Er komt een confrontatie op gang tussen een grote groep arbeiders enerzijds, een hardvochtig, op snoeien belust management anderzijds. Het gaat om een conflict dat al een hele tijd speelt, maar het gaat naar een hoogtepunt, een situatie van erop-of-eronder. Ik doel om de mensen die werken voor het postbedrijf TNT, die actie voeren tegen dreigende ontslagen en hoge werkdruk.
De kern van het conflict ligt in een reorganisatie. De directie wil 11.000 vaste arbeidsplaatsen bij TNT schrappen, deels via een – inmiddels al trouwens vel verlaagd aantal – gedwongen ontslag. De postbode in vaste dienst moet plaatsmaken voor losse werkkrachten, tegen veel slechtere arbeidsvoorwaarden. De TNT-bazen zeggen dat zoiets nodig is om de concurrentie aan te kunnen. Rendel menten lopen gevaar, nu vanwege de geliberaliseerde postmarkt andere commerciële bedrijven postr rondbrengen, en er felle concurrentie op a lonen en arbeidsvoorwaarden plaatsvinden. Rendementen lopen bovendien gevaar doordat mensen minder brieven schrijven en meer e-mailen; er is gewoon minder post om rond te brengen. Dat is, in grote lijnen, het directieverhaal.
Het verhaal klopt slechts gedeeltelijk, en dan nog alleen voor wie winst het criterium voor bedrijfsvoering vindt. Voor een ieder die vooral belang hecht aan goede postbezorging, en aan goede arbeidsvoorwaarden voor degenen die dat doen, ligt het sowieso anders. Ja, nu de postmarkt geopend is voor bedrijven als Sendd, die sowieso al vooral met flexkrachten – en mensen in de sociale werkvoorziening! – werken, ‘moet’de TNT die concurrentie aan. Maar het liberaliseren van de postmarkt is geen natuurverschijnsel. Het is doorgedrukt door politici, mede opgejut door ondernemers zelf. Was TNMT een principieel tegenstander van die liberalisering? Het is mij niet opgevallen. Meegaan met een open postmarkt, dan klagen over de concurrentie, en de kosten ervan afwentelen op het personeel alsof het allemaal onvermijdelijk is… ik vind niet dat we daar in moeten trappen.
En dan dat internet. Ongetwijfeld worden er minder brieven en ansichtkaarten bezorgd nu er zoveel via e-mail, Hyves en facebook woprdt gecommuniceerd. Dat zal afzet schelen. Tegelijk wordt er via datzelfde internet juist méér gewinkeld en besteld. Dat moet ingepakt worden, verzonden, in bestelwagens geladen, door brievenbussen gewurmd of aan de deur afgegeven. Dat is werk voor een postbedrijf, en het is een groeiende activiteit. Als je dit meeneemt, dan zie je dat het onzin is om te doen alsof het internet de doodsteek wordt voor fysieke postverzending. Er zal een verschuiving plaatsvinden, en een postinstelling zal daarmee om moeten gaan. Dat is eigenlijk alles.
Reorganisatie is alleen nodig als we accepteren dat de winst van het bedrijf hét criterium is. Als we echter vinden dat posterijen er zijn om post rondgebracht te krijgen, als maatschappelijk nuttige activiteit, door gemotiveerde mensen met behoorlijke arbeidsvoorwaarden, dan ziet de zaak er anders uit. Een wat dalende postverzending zou dan reden zijn om het werktempo omlaag te gooien, zodat dezelfde aantallen postbodes iets minder brieven rondbrengen in ongeveer dezelfde tijd, zonder loondaling. Ja, dat drukt de winsten. Het verhoogt echter waarschijnlijk het werkplezier, en het verhoogt ongetwijfeld ook de nauwkeurigheid van de postbezorging. Die heeft momenteel juist te lijden onder de haast die postbestellers moeten maken vanwege de grote werkdruk. Een vervanging van vaste postbodes door flexkrachten betekent bovendien dat post rondgebracht wordt daoor mensen die amper de weg kennen in de wijk waar ze werken. Mensen die 4 A als huisnummer hebben, terwijkl even verderop huisnummer 4 zonder A is, weten wat ik bedoel.
Er heerst inmiddels grote bezorgdheid en onvrede bij postbodes vanwege wat ze boven het hoofd hangt. Afgelopen weken waren er al herhaaldelijk werkonderbrekingen, bijvoorbeeld in Kerkrade. Die waren onder meer een reactie op de hoge werkdruk. Dat laatste is interessant, en stelt de reorganbisatie van de TNT in een eigenaardig, schril daglicht. Hoge werkdruk betekent dat teveel werk gedaan moet worden door te weinig mensen met te weinig tijd. Het laat zien dat er bij TNT – als je redeneert vanuit het werk en de werkenden, en niet vanuit de hoogte van het dividend – te weinig mensen in dienst zijn, en niet te veel. Het slaat een gat in de argumentatie achter de reorganisatie.
Intussen hebben vakbonden eenb ultimatum gesteld. Ze willen dat het bedrijf meer doet om banen te behouden. Helaas erkennen de vakbonden, meedenk-instanties die het zijn, wel de noodzaak van de reorganisatie. Winstgevendheid wordt door vakbondsbestuurders als geldige doelstelling erkend – waarmee vakbonden zich al bij voorbaat níét onvoorwaardelijk schrap kunhnen zetten als dat winststreven aanvallen op arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheid meebrengt. Zo wordt de strijd tussen vakbonden en TNT een wedstrijd touwtrekken om méér of minder ontslagen, en niet het noodzakelijke gevecht tussen wel of geen ontslagen, wel of geen aantasting van arbeidsvoorwaarden. Tegelijk maakt de vakbond wel de vorm van werkgelegenheid – de vaste baan van de postbode, tegenover het werken met flexkrachten – tot inzet.
Maar zelfs om het gevecht om meer of minder te kunnen winnen, hebben de vakbonden activiteit nodig van arbeiders van de TNT. Het ultimatum – dat om 8 november afloopt – behelst dan ook de aankondiging van acties, mogelijk een 24-uursstaking verderop in november. Komt het tot zo’n staking, dan hoop ik op grootschalige deelname, en brede ondersteuning van al degenen die prijs stellen op goede collectieve voorzieningen én op goede arbeidsvoorwwaarden van arbeiders.
Tegelijk zal dan , binnen die staking en de solidariteit, het punt gemaakt moeten worden dat een bijschaven van de reorganisatieplannen een volstrekt onvoldoende inzet is van de strijd. Meegaan met de winstlogica van TNT, en dan slechts afremmen, betekent de halve overwinning al bij voorbaat weggeven. Een volledige afwijzing van het ontslagplan, een verdediging van álle arbeidsplaatsen met álle bestaanndwe arbeidsvoorwaarden als bodem voor verbetering, gecombineerd met het actief opeisen van de zeggenschap over de strijd door arbeiders zelf – dat biedt een strategie die zoden aan de dijk zet. Vakbondsultimatum en 24-uursstaking zijn voor een verdergaande strijd slechts bruikbare handvaten. In die strijd laten echter vooral wildere stakingen, zoals die in Kerkrade, de kracht en het intitiatief zien die noodzakelijk zijn.