Gore Vidal (1925-2012): nostalgische radicaal, heerlijke dwarse man

4 augustus, 2012

zaterdag 4 augustus 2012

Gore Vidal, Amerikaans dissident en schrijver, is enkele dagen geleden overleden. Het is de moeite waard om toch een moment stil te staan bij de aanzienlijke literaire maar vooral maatschappelijke waarde van zijn werk. Weinigen konden in kortere zinnen scherpere observaties doen over de maatschappij. Weinigen hadden een scherper oog voor de wanstaltigheden die bedreven werden door Amerika ’s elite – een elite waar Vidal door familiebanden mee verbonden was. Tot de kern van het probleem raakten zijn observaties vaak niet. Maar hij kwam een heel eind. En het kennisnemen van zijn proza is een genoegen. Lees de rest van dit artikel »


Weigerminister, 12 september en Gay Pride

3 augustus, 2012

vrijdag 3 augustus 2012

Al geruime tijd voert het demissionaire kabinet een achterhoedegevecht om de weigerambtenaar te redden. Vooraan in die strijd staat weigerminister Spies. Het gevecht laat twee dingen zien. Homofobie, verankerd in wetten en instituties en verdedigd door op andere punten verstandige mensen, is helaas springlevend. En de parlementaire democratie is, in eigen termen, een farce. Lees de rest van dit artikel »


Lang leve Gerrit Komrij (1944-2012)

10 juli, 2012

woensdag 11 juli 2012

Het gebeurt vaker, te vaak eigenlijk. Iemand sterft, en pas daarna ontdek je hoeveel waardering die iemand eigenlijk verdient. Dat geldt ook nu weer, nu Gerrit Komrij- dichter, essayist, bloemlezer en hoogst ouderwetse dwarsligger – is overleden. Om meer dat één reden was hij van belang, als literator en als opmerkelijk mens. Lees de rest van dit artikel »


Obama, homohuwelijk en de (on)zin van dankbaarheid

12 mei, 2012

zaterdag 12 mei 2012

President Obama heeft afgelopen dagen gezegd wat ieder weldenkend mens allang vond: mensen van hetzelfde geslacht moeten met elkaar kunnen trouwen als zij dat willen. Er is wat hem betreft geen probleem meer met het zogeheten homohuwelijk. Hier en daar zeggen mensen echter dankjewel tegen de president voor deze ‘mijlpaal’. Voor zulke mensen komt alle zegen kennelijk nog steeds vooral van boven. Ik vind dat kruiperige onzin. Lees de rest van dit artikel »


Achter het misbruikschandaal van de katholieke kerk

20 december, 2011

dinsdag 20 december

Het rapport-Deetman over seksueel misbruik in de kathiolieke kerk en haar instellingen is inmiddels al weer vijf dagen in de openbaarheid. Mensen zijn alweer volop bezig methet tot beperkte proporties terugbrengen van de verschrikkingen die in het rapport worden besproken. Hoofdpunt voor politici is momenteel: kunnen daders alsnog vervolgd worden? Slachtoffers dringen erop aan dat de verjaring van de misdrijven die tegen hen zijn begaan wordt afgeschaft. Het zijn geen onbeduidende punten. Maar ze maken van het schandaal een reeks afzsonderlijke strafbare feiten die afzonderlijk moeten worden aangepakt. Het grootschalige, systematische, en niet door het strafrecht oplosbare karakter van de wandaden raken hiermee op de achtergrond. Maar precies de systematiek, het institutionele karakter van de gwelddadigheid verdienen de groots mogelijke aandacht, willen we er althans aan bijdragen dat dit soort dingen in de toekomst op zijn minst drastisch worden teruggedrongen. Lees de rest van dit artikel »


Dág tegen homofobie

16 mei, 2011

maandag 16 mei

Een dag tegen dit, een dag voor dat, voor wie oplet is er elke dag wat. Zo is het morgen de Internationale Dag tegen Homofobie. Ik wist dat ook niet, ook al ben ik erkend, gediplomeerd en praktiserend homo. Maar een opiniestuk van Sophie in ’t Veld en Pia Dijkstra, allebei D 66, de één tweede Kamerlid, de ander Europarlementariër, wees mij op dit opmerkelijke feit. Het artikel wijst op reeksen voorbeelden van ongelijke behandeling van homo’s, lesbo’s en transgenders in vergelijking met hetero’s. Het artikel wijst erop dat er nog veel te doen is voordat homofobie en de bijbehorende ongelijke behandeling tot het verleden behoort. De beide parlementariërs hebben daarin gelijk. Maar hun oproep aan de gevestigde politiek voor emancipatorisch beleid is voor een flink deel verkeerd gericht. Dat is echter niet de enige reden dat het artikel gemengde gevoelens bij mij oproept.

