Waar de katholieke geestelijkheid de baas is, daar heersen seksuele onderdrukking en machtsmisbruik. Dat is geen nieuws, dat is zo oud als de kerk van Rome. De laatste weken zien we daar twee stuitende voorbeelden van: de brichten van seksueel misbruik in een katholiek jongensinternaat in ‘s Heerenberg, en de weigering van een pastoor om de hostie ut te delen aan een homoseksuele kerkganger in Reusel, gelukkig gevolgd door voortdurende protest .
Ogenschijnlijk gaat het om bijna tegenovergstelde zaken. In het jongensinternaat in ’s Heerenberg is sprake van gedwongen seksueel contact tussen paters en jonge jongens, tussen mensen van hetzelfde geslacht dus. In de kerk in Reusel werd seksualiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht juist met botheid veroordeeld en bestraft, een straf die in Den Bosch afgelopen zondag nog eens werd herhaald door de geestelijke die zei dat de communie voorbehouden moest blijven voor mensen die de juiste seksualiteitsbeleving hadden. Dat betekende: een hetero-seksbeleving. Terecht beschouden homoseksuele kerkgangers en hun sympathisanten, die uit protest zeer zichtbaar aanwezig waren, dit als een homovijandige provocatie, en verlieten ze daarom de kerkdienst.
Achter de tegenstrijdigheid tussen de twee schandalen gaat echter een grote overeenkomst schuil: misbruik van macht, gecombineerd met seksuele verkramping, verminking en repressie. Dat speelt overduidelijk in het misbruik in het jongensinternaat. Dit past in een internationaal patroon, al lang horen we schokkende berichten uit Ierland, en onlangs ook uit Duitsland, over soortgelijk, jarenlang misbruik. Dat zoiets ook in Nederland speelde behoeft dan ook geen verbazing: het past geheel in het soort instituut waar dit plaatsvond.
De eerste verklaring voor zoiets heeft weinig met katholicisme en geestelijkheid te maken, en is doodsimpel. Zet een groep kwetsbare mensen in een omgeving waar ze aan de zorg en het toezicht van anderen zijn overgeleverd, en je hebt een enorm machtsverschil. Kinderen die onder de totale mcht van volwassenen vallen, lopen sowieso al risico. Sluit de omgeving af van de buitenwereld, zodat niemand kan zien wat er gebeurt, en het risico wordt groter. Geef de volwassenen een enorme status van weldoener, praat de kinderen aan dat ze enorme dankbaarheid verschuldigd zijn aan die volwassenen, dan zijn de kinderen daarmee vrijwel vogelvrij geworden voor wat die volwassenen willen.
Machtsmisbruik is doodgewoon ingebouwd in afgesloten instellingen waarin kinderen aan het toezicht van volwassenen zijn overgeleverd. Dat volwassenen akelige dingen doen met kinderen in internaten, vloeit voort uit deze, totalitaire, situatie. Een aangrijpend beeld van wat er dan kan gebeuren krijg je in de bloedstollend mooie beklemmende tweedelige film “The Boys of St Vincent”, over soortgelijke gebeurtenissen in Canada.
De officiële opvttingen van de katholieke kerk over seksualiteit maken het gevaar nog groter. In die opvatting is seks er om kinderen te krijgen. Daarbuiten is het feitelijk taboe. Het katholicisme is, naast allerlei andere zaken, vooral een grote vruchtbaarheidscultus. De rol van Maria inde bijbehorende mythologie wijst daar bijvoorbeeld op.
Dat heeft een paar consequenties. Seks tussen mensen van hetzelfd geslacht dient de voortplanting niet, en is dus uit dit oogpunt verwerpelijk. Dar wortelt de afwijzing van homoseksualiteit. Daarmee is de botte kerkelijke houding de van de pastoor in Reusel al verklaard, evenals het lompe vervolg in Den Bosch. Maar in ’s Heerenberg ging het juist wél om – gedwongen- seksueel contact, opgedrongen van paters aan jongens. Hoe past dit in dit patroon? Waarom kreeg het machtsmisbruik, eigen aan een totalitaire gesloten inrichting die een jongensinternaat is, nu juist een homoseksueel karakter?
