Linkse eenheid gevraagd- en liever níét achter prikkeldraad

28 februari, 2010

Met het oog op de komende verkiezingen is de democratie tijdelijk afgeschaft, lijkt het wel. Vreedzaam actie voeren op straat, voor een stevige linkse mening utkomen wordt steeds botter aan banden gelegd. Dat merkte een SPer op campagne. Dat merkten vooral ook Internationale Socialisten.

Eerst die campagnevoerende SP-er, Statenlid Ad van der Kolk in Leeuwarden. Die hield tijdens een verkiezingsmarkt een bord omhoog met “Balkenende, leugenaar, Irak”. Een helder duidelijk, en juist standpunt, beknopt verwoord. Probleem nummer één: Balkenende was daar zelf op campagne, en stuurde een soort ordedienst op de SP-er af. Probleem nummer twee: die ordemensen leverden het actievoerende Statenlid af bij de politie, die de man in een steegje vakbij ondervroegen. Terecht maakt Kamerlid Harry van Bommel een vergelijking met de Russische sterke man Putin en zijn methoden tegen demonstranten. Hij sprak van de ‘Militie van Balkenende”. Op Van Bommels weblog staat het verhaal, met verwijzingen naar beeldmateriaal Wat Balkenende’s brigadiers, met of zonder uniform, in Leeuwarden flikten is een grofheid. Wie democratische rechten hoog heeft zitten, dient het krachtig voor het Statenlid op te nemen en die grofheid snoeihard te veroordelen

 De SP is een grote, parlementaire en erkende partij. Dat Balkenende’s brigadiers en de ordehandhavers een Statenlid van zo’n partij op zo’n manier durven aanpakken, is griezelig. Maar juist omdát de SP groot en sterk is, heeft ze goede mogelijkheden om van zich af te bijten, en ik hoop dat ze dit ook stevg en succesvol doet. Ik zie graag een hoogst kritische Kamervraag binnenkort aan Balkenende zelf, misschien dat hij zo nog wat demissionairder kan worden dan hij al is.

 Maar dit soort onderdrukking raakt veelal juist kleinere en radicalere groeperingen – en die hebben níét zoveel middelen en slagkracht om terug te vechten. Die hebben daarom éxtra steun nodig als ze onder vuur liggen. Dat gold een paar weken geleden toen Antifascistische Actie (AFA) met een kwaadaardige hetze-brief van de AIVD te maken kreeg, en trouwens prima terugsloeg. Dat geldt nu met name voor de Internationale Socialisten (IS), die binnen een paar weken tweemaal onder gevaarlijk vuur zijn komen te liggen.

De eerste keer was een rapport van het IVO, een onderzoeksinstelling van staatswege. Daarin werd beweerd dat de IS in haar kritiek op de Israëlische aanval op Gaza, eind 2008-begin 2009, dit “in ‘behoorlijk antisemitische zin’ zou hebben verwoord.” Geen bewijs, uiteraard. Dat kan ook helemaal niet; de IS is een principiëel antiracistische organisatie, de IS verafschuwt en bestrijdt antisemitisme. En vanuit dit antiracisme is een keiharde stellingame tegen de Israëlische apartheids- en bezettingspolitiek waar de aanval op Gaza een brute uiting van was, niet meer dan logisch. De IS eist rectificatie van de smadelijke beschuldiging, en de IS verdient daarin onverkorte heldere steun en slidariteit.

Des te wranger is de politiehouding tegenover mensen van de IS bij uitgerekend de herdenking van de Februaristaking op 25 februari, enkele dagen terug dus. Die Februaristaking, in 1941, was het middel van arbeiders in Amsterdam  en elders om te protesteren tegen de op gang komende jodenvervolging door de Nazi-bezetter. Het herdenken ervan is een jaarlijks opnieuw herhaald néé  tegen antisemitisme. Terecht leggen IS-ers de koppeling naar het racisme van nu, door middel van het De Socialist, het maandblad van de IS dat in februari de kop “Wilders schuldig aan racisme” op de voorkant had. Politieagenten dwongen de IS-ers het terrein af, en dreigden zelfs met een proces verbaal! Ook een delegatie van een twintigtal van de actievoerende schoonmakers moest de manifestatie ut en mocht slechts toekijken. Op een antiracistische herdenking mag geen actueel antiracistisch geluid hoorbaar zijn, wat de politie betreft. Een trieste schande, waarvoor de plaatselijke politie en degenen die dit soort opdrachten geven de diepste verachting verdienen.

Het is zaak dat linkse mensen – democraten sowieso! maar van rechtse  mensen verwacht ik geen verdediging van werkelijk democratische rechten – elk van dit soort aanvallen met de groots mogelijke felheid, de grootst mogelijke slagkracht en de groots mogelijke eenheid-in-verscheidenheid beantwoorden met protest. Het gaat daarbij om een gezamenlijk belang, niet omde vraag of het jouw club, jouw ideale soort politiek is.

