Links tegenover Chavez in Venezuela

30 april, 2011

zaterdag 30 april

Chavez is duidelijk geen vriend van de vrijheidsstrijd die – hoe misvormd ook door krachten die deze strijd helpen ontsporen  – in Libië en Syrië woedt. Zijn uitgesproken steun voor Kadhafi en Assad getuigt daarvan. Voor hem telt kennelijk vooral het conflict tussen de Libische en Syrische staten enerzijds, en de grote mogendheden en het NAVO-bondgenootschap anderzijds. Tussen grote staten  en kleine staten kiest hij tegen de groten. Pech voor degenen die tegen de regimes van de kleine staten protesteren. Staten tellen, mensen in die staten komen in deze logica kennelijk op de tweede plaats. Bij sommigen heet deze logica ‘anti-imperialisme’.  Bij mij heet deze logica: steun aan dictators, zolang ze tegenover grotere mogendheden staan.  Machtspolitiek opportunisme.

Lees de rest van dit artikel »


Weerzinwekkende steun voor ‘humanist’ Assad

27 april, 2011

woensdag 27 april

Kan die weerzinwekkende Chavez nu gewoon niet eens het fatsoen opbrengen om zijn mond te houden? Is het nu echt nodig dat hij, na zijn vriend Kadhafi te verdedigen, nu ook een goed woordje doet voor moordenaar Assad van Syrië? En zou een ieder met nog een greintje authentieke linksheidzo vriendelijk willen zijn deze man volledig te rug toe te keren? Chavez’ stellingname, een verdediging van dictatuur en onderdrukking, gehuld in een anti-imperialistisch jasje, maakt hem medeplichtig aan de voorgezette moorden van staatswege in Syrië. Het verdedigen van deze Chavez-politiek maakt linkse mensen medeplichtig aan die vunzige medeplichtigheid. Kappen ermee, onmiddellijk, dat lijkt me wel het minste.

Lees de rest van dit artikel »


Venezuela en de vrijheid

21 december, 2010

Enige jaren geleden was Venezuela, president Chavez en zijn ‘Bolivariaanse revolutie’ bij grote delen van links Het Grote Ding. In dat land werd, zo luidde het, via overwinning na verkiezingsoverwinning, brede volksparticipatie via Communale Raden als bestuursorganen, isiones voor gezondheidszorg, onderwijs en wat al niet meer, en via een bijbehorende socialistische partij waarin Chavez’ aanhangers zich geacht werden te verenigen,  het ‘socialisme van de éénentwintigste eeuw’ doorgevoerd. Dat zou dan een democratisch socialisme zijn, dat zou breken met het kapitalisme zonder er een bureaucratische dictatuur voor in de plaats te zetten. Dat was de hoop, maar ook het geloof van dit deel van links.

Van enige scepsis liet ik in 2007, toen ik nog een keurige trotskist probeerde te zijn, onder meer al blijken op mijn Engelstalige weblog, in een serie getiteld “Venezuela: don’t overdo it, comrades”, bijvoorbeeld in deel 7 daarvan (1). Ja, de ontwikkelingen waren interessant, hoo[pgevend, maar het ging veel te ver om er al een revolutie in te zien, en de neiging op het proces te hypen tot veel meer dan het was, verdiende enig tegengas. Zoiets vond ik destijds.

Intussen ben ik blijmoedig gedeserteerd naar het verfoeilijke kampt der anarchisten, en is mijn sympathie voor Chavez en zijn politiek verder afgenomen. Vooral de pretentie dat hij een antikapitalistisch politiek proces aanvoert is wat mij betreft onjuist; de man tracht hervormingen, via de staat, en wil daarmee een veranderd, op een aantal punten leefbaarder, kapitalisme te brengen. Niet minder, maar ook niet wezenlijk méér. Dat delen van zijn aanhang op méér hopen, zich daarvoor inzetten en in die inzet steun verdienen, is daarmee niet in strijd.

