28 april, 2009

Het leven is langzamerhand niet meer te betalen, met prijzen die stijgen en inkomens die stagneren qua bedrag, maar qua koopkracht dus afnemen. Treinreizen dreigen flink duurder te worden. De kinderbijslag wordt tijdelijk bevroren.

De NS dreigt met een extra prijsverhoging. Daarmee reageert ze op een vergoeding die ProRail – de beheerder van de sporlijnen – de NS in rekening brengt. ProRail wil 30 miljoen zien. De NS dreigt ons die 30 miljoen, via een prijsstijging van2,5 procent, te laten dokken.

Dat soort absurditeiten krijg je als je het spoorwegbedrijf opsplist tussen de vervoerd4er zelf en de spoorbeheerder: de ene tak van wat in feite hetze;fde nutsbedrijf zou moeten zijn, gaat de andere tak van dat zelfde bedrijf een poot uitdraaien. De andere tak wentelt vervolgens de extra kosten heel marktgericht af op de gebruiker, de reiziger, op jou en op mij. We zullen nog mee gaan maken dat de vakkenvul-afdeling bij AH extra kosten in rekening gaat brengen aan de kassa-afdeling van datzelfde bedrijf, en dat de kassa-afdeling van AH dat vervolgens als argument gebruikt om debrood- en melkprijzen omhoog te gooien. Wat een manier om een moderne economie te runnen…

De regering zou gewoon moeten zeggen: die prijzen gaan niet omhoog, geen cent. En als dat betekent dat de regering die 30 miljoen naar de NS schuift, dan moet dat maar. Beter zou het natuurlijk zijn als de regering de NS en ProRail weer gewoon samenvoegde, en ze als ouderwets openbaar nutsbedrijf onder rechtstreeks publiek  beheer stelde. Dat zou dit soort geharrewar, en de eruit voortvloeiende prijsverhoging, buiten kunnen sluiten.

Maar ja, dat vergt een regering die voor mensen opkomt, in plaats van voor sluitende begriotingen en voor maximale bedrijfswinsten. Zo’n regering is niet in zicht. De huidige regering blokkeert veel liever inkomensstijgingen van mensen met bescheiden inkomens. Zo wordt de kinderbijslag per 1 juli een half jaar niet gecorrigeerd voor inflatie, en dus bevroren. Dat betekent een vermindering van koopkracht. De maatregel moet minister Rouwvoet helpen zijn begroting rond te krijgen. Alsof zijn begroting niet op socialere manier – belasting voor de rijken, schrappen van één of ander straaljagerproject – rond te krijgen is. De maatregel is onderdeel van een sluipende uitholling van de inkomens aan vooral de onderkant (voor rijkere mensen is de 1,30 verhoging per kwartaal die vanwege de bevriezing uitblijft nauwelijks merkbaar, voor arme mensen wel). Zoals al gezongen werd in de Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw: How Can a Poor man Stand Such Times And Live?


Griepgolf: gevaarlijk symptoom van nog ernstiger ziekte

27 april, 2009

Een, volgens een artikel in de NRC overigens “ten onrechte varkensgriep” genoemde , uitbraak van een gevaarlijke griepsoort grijpt steeds meer om zich heen. Vandaag werd het eerste geval in Europa gemeld: in Spanje. Eerder was vooral Mexico de plaats waar het virus huishield: nu al  mensen die aan deze griep zijn overleden. Het totaal aantal slachtoffers daar is 103, maar van de meeste staat nog niet vast of het echt deze griepvorm betreft. Aljazeera meldt intussen bovendien gevallen van deze griep in Canada, Nieuw Zeeland en  Brazilië.

De media geven een beeld van een ongrijpbaar dreigende natuurramp, en van autoriteiten die doen wat ze kunnen om de zaak in de hand te houden. Maar dat is een vertekend beeld, en hier en daar schemeren de belangen die een echt effectief beleid voorkomen al door. Zo lezen we:  “De Europese Commissie vindt het voorlopig echter niet nodig een negatief reisadvies voor Spanje af te geven. Dat zou uiteraard enorme gevolgen hebben voor de Spaanse toeristenindustrie.” Of zo’n reisverbod sowieso al nodig is, kan ik niet uitmaken.Maar het zijn precies dit soort afwegingen , waarin volksgezondheid het moet opnemen tegen commeciële belangen, die een effectieve aanpak van gevaarlijke ziekten buiutengewoon belemmert.

Mike Davis, socialist in de Verenigde Staten en één van de meest oroginele denker vandaag de dag in de marxistische traditie, laat in een artikel op de website van Socialist Worker (VS) zien hoe een epidemie als de huisige samenhangt met de prioriteiten van de huidige maastchappij: winst boven alles, en gezondheid op een koopje.

Zo heeft de miljoenenstad Mexico City geen laboratorium waar kan worden vastgesteld of mensen daadwerkelijk het huidige ‘varkensgriep’-virus hebben. “Mexico heeft wereldberoemde experts in ziektes, maar het moest monsters naar een laboratoriyum in Winnipeg (dat minder dan 3 procent van het aantal inwoners van Mexico City heeft) sturen om de genetische samenstelling van  het virus vast te stellen. Als gevolg daarvan ging bijna een week verloren.” Waarom is er nooit internationaal geïnvesteerd in een netwerk van dit soort laboratoria, niet alleen in de rijke Westerse landen maar vooral ook daarbuiten?

Internationale uitwisseling van gegevens hapert ook. “Volgens de Washington Post vernam het CDC (dat staat voor Centre for Disease Control, PS) pas van de uitbraak zes dagen nadat de Mexicaanse regering noodmaatregelen was beginnen te nemen.” Ieder land voor zich, dat schiet lekker op. In weinig beleidsterreinen wordt de absurditeit van nationale grenzen en rivaliteiten duidelijke zichtbaar. En zo veel hinder de gezondsheidszorg van dit soort grenzen ondervindt, zo weinig trekt dat virus zich – in een economie die grensoverschrijdend is georganiseerd, met grootschalig grensoverschrijdend reisverkeer – van zulke grenzen aan.

