Aan welke websites heb ik afgelopen jaar het meest gehad – zoveel dat ze me ook het komende jaar eer behulpaam zullen zijn? En hoe zit het op dit punt met het papieren leeswerk? Vijf websites, in opklimmende volgorde, vragen eervolle vermelding – en welgeteld één boek.
Op plaats nummer vijf staat Lenin’s Tomb, een stevig weblog van Richard Seymour, Trotskist van de Socialist Workers Party, de Britse zusterorganisatie van de Internationale Socialisten. het blog volgt de actualiteit én de achtergronden van klassenstrijd en verzet, in Groot-Brittannië en vooral ook elders. De artikelen zijn nuttig, venijnig geschreven en onderbouwd ook. De discussie op het blog is eveneens vaak zeer leerzaam. Zo woedden er in juni en juli, en kort geleden opnieuw, felle discussies over het karakter van de protesten in Iran: vormden die een pro-westerse poging tot nep-revolutie zoals we die in Oekraine vijf hjaar geleden bijvoorbeeld zagen? Of was hier sprake van athentieke protesten vanuit de bevolking die de solidariteit van linkse mensen verdienden? Seymour is overtuigd van het laatste, en dat ben ik zeer met hem eens. Dat geldt ook voor zijn houding tegenover fascistische groepen in de Britse politiek. Hij pleit voor directe tegenactie met als uitgangspunt : geen platform voor nazi’s, hij berichtte daar herhaaldelijk over. En ook dit leidt dan weer tot stevige discussie online bij zijn stukken. Voor het aanscherpen van het denken en inicht op deze en andere punten verdient het blog grote waardering.
Zijn nadruk op het zoeken naar een vooral ook electoraal alternatief links van Labour vind ik dan weer iets minder vruchtbaar, maar je kunt niet alles hebben. Ook heb ik de indruk dat de frequentie van de stukken wat omlaag is gegaan de laatste maanden. het zal redenen hebben, Seymour heeft ongetwijfeld meer te doen. Als lezer vind ik het echter wel jammer.
Nummer vier op mijn ranglijst is een nieuwkomer voor mij: Anarchist Library. De website is wat de titel doet vermoeden: een archief van teksten van anarchisten. Het is een forse, en snelgroeiende, verameling. Je kunt er veel van de klassieken uit het anarchisme vinden: Bakoenin, Kropotkin, Malatesta, spul dat ook wel elders te vinden is. Maar er staan ook veel recentere teksten op, uit allerlei richtingen binnen, en in de marge van, het anarchisme, zzoals bijvoorbeeld een stroming die niet alleen staat en kapitaal wil opdoeken, maar de stedelijke beschaving zelf. Dat leidt dan weer tot andere anachisten die daar weer tegeningaan met kracht van argumenten. Soms heel curieus, maar sowieso leerzaam, juist ook voor revolutionairen voor wie het anarchisme nieuw – of in mijn geval, te lang verwaarloosd – terrein is.
Erg nuttig zijn ook de teksten uit actiebewegingen zelf, zoals bijvoorbeeld de bezettingsacties op universiteiten in Californië de afgelopen weken en maanden. Artikelen zijn per onderwerp en auteur terug te vinden (al verdient de alomtegenwoordige auteur “anonymous” wellicht nadere specificatie…), en de vormgeving is erg sober en rustig. Een mooie website, kortom.
Nummer drie dan. Twijfel twijfel, maar ik hou het op het allerlaatste momeng bij een – voor mij – gouwe ouwe: Informed Comment, van Juan Cole. Dit is een website van een kenner van het Midden-Oosten, met gematigd-progressieve opvattingen, met bijvoorbeeld een combinatie van kritiek en steun voor president Obama. De kracht van de website is echter veel groter dan de, wat mij betreft ontoereikende, ideeën van de maker ervan. Die kracht ligt in de stukken zelf: artiekelen over actuele ontwikkelingen, voorzien van link-verwijzingen naar allerlei andere media. Of het nu ging om de protesten in iran of om de aanvallen op Gaza, Informed Comment was er, snel en zeer informatief.
