Eén Mei: demonstratie Amsterdam, rondjes Binnenhof lopen in Den Haag – doennnnn!

19 april, 2012

donderdag 19 april 2012

Eén Mei 2012 krijgt in Nederland meer vleugeltjes dan we dat de afgelopen, toch wel erg moeizame, jaren gewend zijn. Er zijn zeer uiteenlopende, vaak hele frisse en aanstekelijke, initiatieven op gang gekomen. Je kunt, als je wilt, zelfs een heel dagprogramma samenstellen om er van alles en nog wat van mee te pikken. Ik vind het verheugend. De oude redenen voor Eén mei staan immers nog steeds recht overeind, een Dag van de Arbeid – eigenlijk beter te zien als een feestelijke strijddag tégen de arbeid die het kapitaal ons oplegt – is en blijft belangrijk zolang de kapitaalsmacht en de bijbehorende staat bestaan. Lees de rest van dit artikel »


Revolutionaire golf bereikt Israël

24 juli, 2011

zondag 24 juli

Wie had dát een paar maanden geleden kunnen vermoeden? De revolutinaire golf die doorAfrika, Europa en en vooral het Midden-Oosten rolt, heeft nu ook dat ándere contrarevolutionaire bolwerk in die laatste regio (het ene is Saoedi-Arabië) bereikt: de staat Israël. Ettelijke tienduizenden mensen demonstreerden afgelopen zaterdag in Tel Aviv tegen de regering-Netanyahu. Er zijn tenten, er waren botsingen met de politie. Eén van de leuzen: “het antwoord op privatisering? Revolutie”. Ook riepen sommige betogers de premier op dat hij maar beter kon gaan. Lees de rest van dit artikel »


Opstand Griekenland, solidariteit Nederland

5 juni, 2011

maandag 6 juni

Weer een dag van geweldig groot protest in Griekenland, tegen de helse bezuinigingen, tegen de politici die de bezuinigingen opleggen. Het is al de twaalde dag op rij dat duizenden mensen op het Syntagmas-plein samenkwamen, en de beweging groeit nog steeds. Berichtgeving op From the Greek Streets sprak van “meer dan 30.000 mensen op Syntagma, en de menigte blijft groeien.” Dat was om 19.15 uur plaatselijke tijd. Een artikel van Agence France-Presse spreekt van “meer dan 50.000 mensen”, en ook nog eens “rond de 3.000 in Theessaloniki. Maar er staat bij dat het hier politiecijfers betreft. Het werkelijke aantal zal nog flink hoger zijn. “De bijeenkomst van zondag lijkt de grootste te zijn sinds de protesten meer dan een week geleden begonnen.” Welnu, halverwege de vorige week was volgens ROAR-berichtgeving al eens sprake van 100.000 mensen bij het parlement. Het aantal van vandaag lag kennelijk dus boven de honderdduizend. Berichten die via Facebook rondgaan en die spreken van 300.000 tot 500.000 demonstranten klinken dan ook als  redelijk gegrond.

Lees de rest van dit artikel »


‘Echte Democratie Nu’ – nieuwe bewegingen verdienen steun

27 mei, 2011

vrijdag 27 mei

Geschreven voor Doorbraak, waar een geïllustreerde versie te vinden is: )

Wat begon in een reeks Spaanse steden als een reeks vreedzame protesten voor ‘Echte Democratie Nu’, groeit momenteel in Spanje uit tot een confrontatie met oproerpolitie in Barcelona. In Griekenland heeft soortgelijk protest in korte tijd enorme omvang aangenomen. In een reeks andere landen, ook in Nederland, vinden solidariteitsacties plaats – acties die tegelijk aanzetten zijn om in die landen zelf voor een andere, meer democratische, sociale en op duurzaamheid gerichte maatschappij. We zien hier nieuwe bewegingen, waarin de woede wegens bezuinigingen en wegens een politiek die zich van bevolkingen weinig aantrekt samenvloeit met het voorbeeld van de revoluties in Noord-Afrika. Het is zaak om hier met elan en enthousiasme aan deel te nemen. Het is tegelijk zaak om vanuit die houding van solidariteit een aantal kritische punten in te brengen om zwakten van de nieuwe beweging te helpen overwinnen.

Lees de rest van dit artikel »


Protesten in Marokko, solidariteitsactie in Amsterdam

23 april, 2011

zaterdag 23 april

Komende zondag, van drie tot zes uur ’s middags, vindt op het Beursplein in Amsterdam een solidariteitsactie plaats met protesten in Marokko. Het gaat om een manifestatie, op initiatief van een groep die zich de 20 Februari Beweging Nederland noemt. Die datum vonden er in Marokko forse demonstraties plaats, voor meer vrijheid, voor democratische hervormingen, tegen corruptie. In de plaats Alhoceima vielen daarbij vijf doden, en één van de eisen vann de 20 Februari Beweging Nederland is: opening van zaken over de precieze toedracht. Autoriteiten gedragen zich nogal alsof ze iets te verbergen hebben. Er zijn meer redenen voor dit protest, zoals er ook reden voldoende is om aandacht aan Marokko te besteden.