Mijn wantrouwen in het Chavisme wordt keer op keer aangewakkerd door beleidsmaatregelen, die, ieder afzonderlijk, verdedigbaar overkomen maar in hun samenhang wel degelijk een proces van centralisatie en staatsversterking inhouden dat ongezond is. De mogelijkheden tot een werkelijke breuk met het kapitalisme én met de bureaucratische stata die – ook onder Chavez’ leiding – ermee verweven is, wordt door tit soort beleid gedwarsboomd, ongeacht de progeressieve bedoelingen die er wellicht aan ten grondslag liggen.

Onlangs waren er weer een paar van dit soort maatregelen. Het parlement heeft gisteren een wet aangenomen die president Chavez de bevoegdheid geeft om wetten door te voeren om hulpverlening aan slachtoffers van overstromingen te kunnen regelen. Ook moet via deze machtigingswet de principes van het al genoemde ‘Socialisme van de Eenentwintigste Eeuw’ in de juridische structuur van het land beter verankerd worden. 

Natuurlijk schreeuwt de rechtse oppositie moord en brand. Die ziet er een zoveelste stap richting dictatuur in. Als die oppositie gelijk had bij eerdere soortgelijke reacties op eerdere maatregelen van Chavez, dan zou Venezuela allang een éénpartijstaat vol met concentratiekampen moeten zijn geweest. Bovendien zijn forse krachten binnen diezelfde oppositie zelf niet vies van dictatuur als het ze uuitkomt. Dit soort kringen voerden in april 2002 zélf een staatsgreep uit t tegen Chavez. Een volksopstand bracht Chavez toen terug aan de macht en sneed de dictatoriale optie de pas af.

Stephen Lendman legt uit waarom de wet geen dictatoriale maatregel is. De presidentiële becvoegdheden die erin regegeld worden, zijn tijdelijk: 18 maanden. Het parlement kan eruit voortvloeiende decreten alsnog wijzigen. Kiezers kunnen via een referendum stukken wetgeving die ermee doorgevoerd zijn, alsnog terug draaien. Bovendien: eerdere presidenten bedienden zich ook al van dit type bevoegdheden. De grondwet van 1999 maakt het mogelijk, maar de grondwet van 1961 deed dat ook al. Er is dus weinig tot niets aan de hand. Het gaat niet om het vestigen van dictatuur. Het gaat om het helpen van 130.000 slachtoffers van een ramp.

Ik ben niet helemaal overtuigd. Nee, deze wet is geen dictatuurmaatregel. Maar de redenering van Lendman inspireert niet bepaald. In de eerste plaats is er de verwijzing naar vroeger, naar eerdere presidenten. Het zal waar zijn dat die ook machtigingswetten hanteerden. Maar was het idee van die mooie Bolivariaanse revolutie nu niet juist dat het allemaal ánders zou gaan dan onder voorgaande presidenten? Je kunt met de opmerking van Chavez’ voorgangers zich niet anders gedroegen op dit punt, dan wel de huidige oppositie – veelal politiek ergenamen van die voorgangers – van repliek dienen, en laten zien dat die met twee maten meet hier. Maar daarmee is de maatregel nog niet tot verstandig opgewaardeerd. Misschien was het gebruik van machtigingswetgeving toen immers wel helemaal niet juist.

Dat de machtigingswet binnen de grondwettelijke orde van Venezuela prima past, dat er uit liberaal democratisch oogpunt weinig tot niets op aan te merken is, toont Lendman wel aan. Maar is dat voor links wel zo’n sterk argument? Is het idee van een socialistische omvorming niet juist dat er hógere eisen aan democratie worden gesteld, ook op de weg erheen? Wat mij betreft willenw e dirécte, gene liberale democratie, we willen zélfbestuur, geen presidentieel bestuur. Alweer: met de redenering van Lendman kun je aantonen dat het gejammer van de rechtse oppositie over antidemocratische maatregelen gezeur is in termen van die oppositie zelf. Maar er is niet mee aangetoond dat de maatregel zelf steun en waardering verdient. Ik vind dat we de neiging om beleid vooral vanuit het presidentiële paleis te maken, en dat machtscentrum van steeds meer bevoegdheden te voorzien, wel degelijk verontrustend en verkeerd, ook al valt het binnen formeel democratische kaders.