Lees de rest van dit artikel »


‘Don’t ask, don’t tell’ eindelijk weg

24 december, 2010

President Bu… uhh Obama heeft deze week zijn handtekening gezet, het Congres had in meerderheid groen licht gegeven: ‘Don’t ask, don’t tell’ is niet meer, lesbo’s en homo’s mogen nu deel uitmaken van het Amerikaanse militaire apparaat en hoeven huhn seksuele oriëntatie niet meer verborgen te houden. Het is een welkome stap vooruit naar gelijke rechten van mensen, welke seksuele voorkeur ze ook hebben. Maar het is misplaatst om enkel in gejuich uit te barsten, en al helemaal om de argumenten voor het gejuich kritiekloos van echo en galm te voorzien.

Het beleid dat onder de naam ‘Don’t ask, don’t tell’ bekend stond, was een verschrikking. Wie openlijk voorkeur had voor iemand van hetzelfde geslachtr, mocht geen militair worden. Wie militair was en een homoseksuele voorkeur had, moest dioe verborgen houden op straffe van ontslag uit dienst. Het was doodgewoon discriminatie. Sinds de invoering ervan in 1993, onder die andere progressieve g held, Bill Clinton, zijn langs deze weg 13.500 militairen gedwongen de dienst te verlaten.

Deze uitsluiting was van dezelfde orde als het feit dat in het grootste deel van de VS homoseksuele stellen nog steeds buitengesloten worden van het huwelijk. Als in twee van de pilaren van de gevestigde maatschappij, leger en huwelijk, lesbo’s en homo’s worden buitengesloten, dan is dat een boodschap aan lesbo’s en homo’s. Die boodschap is: jullie zijn tweederangsburgers, jullie zijn minder waard dan de rest. Toegang tot het huwelijk en het leger op gelijkwaardige basis is een doodgewone eis tot gelijke rechten, en in die specifieke zin een stap vooruit.

Er zijn linkse activisten voor homo-bevrijding die dit relativeren met als argument: het huwelijk is een verwerpelijk burgerlijk instituut, en het leger is helemaal een militaristisch fout verschijnsel. Waarom is toegang tot zulke foute instellingen dan progressief? Het antwoord is niet zo moeiilijk. Ja, beide instellkingen mogen wat mij betreft verdwijnen, met de maatschappelijke orde waar het wezenlijke onderdelen van zijn. Maar zoláng ze er zijn, gaat er een uitstraling van uit die niet te miskennen is. Wat daar gebeurt heeft zijn weerslag op de hele maatschappij. Als dáár geen gelijke rechten voor hetero- en homoseksuele voorkeuren gelden, dan kan elke homofoob daarnaar verwijzen om lesbo’s en homo’s ook elders de deur te wijzen. Je hoeft het militaire apparaat of het huwelijk niet te ondersteunen om tóch te vinden dat, zolang die instututies bestaan, iedereen ongeacht seksualiteit er deel van moet kunnen uuitmaken als zij of hij dat wil. Om maar eens een vergelijking te maken: ik wil een wereld zonder grenzen, een wereld waar paspoorten overbodige onzin zijn. Maar dat wil toch niet zeggen dat het ons koud laatals bepaalde bevolkingsgroepen wél een paspoort kunnen krijgen en andere groepen niet?