Lees de rest van dit artikel »


Egypte, humor en al wat ontwikkelingen…

11 februari, 2011

Wordt vandaag dan de dag van de val van Mubarak? Speculaties zijn zinloos. Maar er zijn menigten op de been, van grote omvang en vasthoudendheid. Er staan duizenden mensen bij het kantoor van de Egyptische TV. Er stromen grote aantallen mensen naar het presidentieel paleis. Er…

Maar eerst iets anders, om de spanning eventjes te breken. Humor uit en rond Egypte. Die groeit en bloeit in dit  soort tijden. Zo wordt er algemeen gewacht op het volgende communique van de legerleiding. Dat zal, naar verluidt, er als volgt uitzien: “Communique nr. 2 van de Strijdkrachten. ‘Een boodschap van de Strijdkrachten aan het nobvele Egyptische volk: ons volgende  Communique aan u zal No. 3 zijn'”… (uit: Guardian liveblog)

Aardig waren gisteren de tweets onder de hashtag #ReasonsMubarakIsLate , tijdens het wachten op de toespraak van Mubarak. Iemand suggereerde dat hij Skype aan het downloaden was, een ander dat hij het in zijn broek had gedaan, zelf vermoedde ik eventjes dat hij zijn paspoort niet kon vinden… (gevonden via The Lede, nieuwsblog van de New York Times).

MR zine had ook nog een paar aardige grappen verzameld. Deze bijvoorbeeld: “De minister van binnenlandse zaken vrasagt aan Mubarak om een afscheidsbrief aan het Egyptische volk te schrijven. Mubarak antwoordt: ‘Waarom? Waar gaan ze heen?’” 

Genoeg gegrinnikt, voor nu. Terug naar de berichtgeving – een berichtgeving die spreekt van mensenzeëen die instellingen van het bewind omspoelen. In Damietta bijvoorbeeld: 150.000 mensen om het gebouw van de staatsveiligheid. Twintigduizend mensen onderweg naar bestuursgebouwen in El Arish. Duizenden mensen in Suez omsingelen maar liefst tien overheidsgebouwen in Suez. Dit alles gemeld door het liveblog van EA Worldview, weer één van de belangrijke nieuwsbronnen voor vandaag. En intussen, in Cairo…

(meer later)


Correctie Griekenland-actie: FOUT in de oproep

25 mei, 2010

Er is een fout gemaakt – mijn fout, to be precise – in de oproep van Griekenland Is Overal voor de actie bij de Griekse ambassade, komende donderdag. Die ambassade bevindt zich op de Amaliastraat 1, niet op de Acaciastraat, in Den Haag. Tijden kloppen verder wel. Dus:
donderdag 27 mei, 19.00 uur,
Amaliastraat 1, Den Haag. Contact: griekenlandisoveral@live.nl
Griekenland Is Overal!


Eén Mei, twee demonstraties

1 mei, 2010

Wel wel, wat een dag! Twee Eén-mei-demonstraties waar ik aan deelnam. Eerst Nijmegen: “Vier met ons 1 mei – Antikapitalistische demonstratie voor een radicaal andere samenleving. Daarna naar het SP-initiatief dag van de Arbeid in Breda”. Meteen maar wat erover vertellen. Ik kies er bewust voor op níét eerst Indymedia en dagbladen te checken, of het NOS-journaal te bekijken. Wat je leest zijn de ervaringen van één deelnemer, aangevuld met wat gesprekken ter plekke. Volgens mij is daar in dit geval het nuttigst. Een breder beeld vormen kan altijd nog, maar ook daarvoor zijn primaire indrukken, met incompleetheid – ik heb een stuk demonstratie in Nijmegen gemist bijvoorbeeld –  en gebrek aan overzicht,  een niet onbeduidend bestanddeel.

Eerst Nijmegen. Dat was een intitiatief uit vooral het anarchistische deel van de actiebeweging, en dat was zicht- en merkbaar ook. Het gaf de demonstratie van het begin af een rebelse toonzetting die ik graag mag. Tegelijk was er ook wel een incrowd-gevoel die ik voor een verdere groei, juist ook van dít deel van de beweging, een beperking vind.

Ik schat dat er tegen de 200 mensen waren. Anarchisten dus met name, met rood-zwarte vlaggen en mooie spandoeken. Eentje van het gloednieuwe Anarchistich Kollektief – Utrecht, eentje van de Anarchistische Groep Nijmegen. Verder een groepje Autonome Antifa uit Twente. Doorbraak – geen specifiek anarchistische groep, maar wel een groep waarin libertaire inspiratie duidelijk merkbaar is – was er en organiseerde mee. Tot mijn plezier – juist vanwege de verdere samenstelling van de actie – zag ik ook een handvol zichtbare SP-ers met de bekende hesjes en dergelijke.

De actie werd geopend met twee toespraken, waaronder één van – als ik het goed opgvangen heb – iemand van Doorbraak. Die gaf een enthousiast, maar wel wat lang betoog, met terecht nogal wat schoonmaakactie erin verwerkt. daarna lopen, een op het eerste gzicht merkwaardige route, wég uit de binnenstad, via een brug over het spoor, een woonwijk in. Snel werd duidelijk waar dit op sloeg. We bezochten de binnenplaats van een plaatselijk autonoom centrum in oprichting, met een weggeefwinkel. Een toespraak om het idee – een alternatief stk maatschappij in zelfbeheer opgebouwd door mensen samen – uiteen te zetten. Daarna verder de woonwijk in, waar een praatje werd gehouden over de afbraak van sociale woningbouw, de noodzaak van kraken en van samenwerking tssen allerlei groepen bewoners en woningzoekenden aan de onderkant. een derde betoog volgde bij en in een tunnel onder het spoor nodig, door iemand diede Dolle Mollies, een anarcha-feministische groepering, aan haar mede-demonstranten indroduceerde. Intussen werd die tunnel vakbekwaam met leuzen versierd. Ik vond trouwens over het geheel genomen deze wijze van inhoudelijkheid een groot pluspunt van de demonstratie. Dingen werden helder en tegelijk strijdbaar uitgelegd. En het was méér dan de gangbare peptalk.