En het onderliggende argument – noodtoestanden vereisen centralistische noodmaatregelen met bijbehorende becvoegdheden – geeft me koude rillingen. Nee, Chavez is geen dictator. Maar menig dictatuur, openlijk rechts of in linkse pretverpakking, is gestart als initiatief van mensen die zich beriepen op noodtoestanden die harde maatregelen vereisten. De Russische revolutie is mede ten grave gedragen door zaakwaarnemers van die revolutie zelf die aan een – zeer reeële! – noodtoestand, een situatie van burgeroorlog, interventie en economische ineenstorting, argumenten ontleenden tot het doorvoeren van steeds verdere centralisatie, bestuur van bovenaf en de bijbehorende afbraak van directe democratie. Over specifieke maatregelen in dit kader kun je eindeloos en vaak vruchteloos twisten. Het is de onderliggende logica en argumentatie die afwijzing verdient.

Een enkele vraag dient bovendien gesteld te worden. Ja, er zijn overstromingen, en hulp is nodig. Heeft Venezuela geen rampenbestrijdingsdienst? Zo nee, is het dan niet tijd om die op poten te zetten en díé van voldoende middelen te voorzien? Zo ja, werkt die dan niet afdoende? Waarom niet? Kan daar niet eens wat aan gedaan worden? En kan dat niet het allerbeste door rechtstreekse inmenging in het bestuur door de direct betrokkenen zelf: doodgewone mensen, zélf potentiëel slachtoffer van dit soort rampen, en nu de buren, bekenden, familieleden van deze mensen? Waarom moet daarvoor een president meer macht krijgen? Wat voor rampenbestrijdingsdienst heeft Chavez nu helemaal? Het leger? Willen we dat echt zo geregeld zien? Ik vind extra presidentiële bevoegdheden in het kader van rampenbestrijding doodeng. Ik vind het ook nog eens volstrekt onnodig.

Een ander stuk wetgeving is echter aanzienlijk ernstiger nog. Het betreft hier een wet die reguleert wat wel en niet toelaatbaar is op het internet. Volgens Chavez gaat het erom dat internet-misdaad hiermee beter moet kunnen worden bestreden. De oppositie ziet er echter een aanval op de virjheid van meningsuiting in.  Alweer: die oppositie is hier hypocriet. Ze heeft zelf via het bezit van privé-mediabedrijven, een enorme greep op wat er gepubliceerd wordt. Dat staat op gespannen voet met werkelijke meningsvrijheid. En over de hang naar dictatuur van delen van die oppositie schreef ik hierboven al iets. Veel media-vrijheid was er niet in de anderhalve dag dat de staatsgreep van 2002 overleefde.

Maar, hoe hypocriet ook, oppositiemensen die de nu doorgevoerde internetwet een aantasting van de meningsvrijheid noemen hebben wél gelijk. Linkse mensen dienen deze inperkingen af te wijzen, daar consistent in te zijn zodat de vrijheid een eerlijke, échte bondgenoot krijgt in plaats van de huichelachtige rechtse anti-Chavez-stroming die van werkelijke vrijheid niets moet hebben, maar wel de vrijheid als leuze wenst te hanteren.

Wat is er zo slecht aan deze wetgeving? Wie berichten op internet verspreidt die “disrespect voor publieke gezagsdragers, haat opstoken of bevorderen, onruist onder de burgerij verwekken of de openbare orde in gevaar brengen” wordt strafbaar en kan een boete krijgen. Daarmee zou dan volgens Chavez de promotie via internet van prostitutie en drugsgebruik tegengegaan kunnen worden. Maar laten we eens kijken naar de mogelijke consequenties van wat er staat!