Ook het uibreken van de epidemie zelf staat niet los van de winstgerichte organisatie van de economie, in dit geval van de veeteelt. Ook dat laat Mike Davis zien. Juist de concentratie van enorme aantallen varkens in grootschalige veefabrieken, onder erbarmelijke hygiënische omstandigheden, leidt ertoe dat virussen welig tieren, zich snel kunnen vespreiden, en allerlei kanten op kunnen muteren. De nabijheid van mensen maakt overdracht, en mutaties die overdraagvaar zijn, ook makkelijker. Veiligheidsmaatregelen en inspecties worden veelal ontdoken of gesaboteerd voor geldelijk gewin. Hygiëne regelen is duurder dan de beesten volstouwen met antibiotica. Zo krijg je ziekelijke dieren. En zo krijg je vroeg of laat ook zeer veel zieke mensen. 

De huidige griepgolf is geen natuurramp. De epidemie is het zoveelste symptoom van de ziekte die kapitalisme heet.


Kroatië: studentenverzet, vakbondsprotest, Facebook-opstandigheid…

25 april, 2009

Het is tot nu toe een goedbewaard geheim, maar gelukkig maakte een alerte lezer van mijn weblog – bedankt, Dylan! – mij erop attent: studenten in Kroatië voeren actie voor vrije toegang tot het onderwijs. Een bericht op het forum Revleft.com op 21 april waar deze lezer me op wees spreekt van bezettingen van faculteiten in de hoofdstad Zagreb, en in Zadar. Latere commentaren bij het bericht melden ook elders acties.

Op de libertaire website  Libcom is een verklaring van bezettende studenten in Zagreb te vinden. Daaruit: “wij eisen de afschaffing van alle soorten van collegegeld die zijn ingevoerd: pre-doctoraal, doctoraal en postdoctoraal. De belastingen die we betalen moeten voldoende garantie geven voor elementaire rechten en verworven instellingen van sociale rechtvaardigheid en gelijkheid. iederaan die beweert dat dit niet mogelijk is binnen het bestaande raamwerk van belastingen bevestigt daarmee alleen maar de acute noodzaak om het beleid  dat dit raamwerk heeft opgezet fundamenteel opnieuw ontworpen moet worden.” En, met woorden die de invloed van de andersglobalistische acties van de afgelopen 10 jaar weerspiegelen: “Wij zullen niet instemmen met het veilen van rechten – gelijkheid is niet te koop!”

De acties hebben zich intussen uitgebreid. De website javno.com meldt: “Studenten in Split hebben zich aangesloten bij het protest van studenten in Zagreb, Zadar, Rijeka en Osijek.” Dat zijn allemaal belangrijke steden in Kroatië, en de studentenstrijd in dat land is daarmee tot een flinke beweging aan het uitgroeien.

En er is meer aan de hand in deze voormalige Joegoslavische deelrepubliek. Via Facebook is een oproep gelanceerd om op 1 mei de straat op te gaan. “Haal zélf de broekriem aan,  dievenbende!” , zo heet het initiatief, waar 58.000 mensen lid van zijn (via dat Facebook, blijkbaar). Het initiatief eist dat de regering onder meer de BTW op voedingswaren verlaagt, pensioenen verhoogt, een fonds voor herstel van gepluncderde bezittingen vormt, en het stemrecht van mensen die niet in Kroatië wonen, of zelfs helemaal niet bestaan, schrapt. Sociale verbeteringen en democratische hervormingen dus. De regering krijgt tot 28 april de tijd, anders willen de activisten daadwerkelijk de straat op, om te eisen dat de regering aftreedt.

Intussen houden diverse commentatoren – professoren in de filosofie en de sociologie – het voor mogelijk dat de diverse protesten, nu nog verbrokkeld, uit gaan monden in een grotere opstand. Van achter mijn PC-tje in Tilburg valt onmogelijk uit te maken of de uitspraken in het ene bericht waar ik ze  zag – ook op javno.com – realistisch zijn. Maar het feit dat ook de vakbeweging in Kroatië stelling neemt – onder meer tegen eenzijdige loondaling in de openbare sector, opgelegd door de regering – verhoogt de indruk dat Kroatië een tijd van groeiend sociaal verzet aan het beleven is. Vanuit de vakbeweging wordt er ook al opgeroepen tot acties op 1 mei.

Opm.: De website javno.com en sommige van de links naar stukken daarop vond ik via labourstart.org


Stop de Taser voordat de Taser jou stopt

24 april, 2009

De Nederlandse Politiebond is niet bepaald enthousiast ervoor. De VVD wil uitstel van de invoer va het ding, en duidelijkheid over regels en nazorg. Maar minister Ter Horst (jawel, PvdA) wil doorzetten: arrestatieteams van politie en marechaussee moeten voorzien worden van een stroomstootwapen, inmiddels bekend onder de merknaam Taser.

Dit is een venijnig onding. Een soort pistool schiet pijtjes af die een stroomstoot teweegbrengen van 50.000 volt. Daarmee moet de politie mensen die zich erg heftig gedragen bij arrestatie onder controle kunnen brengen. Arrestatie door electrocutie, je moet maar op het idee komen. Maar een woordvoerder van de Raad van Hoofdcommissarissen zegt dat de verwondingen die Taser oplevert minder erg zijn dan bijvoorbeeld die van een beet van een politiehond bij arrestatie.

Toch is er zelfs binnen de politie twijfel. De Nederlandse Politiebond (NPB) zegt dat arrestatieteams al genoeg andere wapens hebben – maar bederft het weer door te zeggen dat misschien de gewone dienders er iets aan zouden kunnen hebben. Dat lijkt me echt geniaal ja, de wijkagent die een burenruzie beslecht met stroomstoten, de diender op straat die hangjongeren met 50.000 volt te lijf gaat… De NPB wijst ook nog elegant op het risico van Tasers bij inzet tege een zelfmoordterrorist omhangen met explosieven…

Er is een veel betere reden om radicaal en helemaal af te zien van Tasers: het wapen is levensgevaarlijk. In de VS en Canada zijn sinds 2001 rond 400 mensen omgekomen in incidenten waarbij Taser een rol speelde (gevonden via Rawstory). Eén agent schoot zichzelf door het hoofd nadat een man overleed na een door de agent op de man afgevuurde Taser-stroomstoot. Of dit uit schuldgevoel was, of omdat hij zijn insigne had moeten inleveren, is niet bekend. In Canada zijn politiekorpsen inmiddels bezig om de Taser weer te verbannen uit hun arsenaal. Zo groot is inmiddels de twijfel aan dit weerzinwekkende wapen, zelfs in politiekringen.

