In de vierde maand van Obama’s persidentschap wordt duidelijk hoe verpletterend groot de verschillen tussen Republikeinen en Democraten zijn. Waarlijk, de verandering is opzienbaarlijk, en zo werkelijk dat je er nog in kunt geloven ook.
Zo is er de oorlog in Zuid-West-Azië en Noord-Oost-Afrika, met haar fronten in Somalië, Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan. Die heeft, jawel, een andere naam gekregen. Niet langer worden Afghaanse dorpen gebombardeerd als onderdeel van de Oorlog tegen Terrorisme. Nee, ándere Afghaanse dorpen worden gebombardeerd, als onderdeel van de Overseas Contingency Operations (Overzeese Operaties in Noodsituaties of iets van dien aard).
Maar dat is slechts het begin van wezenlijke verandering. Opmerkelijk is de volgorde waarin Democraten die oorlog afhandelen. De Republikein Bush begon met Afghanistan, maar stelde vervolgens Irak centraal. Daarna stond Iran bovenaan het lijstje van landen die met bommen verpulverd dienden te worden. Pakistan sudderde een beetje mee, kreeg pressie vanuit het Witte Huis om te helpen bij Afghanistan maar dat liep zo’n vaart niet. Pakistan slopen kon in een langzaam tempo, escalatie kon immer altijd nog, nietwaar?
Hoe anders pakt de Democraat Obama het aan! Irak verhuist naar de achtergrond (jammer alleen dat die lastige Irakezen zich niet aan het scenario houden: veel wijst op een oplaaiende oorlog daar, met gevolgen voor Obama’s plan voor gedeeltelijke terugtrtekking). Alles draait opeens om Afghanistan, waar de oorlog wordt opgevoerd om een nauwelijks nog operationeel Al Qaeda te verslaan en stabiliteit te brengen. Rivaliteit om grondstoffen, routes van gaspijpleidingen, hebben die er iets mee te maken? Niet zo paranoide alstublieft! Hoewel? Misschien toch even kijken wat journalist Pepe Escobar schrijft op Tomdispatch, onder de titel ‘ Pipelinesistan goed Af-Pak’.
En Pakistan staat vlak naast dan middelpunt, met grote Amerikaanse druk die het Pakistaanse leger tot een bloedige operatie tegen door Pashtuns bewoonde grensprovincies heeft gebracht. Die Pashtuns vormen de basis voor de Taliban die zowel in Pakistan als in Afghanistan vechten tegen plaatselijke regering én tegen de VS. Dus moeten hun dorpen plan, dus moeten honderdduienden van hen op de vlucht gejaagd worden. Druk op Iran kan intussen een tandje minder, maar dat kan altijd nog veranderen. Waar bush zei: eerst Iran, later wellicht volop Pakistan, daar zegt Obama: eerst Pakistan, misschien later toch nog Iran. Zo ziet verandering eruit.
Maar Obama treedt tenminste op tegen Guantanamo Bay, tegen de martelpraktijken die onder Bush met officiële goedkeuring plaatsvonden, zeg je? Inderdaad. Maar kijk hoe traag het gaat, hoe voorzichtig! Guantanamo gaat uiteindelijk dicht – maar de gevangenen daar krijgen niet het recht op een regulier proces, hun status van rechteloze gevangenen blijft vrijwel ongewijzigd, al worden ze ooit verplaatst. De grofste verhoortechnieken – martelingen, feitelijk – worden verboden, ondervragers moeten zich houden aan het Army’s Field Manual (legerhandboek te velde). Maar daar zit een appendix in dat nog steeds stevige verhoormethodes – zoals het uit de slaap houden van mensen – toestaat. Martele mag onder Obama nog steeds een beetje. En een serieuze politiek van vervolging van de verantwoordelijken voor alle forteringen en de hele juridische onderbouwing ervan is niet echt te bespeuren.
Ja, veel memo’s waarin functionarissen regelden wat voor ‘hardhandige verhoormethoden’ allemaal toegestaan waren, zijn openbaar gemaakt. Maar de schrijvers van deze misdadige documenten lopen nog net zo vrij rond als de politici die opdracht gaven voor deze documenten, en de uitvoering van de erin uitgelegde beleidslijn regelde.
Cheney, als vice-president onder Bush feitelijk de sterke man in de VS, verkondigt bijna dagelijks hoe kwalijk het openbaren van de memo’s is, en hoe heilzaam de ‘hardhandige verhoortechnieken’ zijn geweest. Grote aanslagen zouden erdoor zijn voorkomen. De NRC schrijft er over, en neemt daarin helaas het officiële beleidsjargon over.
De methoden waar het om ging hielden feitelijk marteling in, maar ook de NRC spreekt van “harde verhoortechnieken”. Spreekt de krant, als Cubaanse dissidenten mishandeld worden, Tibetaanse demonstranten in de cellen van China worden gefolterd, Birmaanse monniken aan hun in gevangenschap toegebrachte verwondingen bezwijken soms ook van “harde verhoortechnieken”? Zo nee, waarom in het geval van de VS dan wel?
De Volkskrant noemt de verhoorpmethodes wel bij de juiste naam, en spreekt van “marteltechnieken”. Maar de Volkskrant vertelt ook iets anders, iets verhelderends: de verantwoordelijkheid ervoor lag niet alleen bij de Republikeinse top. Nancy Pelosi, fractieleidster van de Democraten in het Huis van Afgevaardigden en dus één van de belangrijkste Amerikaanse politici, is al in een vroeg stadium door het Witte Huis van Bush ingelicht over de foltermethoden. En ze heeft naar buiten toen niets wezenlijks met die informatie gedaan, ze heeft geen moord en brand geschreeuwd.
Nu kunnen we snappen waarom Obama geen haast zal maken met vervolging van de folter-verantwoordelijken. Onder die verantwoordelijken val;t immers zijn politieke bondgenoot en Congressionele steunpilaar. Wie weet van misdaden, en een positie bekleedt waarin zij of hij die misdaden stevig kan tegenwerken, en dat vervolgens niet doet, is medeplichtig. Anders gezegd: Pelosi is medeschuldig aan de weerzinwekkende praktijken waar Cheney nog steeds lovend over spreekt. Strafvervolging tegen de tweede kan ook de positie van de eerste in gevaar brengen, met alle vervelende gevolgen voor Obama’s Witte Huis.
Ja, er is verschil tussen Bush en Obama, tussen Republikeinen en Democraten. Onder Bush werd martelen een must. Onder Obama wordt het kennelijk getolereerd. Onder Bush gold: martelen moet. Volgens Pelosi, en voor en Obama geldt: martelen mag. Voor allemaal geldt: yes, we can!