‘Disrespect’ – gebrek aan respect – ‘voor publieke gezagsdragers’, voor presidentenm, burgemeesters, politiechefs, congresleden, generaals, noem maar op. Dient dat strafbaar te zijn in een maatschappij die zich democratisch noemt?! Moeten mensen die Chavez op internet een autoritaire klootzak noemen een boete krijgen? En mensen de hun burgemeester van corruptie beschuldigen zonder dat ze misschien al voldoende bewijs hebben vergaard ook? En als Chavez nu eens een gouverneur die lid is van de oppositie voor reactionaire schurk uitmaakt, krijgt Chavez dan ook straf? Een werkelijk vrije maatschappij komt er bij de grátie van gebrék aan respect voor publieke gezagsdragers, als aanloop naar de afwezigheid van wat voor ‘gezagsdragers’ boven de bevolking dan ook.

Voor die andere dingen geldt hetzelfde. Haat aanwakkeren tegen mensen van verschillende huiskleur, sekse, seksuele orientatie – verwerpelijke zaken, al geloof ik niet in boetes als effectief antwoord erop. Maar  haar aanwakkeren tegen corrupte bestuurders, tegen dictators en dictators-in-de-dop, tegen inhalige ondernemers? Wat is daar mis mee? Is er een serieuze revolutionaire omvorming van de wereld denkbaar zonder deze vorm van ‘haat aanwakkeren’? En zonder het ‘verwekken van onrust onder de burgerij’ komt een revolutie ook niet erg ver. Dat al deze onrust, haat en al dit ‘disrespect’ knap  lastig is voor bestuurders, ook voor Chavez, is helemaal waar. Maar echte revoluties hóren het bestuurders – álle bestuurders – knap lastig te maken. Wie dat strafbaar stelt, remt revolutie af. Het Chavisme betoont zich, door dit type wetgeving door te voeren, dan ook op dit punt als contrarevolutionaire kracht.

Nu kun je zeggen dat het onder Chavez allemaal niet zo’n vaart zal lopen. De man wil geen dictatuur, hij wil hety beste voor het v9lk, en geniet nog altijd brede steun. Maar in de eerste plaats gaat niet om wat Chavez voor het volk wil. Het gaat om mensen van het volk zélf, om hun vrijheid van spreken, schrijven, ook op internet. In de tweede plaats: zelfs Chavez is sterfelijk zowel politiek als biologisch gezien. Straks zit er een andere president, misschien iemand van rechts, misschien wél iemand met dictatoriale ambities. Die heeft dan óók deze bevoegdheden. Die kan dan zijn critici – bijvoorbeeld aanhangers van Chavez – de mond snoeren met precies dit type van autoritaire bevoegdheden. Die bevoegdheden moeten bestreden worden, en op geen enkele manier verdedigd of rechtgepraat.

(opm. 23 december, 0.14: zinnetje bijgeschaafd)


Domheden van Hans van Baalen

21 maart, 2010

Hans van Baalen, Europarlementariër voor de VVD doet een opmerkelijke, en opmerkelijk dómme, uitspraak. Hij verwijt de Spaane regering dat die ‘dictators’ steunt. Welke dictators precies? Nieuws .nl“Van Baalenzei als voorzitter van de internationale organisatie van liberale partijen in het Spaanse Cadiz , dat  Spanje te nouwe banden met Venezuela, Nicaragua en Cuba heeft. De VVD’er riep de Spaanse premier Zapatero op om de steun aan de Venezuelaanse presisent Hugo Chavez, president Daniel Ortega van Nicaragua, en de gebroeders Castro van Cuba,  te staken.” 

Uit de hele opstelling van het bericht blijkt dus dat Van Baalen Chavez en Ortega en de twee Castro’s als ‘dictators’ beschouwt. Dat is voor de eerste twee presidenten een opmerkelijke domheid. Ortega is in 2007 in doodgewone en niet zeer omstreden verkiezingen tot president van Nicaragua gekozen. Hij regeert volgens de daar geldende staatsinrichting, die een gekozen parlement kent, een gekozen president, in een context van een meerpartijenstelsel. Als Nederland een democratie is, of Frankrijk, of de VS, dan is Nicaragua het ook.

En dan Chavez! Die wint zowat meer democratische verkiezingen in een jaar dan de VVD in een halve eeuw. En ook daar geldt een grondwet  die in open verkiezingen voorziet, niet alleen met gekozen president en parlement, maar ook verregaande rechten van burgers om hun gekozen president via een referendum tussentijds af te zetten. Hiertoe is voorzien in een grondwet die tijdens het presidentschap van Chavez, mede door hem bevorderd, is ingevoerd.