Het bedrijf Taser zelf kwam al eerder met een weerlegging die er op neerkwam dat de overledenen al bezig waren met doodgaan-van-opgefoktheid (vanwege drugs of anderszins) op het moment dat de stroomstoot ze trof. Interessante gedachte, meer wil ik er nu niet van zeggen eigenlijk.

Het is zaak dat de strijd tegen de invoering van de – nogmaals, levensgevaarlijke – Taser ook in Nederland wordt opgepakt en opgevoerd. Je zou toch zeggen dat linkse groepen – tegenstanders van politierepressie, en zelf rechtstreeks belanghebbend, want mensen ervan zijn zelf nogal eens in botsing met Orde en Gezag – hier een punt van zouden maken. Of gaan we afwachten of dit wapen misschien gaat worden tegengehouden door de VVD en de Nederlandse Politiebond?!


VS: legalisering ‘homohuwelijk’ hoopgevend in opmars

21 april, 2009

De strijd voor rechten van homo’s, lesbo’s en biseksuelen in de VS boekt opvallende vooruitgang. De politieke greep van anti-homo-ideeeën verzwakt zienderogen. Tekenen van deze hoopvolle ontwikkelingen zijn er op allerlei plaatsen.

Symptomatisch voor de verschuivende opvattingen van veel Amerikanen is het lot van een kandidate voor de Miss America-verkiezing. Het gaat om Carrie Prejean, reeds Miss California en tot voor kort groot kanshebber voor Miss America. Een jurylid vroeg haar mening over het huwelijk. Ze antwoordde dat volgens haar “een huwelijk iets moest zijn tussen een man en een vrouw.” Volgens dat jurylid, Perez Hilton, “vervreemdde ze zich daarmee van miljoenen homoseksuele en lesbische  Amerikanen, hun families,en hun aanhangers.” Carrie Prejean, tot dan toe de grootste kanshebber, verloor haar verkiezing, door zich zo uit te spreken tegen het recht van mensen van hetzelfde geslacht om met elkaar te trouwen. Zozeer heeft het idee dat het huwelijk open hoort te staan voor iedereen óngeacht seksuele voorkeur en het gesslacht van de beoogde partner, inmiddels in de VS terrein gewonnen.

Er zijn veel meer tekenen dat de strijd om het huwelijk open te stellen voor homo’s en lesbo’s gewonnen gaat worden. Uit een artikel van Frank Rich in de New York Times valt veel te leren op dit gebied. Onlangs bijvoorbeeld legaliseerde het Hooggerechtshof in Iowa het huwelijk voor stellen avn gelijk geslacht. Een meerderheid van stemmen van de wetgevende vergadering on vermont stemde het verbod op het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht wég, zodat ook daar het huwelijk nu open staat voor lesbo’s en homo’s. En dit zijn niet de staten in Amerika waar homoseksualiteit dezelfde weerbare zichtbaarheid heeft als in bijvoorbeeld Californië. Inmiddels zijn er vier staten waar het ‘homohuwelijk’ legaal is: naast Iowa en Vermont ook Connecticut en Massachussets.

Intussen brokkelt ter rechterzijde de weerstand tegen dit ‘homohuwelijk’ af. Rick Warren,m vorig jaar nog een groot voorvechter van een verbod-via-referendum van het ‘homohuwelijk’ in Californië, zegt nu dat hij “nooit”een “anti-homohuwelijk-activist” was en ook niet zal zijn. Geen toonbeeld van oprechtheid wellicht, deze draai,maar wel een teken dat traditionele tegenstanders wan het ‘homohuwelijk’ er steeds minder brood in zien om deze strijd op de spits te drijven. Een zekere  Stve Schmidt, campagnestrateeg van de Republikeinse kandidatuur voor president en vicepresident, het onweerstaanbare koppel McCain en de openlijk homofobe Palin, dringt er nu bij zijn partij op aan om gewoon in te stemmen met huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht.

De gouverneur van de staat Utah – een bolwerk van rechts en nog rechtser – is inmiddels zo ver dat hij samenlevingscontracten voor homo- en lesbo-stellen accepteert. Dat is nog geen ‘homohuwelijk’ – maar het is voor een rechtse Republikein toch een opmerkelijke stap in die richting. En het is hetzelfde standpunt dat president Obama op dit moment inneemt.

Zo komt het recht om te trouwen ook voor vrouwen die met vrouwen en mannen die met mannen willen trouwen, steeds dichterbij. Drie redenen lijken me daarvoor belangrijk. De economie heeft er iets mee te maken. Op het moment dat jij je baan verliest, en je buren uit hun huis gezet dreigen te worden, is de vraag of ergens misschien twee lesbo’s of homo’s met elkaar willen trouwen, ietsje minder urgent. Het gehamer van religieus rechts op dit thema verliest daarmee aan effect.

Verder ziet een flink deel van rechts het accepteren van het ‘homohuwelijk’als mooie kans om de waarde van het huwelijk zelf – boegbeeld van traditie – nog eens te beklemtonen. daarmee wordt tegelijk een ‘aanvaardbare’ en ‘keurige’ versie van homoseksualiteit gecultiveerd. Als je het ‘gevaar’- zichtbare en erkende homoseksualiteit in de maatschappij – niet meer kunt keren, kun je het altijd nog proberen in te kapselen, nietwaar?

Maar er is een derde, wezenlijke, factor. Dat is het activisme van duizenden mensen die de straat op zijn gegaan door de jaren heen om openstelling van het huwelijk van iedereen ongeacht seksuele voorkeur en ongeacht het geslacht van de partners, af te dwingen. Het is de strijd voor gelijkwaardige toegang tot het huwelijk – in essentie een strijd voor burgerrechten – die de druk op de ketel heeft gezet, en die het homohuwelijk heeft veranderd van hoogst impopulair thema tot een inmiddels in brede kringen al vrij vanzelfsprekend recht.

Niet iedereen heeft dat even goed door. De Republikeinse ex-burgemeester Giuliani sprak zich zeer recent uit tegen het homohuwelijk, en kreeg daarvoor terecht de wind van voren. Opvallend hieraan is dat Giuliani op dit thema niet bekend stond als aartconservatief maar als gematigd. Hij accepteert al langer samenlevingscontracten (‘civil unions’).