De mogelijkheid om openlijk als lesbo of homo militair te worden, is dus een stap voorwaarts. maar daarmee verdwijnt niets van de noodzakelijke kritiek op het militaire apparaat. We dienen ons dan ook jkrachtig afg te zetten tegen sommige van de uitspraken waarmee de afschaffing van ‘don’t ask don’t tell’ begroet of bepleit zijn. Hier hebben we admiraal Mullen, in een weergave van de NRC. Deze opermilitair “sprak van een goede beslissing. Volgens hem wordt het leger van Amerika sterker door het toelaten van openlijke homoseksuelen en lesbiennes.” Welnu, dat is precies géén goede reden. Hoe zwakker het Amerikaanse leger is, hoe beter, en als afschaffing van ‘don’t ask, don’t tell’ het leger versterkt dan is dat eerder een argument tégen die afschaffing dan ervoor. In werkelijkheid gáát het helemaal niet om de vraag of deze maatregel het leger versterkt of verzwakt. Het progressieve – het énige progressieve! – eraan is dat het een vorm van discriminatie opdoekt, en daardoor bijdraagt aan de afbraak van homodiscriminatie sowieso.

Veel juichkreten over het schrappen van ‘don’t ask, don’t tell’ bestaan deels uit het aanprijzen van de stap als een overwinning van president Bu… pardon, Obama. Trouw schildert hoe president Obama, kort geleden nog aangeslagen door de verkiezingsoverwinning van de Republikeinen, weer “het initiatief terug heeft.” De toelating van homo’s en lesbo’s in het leger is van die comeback dan een voorbeeld. Het schrappan van ‘Don’t ask, don’t tell’ is in deze beeldvorming dus Obama’s overwinning.

Daar zijn meerdere dingen over te zeggen. In de eerste plaats is de strijd tegen de uuitsluiting van homo’s en lesbo’s uit het leger een strijd die al lang bezig is. In de allereerste plaats activisten voor homo-rechten – lesbo’s homo’s, bi’s, transgenders,  solidaire hetero’s hebben zich daarvoor ingezet, jaar in, jaar uit. Hún komen allereerst de felicitaties toe, niet een president die op het gebied van homorechten sowieso maar net komt kijken. Obama hier als overwinnaar uitroepen omdat hij het laatste zetje gaf, is net zo slim als een conducteur die op een vertrekkende trein springt, prijzen – alsof het fluitje de trein in beweging bracht, en niet de handelingen van de machinist.

Bovendien: voorzover deze progressieve maatregel afstraalt op Obama, voorzover hij eer mee inlegt, krediet uit wint, is dat slécht nieuws en geen goed nieuws. Deze president gebruikt immers zijn krediet voor een beleid dat asociaal en levensgevaarlijk is. Meer krediet voor Obama betekent dat hij zich sterkerd v zal voelen om datgene te doen wat zijn presidentschap typeert. dat wil zeggen: hij zal zich sterker voelen om onbemenste satelietten met dodelijke lading op Pakistan te gooien, om de oorlog in Afghanistan met toenemende hardheid door te voeren – hele dorpen schoonvegen op zoek naar explosieven is daarvan een voorbeeld – en ga zo maar door. Een sterkere Obama is ene Obama die des te makelijke doorgaat met zijn oorlogsmisdadigheden.

Het schrappen van ‘don’t ask, don’t tell’is ene waradevolle stap in de goede richting. Maar als militair apparaat en president Obama er sterker van worden, dan zijn dit hoogst ongewenste bij-effecten ervan. Ik sluit me dan ook graag aan bij de woorden van Medea Benjamin: “Aan de homo-gemeenschap: nu je het leger in kunt – doe het niet!”


Kerk, misbruik, homoseksualiteit en actie

2 maart, 2010

Waar de katholieke geestelijkheid de baas is, daar heersen seksuele onderdrukking en machtsmisbruik. Dat is geen nieuws, dat is zo oud als de kerk van Rome. De laatste weken zien we daar twee stuitende voorbeelden van: de brichten van seksueel misbruik in een katholiek  jongensinternaat in ‘s  Heerenberg, en de weigering van een pastoor om de hostie ut te delen aan een homoseksuele kerkganger in Reusel, gelukkig gevolgd door voortdurende protest .