Ja, er zijn problemen in beide landen: corruptie, ambtelijk machtsmisbruik en dergelijke. En ja, Chavez heeft de neiging om zijn eigen macht te versterken, nog niet eens zozeer uit persoonlijke ambitie als vanuit het gevaarlijke geloof dat hij persoonlijk onmisbaar is voor voortgang van zijn linksige programma. Er is een serieus links kritisch verhaal nodig over zijn positie, en over zijn als Bolivariaanse Revolutie verpakte hervormingsprogramma. 

Dat linkse verhaal stelt dan de noodzaak van zelfstandige democratische machtsvorming van arbeiders, boeren, inheemse gemeenschappen en dergelijke tegenover de ingeperkte, maar wel degelijk democratisch gelegitimeerde, top-down-macht van Chavez, zijn bureaucratische staat en zijn zoektocht naar samenwerking met ondernemers en dergelijke. Het stelt revolutionaire democratie van onderaf tegenover de gevestigde burgerlijke democratie waarbinnen ook Chavez opeereert en waaraan hij zijn positie mede dankt. Chavez is democratisch gekozen, maar opereert niet democratisch genoeg. Hij lijkt daarin sterk op alle parlementaire politici ter wereld, Van Baalen incluis, bij wie hij inhoudelijk overigens natuurlijk zeer gunstig afsteekt.

Maar dát is niet wat Van Baalen zegt! Chavez afschilderen als dictator, zoals hij doet, is van een totaal andere orde, en maakt deel van een réchts verhaal dat weigert te erkennen dat Chavez, met als zijn beperkingen, uitdrukking geeft aan een brede wil tot sociale verandering en verbetering vanuit de arme meerderheid.

Hoe reactionair Van Baalens praatjes zijn blijkt uit zijn standpunt over Honduras. Hij verwijt Zapatero ook nog dat Spanje de “democratische verkiezingen” in dat land niet heeft erkend. Welke  ‘democratische verk iezingen’ bedoelt Van Baalen eigenlijk? Eind juni 2009 pleegden militairen in Honduras een staatsgreep tegen de gekozen president Zelaya, nadat die lichte Chavez-neiginkjes begon te vertonen. De verkiezingen eind 2009 vonden plaats op die, totaal ondemocratische, grondslag. Vanuit de bevolking wordt nog steeds protest tegen het, in essentie ondemocratische, bewind georganiseerd. Van Baalens vriendelijkheid jegens de huidige Hondurese regerig is vriendelijkheid jegens, inderdaad, erfgenamen van een militaire dictatuur.


Referendum Venezuela: een welkome uitslag

16 februari, 2009

De berichtgeving over de uitkomst van het referendum dat gisteren in Venezuela gehouden werd, heeft weer lachwekkende trekjes. Dat referendum ging over de vraag of de beperking van het aantal termijnen dat iemand zich verkiesbaar mag stellen voor het presidentschap, moest wordne opgeheven. Zo ja, dan betekent dit dat de huidige president Chavez zich opnieuw kandidaat mag stellen. Ruim 54 procent stemde voor deit voorstel. Chavez kan zich dus opnieuw verkiesbaar stellen.

Het is een doodgewoon democratisch principe dat hier wordt doorgevoerd: mensen stemmen op de kandidaat die ze kiezen, zo vaak zij dat willen. Kandidaten vragen de stem van kiezers, zo vaak zij dat willen. Tussen deze band tussen kiezers en kandidaten hoort geen enkele legale beperking gestopt te worden. De gevaren van eindeloos door dezelfde persoon beklede machtsposities – en die onderken ik – vergen een ander soort aanpak. Maar niemand dient mij te beletten op de kandidaat van mijn voorkeur te stemmen, enkel en alleen omdat die kanddaat de baan al twee termijnen heeft gedaan. Het is dan ook niet zozeer Chavez die het referendum heeft gewonnen, zoals bijvoorbeeld de Volkskrant zegt: het zijn de kiezers zelf, wiens democratische rechten worden erkend en versterkt.