Opvallend is echter ook hoe weinig steun Giuliani’s afwijzing van het homohuwelijk in zijn staat New York heeft. Een peiling gaf aan dat 53 procent van ondervraagden een voorste tot legalisering ervan steunt; 39 procent was tegen. Het wordt steeds duidelijker: de weerstand tegen het ‘homohuwelijk is ook in de VS ‘ gelukkig bezig een minderheidsverschijnsel te worden.


De Oorlog tegen (drugs? terrorisme? piraten?) Burgers

17 april, 2009

Ooit hadden we een Oorlog tegen het Communisme, deels koud, af en toe oververhit, met napalm op Vietnam en tapijtbombardementen om Cambodja. Dit werd vooral in de jaren tachtig deels aangevuld en deels afgelost door een Oorlog tegen Drugs, waarbij de VS regeringen steunde (Colombia) of omverwierp (Panama 1989), met in beide gevallen de bestrijding van drugshandel als excuus. Dat er in Panama een strategisch belangrijk kanaal lag, en dat er in Colombia olie gewonnen kon worden was uiteraard toeval. Dat in Colombia de regering die in die Oorlog tegen Drugs verdedigd werd (en wordt!) zelf leunde op politici die met drugsgeld gefinancier  waren, was uiteraard ook bijzaak.

Toen kregen we  de Oorlog tegen Terrorisme. Dat de terroristen, soms echt maar vaker doodleuk verzonnen, steeds uit landen bleken te komen waar olie zat, waar belangrijke gas- en oliepijleidingen doorheen liepen of doorheen moesten lopen, was uiteraard eveneens toeval. We gaan de Leiders van de Vrije Wereld niet van grondstoffenroof en koloniale ambities beschuldigen, is het wel?

Inmiddels is de Oorlog tegen Terrorisme officieel te einde, en vervangen door – even zoeken, had ik hier niet eens over geblogd onlangs? – de Overseas Contingencies Operations, een wel zeer welluidend begrip voor meer van vrijwel hetzelfde. Intussen tekent zich voor de Somalische kust – en binnenkort ook weer aan land?! – een grote Oorlog tegen Piraten af. Ook hier zou het uiteraard pure laster zijn om de Westerse militaire operatioes in verband te brengen met het feit dat de wateren waar die oorlog plaats vindt van grote stretegische waarde zijn voor olietransporten en dergelijke.

Maar is het geen zaak om eens te oeken naar een overkoepelend begrip voor al deze steeds wisselende oorlogen? Een tweetal berichten kunnen ons op een goed spoor zetten daarbij. het eerste gaat over de aanvallen die de VS, met toenemende intensiteit, uitvoert  op pakistan. het tweede gaat over de oorlog in Irak.

Laat ik met het tweede beginnen.  “Analyse uitgevoerd voor de onderzoeksgroep Iraq Body Count (IBC) wees uit dat 39 procent van degenen die gedood werden bij luchtaanvallen van de door de VS geleide coalitie kinderen waren en 46 procent vrouwen.” Dat bericht de Independent. Vijfentachtig procent van de slachtoffers van vooral Amerikaanse bommen waren vrouwen en kinderen!

Dat kun je, als je per sé wilt, nog op het conto van de vorige president schuiven, al gaat de Irak-oorlog nog steeds door. De oorlog die  de VS in Pakistan voert is echter steeds duidelijker Obama’s project aan het worden: de nieuwe president kiest daar  duidelijk voor escalatie.

De eerste resultaten zijn inmiddels bekend. Ik citeer, uit een Pakistaanse krant die zich baseert op onderzoek van de “Pakistaanse autoriteiten”, gevonden via het weblog van Chris Floyd: “Het gemiddelde dodental van predator-aanvallen gedurende 12 maanden van 2008 stond op 32 terwijl het gemiddelde dodental per aanval in de 36 aanvallen van onbemande satelieten in het zelfde jaar op 11 stond. (…) 152 mensen zijn gedood in 14 incidenten van grensoverschrijdende aanvallen met onbemande satellieten (…) (I)n de eerste 99 dagen van 2009, met een gemiddelde van 38 doden per maand en 11 doden per aanval.” Slechts in zes procent van de gevallen ging het om Al-Qaeda-kopstukken. De rest van de doden in de  onderzochte periode – 689 mensen van de 701, tussen 1 januari 2006 en 8 april 2009, waren burgers, of in ieder geval toevallige aanwezigen toen een dodelijke lading neerkwam.

Van de eerste 99 dagen van 2009 die onderzocht zijn vallen er 79 onder de verantwoordelijkheid van Obama. Onder zijn presidentschap neemt het bloedbad in Pakistan niet af, maar kennelijk toe.Welnu, dát noem ik nog eens verandering waar je in kunt geloven.

Ik stel dan ook voor om de Oorlog tegen  Drugs/ Terrorisme/Piraten te vervangen door een veel simpeler, herkenbaarder en universeler etiket. Wat de denken van het eenvoudige, wervende en welluidende Oorlog tegen Mensen? Of preciezer nog: Oorlog tegen Burgers?


De SP: ruggengraat van links met zwakke plekken

17 april, 2009

De Socialistische Partij (SP) is in politieke zin de ruggengraat van links in Nederland. Er zijn andere, zelfs grotere, clubs ter linkerzijde. Er zijn vooral ook clubs met een betere politiek dan de SP, ter uiterste linkerzijde. Maar de grotere clubs zijn maar in zo beperkte mate nog links dat ik ze niet tot de ruggengraat van links reken. De radicalere clubs spelen in de landelijke krachtsverhoudingen een marginale rol. En allemaal moeten ze zich, ten goede of ten kwade, rekenschap geven van de rol en de opstelling van de SP.