Ogenschijnlijk gaat het om bijna tegenovergstelde zaken. In het jongensinternaat in ’s Heerenberg is sprake van gedwongen seksueel contact tussen paters en jonge jongens, tussen mensen van hetzelfde geslacht dus.  In de kerk in Reusel werd seksualiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht juist met botheid veroordeeld en bestraft, een straf die in Den Bosch afgelopen zondag nog eens werd herhaald door de geestelijke die zei dat de communie voorbehouden moest blijven voor mensen die de juiste seksualiteitsbeleving hadden. Dat betekende: een hetero-seksbeleving. Terecht beschouden homoseksuele kerkgangers en hun sympathisanten, die uit protest zeer zichtbaar aanwezig waren, dit als een homovijandige provocatie, en verlieten ze daarom de kerkdienst.

Achter de tegenstrijdigheid tussen de twee schandalen gaat echter een grote overeenkomst schuil: misbruik van macht, gecombineerd met seksuele verkramping, verminking en repressie. Dat speelt overduidelijk in het misbruik in het jongensinternaat. Dit past in een internationaal patroon, al lang horen we schokkende berichten uit Ierland, en onlangs ook uit Duitsland, over soortgelijk, jarenlang misbruik. Dat zoiets ook in Nederland speelde behoeft dan ook geen verbazing: het past geheel in het soort instituut waar dit plaatsvond.

De eerste verklaring voor zoiets heeft weinig met katholicisme en geestelijkheid te maken, en is doodsimpel. Zet een groep kwetsbare mensen in een omgeving waar ze aan de zorg en het toezicht van anderen zijn overgeleverd, en je hebt een enorm machtsverschil. Kinderen die onder de totale mcht van volwassenen vallen, lopen sowieso al risico. Sluit de omgeving af van de buitenwereld, zodat niemand kan zien wat er gebeurt, en het risico wordt groter. Geef de volwassenen een enorme status van weldoener, praat de kinderen aan dat ze enorme dankbaarheid verschuldigd zijn aan die volwassenen, dan zijn de kinderen daarmee vrijwel vogelvrij geworden voor wat die volwassenen willen.

Machtsmisbruik is doodgewoon ingebouwd in afgesloten instellingen waarin kinderen aan het  toezicht van volwassenen zijn overgeleverd. Dat volwassenen akelige dingen doen met kinderen in internaten, vloeit voort uit deze, totalitaire, situatie. Een aangrijpend beeld van wat er dan kan gebeuren krijg je in de bloedstollend mooie beklemmende tweedelige film “The Boys of St Vincent”, over soortgelijke gebeurtenissen in Canada.

De officiële opvttingen van de katholieke kerk over seksualiteit maken het gevaar nog groter. In die opvatting is seks er om kinderen te krijgen. Daarbuiten is het feitelijk taboe. Het katholicisme is, naast allerlei andere zaken, vooral een grote vruchtbaarheidscultus. De rol van Maria inde bijbehorende mythologie wijst daar bijvoorbeeld  op.

Dat heeft een paar consequenties. Seks tussen mensen van hetzelfd geslacht dient de voortplanting niet, en is dus uit dit oogpunt verwerpelijk. Dar wortelt de afwijzing van homoseksualiteit. Daarmee is de botte kerkelijke houding de van de pastoor in Reusel al verklaard, evenals  het lompe vervolg in Den Bosch. Maar in ’s Heerenberg ging het juist wél om – gedwongen- seksueel contact, opgedrongen van paters aan jongens. Hoe past dit in dit patroon? Waarom kreeg het machtsmisbruik, eigen aan een totalitaire gesloten inrichting die een jongensinternaat is, nu juist een homoseksueel karakter?

Meerdere dingen spelen daarbij een rol. De katholieke kerk wijst niet alleen seksualiteit buiten de voortplantingsrol af. Het heeft ook het celibaat ontwikkeld, de regel dat degenen die zich beroepshalve met de dienst aan het opperwezen bezighouden – de geestelijkheid, van paters en pastoors tot en met bisschoppen, met bovenaan de Paus – helemaal geen seks mogen hebben. Ze zijn als het ware getrouwd met god, en seks met mensen is dan overspel.