Intussen was ook de spanning aan het stijgen. Politie was vanaf het begin nadrukkelijk, nu en dan opdringerig, aanwezig. In de tunnel weerklonk opeens de leus “Stillen uit de demo!”. Blijkbaar was er minimaal één stille, een agent in burger dus, tussen de demonstranten herken. Die lui zijn ook erg makkelijk te spotten als je weet waar je op moet letten. Blijkbaar had het roepen succes, want even later werklonk er gejuich en ging de betoging verder.

Op het kruispunt waar we toen aankwamen maakte een politielinie duidelijk dat we niet rechsaf mochten. We gingen rechtdoor, en rechts voor ons ging een groep toch met spandoek en al, voor een gebouw langs, naar rechts. Dat vond de politie niet goed, en gezeten te paard lieten agenten hun wapenstokken hard neerdalen op betogers die, slechts door spandoek beschermd, het terrein niet onmiddellijk prijsgaven. Wat ik ook van tactische keuzes denk, op die paarden zat aangeklede bewapende lafheid, achter het spandoek stond vleesgeworden moed. Dat dát even dudelij is, voor ik meer kritische noten ga plaatsen. Er moet trouwens bij worden vermeld dat vanuit de organisatie van de actie via de megfoon nadrukkelijk en herhaaldelijk werd geroepen “laat je niet provoceren”.

Even later vlogen er dus inderdaad voorwerpen. Richting politie, ook richting gebouw. Wat bleek het geval? Dat gebouw was een vestiging van Adecco, een uitzendbedrijf dat personeel wert voor illegalendetentie, oftewel voor het bewaken van ensen wiens misdaad bestaat uit het niet hebben van geldige verblijfspapieren. Al eerder in dedemonstratie waren enkele  van de leuzen: “Geen man, geen vrouw, geen mens is illegaal!” en “Geen grenzen, geen naties, stop deportaties”. Enige waardering voor het werven van personeel dat juist mensen vasthoudt voor eventuele deportatie s onder de demonstanten niet te bespeuren, en deze afkeer van Adecco was en is volkomen terecht. Er zijn al langere tijd kleine acties bij vestigingen het bedrijf trouwens. En nu mochten ruiten van de vestiging er dus aan geloven. Ik heb daar op zichzelf geen problemen mee. In een wereld waar het opsluiten van weerloze mensen blijkbaar legaal is, en zelfs beloond wordt, is het beschadigen van een gebouw waarin lui hun medeplichtigheid aan zulke wanpraktijken organiseren geen wandaad maar een daad van verzet en solidariteit. Daar komt echter een fors ‘maaar!’ achteraan.

Dat ‘maar’ betreft de tactiek. Een actie als deze, het beschadigen van een gebouw – heeft pas zin als die uitgelegd wordt, niet aleen aan de demonstranten zelf maar vooral ook aan omstanders, media, mensen die ’s avonds het nieuws zien en denken ‘tjongejonge moest dit nou?’ Toe het bezig was had ik zelf niet eens meteen in de gaten dat het een Adeco-vestiging was, een mede-demonstrante wees me erop, en toen begreep ik op zijn minst het punt. Misschien dat sommige actievoerders denken dat een steen door de ruit van Adecco zichzelf uitlegt, dat het doel ervan vanzelf spreekt. Dat lijkt me een ernstige misvatting, de informatie over Adecco is bij lang niet iedereen (ik vermoed bij vrijwel niemand) bekend.  Dat  is tactisch probleem nummer één.

Het was intussen wel degelijk de politie die van een incident een rel probeerde te maken. immers: als men écht zoveel zorg had om dat Adecco-gebouw had de potielinie daar vóór gestaan. Nu stond de politie zodang opgesteld dat je bij het gebouw kon komen, maar dicht genoeg bij om snel en hard in te grijpen als ook maar een enkele acievoerder haar of zijn kans rook en benutte tegen dat vermaledijde object. De hele gang van zaken had trekken van een provocatie van politiekant, van uitlokking.

Tactisch probleem nummer twee is de relatie tussen enkele actievoerders die de ruiten in gooiden, dat misschien wel en misschien ook wel niet al van plan waren enerzijds, en de rest van de demonstratie anderzijds. De paar kapotte ruiten verschaften de autoriteiten precies het excuus om de ME in te zetten, een charge uit te voeren, en de demonstatie vervolgens in te sluiten met rijen politiemensen en de demonstratie onder zware politiedruk naar het station te laten lopen, waar demonstranten te horen kregen dat de de hal in moesten en de stad niet meer in mochten. Dat was en is een schandalige inbreuk op ons demonstratierecht, en het is de politie die ervoor koos op het incident bij Adecco aan te grijpen, te misbruiken, om de demonstranten het leven zuur te maken.

Geen enkel ‘begrip’ daarvoor van mij kant. Maar wél de opmerking dat het niet slim is om de politie zo ’n voorwendsel te geven. Daar komt bij dat dat, als je de consequenties kent – we wéten hoe politieautoriteiten dit soort indicidenten aan   grijoen om linkse demonstraties hardhandig aan te pakken – je ook naar de demonstranten toe mee verantwoordelijk bent voor de risicos die je neemt met de hele demonstratie. Ik vind het op zich niet erg om in een rel te belanden voor de goede zaak. Ik vind dat er in Nederland eerder te weinig dat te veel rellen plaatsvinden. En als de ME eenmaal op gang is dan maakt het me ook niet meer uit hoe het precies begon, en of alles wat aan onze kant gebeurde nu handig was of niet. dan is het gewoon: zij tegen ons, een kant kiezen, solidariteit, en vervolgens kijken hoe je én effectief actie blijft voeren én er zo ongedeerd mogelijk weer uit komt.