De tweede plek is weer voor een weblog, en wel Poumista. De ondertitel maakt duidelijk waar het de maker om gaat: “AGAINST STALINISM AND FASCISM”. De titel zelf geeft ook al een indicatie: in Poumista valt de afkorting POUM te herkennen, en dat was een marxistische partij in Spanje in de jaren dertig, een partij die een stevige, zij het bepaald ook problematische rol speelde in de Spaanse revolutie, en daarin zowel tegen het fascisme van Franco als tegenover het Stalinisme van de Communistische partij stond. De leider van de POUM, Andres Nin, is door Stalinistische agenten vermoord. Het weblog Poumista verzamelt weblinks naar allerlei artikelen vanuit linkse auteurs en groeperingen, antistalinistische linkse stemmen, van anarchisten, radencommunisten, soms ook trotskisten. Over de eerder genoemde POUM heeft Poumista bijvoorbeeld ook een verzameling met informatieve links op het blog gezet.
De blogroll van de website laat ook zien uit welke linkse hoek de wind waait. Ik ben eens uren en uren bezig geweest met het uitpluizen van die lijst, en dat was een waar ontdekkingsfeest. Niet alles is even verheffend: naast anarchisten en revolutionaire marxisten biedt Poumista ook ruimte aan een, wat mij betreft zeer dubieuze, vorm van links die sociaaldemocratisch van inslag is, maar vaak nauwelijks van neoconservatief te onderscheiden. Te denken valt dan aan mensen als Christopher Hitchens. Beetje jammer, maar ja.
De maker heeft ook humor. Zo stond er onlangs een stuk met weblinks over de opstand in Kronstadt in 1921 tegen het bewind vande Communistische partij in Rusland op de site. Rode draad: fazanten of patrijzen! Huh? Ja. Er gaat het verhaal dat Bolsjevieken – Trotski of Zinoviev – de opstandelingen tot overgave maanden; zo niet, dan zouden ze worden neergeschoten – als fazanten. Of als patrijzen. Poumista verzamelde daarover in zijn artikel een reeks van verwijzingen naar stukken, om te helpen erachter komen hoe het nu precies zat (het was overigens, als ik het goed heb, Zinoviev, niet Trotski; en de order waar hij verantwoordelijkheid voor droeg sprak van patrijzen, niet van fazanten). Via al die links valt intussen een boel te leren dat veel verder gaat dan het auteurschap van een order en de daarin genoemde vogelsoort. Poumista sluit zijn stuk af met drie plaatjes, ter verheldering. Eentje van een fazant. Eentje van een patrijs. En eentje van een soldaat van het Rode Leger…
Nummer één voor mij is weer een archief-site: Libcom.org. Ik ken die site al wat langer: inde tijdvan de protesten in Frankrijk tegen de CPE, het slechte arbeidscontract voor jongeren, kwam ik de berichtgeving vab Libcom daarover tegen, en daar heb ik flink in gesnuffeld en ook gebruik van gemaakt voor eigen stukken erover. Een jaar geleden berichtte Libcom ook uitgebreid over de opstand in Griekenland, en ook daar heb ik flink uit geput, net als uit latere berichtgeving en analyses over ontwikkelingen in dat van rebellie gonzende land.
Libcom stata voor libertair communisme, communisme met vrijheidslievende inslag, nioet-Leninistisch communisme. D Het is een begrip dat het anarchisme – althans het anarchisme dat klassenstrijd centraal stelt en een v communistische maatschappij nastreeft omvat. De website bevat een enorme collectie artikelen over de geschiedenis van het anarchisme, van revoluties waarin anarchisten een rol speelden, maar ook van aan het anarchisme verwante marxistische stromingen en auteurs: het radencommunisme bijvoorbeeld, met mensen als Anton Pannekoek. Er zitten juweeltjes van artikelen tussen, zoals “Beyond Kronstadt – the Bolsheviks in Power”, met een zeer zinnige interpretatie van de Russische revolutie en de eerste jaren erna.