Dit is overigens niet iets uit Bijbelse tijd. Het stamt uit de Middeleeuwen en heeft ordinaire materiële wortels. De Kerk was in die tijd grootgrondbezitter: de geestelijkheid bezat gezamenlijk landgoederen. Als bisschoppen zouden trouwen, zou de deur open staan voor individueel erven van landgoederen die onder zo’n bisschop vielen. Dan zou de collectieve omvang van de kerkelijke landgoederen worden ondermijnd,  en daarmee de materiële macht van de kerk als instituut. Het celibaat diende bovenal als middel tot machtsbehoud van de geestelijkheid over diens grondbezit.

Terug naar de moraal, en de consequenties in bijvoorbeeld ’s Heerenberg. Jonge jongens werden overgeleverd, niet alleen aan oppermachtige volwassenen, die ook nog eens verplicht werden hun eigen seksuele gevoelens te onderdrukken en te verminken. Want je kunt wel de regel invoeren dat geestelijken geen seks mogen hebben, daarmee zijn hun seksuele gevoelens niet verdwenen. Die worden onderdrukt, opgekropt… en dat móét haast wel mis gaan. Seks van paters onder elkaar, stiekum, is een optie – maar de strenge moraal waarop men elkaar kan aanspreken is een rem. Seks afdwingen van de jonge mensen die uit hun macht zijn overl geleverd is de andere optie. Dat waren nu eenmaal jongens, want gemengde internaten was, juist om seksuele verleidingen tussen mannen en vrouwen te blokkeren, gescheiden. De door een bekrompen seksuele opvatting verregaand verminkte, seksueel opgefokte, geestelijken vergrijpen zich aan jongens in zo’n internaat. Die waren beschikbaar, die waren dus het slachtoffer.

Hier kunnen we ook aan zien dat het feit dat het hier uitgerekend homoseksueel contact betreft, betrekkelijk toevallig is. Zet dezelfde paters aan het hoofd van een meisjesinternaat, en er gebeurt iets soortgelijks. Alleen pasten gemenge internaten dus niet in de katholieke aanpak. Het gaat om de opgekropte lustgevoelens die een gewelddadige uitweg zoeken naar weerloze slachtoffers. Maar dat één en ander gebeurt in een godsdienstige omgeving waarin homoseksualiteit totaal wordt veroordeeld, maakt de druk tot stiekemheid, de geheimhouding nog weer groter, en leidt ertoe dat de gebeurtenissen nog eens extra overladen worden  met schande en schaamte. 

Ongetwijfeld zitten er tussen de paters ook mannen met homoseksuele gevoelens, die mede dáárom in zon’n zuivere mannen-omgeving zijn gaan werken. Maar dit zijn aanvullende factoren. De kern is: seksueel diep gefrustreerde mannen die de baas zijn over kwetsbare jonge mensen, zonder dat mensen van buitenaf kunnen kijken of alles wat daar gebeurt wel in orde is. Paters, zelf slachtoffers van seksuele onderdrukking worden op zo’n manier tot gevaarlijke daders.

Daarmee is ook een oplossing al gegeven. Niet alleen moet natuurlijk de onderste steen boven komen: wat is er in de loop der jaren aan misbruik gebeurd, wie waren daders en verantwoordelijken, en worden ze ter verantwoording geroepen? En er dienen wel héél ruime excuses te komen, en royale schadevergoedingen – voor  emotionele schade die nóóit is te vergoeden, dat is het wrange ook nog eens.

Belangrijker nog: hoe voorkom je herhaling? Ik denk dat dit twee dingen vereist: het afschaffen van situaties waarin volwassenen de totale macht over kinderen hebben in een van de buitenwereld afgesloten situatie. Internaten zijn zulke instellingen, en dienen te verdwijnen. Scholen zijn plekken waar ook mensen van buiten de school makkelijk toegang moeten hebben, en waar de kinderen die er zitten ook uit moeten kunnen. Ook kinderen hebben recht op privacy en vrijheid, op een eigen kamer bijvoorbeeld waar ze, als ze naar bed gaan, de deur achter zich dicht kunnen doen in de zekerheid dat er niemand binnenkomt als zij dat niet willen.