Ik voel zelf bijvoorbeeld geen sympathie voor de keus voor parlementaire politiek die de SP  sinds jaar en dag maakt. Ik deel sommige standpunten van de partij – tegen marktwerking, tegen oorlogsdeelname –  wel;  andere standpunten – de kwalijke steun aan precies die politie waarvan een paar leden hun Statenlid ondervroegen in dat steegje – wijs ik scherp af. Maar hier werd een SP-er aangevallen omdat hij strijd voerde voor een juiste zaak, omdat hij zin kritische mening openlijk uitte. Dáár gaat het om, die aanval raakt ons allemaal.

En je kunt van alles denken en vinden van de IS, ik kom herhaaldelijk met best stevige kritiek op die organisatie, en zal dat ook blijven doen waar ik dat nodig vind. Maar de IS wordt hier aangevallen vanwege de dingen die de organisatie góéd doet. En ook deze organisatie gebruikt gewoon de vrijheid van meningsuiting – de echte, niet de nep-versie van Wilders. Heel links zou op de aanvallen op SP-statenlid, IS-standpunt over Gaza, IS-deelname aan de Februaristaking-herdenking moeten reageren alsof het een aanval op henzélf betrof – want indirect ís het ook zo’n aanval. Aantasting van democratische rechten raakt ons als linkse mensen allemáál. Gisteren was SP en IS aan de beurt, eergisteren de groeperingen in Vrijplaats Koppenhinksteeg. Morgen ben jij misschien aan de beurt, of ik.

Het betreft hier een ten onrechte verwaarloosde halszaak. Linkse eenheid is te vaak een mooie slagzin waarachter niets wezenlijks schuilgaat. Maar op het front van repressie van staatswege zullen we – wat onze politieke identiteit ook is – eenheid moeten bereiken, onder daarmee onze meningsverschillen te ontkennen of te verbergen. Revolutionairen moeten leren voor aangevallen sociaaldemocraten op te komen, en andersom. Trotskisten moeten leren voor anarchisten op te komen, en andersom. Als we dit soort eenheid van links niet dichterbij brengen, dan vergroten we de kans dat links binnenkort onvrijwilligd verenigd wordt – op Rottummerplaat, achter prikkeldraad, bewaakt door Geerts Gardisten.


Arbeidersstrijd, ook bij U in de buurt

27 februari, 2010

Terwijl politici zich opmaken voor hun stoelendans voor de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni, zijn arbeiders met belangrijker zaken bezig. Ze komen voor hun rechten op, of bereiden zich daarop voor. En dat doen ze soms met opvallende voortvarendheid.

Zo is er vandaag een bijeenkomst van chauffeurs in Nieuwegein, belegd door FNV Bondgenoten en CNV  Vakmensen. Het gaat daar om de toekomst van de bedrijftak, maar vooral ook om een nieuwe CAO. FNV-bestuurder Huub van de Dungen: “We hadden 1100 stoelen staan, maar die zijn allang vol. Mensen zitten op de trappen.” Er is dan ook sprake van een serieus CAO-conflict, over lonen maar vooral over werktijden. Er is dan ook alle reden voor deze  forse mobilisatie, en hopelijk komt er stevige actie uit voort.

Actie wodter al gevoer door gemeente- en provincieambtenaren. Ook dat gaat over een CAO-conflict, vooral om koopkrchtbehoud tegenover de nullijn die gemeente- en provinciebesturders willen handhaven (en die neerkomt op koopkrachtdáling). Al enkele weken zijn er her en der acties vanuit deze groep amtenaren. Komende week gaat dat door. Zo komt er een werkonderbreking in Eindhoven op 2 maart; ambtenaren in leiden leggen het behandelen van e-mails een tijdje stil. En op 3 maart, als de ogen van media gericht zijn om lmere vanwege de gemeenteraadserkiezingen, is ook daar een werkonderbreking van ambtenaren. Die strijd gaat dus door – maar naar mijn idee wel te traag en teveel opgesplitst.

Dan is  er natuurlijk de belangrijke strijd om de pensioenleeftijd. Weliswaar ligt de behandeling van voorstellen in die richting stil wegens kabinetscrisis. Maar er is  alle kans dat een nieuw kabinet – van rechtse samenstelling, ga daar zekerheidshave maar van uit – met een nog hardere versie van het plan komt. Er is dus alle reden voor verdere voortetting van de strijd. Dat gebeurt dan ook, maar helaas erg beperkt. Een actiecomité in Rotterdam, bestaande uit FNV Bondgenoten, ABVA KABO en FNV Bouw  roept bijvoorbeeld op voor een protestdemonstratie op 2 maart in Rotterdam onder het motto AOW 67 jar – No Way. Er zullen meeriniv tiatieven nodig zijn om dezestrijd uit haar relatieve impasse te trekken. De Internationale Socialisten – op w iens website ik deze oproep aantrof – – maar vooral netwerken als FNV Vecht Voor Je Recht – doen hun stevige best, maar kunnen het niet alleen.