Maar als ik in een rel beland, mede vanwege een tatische keus waar ik niet in word gekend, waar ik niet van te voren over na kan denken: wil ik dit of wil ik dit niet? – dan voel ik me gemanipuleerd. Door mede-demonstranten. Dit mechanisme –  een tactische keus van enkele demonstranten, die vervolgens voorspelbare gevolgen heeft voor de héle demonstratie – is in essentie autoritair: andere mensen, een minderhid ook nog, beslissen voor mij, zonder mij er in te kennen. Juist voor anarchisten, voor anti-autoritairen bij uitstek, zou de verwerpelijkheid hiervan eens duidelijk moeten zijn.Zoals gezegd greep de politie het kleine incident aan voor groot machtsvertoon. Politie tepaard die tegen mensen aan reed, wapenstokken tegen mensen, een chaotisch moment van hilariteit toen een olitiepaard aan  de berijder ontsnapte en weggaloppeerde (het is ook nog eens dierenmishandeling, op een paard te gaan zitten om vervolgens tegen mensen aan te gaan rijden en ze te  slaan).

Daarna de waarschuwing van de polite: wilt u hier weggaan, anders gebruiken we geweld. langzaam liepen we verder, gevolgd door ME – die vervolgens ging rennen. Charge dus. dat duurde eventjes, en bedaarde weer, mar de ME had de groep – althans een deel ervan, een groep met spandoek was losgeraakt van de rest – al voor tweederde ingesloten.

Bij het Plein 1944 waar de demonstratie weer even halt hield, besloot ik, met tegnzin, de groep te verlaten. Ik moest ook nog naar Breda, muziek maken bij, inderdaad, een Een-mei-manifestatie/ demonstratie, en de tijd begon te dringen. Ik miste een trein, werd vervolgens gebeld dat de demonstratie het station naderde, helemaal ingesloten door ME. Ik weer naarbuiten, en ja hoor. politie om de groep heen. Ik stond dus achter die politielijjn, enkele aenten begonnen mij en anderen die daar stonden ruw weg te jagen. Uiteindelijk kwam de groep de stationshal in, waar nog even leuen geroepen werden.

Toen snel de volgende trein proberen te halen, maar het werd  de trein daarná pas. Ik kwam dus een uur te laat in breda, precies het uur waarin gepland was dat ik wat strijdlustie liedjes ten gehore zou rengen als warming up. Strijdlust had ik voldoende, maar ja, de tijd… gebeld rchting breda dat ik te laat kwam, weinig aan te doen.

Eenmaal in Breda kon ik een flink stuk toespraak meepikken van een kandidaat-Kamerlid van de SP. Die SP was ook de groep die het Eén-mei-gebeuren op poten had gezet en mij als muziekmaker had uitgenodigd. De demonstratie zelf was klein – veertig mensen of zo, minder dan vorig jaar – maar wel redelijk divers. De vaste groep SP-ers, deels bekenden en leuke mensen ook – was er. Ik zag enkele NCPN-ers, twee mensen van Offensief met krant. ook liepn er twee jonge mensen met een geschilderd spandoek waar in lichtrode letters stond “kapitalisme sluit ook jou uit”, met een omcircelde rode A, het bekende anarchistenteken. Een van  hen droeg ook een piratenvlag.

Wel een grappig contrast. Op de anarchistisch ingestelde demonstratie in Nijmegen een kleine handvol SP-ers. Op de SP-actie in breda een kleine handvol anarchisten, kennelijk. Goed om te zien wel dat in breda de banden tussen heel diverse segmenten van links goed genoeg zijn voor een gezamenlijke en wel degelijk aansprekende actie.

Oer de demonstraie zelf  valt niet zo heel veel spannends te melden. We zongen, “1,2,3,4,5,6,7, waar is onze poen gebleven? Hij is niet ier, hij is niet daar. Allemaal naar Wassenaar!” en “laat de rijken de crisis betalen”, trouwens ook de leus van de actie. We riepen dingen als A, Anti, Anticapitalista en ook Eén Mei Vrij. Bij het beginpunt teruggekomen was het een kwestie van napraten en soep eten. Ik kon toch nog een andvol liedjes ten gehoren renegn,  en daarna was er nog een kleinschalige party met DJ en consumptiebonnen in een zaaltje boven een cafe.. genoeglijke afsluiting, mmaar ik ben niet lang gebleven want ik was op en wilde naar huis – na een lange en uiteindelijk zeer waardevolle dag die ik niet had willen missen. Zometeen maar eens de media onder ogen nemen over wat er zoal heeft plaatsgevonden op deze Eerste Mei.


Marxisme Festival: impressies van enkele meetings

25 april, 2010

Zo, even terugblikken op een dagje Marxisme Festival, het jaarlijkse lezingen- en discussiegebeuren van de Internationale Socialisten (IS). Het duurt vandaag nog voort, maar ik vind een dagje wel voldoende. Dat dagje was echter de moeite waard. Natuurlijk vanwege het weerzien en bijkletsen met leuke mensen die ik vaak al lang, vaak te lang, niet had gesproken. En ook vanwege de bijeenkomsten waar ik aan deelnam. Wat impressies.