Kijken we eerst naar de grote clubs, dan treffen we nog steeds de PvdA. Die partij moet je volgens mij, strikt analytisch gezien, nog steeds wel bij links rekenen. Haar wortels liggen in de arbeidersbeweging, al is de band tergnwoordig nog maar erg indirect, veelal via  vakbondsbestuurders in de FNV wiens afstand tot de werkvloer zelf al aanzienlijk is. Kiezers verwachten nog steeds linksige politiek van deze partij, en mede daardoor is de PvdA nog altijd genoodzaakt haar politieke keuzes in te kleden met een links verhaal, met gelijkwaardigheid en ontplooiing in een hoofdrol. En als de partijleiding een te rechtse koers inslaat – zoals onlangs met een nota over integratie en dergelijke – dan steekt er binnen die partij nog altijd wel een linkse tegenwind op. De PvdA hoort nog steeds bij links. Maar ze is zozeer verbonden met het politieke midden, zozeer verknocht geraakt aan de markteconomie wiens verdediging in Bos een kampioen heeft gevonden, dat zebinnen links als geheel geen ruggegraatsfunctie vervuklt, maar een hoogst onbetrouwbare rechterflank.

GroenLinks is wat linkser, maar het verschil is niet principieel meer. Ook deze partij accepteert in de kern de markteconomie. Mede omdat ze niet regeert, kan ze zich wat radicaler opstellen op het gebied van de rechten van vluchtelingen en de inzet voor  antiracisme en mileiu. Omdat ze echter minder verbonden is met vakbeweging en dus werkvloer, gaat ze vaak verregaand mee met anti-arbeiderverhalen over flexibeler werken en dergelijke. De toon van Femke Halsema tegenover Wilders is vrij scherp. Maar er klinkt te vaak ook iets van teleurstelling in door, zo van, ‘beste Geert waarom doe je niet gewoon netjes méé, zoals wij?’ En precies daar wringt de schoen: we hebben geen links nodig dat endeloos schippert om mee te doen. Zo frontaal als Wilders het politieke minden vannuit rechts aanvalt, zo frontaal moet links dat vanaf de andere kant van de barricaden doen. Op GroenLinks als partij hoef je daarvoor niet te rekenen.

Aan de andere kant zijn er tal van radicaal-linkse groeperingen, vaak groepen met een messcherpe politiek en een praktijk die groot respect verdient. Het is een breed scala. Je hebt groepen die zich baseren op anarchistische/autonome politiek, en/of geworteld zijn een subcultuur waar die opvattingen wijd verspreid zijn. Zo is er de AntiFascistische Actie (AFA) die keer op keer, met grote inzet maar wisselend succes, tegenacties op touw zet als fascistische groeperingen de straat op gaan. Zo is er de Anarchistische Anti-deportatiegroep Utrecht (AAGU) die keer op keer actie voert tegen de onmenselijke behandeling van vluchtelingen. vandaag bezette die groep bijvoorbeeld een gebouw van de Immigratie- en Naturalisatiedienst in Utrecht. Prachtige actie!

Dit slag groeperingen is aantrekkelijk wegens het hoge doe-het-zelf-gehalte van de acties, en de aanstekelijke radicaliteit ervan. Tegelijk wordt daarmee de afstand tot grotere groepen mensen vaak groot, en de subculturele uitstraling die activisten uit dit soort groepen meestal hebben – de duistere kledij, de harde muziek – vergroot die afstand nog eens nodeloos. Deze groepen voegen iets wezenlijks toe aan de linkerzijde, en zouden van de rest van links best wat meer krediet en steun mogen krijgen. Maar ze maken het vaak ook niet erg makkelijk.

Dan is er Doorbraak, een relatief nieuwe groep die deze week voor het eerst met een tweemaandelijkse krant is gekomen.Vooral in de strijd tegen racisme en opkomend uiterst rechts laat deze organisatie van zich spreken. De politiek is radicaal, maar de houding naar mensen van de rest van links relatief open , en de bereidheid om serieus discussie te voeren zonder elkaar meteen neer te sabelen, is aanzienlijk. Ik heb soms aanzienlijk meningsverschil met deze groep, maar dat wordt uitgespeeld op basis van het soort wederzijdse respect dat je bij de rest van links – gematigd én radicaal – vaak wat verder te zoeken is.

Ja, en dan is er nog revolutionair marxistisch links, de plek waar ik me ideologisch nog altijd het meest thuisvoel. Het gaat dan om politiek, geworteld in antistalinistisch leninisme – Trotskisme in de brede zin des woords. Diverse groeperingen zijn daarin actief. Over Offensief ben ik kort, net als over Socialistische Alternatieve Politiek (SAP). Beiden zijn erg klein en opereren goeddeels binnen de SP – althans, dat proberen ze,want de SP probeert Offensief eruit te werken. Grenzeloos, het blad vande SAP, en de bijbehorende website, is de moeite waard, snijdt belangrwekkende thema’s aan en doet dat veelal zinnig. Maar geen van beide groepen heeft bijzonder veel slagkracht en uitstraling.

Dat ligt iets anders met de groep waar ik lang lid van was en nog steeds veel verbondenheid mee voel: de Internationale Socialisten (IS). Die hebben een stevige activistische inslag, gecombineerd met de bereidheid om met mensen van allerlei achtergronden samen te werken op specifieke thema’s. De inzet van de IS om mensen naar internationale demonstraties te krijgen – van Praag 2000 , tegen IMF/ Wereldbank via Genua 2001 tegen de G8 tot Straatsburg 2009 tegen de NAVO – heeft zowel andersglobalisering als protest tegen oorlogen een hele dynamishe push gegeven. De mate waarin de IS zich breed maakte voor protesten, steeds als de VS of Israël ergens een nieuwe oorlog ontketenden, heeft wezenlijk bijgedragen tot  breder activisme tegen oorlog en bezetting.

Dat bij al deze hectiek de kortadiemigheid wel eens toesloeg, is waar. De inhoudelijke scherpte en diepgang leed hier wel eens onder – nog niet eens doordat de standpunten zelf verwaterden, maar wel  in de zin dat de wat moeilijker standpunten wat erg ver naar de achtergrond verdwenen. En bij alle nadruk op ‘het opbouwen van DE beweging’ ‘verdween het feit dat niet wat voor beweging dan ook, maar de arbeidersklasse de spil is waar het allemaal om draait, wel eens teveel naar de achtergrond. Te vaak leek het alsof de arbeiedersbeweging gewoon één beweging was naast andere bewegingen – anti-oorlogsbeweging, andersglobalisering, antiracisme. Terwijl in werkelijkheid al die segmenten direct of indirect reacties zijn vanuit een arbeidersklasse die op allerlei manieren onder vuur ligt en dus op allerlei manieren rond diverse thema’s reageert.