Maar kijk hoe krantenkoppen het brengen!  Een voorbeeld. Hier is de NRC: “Chavez oneindig herkiesbaar in Venezuela”. Oneindig maar liefst: Chavez heeft met het referendum zelfs de onsterfelijkheid weten te bereiken, zodat er waarlijk geen einde aan zijn presidentschap kan komen. En het klinkt heel dramatisch, nietwaar? “Balkenende oneindig herkiesbaar in Nederland” is de huidige situatie alhier, volgens deze logica: zolang hij wil als lijsttrekker, en zolang voldoende kiezers het CDA blijven steunen, zal hij kabinetten blijven leiden. Maar niemand vindt dat een alarmerende krantenkop waard.

Chavez is logischerwijze blij met de uitkomst: hij kan nu het project dat hij de Bolivariaanse Revolutie noemt, de vestiging van een ‘socialisme van de 21ste eeuw’, doorzetten zolang kiezers hem daarin steunen. Ik ben ook blij met de uitslag: in dit soort referenda – het was niet het eerste in Venezuela – staan immers aan de ene kant de lagen van de bevolking die  meer gelijkheid willen en de progressieve hervormingen die onder het presidentschap van Chavez tot stand zijn gekomen willen verdedigen en uitbouwen. Aan de andere kant staat de oude elite en haar aanhang, de grote ondernemers die onder president Chavez de rechtstreekse politieke macht goeddeels kwijt zijn geraakt maar via economische macht en eigendom van de meeste media nog over enorme invloed beschikken. Zij willen van Chavez af, maar vooral van de hervormingen die er gekomen zijn, van de groeiende kracht van de bewegigen van arme boerden en krottenbewoners en arbeiders. Zij willen terug naar de tijd toen de rijken het voor het zeggen waren, en de armen gewoon hun werk deden  (als ze geluk hadden) en verder hun kop hielden.

Zij hoopten dat de beperking op het aantal ambtstermijnen was blijven bestaan. Dan zouden ze bij de volgende presidentsverkiezingen hun kandidaat in stelling hebben kunnen brengen, niet tegen de nog steeds populaire Chavez, maar tegen een relatief onbekende geestverwant van hem. Dan had de rechtse oppositie, gebruikmakend van de desillusie die een deel van de aanhang van Chavez wel degelijk heeft, een kans gemaakt op herovering van de macht via de stembus. Nu is die kans veel kleiner, en ik vind dat een goede zaak. Het referendum is uitgedraaid op een welkome overwinnig van links, van de arme meerderheid van de bevolking en degenen die voor de rechten en belangen van die bevolking opkomen.

De uitslag van het referendum is dus positief, en biedt kansen voor links – maar ook gevaren. Want er is wel degelijk een probleem met een sociaal veranderingsproces dat zo sterk gesymboliseerd wordt door één persoon dat het lijkt of het succes ervan staat of valt met die ene persoon, Chavez zelf. Het is zaak om, terwijl Chavez wellicht nogmaals president wordt, bewegingen te versterken die krachtig en zelfstandig genoeg optreden om radicalere sociale veranderingen door te zetten, óók als Chavez aarzelt of teveel concessies doet aan de odernemers, óók als het bureaucratische ambtelijke apparaat waarvan Chavez zich teveel bedient, de strijd van de armen afremt, en óók als Chavez er ooit – vanwege verloren verkiezingen of anderszins – niet meer is. De NRC mag geloven in het oneindige voortbestaan van de man, linkse mensen weten hopelijk beter. In dat proces van machtsvorming van onderaf, in fabrieken, volkswijken en op het platteland, zullen dan ook aanvoerders naar voren komen die de beweging een gezicht helpen geven.

Zo wordt Chavez geleidelijk minder onmisbaar, minder belangrijk, hoe vaak hij ook nog als president herkozen zou worden. En het is dat proces van machtsvorming van onderaf dat wezenlijk is wil de Bolivariaanse Revelutie ooit echt worden wat het nog lang niet is: een socialistische revolutie.