Tegelijk verdient een seksuele moraal waarin seks er alleen is voor het huwelijk, en waarin bijvoorbeeld homoseksuealiteit worden veroordeeld, een blijvende bestrijding. mensen het idee bijbrengen dat seks vies is, maar wellicht nuttig voor voortplanting, is crimineel. Mensen het idee bijbrengen dat seks in vrijheid, tussen mensen van verschillend maar juist ook tussen mensen vanhetzelfde geslacht, verkeerd is, is misdadig.  Mensen in een bepaalde rol of beroep verplichten af te zien is vragen om moeilijkheden. De strijd tegen zulke ideeën is en blijft noodzakelijk. Kinderen hoort bovendien bijgebracht te worden dat hun lichaam van hunzelf is en van niemand anders, dat ze nee mogen zeggen tegen aanraking, dat zij zelf bepalen waar de grens ligt, en dat ze geen dwang hoeven te accepteren.

Terug naar de pastoor in Reusel, die een homoseksuele Prins Carnaval de hostie weigerde. De protesten daartegen binnen katholieke gemeenschappen verdienen sympathie en steun. Het is goed om te zien dat het hier niet simpelweg een botsing is tussen gelovigen en niet-gelovigen. Want, hoe reactionair de officiële katholieke opvattingen ook zijn, heel veel katholieken moeten daar niets van hebben en gaan gewoon hun eigen weg, ook op seksueel gebied. Dat zij hun eigen, open en humane opvattingen binnen hun kerk laten horen, en het gezag van pastoors en bisschoppen openlijk trotseren, is bijzonder goed.

Ik heb  dan ook overwogen om zondag óók naar de kerk in Den Bosch te gaan, om mee te doen met de actie van mensen die met een roze driehoek met de tekst erop “Jezus sluit niemand uit”,  in de kerk zijn gaan zitten totdat de botheid van de geestelijke bij de communie de actievoerders tot de uittocht bewoog. Ik heb dat niet gedaan. Waarom niet?

Naar mijn mening was het beter, eerlijker, om niet mee te doen. De kracht van de actie was nu juist dat katholieken zélf tegen hun eigen leiders opstonden. Het is oneigenlijk, onzuiver, niet authentiek en daardoor niet geloofwaardig, om daar, als niet-katholiek an mee te doen. Dat zou te makkelijk afgedaan kunnen worden als  puur ingegeven door vijandigheid jegens de kerk als zodanig. een vijandigheid die ik ook héb, maar in dit conflict absoluut niet de boventoon mag voeren.

Bovendien werd ik dan verondersteld me te uiten met iets waar ik wel sympathie voor heb, maar niet achter sta. “Jezus sluit niemand uit”, heeft betekenis als je 1. in de Bijbelse Jezus-figuur gelooft; en 2. denkt dat hij echt voor universele liefde stond, en nemand uitsloot. Wenu, ik geloof in mensen, maar dus niet in god of zijn zoon, en dus niet in de Bijbelse jezus. Ik weet niet eens of hij heeft bestaan.

En voorzover verhalen over die Jezus me inspireren – als verhalen van rebellie – springt daar een Jezus uit die wél mensen utsloot, namelijk de rijken en machtigen! Neem het verhaal hoe hij geldwisselaars letterlijk het terrein van de tempel uit ranselde. Neem zijn preken waarin hij bijvoorbeeld zei hoe weinig kansen juist de rijken hadden om in het Koninkrijk der Hemelen te komen. De Jezus van díé verhalen  spreekt mij wel aan, zoals ook die andere oproerkraaier over wie weinig zekerheid bestaat mij wel aanspreekt: Robin Hood. Zou hij opgedoken zijn in Den Bosh, dan denk ik dat niet hí’j de kerk uitgewandeld ou zijn met zijn sympathisanten. nee, dan zouden de gééstelijken, net als destijds de geldwisselaars op het tempelterrein, de wijk hebben moeten nemen voor de ontbrande toorn van deze rebelse mythologische figuur.

Nee, ik ga me dus niet vermommen als progressieve katholiek om de bekrompenheid van de geestelijkheid, en de onvrijheid die homoseksuelen binnen de katholieken nog altijd hebben, aan te vechten. Maar krachtige en openlijke bijval voor hu acties is wel het allerminste wat seculair revolutionair links aan dit gevecht bij kan dragen.