Maar dit is stof voor ideologische scherpslijpertjes als ik, alhoewel naar mijn overtuiging niet irrelevant. Discussies rond deze thema’s – uit de hand gelopen, zoals dat te vaak gaat – speelden een rol bij mijn vertrek uit de organisatie, februari 2008. Het doet in de kern niets af aan de rol die de IS ter linkerzijde speelde en speelt, als gangmaker van allerlei acties waaraan het – in tegenstelling tot veel activisme uit de anarchistische hoek – vrij eenvoudig is om deel te nemen voor mensen die niet al helemaal in het linkse wereldje zitten.

Vergeleken bij de SP echter is het – AAGU, Doorbraak, IS, AFA, de hele santekraam – allemaal klein grut. En in de krachtsverhoudingen op landelijk schaal spelen al deze clubs, afzonderlijk of zelfs gecombineerd – een marginale rol. Geen kabinetsberaad dat zich over verlenging van de Afghanistan-missie buigt, vraagt zich zorgelijk af: “wat zal de IS doen?!” Geen minister hoeft bij de vraag welke vluchtelingen worden opgesloten of gedeporteerd, angstiug af te vragen hoe de AAGU zal reageren. Geen toponderneming gaat zich, voordat hij 1000 mensen gaat ontslaan, achter de oren krabben of Offensief geen roet in het eten zal gooien. Op dat niveau is radicaal en revolutionair links domweg géén speler. Dat kan veranderen, dat zál hopelijk veranderen. Maar dat is nog toekomstmuziek en ambitie, geen realiteit.

Daarmee zijn we terug bij de partij wiens opstelling er in de landelijke verhoudingen wél toe doet: de SP. Wat die partij doet, dat dóét er in de landelijke verhoudingen echt toe, en dat blijkt ook uit reacties die de partij steeds weer oproept. De IS kande hele Uruzgan-missie tot op de grond toe afkraken – en terecht – zonder dat minister van Defensie een kik geeft. De SP maakt een  TV-spotje met als thema: “Opbouwmissie? Hoe lang laten we ons nog voor de gek houden?” Middelkoop reageert vrijwel direct, en noemt het spotje “schaamteloos”. Het laat zien hoe de machthebbers in Nederland de SP als linkse oppositiekracht, als machtsfactor ter linkerzijde vooral, serieus nemen.

Hetzelfde moeten linkse mensen zelf ook doen, of ze nu veel met de SP hebben of erg weinig. Wat de SP doet, is wezenlijk voor de opstelling van héél links. Een strijdbare radicale SP versterkt het élan van héél links. Een slappere, aarzelende SP maakt de positie van héél links moeilijker, en speelt rechts in de kaart. Daarom is het nodig dat juist ook linkse mensen buiten de SP de gang van zaken en de opstelling in de SP volgen: het gaat ons áán.

De huidige SP geeft wat dit betreft geen éénduidig beeld. Op sommige ]untenneemt de partij heel goed en stevig stelling. De partij helpt het personeel van de TNT Post om actie te komen tegen de schandalige loondaling die het bedrijf met de vakbonden heeft proberen af te spreken. De actiegroep Red de Postbode is op initiatief van een SP-kamerlid op gang gekomen. Op het gebied van de zorg is de SP sterk: ze keert zich, met documentatie maar ook met actie, tegen het van hogerhand toegediende gif dat ‘marktwerking ‘ heet. In de strijd op dit soort fronten is de SP hard links bezig, en dat is maar goed ook.

Op andere thema’s neemt het gezwabber, en de gang naar het politieke midden, zorgwekkende vormen aan. Al enige tijd is de partij helaas geen tegenstander meer van het NAVO-bondgenootschap dat haar vredesrol amper twee weken geleden nog van de daken schreeuwde van achter wolken traangas en tegen het decor van brandende gebouwen. De partij geeft zelfs een boek uit waarin voor een andere NAVO wordt gepleit – alsof een imperialistisch bondgenootschap zich zomaar om laat bouwen tot een internationale welzijnsorganisatie.

De nieuwste knieval voor het establishment kwam deze week. De SP gaat deelnemen aan de Tweede-Kamer-commissie die het werk van de inlichtingendiensten volgt. Die commissie werkt in beslotenheid: fractievoorzitters krijgen dingen te horen die ze vervolgens niet buiten de Commissie bekend mogen maken. vandaar de bijnaam: de “commissie-stiekem”. Deze geheimhoudingsplicht was tot nu toe – terecht- reden voor de SP om niet mee te doen. Dat ze nu door de bocht is, in ruil voor toezeggingen dat er ‘zo veel mogelijk’openheid zal zijn, vind ik kwalijk. In een echte democratie is geen énkel stukje staat gevrijwaard van controle en openbaarheid. Als een AIVD dan niet meer kan functioneren… des te beter. In een echte democratie hoort zo’n geheime dienst immers sowieso al niet thuis.

Dat de SP op dit punt nu mee gaat doen, tekent de koers van de leiding. obstakels die in de toekomst regeringsdeelname – samen met de PvdA, maar echt volledig uitsluiten doet de SP zelfs het CDA niet – moeten worden opgeruimd. Van een stevig linkse partij in oppositie tegenover rechts, met haar markteconomie maar ook met haar de militaire prioriteiten, instellingen en bondgenootschappen, is de SP zich aan het ontwikkelen naar een partij die zich daar op onderdelen mee aan het verzoenen is. Dat maakt de rol van de SP als ruggengraat van links meer en meer problematisch. De ruggengraat is weliswaar aanwezig, maar de zwakke plekker erin worden steeds pijnlijker voelbaar.

De taak voor mensen en groepen links ván, maar ook links bínnen de SP om hun kracht verder te versterken naarmate ook de SP naar het midden beweegt, is urgent. Onderdeel van die taak is: kritisch blijven meedenken en stelling nemen over de keuzes die de SP maakt – ten goede en ten kwade. De SP is nèt ietsje te belangrijk om aan Agnes Kant, Harry van Bommel  en Jan Marijnissen te worden overgelaten.