Venezuela en de herverkiesbaarheid van Chavez

15 februari, 2009

In Venezuela stemmen mensen vandaag over een grondwetswijziging die de beperking op het aantal ambtstermijnen waarvoor iemand zich kandidaat voor het presidentschap mag stellen, opheft. Als een meerderheid vóór die wijziging stemt, kan president Chavez zich nogmaals verkiesbaar stellen.

Tegenstanders zien er een stap richting dictatuur van Chavez in: hij kan dan immers eindeloos aanblijven en zijn macht onbeperkt consolideren. Maar dat is grote nonsens. In de eerste plaats is kandidaat stellen niet hetzelfde als herverkiezing wínnen. Chavez zal keer op keer voldoende stun moeten winnen bij een meerderheid om een nieuwe ambtstermijn te winnen. Dat de oppositie er keer op keer niet in slaagt om met een betere kandidaat te komen, met een programma dat vertrouwen inbozemt, is niet Chavez’ fout. Met een oppositie die voornamelijk leunt op de rijken, en hun angsten voor sociale verandering naar links mobiliseert, is het overigens niet vreemd dat die oppositie niet wint. Chavez heeft ingrijpende veranderingen gebracht ten gunste van de armen, en er zijn nu eenmaal meer armen dan rijken in Venezuela, mede dankzij het slag mensen dat momenteel de oppositie vormt maar decennia lang venezuela regeerde.

Precies omdat de oppositie zo rechts is en  zo opkomt voor de rijke minderheid, wil ze dat de huidige beperking op het aantal ambtstermijnen blijft, zodat Chavez na afloop van zijn huidige ambtstermijn verdwijnt als president. In het linkse kamp is niemand met het prestige van Chavez; ter rechterzijde begint de oppositie zich wel degelijk te versterken. Een race tusen Chavez en een rechtse opponent gaat met gemak naar Chavez; een race tussen een rechtse kandidaat en een relatief onbekende opvolger van Chavez is echter géén gelopen race. Gezien de traagheid waarmee de regering van Chavez de laatste jaren veranderingen doorzet, de corruptie en bureaucatische praktijkenwaar allerlei Chavistische bestuurders zich schuldig  aan maken, en de onvrede onder de arme bevolking die dit meebrengt, is de kans op een rechtse verkiezingsoverwinning dan helemaal niet zo klein.

Links doet er dan ook goed aan om de weg naar een volgende ambtstermijn open te houden. maar het is zaak om dat met een principiële, juiste argumentatie te doen. In International Viewpoint komen een aantal socialisten uit de Vierde Internationale, een internationale bundeling van Trotskistische organisaties, met een minder gelukkige motivatie voor een vóór-stem. Ze zeggen: “De politieke traditie van de Vierde Internationale is altijd gekant geweest tegen buitensporige verlenging van electorale mandaten en het professionaliseren van de politiek. Desondanks (…) lijkt het ons belangrijk, in dit geval, om de ‘ja’-optie te steunen in het referendum van de 15e.” De reden daarvoor: “voor het ogenblik is de relatie tussen president Chavez en de bevoking of de sociale bewegingen is een noodzakelijke voorwaarde om de ruimte waarin het mogelijk is het politieke proces te verdiepen, te bewaren.” Met andere woorden: normaal gesproken willen we geen onbeperkte herkiesbaarheid; maar de sociale veranderingen in linkse richting in Venezuela kunnen nog even niet zonder Chavez, dus moet hij herkozen kunnen worden.

Ik denk er anders over. Het is democratisch gezien weliswaar inderdaad niet gezond als dezelfde functie al te lang door dezelfde persoon vervuld wordt. Zoeken naar een alternatief voor Chavez zou de linkse bewegingen goed doen, en het zou gezond zijn als Cjhavez dit zelf ook zag. Beter nog zou het zijn om structuren te ontwikkelen waarin het presidentschap sowieso minder belangrijk was. Het feit dat in Venezuela zoveel draait om wel of geen Chavez, is geen kracht van het veranderingsproces dat bekend staat als ‘Bolivariaanse revolutie’, maar een zwakte. Het maakt het proces veel te kwetsbaar. Dat een herverkiezing van Chavez  momenteel wenslijk is, gegeven die zwakte die zomaar niet verdwenen is, lijkt me weer wel waar.