Er is ook troep op Libcom te vinden, zoals “Trotskyism: Product and agents of counterrevolution”, vanuit een communistische groep, de ICG. Het is een tirade tegen het trotskisme ,die weinig méér is dan opeenstapeling van niet of nauwelijks beargumenteerde beweringen, totaal niet overtuigend, en dan ook nog geïllustreerd met een smakeloos gefotoshopte foto erbij. je zou na lezing daarvan bijna meteen weer trotskist worden. Bij wijze van spreken dan… Maar dit zijn uitzonderingen, en op een site die zich wijdt aan documentatie van allesdat zich links van het Leninisme/ Trotskisme bevindt, horen ook de zwakke plekken van die vorm van links te vinden te zijn.
Heel fascinerend is ook een reeks praktische artikelen over het hoe en wat van arbeidersstrijd. Hoe organiseer je een staking? Wanneer is een wilde staking het handigst, en wanneer kun je het beter via de vakbond spelen? Hoe organisereer je je sowieso op deze werkplek? Hoe begin je een groep activisten, en wat voor dingen kun je dan gaan doen, en hoe? Het is veelal geënt op de Britse situatie. Groot-Brittannië is de plek waar de makers van Libcom immers leven. Maar veel van de afwegingen zijn op alle plekken waar werkende mensen strijd proberen te voeren, geldig en toepasselijk.
Een leerzaam forum, waar ik nu en dan tegenwoordig zelf ook aan deelneem, zorgt ervoor dat de site geen éénrichtingsverkeer is. De vele uren die ik op libcom.org doorbracht en doorbreng zijn voor mij de afgelopen maanden buitengewoon leerzaam, soms pijnlijk, maar steeds weer vruchtbaar geweest. Dat zal komend jaar ongetwijfeld ook zo zijn.
ja, en dan tenslotte de boeken-top-één, haha. Sinds ik toegang heb tot internet, ben ik veel minder boeken gaan lezen. de laatste jaren verandert dat wel weer iets. maar de aandacht richt ich dan voral op het herlezen, raadplegen, van boeken die ik eerder las, veelal om problemen waar ik over nadenk nog eens beter onderbouwd te kunnen doordenken.
Zo ben ik veel aan het lezen over de Russische revolutie, Lenin, de bolsjevistische partij en wat daar zoal mee samenhangt. Tot een paar maanden terug was de insteek: hoekunnen we een levende, kritische, Leninistische politiek helpen vinden en vooruithelpen. Inmiddels is het probleem verschoven: hoe ziet revolutionaire theorie en praktijk er uit voor iemand die zich niet langer meer in dat leninisme kan vinden? Vooral rond de eerste vraag heb ik bij herhaling in een mooi boek van Paul Le Blanc zitten snuffelen, een boek dat ik in 1996 voor het eerst las: “Lenin and the revolutionary party”. Ook Lenin zelf hoort tot mijn leesvoer, juist nu ik steeds kritischer tegenover zijn politieke erfenis ben komen te staan. “Wat te Doen” bijvoorbeeld, ben ik nu en dan weer eens aan het uitpluien. Daarover zal ik nog wel eens iets schrijven ook. Over Kronstadt heb ik onlangs een collectie artikelen van Lenin en Trotski en enkele anderen doorgenomen – en me verbaasd dat ik de in dit boek, maar inmiddels ook online, gepubliceerde apologie van Trotski en van de trotskist John G. Wright zo lang een krediet heb gegeven dat ze – zo vind ik nu- helemaal niet verdienen. Ach, zo blijft een mens leren, nietwaar?
Er is echter één boek dat er voor mij uitsprong, en dat is een nieuw boek. Het betreft een geschiedenis van het anarchisme, geschreven door Michael Schmidt en Lucien van der Walt, onder de titel: “Black Flame: The Revolutionary Class Politics of Anarchism and Syndicalism”. Ik vond het een eye-opener op veel punten.