Meerdere dingen spelen daarbij een rol. De katholieke kerk wijst niet alleen seksualiteit buiten de voortplantingsrol af. Het heeft ook het celibaat ontwikkeld, de regel dat degenen die zich beroepshalve met de dienst aan het opperwezen bezighouden – de geestelijkheid, van paters en pastoors tot en met bisschoppen, met bovenaan de Paus – helemaal geen seks mogen hebben. Ze zijn als het ware getrouwd met god, en seks met mensen is dan overspel.
Dit is overigens niet iets uit Bijbelse tijd. Het stamt uit de Middeleeuwen en heeft ordinaire materiële wortels. De Kerk was in die tijd grootgrondbezitter: de geestelijkheid bezat gezamenlijk landgoederen. Als bisschoppen zouden trouwen, zou de deur open staan voor individueel erven van landgoederen die onder zo’n bisschop vielen. Dan zou de collectieve omvang van de kerkelijke landgoederen worden ondermijnd, en daarmee de materiële macht van de kerk als instituut. Het celibaat diende bovenal als middel tot machtsbehoud van de geestelijkheid over diens grondbezit.
Terug naar de moraal, en de consequenties in bijvoorbeeld ’s Heerenberg. Jonge jongens werden overgeleverd, niet alleen aan oppermachtige volwassenen, die ook nog eens verplicht werden hun eigen seksuele gevoelens te onderdrukken en te verminken. Want je kunt wel de regel invoeren dat geestelijken geen seks mogen hebben, daarmee zijn hun seksuele gevoelens niet verdwenen. Die worden onderdrukt, opgekropt… en dat móét haast wel mis gaan. Seks van paters onder elkaar, stiekum, is een optie – maar de strenge moraal waarop men elkaar kan aanspreken is een rem. Seks afdwingen van de jonge mensen die uit hun macht zijn overl geleverd is de andere optie. Dat waren nu eenmaal jongens, want gemengde internaten was, juist om seksuele verleidingen tussen mannen en vrouwen te blokkeren, gescheiden. De door een bekrompen seksuele opvatting verregaand verminkte, seksueel opgefokte, geestelijken vergrijpen zich aan jongens in zo’n internaat. Die waren beschikbaar, die waren dus het slachtoffer.
Hier kunnen we ook aan zien dat het feit dat het hier uitgerekend homoseksueel contact betreft, betrekkelijk toevallig is. Zet dezelfde paters aan het hoofd van een meisjesinternaat, en er gebeurt iets soortgelijks. Alleen pasten gemenge internaten dus niet in de katholieke aanpak. Het gaat om de opgekropte lustgevoelens die een gewelddadige uitweg zoeken naar weerloze slachtoffers. Maar dat één en ander gebeurt in een godsdienstige omgeving waarin homoseksualiteit totaal wordt veroordeeld, maakt de druk tot stiekemheid, de geheimhouding nog weer groter, en leidt ertoe dat de gebeurtenissen nog eens extra overladen worden met schande en schaamte.
Ongetwijfeld zitten er tussen de paters ook mannen met homoseksuele gevoelens, die mede dáárom in zon’n zuivere mannen-omgeving zijn gaan werken. Maar dit zijn aanvullende factoren. De kern is: seksueel diep gefrustreerde mannen die de baas zijn over kwetsbare jonge mensen, zonder dat mensen van buitenaf kunnen kijken of alles wat daar gebeurt wel in orde is. Paters, zelf slachtoffers van seksuele onderdrukking worden op zo’n manier tot gevaarlijke daders.
Daarmee is ook een oplossing al gegeven. Niet alleen moet natuurlijk de onderste steen boven komen: wat is er in de loop der jaren aan misbruik gebeurd, wie waren daders en verantwoordelijken, en worden ze ter verantwoording geroepen? En er dienen wel héél ruime excuses te komen, en royale schadevergoedingen – voor emotionele schade die nóóit is te vergoeden, dat is het wrange ook nog eens.
Belangrijker nog: hoe voorkom je herhaling? Ik denk dat dit twee dingen vereist: het afschaffen van situaties waarin volwassenen de totale macht over kinderen hebben in een van de buitenwereld afgesloten situatie. Internaten zijn zulke instellingen, en dienen te verdwijnen. Scholen zijn plekken waar ook mensen van buiten de school makkelijk toegang moeten hebben, en waar de kinderen die er zitten ook uit moeten kunnen. Ook kinderen hebben recht op privacy en vrijheid, op een eigen kamer bijvoorbeeld waar ze, als ze naar bed gaan, de deur achter zich dicht kunnen doen in de zekerheid dat er niemand binnenkomt als zij dat niet willen.