Eén Mei: belangrijke traditie, acties op komst

16 april, 2009

Eén Mei nadert weer. Die datum is belangrijk voor de arbeidersbeweging en daarmee voor links. Op die dag herdenken en vieren we de strijd voor de achturendag die in 1886 in de VS tot grote botsingen tussen arbeiders  en de bazen plus hun staat leidden. Enkele jaren later riep de Tweede Internationale – een verbond van socialistische partijen in een flink aantal landen – op om de Eerste Mei te vieren. Vandaaruit groeide de traditie van de arbeidersbeweging om op 1 mei jaarlijk een Dag van de Arbeid te houden, waarin de solidariteit van de arbeidersklasse tegenover hun uitbuiters wereldwijd centraal stond.

Die traditie heeft ups en downs gekend. Toen er vanaf de jaren twintig een reeks van Stalinistische staten opkwam – staten die die beweerden het socialisme op te bouwen maar in werkelijkheid de arbeiders vertrapten – werd in die staten de Eerste Mei een van hogerhand opgelegde en nogal weerzinwekkende cultus van machtsverheerlijking door partijbazen. In landen als Cuba en Noord-Kerea zijn daar nog schaduwen van te zien. Toen sociaaldemocraten hoe langer hoe meer vrede sloten met het kapitalisme, begon de 1 mei viering steeds bleker te worden, met treurige vertoningen als een Wim BOs of Wouter Kok ( het slag is steeds meer inwisselbaar geworden) die de Internationale prevelen in Huize Avondrood, terwijl de regeringen waar ze deel van uitma(a)k(t)en alles bevorderen waar de Dag van de Arbeid tegen gericht was, en andersom. Stalinisme-aan-de-macht en sociaaldemocratie hebben de Eerste Mei in schijn hooggehouden om de kern ervan te verminken en te verraden.

Gelukkig is het virus van de solidariteit sterker en hardnekkiger dan alle verdelgingsmiddelen – van rechts én van het manipulerende deel van links – bij elkaar. De laatste jaren zien we hier en daar weer een opleving van activiteiten op en vanwege die belangrijke dag. Enorme protesten van immigranten diehun verblijfsrecht en waardigheid opeisten vonden plaats in de Verenigde Staten – op uitgerekend Eén Mei 2006. En vorig jaar legden havenarbeiders aan de Westkust van de VS het werk een dag stil, uit protest tegen de oorlog in Irak. Eén Mei leeft, juist ook in de VS.

In Nederland gaat het weliswaar niet op dezelfde he\ftige schaal los, maar ook hier vinden acties plaats. Ook dit jaar kunnen we gelukkig weer her en der de straat op om de Dag van de Arbeid op verschillende manieren te vieren.

In Rotterdam wordt elk jaar een Eén Mei-optocht gehouden. Zo ook dit jaar. Het Rotterdams 1 mei-Comité – een bundeling van uiterst-linkse clubs waaraan gelukkig ook een plaatselijke FNV-groepaan meedoet –  roept mensen op om vanaf 18.30 te verzamelen bij het Stadhuis, Coolsingen 40. Daar vertrekt de optocht dan om 19.00. Op het Stadhuisplein wordt achteraf een feestje gebouwd.

In Den Bosch is een initiatief genomen voor een “Antikapitalistische  1-mei demonstratie”. Verzamelen: aan de achterzijde van het Centraal Station, op het Leonardo  da Vinciplein. Het belooft “geen rondje rond de kerk” te worden, maar de bedoeling is “om 1 mei terug op de kaart te zetten.” Een plezierig-radicale toonzetting die een levendige actie doet vermoeden.

In Nijmegen houdt de linkse organisatie Doorbraak op 1 mei  een openbare bijeenkomst rond de vraag of er op 1 mei nog wel wat te vieren valt. Het belooft bijzonder interessant te worden, met historicus Ron Blom die gaat vertellen over de noodzaak van een sterke arbeidersbeweging, met aandacht voor het gevaar dat Wilders’politiek voor arbeiders oplevert, met poëzie en muziek, en met de presentatie van de nieuwe Doorbraak-krant (waar ik overigens een dicussiebijdrage heb mogen leveren, dus kopen dat ding, als je dat sowieso al niet zou doen  😉 ).

In Breda roept een gelegenheidcomité onder de naam “Laat de  rijken de crisis betalen”, opgezet vanuit de SP, op tot een demonstratie onder die leus.  Het begint om 19.00 uur, op het Van Coothplein. Er zullen sprekers zijn, en muziek. Eén van de leveranciers van de muziekzal ik zelf zijn: ik mag een handvol liedjes komen zingen.

Het is me een eer, maar belangrijker: ik hoop dat de deelname op de diverse 1-mei-activiteiten groot en enthousiast zal zijn. En ik hoop dat er nog meer initiatieven zijn en komen (waar blijft Amsterdam?!). Op Indymedia – waar ik voor dit artikeltje ook gretig gebruik heb gemaakt – zal dat wel duidelijk worden. Hoe dan ook: op naar een stevige, grootschalige en kleurrijke Eerste Mei 2009!


Politiegeweld in Straatsburg en Londen raakt ons hier ook

15 april, 2009

Politiegeweld bij demonstraties – tegen demonstranten, maar ook tegen voorbijgangers – neemt de laatste tijd grove vormen aan. We zagen dat tijdens de protesten tegen de NAVO in Straatsburg: traangassalvo na traangassalvo na traangassalvo, gericht tegen betogers wiens enige ‘misdaad’was dat ze door straten liepen waar de politie probeerde de weg te versprren, wég uit de binnenstad, wég van de feestende (en kibbelende)  NAVO-kopstukken. We zage het ook in Londen, waar de politie levensgevaarlijk geweld gebruikte tegen betogers die tegen de G20-top protesteerden.

Dat laatste begint in Groot-Brittannië inmiddels tot een serieus politiek schandaal te leiden, en terecht. Directe aanlijding was de dood van Ian Tomlinson op 1 april. Deze 47-jarige man was onderweg, kwam langs een politielinie bij de demonstratie – politie voorzien van helmen, schilden, honden en knuppels. Tomlinson liep rustig, met zijn handen in zijn zakken. Een politieagent gaf hem klappen, hij ging opde grond zitten, en kreeg kort erna een hartaanval. van enige agressie van Tomlinson tegen agenten blijkt nergens iets. En het  politieverhaal dat hulpverlening aan Tomlinson niet lukte omdat betogers  voorwerpen naar de politie gooiden, bleek al snel onzin. Het incident staat op video. Inmiddels is er een onderzoek op gang gekomen.