De eerste meeting die ik volgde ging over het  Trotskisme zoals zich dat na de dood van Troktsky had ontwikkeld, met name over de bijdrage van Tony Cliff aan dat Trotskisme. Na Trotsky’s door hielden veel van zijn aanhangers vast aan een drietal voorspellingen die Trotsky had gedaan: 1. de Sovjetunie zou de Tweede Wereldoorlog niet overleven maar ten val komen; 2. de speelruimte in het Westen voor sociaal-democratische hervormingen bestond niet: permanente crisis stond dat niet toe;  3. in de landen van wat de Derde Wereld ging heten – de koloniën en voormalie koloniën – was landhervorming en nationale onafhankelijkheid onmogelijk zonder arbeidersrevolutie. Alle die voorspellingen bleken ongegrond: de Sovjetnunie kwam als grote mogendheid de oorlog uit; het Wese ging een periode van lange economiche bloei in; en er kwamen in China en Cuba staten op die wel degelijk landhervorming en zelfstandige economische ontwikkeling op gang brachten. Cliff probeerde in de jaren veertig en vijftig van de vorigeeeuw een samenhangende reeks analyses naar voren te brengen om dit teverklaren. Hij onderkende dat Rusland een vorm van kapitalisme was: staatskapitalisme sinds 1928, volgens hem. Hij probeerde te laten zien dat wapenuitgaven de neiging tot crisis tegenwerkten en langdurig uistelde; de theorie van de permanente bewapeningseconomie ; en hij analyseerde het soort revoluties dat de regimes Mao en Castro  voortbracht: de theorie van de afgektste permanent revolutie. Het bevatte voor mij niet hele veel nieuws, maar dat had ik ook niet echt verwacht. De uiteenzetting leek erg op die van Cliff zelf, in uitvoeriger vorm bijvoorbeeld te vinden in zijn “Trotskyism after Trotsky”.

In de discussie ging het over die theorie van staatskapitalisme. Was daarvan, zonder concurrentie binnen Rusland zelf, wel sprake? Een ander punt – iets dat ik naar voren bracht: voor het verschil tussen productiewijzen (feodalisme, kapitalisme) is vooral ook de vorm waarop het meerproduct, het surplus, uit de directe producenten wordt geperst, bepalend. Heb je slavernij (werkers die eigendom zijn van bezitter)? Heb je – maatgevend in het feodalisme – grondgebonden arbeid (werkers die als het ware aan het land vast zitten en een deel van opbrengst of tijd aan de bezitter moeten afstaan)? Of heb je loonarbeid (werkers die hun arbeiderskracht voor bepaalde periodes verkopen aan de bezitters)?  Ook in Rusland was er van loonarbeid sprake, en juist dat laat het kapitalistische karakter van die maatschappij al zien. Ik stelde er alleen wel een vraag achteraan: vóór 1928 was er óók al loonarbeid in Rusland. Waarom was er toen, volgens de spreker, dan niet van kapitalisme sprake?

De antwoorden, van diverse leden van de IS, waren standaard en onbevredigend. De één wees erop dat je de loonarbeid niet in één klap kon afschaffen en het socialisme niet in één ruk na de revolutie kon invoeren – alsof ik dat had beweerd.  De ander wees erop dat er onder Stalin vanaf 1928 een volledig einde aan alle restanten van rbeidersinvloed werd gemaakt, en dat de Bolsjevistische partij zelf zodanig werd gezuiverd dat iedereen die in de Oktoberrevolutie van1917  iets betekende, wed omgebracht en dergelijke. Dat was mij echter al bekend, en het laat zien dat er in de late jaren twintig inderdaad iets drastish, contrarevlutionairs, gebeurde. Maar het is geen antwoord op de vraag of er ook vóór 1928, niet toch sprake was van een vorm van kapitalisme, een mengsel tussen staats- en marktkapitalisme met inderdaad nog sterke restanten van arbeidersinvloed. Volgens mij is het antwoord op die vraag: ja, Rusland was allang kapitalistisch voorat Stalin  de laatste resten revolutie opruimde. Zoals je binnen het kapitalisme wel vaker een drastische switch hebt tussen meer democratische en volslagen autoritaire bestuursvormen, met bijbehorende afbraak van arbeidersrechten. Duitsland, 1933, bijvoorbeeld. Niemand zal echter uit de machtsgreep van Hitler, het verbieden van linkse partijen en vakbonden en het instellen van een volslagen dictatuur afleiden dat er vóór die tijd níét van een vorm van kapitalisme sprake was…

Maar aan deze tegenwerpingen kwam in in de discussie niet toe, er waren meer mensen die het woord wilden, en dat hoort dan voorrang te krijgen. Alles bij elkaar was het wel een levendige bijeenkomst, met echte discussie, redelijk druk bezocht ook. En ik heb nu Martin Smith, kopstuk van de SWP, de zusterorganisatie van de IS, nu eens zien spreken. Zo blijft men leren en ervaringen opdoen 😉

Vervolgings ging ik naar een bijeenkomst met de titel “Waar blijft het antwoord op Wilders?” Dat bevatte veel leerzaams. Er waren drie sprekers: Anne-Ruth Wertheim ging in op de soort van racisme waar Wilders zich sterk voor maakt. Ze onderscheidde uitbuitingsracisme, gericht tegen groepen die het zware werk moeten doen en op wie neergekekn wordt; en concurrentieracisme, gericht tegen groepen die als bedreiging, indringers, rivalen werden gezien. Antisemitisme is bijvoorbeeld zulk concurrentie-/ cultureel racisme.

Wertheim betoogde dat er veel parallellen zijn tussen Wilders’ racsme tegen moslims en dat antisemitisme. Volgens haar is Widers’ racisme een mengvorm van het uitbuitingsracisme en hetcncurrentieracisme. Ze was niet optimistisch, en voorzag uiteindelijk grootschalig geweld tegen moslims. Van de huidige dip in Wilders’ aanhang was ze niet onder de indruk.