Actie tegen homo-discriminatie: indrukken van een aanwezige

8 februari, 2010

Gisteren schreef ik over de actie-oproep van Expreszo tegen wetgeving die het weren van homo- en lesbo-leerlingen en docenten op scholen mogelijk bijdt maken als die van hun seksuele voorkeur blijk geven. Je mag homo zijn, maar niet homo dóén, dat schandalige idee. Expreszo riep homojongeren op om zich ziek te melden en vandaag naar het pein in Den Haag te komen protesteren.

Vanmddag werd ik gebeld door Gábor. Hij had mijn blogstuk gezien, en was vervolgens naar de actie gegaan. Hij deelde zijn indrukken zojuist met me. Volgens hem waren er pakweg vijftig mensen aanwezig. Jongeren natuurlijk, maar ook  politici. Boris van der Ham hield bijvoorbeeld een toespraak, er was ook een VVD-er. Er was veel pers aanwezig.

Links – zichtbaar activistisch links, autonomen of wat ook – was er niet, asfgezie van steunverklaringen van  linkse partijen. Gabor is in discussie gegaan met politici en met de aanwezige COC-voorzitter over hoe liberale politici deze zaak “kapen”.  Gabor vertelde vertelde ook  een groepje leerlingen van één school, het Rdolf Steiner College. Die waren samen naar de actie gekomen, na ruzie met de directeur die de briefjes waarop ze hu ziekmelding hadden aaangegeven had verscheurd.

Tot zo ver de indrukken van Gábor, die ik heel hartelijk dank voor het doorgeven ervan. Wellicht kom ik binnenkort op dingen die hij aansnijdt terug. Nu lijkt het me echter het beste om zij impressies zonder verdere analyses van mij kant te delen.


Homo- en lesbojongeren in actie tegen discriminerende wetgeving

7 februari, 2010

Nederland doet graag alsof het een vrij land is, waar je lekker kunt zijn wie je bent. Vergeet het maar vlug. Je mag misschien zijn wie je bent, je mag het alleen lang niet altijd laten merken, en zeker niet als je toevallig homo of lesbo bent. Of je nu leraar of leerling bent, scholen hebben nog steeds het recht om homoseksulele mannen en vrouwen te weigeren op basis van de grondslag van de school. Homo zijn mag wel, het laten mérken, mag lang niet altijd. En dat deugt niet.

Je zou zeggen dat zo’n achterlijke wet waarin dit geregeld staat, allang zou zijn afgeschaft. Welnu, vergeet het ook maar. En ja hoor, morgen komt de Tweede Kamer bijeen om de wet te veranderen. Klinkt goed? Vergeet dat dus ook maar: dames en heren politici gaan het beginsel dat je wel homo mag  zijn maar niet homo mag dóén, anders geformuleerd, nog eens beter vastleggen ook. Dat betekent dat schoolbesturen  homo’s en lesbo’s mogen blíjven discrimineren.

Iemand zal misschien zeggen: zolang ze maar niks aan je mérken, is toch alles okay? Onzin natuurlijk. Hetero’s hoeven toch ook niet te verbergen dat ze hetero zijn? Hetero-stelletjes die elkaar een zoen geven of hand in hand lopen is de gewoonste zaak van de wereld. Maar als twee meiden of twee jongens dat zouden doen, kan dat al een reden zijn voor verwijdering van school, als een schoolbestuur haar grondslag zo uitlegt. Naar de kermis gaan mag. Naar de  róze kermis gaan zou opeens verdacht zijn?

Er is gelukkig protest tegen deze bekrompen discriminatie. Er is al tijdenlang een internetpetitie die nog steeds online staat: “Uit de kast, uit de klas”. En de organisatie van en voor homo- en lesbo-jongeren Expreszo roept homo- en lesbo-leerlingen  op om maandag 8 februari te protesteren bij de Tweede Kamer, om 12 uur op het Plein in Den Haag. Wat Expreszo betreft melden zulke scholieren zich gewoon af voor school, onder het motto: “Daar word ik nou ziek van”. Hartverwarmend mooi actie, met hopelijk heel veel deelnemers! En hopelijk zijn er ook homo- en lesbo-docénten die meedoen – en allerhande andere mensen voor wie ‘solidariteit’ geen lege kreet is.