 En er is een tweede gebeurtenis die laat zien hoe de politie rond de G20 tekeer ging: een politieagent sloeg een vrouw, in het gezicht en tegen haar been, tijdens de anti-G20 protesten. Aanleiding: de vrouw zou gescholden hebben tegen de politie. Daar staan tegenwoordig blijkbaar lijfstraffen op, het is maar dat we het weten. De meppende politieman is inmiddels geschorst, een onderzoek loopt.

Maar het gevaar is groot dat dit onderzoek zich beperkt tot de individuele gevallen – terwijl de context waarin de onderzochte agenten hun klappen uitdeelden, de hele opstelling van het politieapparaat, en hun instructies, tot de gewelddaden bij heeft gedragen.Ook na een eventuele – en welkome! – bestraffing van de twee agenten zal dat nog niet veranderen. En hoeveel klappen zijn er gevallen waar géén video-beelden van zijn?

Hettraangas in Straatsburg, de dood van Tomlinson, de vrouw die  politieklappen kreeg – het zijn niet louter plaatselijke eigenaardigheden van Franse dan wel Britse politie. Het politiepotreden vond plaats tegen internationale samenscholingen van regeerders, waaronder de Nederlandse. Ook Nederland is bijvoorbeeld NAVO-lid. En de EU, waar nederland deel van uitmaakt, nam deel aan de G20-top. Anders gezegd: het politiegeweld in Londen en Straatsburg ‘verdedigde’ ook Nederlandse politici.

Zolang ik geen luide afkeuring hoor van Balkenende en Verhagen, ga ik ervan uit dat de Nederlandse regering dat traangas in Straatsburg, en de meppartijen in Londen, acceptabele methoden vindt om hun bijeenkomsten kracht mee bij te zetten. Actievoerders in Nederland zijn gewaarschuwd.


Na censuur: hoog tijd voor de val van Wolfsen

14 april, 2009

Burgemeester Wolfsen snapt weinig van de persvrijheid, en de kritiek dat hij probeert censuur toe te passen is in essentie juist. In een serieuze democratie zou de burgemeester onmiddellijk tot aftreden worden gedwongen.

Waar gaat het om? Er is, op zich geen opzienbarend, gedoe om een declaratie van Wolfson, ter waarde van 17.000 euro. Véél deskundigen stellen dat er niets illegaals aan de hand is, maar één deskundige in het bestuursrecht, Twan Tak, spreekt van een “onjuiste toepassing van wet- en regelgeving” en vindt dat de burgemeester het teveel gedeclareerde bedrag netjes moet terugbetalen. De Volkskrant legt de zaak uit.

Nu kan de burgemeester best gelijk hebben: misschien is er niets loos, misschien heeft Tak het mis. En ja, het is niet leuk als de uitspaak van Tak dan in druk verschijnt en in een huis-aan-huisblad wordt verspreid. En een vriendelijk telefoontje van burgemeester aan betrokken journalist of redactie – ik vind het allemaal getuigen van het soort dunne huid die juist gezagsdragers niet behoren te hebben, en zeker niet behoren te etaleren. Hij had, zoals iedereen, gewoon een boze ingezonden brief kunnen sturen, en kunnen vragen om rectificatie, of om het recht op een reactie – achteraf. Maar Wolfsen is het hogerop gaan zoeken: bij de uitgeverij van het blad. Die heeft het artikel vervolgens uit de oplage gehaald, zodat het niet verspreid is geworden. En dát gaat te ver.

Wolfsen heeft zich intussen verweerd, maar ik ben niet erg onder de indruk. Wolfsen’s bewering dat hij in feite alleen maar vroeg om een weekje uitstel, zodat het artikel zorgvuldiger gemaakt kon worden,  kan waar zijn of niet. Het valt niet te controleren. Wolfson’s bewering dat hij niet gedreigd heeft met het intrekken van gemeentelijke advertenties – belangrijke inkomstenbron van het huis-aan-huisblad – en dat dit zelfs juridisch niet kan –  het “zijn contracten die niet kunnen worden opengebroken” – kan best waar zijn. Maar van het hete fiet dat een burgemeester dit soort verzoek doet aan een uitgever, gaat al een soort van druk uit. Zo’n blad heeft voor haar informatie gemeentelijke goodwill nodig, en zelfs als contracten van vandaag niet opengebroken kunnen worden, dan nog zijn er morgen nieuwe contracten af te sluiten.

Wolfsen is nu eenmaal niet zomaar een burger die baalt van een onheuse uitspraak in een blaadje. Hij is een hoge gezagsdrager, en als hij aan het telefoneren slaat, dan is het niet raar dat een krant de gevolgen – verlies aan medewerking, verlies aan advertenties – vreest, ook als Wolfson daarmee helemaal niet heeft gedreigd. De dreiging was impliciet, misschien zelfs niet eens door de burgemeester zodanig bedoeld (nu geef ik de man werkelijk een óverdosis van voordeel van de  twijfel), maar de dreiging wás er. Dát maakt Wolfson’s optreden tot een vorm van censuur vooraf. 

Om te voorkomen dat andere hotemetoten soortgelijke prakrijken erop na gaan houden tegenover publicaties die ze niet zinnen, is het zaak dat de man tot aftreden wordt gedwongen als hij zelf niet rap tot opstappen besluit. Mocht de gemeenteraad geen druk die richting op uitoefenen, dan is het zaak dat serieuse democraten de straat kiezen als plek om zulke druk op gang te krijgen. Zo heel sterk staat de burgemeester sowieso al niet: hij is aan zijn baantje gekomen in een procedure waar in een referendum in oktober 2007 twee PvdA-kandidaten tegenover elkaar stonden, en waaraan slechts een zeer magere minderheid van de stadsbevolking de motivatie vond om deel te nemen: slechts 9,4 procent. Het referendum werd daarmee ongeldig – en vervolgens werd één van de twee kandidaten, Wolfsen, doodleuk benoemd. 

Zelfs als al die  9,4 procent aan stemmen toen naar Wolfsen waren gegaan, dan nog zit Utrecht opgescheept met een burgemeester die slechts van minder dan 10 procent van de bevolking  electorale steun heeft gekregen. In werkelijkheid kreeg hij 60 procent van die stemmen. Laat de censuur-rel van deze week maar eens het begin zijn van de val van deze burgemeester-zonder-democratische-legitimiteit.