Mohammed Rabbae, voormalig fractieleider van GroenLinks, had een opvallend bijdrage. Hij ging, zoals we van hem gewend zijn, fel tekeer tegen Wilders, en zette hem neer als harde racist. Maar hij deed meer. Hij legde een verband tussen Wilders’ oproep dat moslims het land uit moesten, en zijn extreme pro-Israël-politiek. Volgens hem  is Wilders zo ongeveer de spreekbuis in Nederland van de uiterste rechterzijde in Israël. Die staat krijgt groeiende PR-problemen, veel mensen keren zich tegen het Israëlische beleid tegen Palestijnen. Dat heeft te mken met de grotere aanwezigheid van mensen uit het Midden-Oosten in landen als Nederland, en hun groeiende deelname aan de hoofdstroom van de maatschappij. Om het debat weer ten gunste  van Israël te keren, moeten Europese landen dus van hun moslims af, en wie in Nederland predikt precies dat? Inderdaad: Wilders! Hiermee is volgens Rabbae de warme pro-Israël-houding van Wilders én zijn islamofobie, in samenhang verklaard.

De derde spreker was Karwan Fatah-Black, van de IS.  Hij had – arme jongen! – zijn vrijdagavond doorgebracht met het lezen van het verkiezingsprogramma van de PVV. Hij liet met citaten zien hóé rechts het programma was, niet alleen wat betreft moslims en dergelijke, maar juist ook op sociaal-economische thema’s. Mij viel, toen ik dit beluisterde, erg op hoezeer de media dan nog een overdreven aandacht voor de paar sociale punten – handen af van WW en studiefinanciering en van de AOW-leeftijd – hadden. Alle veel rechtsere, ultra-VVD-ideeën, bleven in de media-aandacht onder- of helemaal onbelicht. Het was erg goed dat Karwan juist deze zaken met nadruk naar voren haalde. Ik ga er binnenkort ook nog op in, op de PVV, haar programma, haar vooruitzichten en dergelijke.

Ik heb de meeting luisterend doorgebracht en niets ingebracht in de discussie. Bedenkingen had ik wel, vooral bij Rabbae’s betoog. Parallellen zien tussen rechts in Israël en de PVV hier is zinnig. Maar de suggestie dat dit verklaard zou worden door geheime Israëlische geldelijke steun – een suggestie die Rabbae indirect deed – is hachelijk. In de eerste  plaats is het een onderschatting van Wilders’ zelfstandigheid. De PVV keert zich om eigen machtspolitieke redenen tegen moslims, speelt de racistische kaart gewoon om macht te vergaren. Wilders is veel méér dan een pion van Israëlisch rechts of van wie dan ook. In de tweede plaats bekruipt mij, bij verwijzingen naar geheim Israëlisch geld in welke richtig dan ook, toch een lichte huivering. Van Israelisch geld als bron van kwaad naar joods geld en invloed als bron van alle kwaad – klassieke antisemitiche drogreden –  is niet zo’n hele grote stap, en van dit type van complotdenken dient links verre te blijven.

In de derde meeting gaf Pepijn Brandon, van de IS ook, een weergave van debatten door de jaren heen over de Russische revolutie en de ontwikkelingen daarna. Zoals vaste lezers van dit blog wel weten, hebben hij en ik hier inmiddels een flink verschillende mening over, hetgeen een extra reden was om juist deze bijeenkomst bij te wonen. En ik heb geen spijt, we werden onthaald op een zeer  heldere presentatie over de diverse richtingen en stromingen die het debat onder historici kent.

Pepijn wees eerst op de standaard-Koude-Oorlogsversie: de Oktoberrevolutie was een staatsgreep. Lenin leidde rechtstreeks tot Stalin, en Lenin had het allemaal al in “Wat te Doen” aangekondigd, in 1902.  Daar tegenover stond wat hij de ‘kritische traditie’ noemde, van mensen die vooral door Trotsky beïnvloed waren en zijn. Elementen daaruit: Oktober was een echte brede revolutie, economische ineenstorting en burgeroorlog deden het post-revolutionaire bewind ontaarden tot een bureaucratische dictatuur, het uitblijven van revolutie elders – met name in Duitsland – wordt de Russische revolutie dan noodlottig, en Stalins regime bekrachtigt eind jaren twintig dat noodlot. Van een continuïteit tusen Lenin en Stalin was echter geen spreke, en het bewind bleef aanvankelijk open voor druk van haar eigen basis. Een derde richting, de revisionistische, die opkwam nadat er steeds meer bronnen in Rusland beschikkbaar wamen, gaf de kritische richting op veel punten gelijk. Maar intussen heeft het debat weer een rechtsere wending gekregen, met een postmoderne nadruk op cultuur en retoriek – waarbij Pepijn erop wees dat voor dubbele bodems en kwalijke bijbedoelingen van Bolsjevieken wel oog was, terwijl de uitspraken van opponenten van die Bolsjevieken niet op dezelfde kritische manier als dubbelzinnig werden ingeschat.

Al met al haalt Pepijn uit de geschiedschrijving over deze periode een beeld van een post-revolutionair Rusland waarin een bewind functioneerde dat open stond voor druk vanuit haar basis, dat zeker geen totale dictatuur is, maar waarin bureaucratisering een steeds groter gewicht kreeg, en gewicht waaraan de revolutie uiteindelijk bezweek. Keuzes van het bewindspeelden overigens wel een rol in het verloop van dit  proces, en de kansen die er nog waren voor verzet en dergelijke. Het isolement van de revolutie werd de revolutie echter fataal, en opende de weg naar de consolidatie van het Stalinisme waarmee aan elke arbeidersdruk van onderaf, elk restant van revolutionaire dynamiek, een einde komt.