Tegelijk verdient een seksuele moraal waarin seks er alleen is voor het huwelijk, en waarin bijvoorbeeld homoseksuealiteit worden veroordeeld, een blijvende bestrijding. mensen het idee bijbrengen dat seks vies is, maar wellicht nuttig voor voortplanting, is crimineel. Mensen het idee bijbrengen dat seks in vrijheid, tussen mensen van verschillend maar juist ook tussen mensen vanhetzelfde geslacht, verkeerd is, is misdadig. Mensen in een bepaalde rol of beroep verplichten af te zien is vragen om moeilijkheden. De strijd tegen zulke ideeën is en blijft noodzakelijk. Kinderen hoort bovendien bijgebracht te worden dat hun lichaam van hunzelf is en van niemand anders, dat ze nee mogen zeggen tegen aanraking, dat zij zelf bepalen waar de grens ligt, en dat ze geen dwang hoeven te accepteren.
Terug naar de pastoor in Reusel, die een homoseksuele Prins Carnaval de hostie weigerde. De protesten daartegen binnen katholieke gemeenschappen verdienen sympathie en steun. Het is goed om te zien dat het hier niet simpelweg een botsing is tussen gelovigen en niet-gelovigen. Want, hoe reactionair de officiële katholieke opvattingen ook zijn, heel veel katholieken moeten daar niets van hebben en gaan gewoon hun eigen weg, ook op seksueel gebied. Dat zij hun eigen, open en humane opvattingen binnen hun kerk laten horen, en het gezag van pastoors en bisschoppen openlijk trotseren, is bijzonder goed.
Ik heb dan ook overwogen om zondag óók naar de kerk in Den Bosch te gaan, om mee te doen met de actie van mensen die met een roze driehoek met de tekst erop “Jezus sluit niemand uit”, in de kerk zijn gaan zitten totdat de botheid van de geestelijke bij de communie de actievoerders tot de uittocht bewoog. Ik heb dat niet gedaan. Waarom niet?
Naar mijn mening was het beter, eerlijker, om niet mee te doen. De kracht van de actie was nu juist dat katholieken zélf tegen hun eigen leiders opstonden. Het is oneigenlijk, onzuiver, niet authentiek en daardoor niet geloofwaardig, om daar, als niet-katholiek an mee te doen. Dat zou te makkelijk afgedaan kunnen worden als puur ingegeven door vijandigheid jegens de kerk als zodanig. een vijandigheid die ik ook héb, maar in dit conflict absoluut niet de boventoon mag voeren.
Bovendien werd ik dan verondersteld me te uiten met iets waar ik wel sympathie voor heb, maar niet achter sta. “Jezus sluit niemand uit”, heeft betekenis als je 1. in de Bijbelse Jezus-figuur gelooft; en 2. denkt dat hij echt voor universele liefde stond, en nemand uitsloot. Wenu, ik geloof in mensen, maar dus niet in god of zijn zoon, en dus niet in de Bijbelse jezus. Ik weet niet eens of hij heeft bestaan.
En voorzover verhalen over die Jezus me inspireren – als verhalen van rebellie – springt daar een Jezus uit die wél mensen utsloot, namelijk de rijken en machtigen! Neem het verhaal hoe hij geldwisselaars letterlijk het terrein van de tempel uit ranselde. Neem zijn preken waarin hij bijvoorbeeld zei hoe weinig kansen juist de rijken hadden om in het Koninkrijk der Hemelen te komen. De Jezus van díé verhalen spreekt mij wel aan, zoals ook die andere oproerkraaier over wie weinig zekerheid bestaat mij wel aanspreekt: Robin Hood. Zou hij opgedoken zijn in Den Bosh, dan denk ik dat niet hí’j de kerk uitgewandeld ou zijn met zijn sympathisanten. nee, dan zouden de gééstelijken, net als destijds de geldwisselaars op het tempelterrein, de wijk hebben moeten nemen voor de ontbrande toorn van deze rebelse mythologische figuur.
Nee, ik ga me dus niet vermommen als progressieve katholiek om de bekrompenheid van de geestelijkheid, en de onvrijheid die homoseksuelen binnen de katholieken nog altijd hebben, aan te vechten. Maar krachtige en openlijke bijval voor hu acties is wel het allerminste wat seculair revolutionair links aan dit gevecht bij kan dragen.