Allereerst situeert hij de anarchistische traditie waar die wat mij betreft hoort: als deel van de sopcialistiusche arbeidersbeweging, als de libertaire vleugel ervan. Voor de schrijvers ijn mensen die in het algemeen anti-staat zijn, maar niet anti-kapitalistisch geen anarchisten. Daarin wijken ze af van bivoorbeeld George Woodcock, een auteur van een belangrijke geschiedenis van het anarchisme: “Anarchism”, ovigens wel een fijn boek. De neiging van sommige auteurs om anarchisme te zien in allerlei religieus-mystieke dissidente tradities – Taoisme in China bijvoorbeeld – en om allerlei anti-autoritaire maar niet socialistische theoretici als stamvader van het anarchisme te ien, stuit bij de auteurs op afwijzing. Tolstoy, Stirner, Godwin en zelfs Proudhon – door veel anarchisten als de eerste van de grote anarchisten gezien – zijn wel inspirantiebronnen, maar eerder voorlopers dan echt deel van de anarchistische traditie.
De auteurs laten vervolgens de belangrijke thema’s van het anarchisme – de afwijzing van staat, kapitalisme, klassenmaatschappij – voorbij komen aan de hand van veel citaten en uitleg. De grote geografische en histiorische reikwijdte van anarchistische bewegingen wordt in het boek ichtbaar. Zo leer ik dat vooral in latijsns-Amerika tientallen jaren lang zeer omvangrijke anarcho-syncicalistische bonden hebben bestaat, dat er al vrij vroeg flinke anarchistische activiteit was in China (dat wist ik), maar ook ik Korea en de Filippijnen, en ook in Zuid-Afrika (en dat wist ik niet). Teveel mensen denken dat het anarchisme eigenlijk alleen in Spanje een massabeweging is geweest. Dit boel laat zien hoe anders de werkelijkheid is.
Uiterst leeraam vond ik de analyse van het anarchosyncicalistische gedachtengoed, het idee dat anarchisme dichterbij gebracht moet worden door een vorm van revolutionair vakbondswerk. ik heb aan dat idee lang een tekortkoming gezien. in niet-revolutionaire tijden zijn revolutionaire arbeiders alstijd een minderheid. Maar een vakbond moet grote aantallen arbeiders, liefst een meerderhe heid, bundelen, om haar werk ter verdediging van arbeidersbelangen te doen. Een vakbond is daardoor hetij groot – maar dan niet effectief als revolutionaire beweging; hetzij revolutionair maar niet erg groot en dus als vakbond niet effectief.
Welnu, de schrijvers laten zien hoe juist anarchosyndicalisten zelf oog hadden voor dat probleem, en met uiteenlopende oplossingen kramen, waarvan die van netwerken van revolutionaire activisten binnen en buiten de vakbond er één was. Een andere vorm was het opzetten van een specifiek anarchistische organisatie rond een uitgewerkt programma of platform (vandaar de naam van deze richting: Platformisme), die binnen bredere vakbonden haar revolutionaire ideeën propageerde. Bond en anarchistische stroming vielen in dit concept dus niet samen.
Het boek kent ook zwakheden. Welk boek kent die niet? Hier en daar wrijft de tekst de argumenten er via iets teveel herhalingen wel erg nadrukkelijk in. Iets belangrijker: ik vind de weergave van Marx’ ideeën – waarvan het belang als onderdeel van anarchistische analyses trouwens met nadruk wordt onderkend – kort door de bochtH Zee doen het voorkomen alsof het voor Marx enkel ging om puur economische klassenanalyse, alsof politieke en i culturele factoren door hem amper werden onderkend. ik denk zelf dat de afstand tussen marx en de beste anarchisten veel en veel kleiner is dan zowel door teveel marxisten als door teveel anarchisten wordt gedacht.
Voor wie wil leren over het anarchisme is dit boek echter een grote aanrader. Je krijgt vast een voorproefje als je bijvoorbeeld een interview met de auteurs leest: “Still fanning the flames: an interview with Michael Schmidt and Lucien van der Walt”, op het weblog van het Institute for Anarchist Studies. En als ik me niet vergis, komt er volgend jaar een vervolg op dit mooie boek, over de praktijk van anarchistische bewegingen. Ik kan nauwelijks wachten.
(licht verbeterd pakweg twee uur na publicatie)