In de discussie werd stevig de degens gekruist. Twee mensen, waaronder ik, brachten de breuk naar voren die er ook al in de begintijd tussen regime en arbeiders ontstond. Het tot iedere prijs vasthouden aan de staatsmacht, deels  door omstandigheden maar deels ook door de ideologische vooronderstellingen van bijvoorbeeld Lenin ingegeven, droegen hieraan bij. Dat de revolutie in isolement niet kon winnen, klopte. Maar nu kreeg de nederlaag ook nog eens vorm in een bewind dat uit naam van de verdediging van de revolutionaire idealen tegenover de klasse van waaruit dat bewind was opgekomen, kwam te staan. De macht opgeven en verder vechten voor een comeback sámen met de onderliggende klassen, als deel van die klassen,  was beter geweest. 

Vooral tegen dat laatste idee werd scherp ingegaan, ook door Pepijn in zijn afronding. “Als de Bolsjevieken de burgeroorlog hadden verloren, was fascisme een Russisch en geen Italiaans woord geweest”, zo hield hij, Trotsky citerend, zijn gehoor voor.  Misschien – zo denk ik, terugblikkend op de meeting – maar vasthouden aan de macht tot iedere prijs dient niet de revolutie maar uiteindelijk enkel die macht zelf. De uitkomst van dat proces was uiteindelijk wel degelijk Stalin. Ik blijf erbij dat revolutionairen, gesteld voor de keus tussen onze klasse en de staatsmacht, onder alle omstandigheden voor onze klasse moeten kiezen. De discussie was best stevig, maar verviel niet tot het goedkope puntenscoren waar ik van tevoren een beetje bang voor was. Nuttige mooie meeting.

Misschien dat ik nog wat over de andere twee bijeenkomsten schrijf, vandaag of morgen. Misschien ook niet. Voor nu vind ik het even genoeg. Zon en muziek wenken.


Politieke crisis in Nederland, deel 2: rechts, links, rechts…

26 maart, 2010

Zoeken naar kostenverlaging om meer ruimte te krijgen voor winst en de concurrentiepositie van ondernemers te verbeteren – dat is waarom de kapitalistenklasse in Nederland belang heeft bij bezuinigingen. Minder staatsuitgaven betekenen lagere belastingen, en die maken het mogelijk om meer geld in de ondernemerskas te houden, voor dividend, investeringen,  topsalarissen en bonussen. Bezuinigen maakt dat  terugdringen van staatsuitgaven makkelijker –  al is een bij gebrek aan bezuinigingen oplopende staatsschuld beslist niet het grote probleem dat rechtse politici er zo graag van maken.

In deze drang tot meer winst en een sterkere positie tegenover concurrenten wortelt de aandrang tot bezuinigen die de politiek momenteel in een ijzeren greep houdt. Alle partijen voelen die aandrang, alle partijen hebben zich deze logica in meerdere of mindere mate eigen gemaakt. De politieke spanningen hangen voor een aanzienlijk dele met deze bezuinigingslogica samen. Overeenstemming is er over de noodzaak ervan. Maar over timing, tempo en omvang bestaan grote meningsverschillen.

Elke partij heeft een andere mix tussen de bezuinigingen als noodzaak enerzijds, en de gezochte steun van kiezers  anderzijds. De ideologie van partijen speelt vervolgens een rol om die mix tot stand te brengen en in effectieve PR om te zetten. Bij een partij als de SP die voornamelijk geldelijke en kiezerssteun  van lager betaalde arbeiders en mensen met een uitkering zoekt, met een sociaaldemocratische ideologie, pakt de mix heel anders uit dan bij partijen als VVD en CDA die haar fondsen van rijke mensen haalt, haar kiezers veelal bij middenstanders en beter betaalde arbeiders en haar ideologie uit een mengsel van liberalisme en conservatisme. Bij de eerste is de neiging om bezuinigingen beperkt te houden om de achterban te ontzien groter. Bij de tweede zal de neiging om de bezuinigingen snel en fors door te zetten – die voornamelijk kiezers van andere partijen raken, en de geldschieters en steungevers van de eigen partij juist helpen – veel groter zijn. Dit soort mechanismes verklaart zowel de algemene richting van komend beleid als ook de talloze meningsverschillen.

Dit is één van de factoren die het politieke bestel onder druk zet. Maar als dit de enige motor van de  politieke crisis was, zag het landschap er bepaald anders uit. Dan zou de strijd veel meer gepolariseerd zijn langs sociaal-economische lijnen, dan zouden juist partijen die bezuinigingen erg beperkt willen houden, er veel beter vor staan in de peilingen. Als de tegenstelling  tussen hard, snel en niets ontziend bezuinigen enerzijds en traag, weinig bezuinigen, rekening houdend met laagbetaalden en collectieve voorzieningen anderzijds, centraal zou staan, dan zou de SP niet, zoals nu, op 9 zetels staan in een peiling, maar er veel beter in slagen om haar kiezers vast te houden. Dan zou rechts in de peilingen veel en veel zwakker staan. Want bezuinigingen gaan heel veel mensen treffen, en de partijen die het hardst willen bezuinigen, zouden hun kiezers zien weglopen als dit thema het overheersende thema was. Dat gebeurt momenteel niet. Er speelt kennelijk dus nog veel meer.

De tweede factor die de politieke crisis aanwakkert zouden we kunnen omschrijven als: misvormd gebundelde, verkeerd gerichte, extreem-rechts gekanaliseerde onvrede. Die onvrede zélf werd en wordt gevoed door het marktgerichte beleid van inmiddels de afgelopen tientallen jaren. Bezuinigen was daar deel van, privatisering en de blootstelling van collectieve voorzieningen aan marktwerking waren twee andere peilers van wat als neoliberalisme bekend is komen te staan.

