, en verdíént dat ook, net als andere muzieksoorten. Dat kan alleen in vrijheid. Mensen dwingen naar Bach te luisteren betekent: mensen Bach door de strot duwen. Dat is dé manier om mensen een diepe weerzin van Bach bij te brengen. Iedereen die het luisteren naar Bach een verrijking vindt, zou dan ook de winkeliersvereniging met klem moeten oproepen de utzendingen van Radio Vier in hun winkel te staken.

Hoe ongerijmd misplaatst het uitzenden van zulke muziek voor repressieve doeleinden is, wordt extra duidelijk als we ons eens een klein beetje verdiepen in – bijvoorbeeld – Bach. De man leefde van 1685 tot 1750. Hij werkte in allerlei posities: organist hier, kapelmeester aan een hof van één of andere prins daar. Hij werd daar vaak zeer behoorlijk voor betaald. Hij was dus als het ware een soort muziek-ambtenaar. Maar –  zoals kunstenaars wel vaker zijn – hij was ook een heel eigenzinnig, dwars persoon, qua mentaliteit waarschijnlijk nauwer verwant aan de gemiddelde hangjongere dan aan de gemiddelde voorzitter van winkeliersverenigingen.

Bach deed zijn muzikale werk – muziek-ensembles leiden, orgel spelen in de Lutherse kerkdienst, en vooralook veel muziekstukken schrijven in dit kader – met inzet en liefde. Van veel aandacht voor de omliggende maatschappij met haar onvrijheid en ongelijkheid is bij Bach weinig te bespeuren, het zou nzin zijn om hem met tr erugwerkende kracht tot een soort van politiek revolutionair te maken. Rebels was hij echter wel. 

Hij nam  zijn muzikale werk serieus, en hij wilde dat werk goed kunnen doen. Als dat naar zijn mening niet ging, dan stond hij op zijn strepen en kreeg je een stevige aanvaring. Zo vertikte hij het eens om met een koor in Arnstadt, waar hij toen werkte, samen te werken dat volgens hem niet goed genoeg was. Vermaningen van hogerhand kregen soms pas maanden later antwoord van hem. Toen hij kritek kreeg dat zijn orgelspel te lang en ingewikkeld was, ging hij expres veel te kórte orgenl-inleidingen spellen. Dat soort grappen. Hij kreeg ook eens ruzie met een student die hij niet goed vond en. Die student ging Bach te lijf omdat die hem beledigd zou hebben. Bach verweerde zich, met een degen. Wie hier ‘gelijk had’? Daar gaat het me nu even niet om; Bach betoonde zich een dwarsligger, en overlastpleger als het ware. Dáár gaat het me om.

Hij betaalde daar soms een prijs voor ook. Zo belandde hij aan het eind van een werkperiode in Weimar ooit een maand in de cel. Waarom? Hij had ontslag genomen, hij had het gezien op zijn werkplek aan het hof ter plekke – en dat vond de vorst waar hij bij in dienst stond, niet goed! Het tekent de verhoudingen destijds. Tegenwoordig kom je in botsing als je baas jou ontslaat. Destijds kwam je in moeilijkheden als jij een beetje vrijheid nam om zelf een betere werkplek te zoeken.

Bach was – zo wordt duidelijk – niet alleen een groot musicus en componist. hij was ook een man die weinig moest hebben van allerlei opgelegde autoriteit. Hij heeft misschien wel meer gemeen met sommige van de dwarse jongeren die door winkeliers in Dieren zo’n beetje tot Het Grote Probleem  worden verheven. Dat juist muziek van hm, en van die andere creatieve dwarsligger, Beethoven, gebruikt wordt als politiemaatregel, als ordehandhaving, is daarom des te verfoeilijker.