Maar een verbod op herverkiesbaarheid, een beperking van het aantal ambtstermijnen, is een  principieel onjuist antwoord. Het beperkt niet alleen het recht van mensen om zich kandidaat te stellen, zo vaak ze maar willen, het beperkt het fundamentele recht vak kiezers om op de kandidaat van hun keuze te stemmen, hoe vaak zij dat ook maar willen. Zelf ben ik er voor dat er nieuwe mensen naar voren komen binnen de linkse beweging, en dat Chavez dus afgelost kan worden. Maar als kiezers Chavez willen, en nogmaals Chavez – mag dat verlangen dan met een grondwetsbepaling worden geblokkeerd?

Je kunt het van een andere kant bekijken. Ik ben een voorstander van de meest radicale vormen van democratie. Daarbij hoort het recht van kiezers om hun afgevaardigden desnoods tussentijds ter verantwoording te roepen en via herstemmingen te vervangen. Praktisch gesproken kan het natuurlijk onhandig zijn om wekelijks je bestuurders via verkiezingen in te ruilen. Maar het antwoord daarop is niet dat je tussentijdse verkiezingen blokkeert. Laten bestuurders dan maar beter hun best doen, zodat ze niet al te vaak tussentijds weggestemd worden. Maar het récht om ze weg te stemmen is fundamenteel.

Welnu, met een soortgelijke redenering zeg ik: het recht om iemand niet weg te stemmen, om hem of haar net zo vaak terug te laten komen als een meerderheid dit wil, is fundamenteel. beperkinge erop moge niet in de wet terechtkomen; wie het wijsheid vindt dat dezelfde kandidaat niet eindeloos aanblijft, dient daarover met die kandidaat in discussie te gaan, of binnen een vrijwillige bundeling van krachten, een politieke partij of beweging, daarover afspraken te maken. Een grondwettelijke blokkade op herverkiesbaarheid is echter een beperking van de democratie.

Het is dus niet zo dat socialisten, zoals het stuk in International Viewpoint bepleit, eigenlijk wel voor beperkingen van het aantal ambtstermijnen horen te zijn, maar nu even niet omdat Chavez zo onmisbaar is. We dienen sowieso voor opheffing van die beperking te stemmen. Het moet daar principieel tegen zijn, om redenen van democratisch recht. Het is aan kandidaten om te bepalen hoe vaak ze zich aan een oordeel van kiezers willen onderwerpen. En het is aan de kiezers, en uiteindelijk aan niemand anders, om uit te maken wie ze willen, en hoe lang. Dát is democratie.

Hoe onzinnig trouwens de gangbare verontwaardiging over de opheffing van het aantal mogelijke  ambtstermijnen in Venezuela is, laat George Ciccariello-Maher zien in een artikel in Counterpunch (gevonden via Venezuelanalysis). Allerlei leiders hebben zonder zo’n beperking kunnen regeren: de Britse premiers Blair en Thatcher, en de Amerikaanse president Roosevelt die als hij niet was overleden zelfs 4 ambtstermijnen oftwewel 16 jaar had kunnen regeren. En ik vraag me als ik dat lees ook af: was de VS in die tijd bezig een halve dictatuur te worden? Is Frankrijk, puur omdat het gene beperkingen op het aantal ambtstermijnen van een president kent, minder democratisch dan de VS waar die beperking er tegenwoordig wel is?

 En is Chavez onmisbaar? Het lijkt me een taak voor  de linkse bewegingen in Venezuela om zich zodanig te versterken en onafhankelijk van de staat op te stellen, dat die onmisbaarheid van één persoon, ook inspirerend en belangrijk ook,  tot het verleden gaat behoren. De revolutie in Venezuela is te belangrijk om aan welk afzonderlijk persoon ook  te worden overgelaten, zelfs al heet die persoon Chavez.