Het beleid leidde tot verslechteringen in onderwijs, zorg en openbaar vervoer. Het heeft het levenspeil de betaanszekerheid van mensen die afhankelijk zijn van sociale voorzieningen aangetast. Terwijl regeringen dit neoloberale beield doordrukten, gebruikten ondernemers de ruimte die hen geboden werden om hun winsten en de inkomsten van zichzelf  op te krikken. Miljoenen mensen voelden hoe hun levens moeilijker werden hoe zwaar het werd om rond te komen, hoe onzeker het bestaan was. Tegelijk zagen ze dat een beperkte groep zich ongestaard verrijkte. Dat alles leidde tot onbehagen onvrede, en soms tot uitbarstingen van protest.

Tussen 2002 en 2006 had deze onvrede vooral een hoopgevende, naar links gerichte dynamiek. Er was het in deel één van deze serie genoemde vakbondsprotest van 2004. Er waren demonstraties tegen de Irak-oorlog in 2003, er waren acties voor een generaal pardon voor mensen die al te lang op erkenning as vluchteling hadden moeten wachten. Die laatste twee thema’s hadden niet rechtstreeks betrekking op het neoliberale beleid. Maar dat beleid voedde wel de onvrede die ook tegen andere stukken beleid – oorlogsdeelname, deportatiebeleid tegen vluchtelingen – tot uiting kwam.

Als klap op de vuurpijl kwam het referendum tegen de neoliberale EU-grondwet, dat tot een dramatische, voor een flink deel door de SP aangejaagde, nee-stem leidde. In 2006 zagen we vervolgens een grote verkiezingsoverwinning van die SP, die voor een flink deel het anti-neoliberale, anti-regeringssetntiment had weten te bundelen en in zetels wist om te zetten. Zo werd de terechte woede van een jaar na jaar getergde arbeidersklasse omgezet in  een referendum-uitslag, in parlementaire posities en in vakbondsacties.

Maar de vakbondsacties hadden slechts beperkt resultaat, de EU-grondwet kwam er in iets gewijzigde vorm toch, en de parlementaire SP-macht leidde niet tot regeringsdeelname, en ook niet tot veel positief resultaat. Slechts beperkte bijstellingen van beleid werden binnengehaald, zoals het uiteindelijk acepteren vn een generaal prdon voor lang wachtende vluchtelingen. Dat was de fooi die de PvdA als progressief pronkstuk mocht binnenhalen om deelname aan een kabinet met CD en CU wat meer verteerbaar te maken – en waarmee de PvdA aan SP-kiezers kon laten zien dat er ook via de PvdA heus nog wel iets progressiefs te behalen viel. Voor jarenlang maatchappelijk verzet en linkse overwinningen in de stembus was dit alles toch wel een vrij magere oogst.

De onvrede had linkse beddingen gevonden – en vrij weinig bereikt. Dat opende nieuwe ruimte voor pogingen om de woede en getergdheid een rechtse draai en uitlaatklep te geven, de woede  een ander, misplaatst, doelwit te geven. Dit is wat Fortuyn al met groot succes deed in 2002. Maar pogingen om dit, na de moord op Fortuyn, verder door te zetten, liepen stuk. Dat lag niet zozeer aan het op zichzelf zeer aanzienlijke geklungel van Fortuyns politieke nazaten. Veel belangrijker was dat, met een economische inzinking in die jaren, sociaal-economsche kwesties die arbeiders tegenover ondernemers plaatsen, naar de voorgrond kwamen. Antikapitalistische sentimenten, ook sterk vanwege de uitstraling van de andersglobaliseringsbeweging van die jaren, speelden een rol. De rechtse storm van 2001-2002 ging tijdelijk liggen, en er kwam enkele jaren en vrij stevige linkse bries te staan.

Maar in de luwte wachtten uiterst-rechtse politici, en ze werkten aan een comeback voor hun aanpak. Hoe minder de linkse bries tot resultaten leidde, hoe meer rechts er opnieuw in begon te slagen om onvrede op háár manier te benutten, te misbruiken. Geert Wilders werd van deze ontwikkeling het kopstuk en het symbool. Eerst opereerde hij nog op de rechterflank van de VVD, waar hij zich profileerde door zich fel tegen toelating van Turkije als EU-lid te keren. Een land vol met moslims, dat paste volgens hem niet in de Europese cultuur. Daarmee  was de islamofobe toon gezet.

In 2004 brak hij met  de VVD. Nadat in november van dat jaar filmmaker Theo van Gogh – zelf niet vies van islamofobe uithalen -werd vermoord, kreeg de uiterst-rechtse cocktail die  Wilders serveerde, een griezelig groeiende populariteit. In de campagne tegen de EU-grondwet, voorjaar 2005, speelde hij al een  rol. Als één van de eersten en hardsten riep hij, na de uitslag, de  regering – die zich breed had gemaakt voor een ja-stem – op om af te treden. Zulke stelligheid bleef van linkse zijde – de kant die de nee-campagne nota bena had gedomneerd – vrijwel uit. Het is één van de manieren waarop “links dit potentieel op tragische wijze verspeeld (heeft)”, zoals Pepijn Brandon de verschuiving van linkse kracht naar rechtse overmacht verklaart in een mooi stuk op de website van de Internationle Socialisten. Zo zag je toen al dat Wilders niet alleen een islamofoob racisme predikte, maar tegelijk ook een keiharde anti-regeringstoon aansloeg. Juist in de periode dat links van succes naar succes snelde, had uiterst rechts zich al van een flinke rol verzekerd. De 9 zetels voor Wilders’  PVV bij de verkiezingen van november 2006 waren daarvan het bewijs.

(wordt vervolgd)