Het mooiste heb ik voor het laatst bewaard: die hoogst osptandige schoonmakers! Die zijn bezig met acties voor een behoorlijke CAO,  en vooral ook voor waardigheid. Al geruim tijd zin er vooral  ludieke acties. Sinds afgelopen week voeren ze echter de druk stevig op, en dat heeft impact ook. Dinsdag was er een forse actiebijeenkomst in Utrcht: 500 actievoerende schoonmakers en sympathisanten, toegesproken door onder meer Agnes Kant van de SP, Agnes Jongerius van de FNV, en Jan Laurier van GroenLinks.

Eric Krebbers schreef een prachtig verslag erover op de site van Doorbraak. Hij vertelt hoe de actievoerders aan het eind van de manifestatie naar het NS-kantoor gingen.“Honderden stakers en sympathisanten stroomden Utrecht CS binnen, en met medeneming van hun inmiddels enorme quilt van aan elkaar genaaide poetsdoeken met handtekeningen van sympathisanten.(…) De schoonmakers die in het dagelijks leven zonder  meer voorbijgelopen worden,namen de gelegenhid te baat om zichzelf duidelijk op de kaart te zetten. Wie maakt ons wat, wasde sfeer die ze uitstraalden. Een paar weken geleden was hen nog door de rechter de toegang tot Amsterdam CS ontzegd. Nu liepen ze toch breed lachend door een station. Wat is het lekker om met zijn honderden  ‘ondeugend’te zijn.”

Op de bijeenkomst kondigde Mari Martens, onderhandelaar van de FNV, bekend, dat sschoonmakers bij de NS voor onbepaalde tijd in staking gingen. De dagen erop waren dagen van groeiende  spanning. Een paar berichten: “Staking schoonakers breidt zich uit” (Nu.nl, op 24 februari), waarin melding gemaakt wordt van stakers in onder meer Zwolle, Eindhoven, Amsterdam, Hengelo en Venlo; “Aantal stakende schoonmakers stijgt” (NRC, 26 februari): daarin lezen we dat de acties  “zich als een olievlek door het land (verspreiden) “: “NS laat anderen schoonmaken”  (Nu.nl, 25 februari), waarin te lezen staat dat NS overwoog eigen personeel aan het schoonmaken te zetten, om zo feitelijk te proberen de staking te breken; “PvdA woedend over stakinsgbrekers bij NS” (Volkskrant, 25 februari) waarin staat dat niet alleen FNV-bestuurder Ron Meyer en Sadet Karabulut van de SP maar ook Hans Spekman  van de PvdA zich fel keren tegen het NS-voornemen; en “NS accepteren vieze treinen en stations” (Volkskrant, 25 februari), waarin we lezen dat de NS bakzeil haalt en afziet van haar stakingsbreekplannetjes. Dat is al een opsteker op zich voor de stakers. En een teken dat de staking echt druk uitoefent: “Werkgevers schoonmaakbranche willen weer praten” (NRC, 27 februari).

Er zit nog méér aan te komen op dit front:  op 9 maart is Schiphol aan de beurt voor schoonmakers-actie. Als deze, veelal zo slecht behandelde en straatarme, groep arbeiders en hun sympathisanten zo doorgaan, dan is een prachtige overwinning helemaal niet ondenkbaar. Dat zou dan tegelijk een grote opsteker zijn voor iederéén  aan de onderkant waar de meerderheid zich staande moet houden.


Treiterplannen met Bijstand

26 februari, 2010

Soms lijkt het wel of beleid jegens mensen aan de onderkant niet alleen wordt ingegeven door de kille prioriteiten van het kapitalisme, maar door nog iets anders: sadisme. De behoefte aan treiteren, jennen en sarren van mensen sluit bij die eerdere logica van winst boven alles trouwens prima aan. Het zijn van bestuurder, beleidswetenschapper of burgerlijk politicus bepaalt het bijbehorende bewustzijn van kwelgeest.

Twee voorbeelden, één uit verwachte hoek, eentje uit minder voor de hand liggende hoek. VVD-Kamerlid Stef Blok wil dat mensen die geen Nederlands kennen, ook geen recht hebben op een bijstandsuitkering. Wie de taal net spreekt, zal ook niet eten luidt zijn motto kennelijk. Dit past om te beginnen in de kwalijke lijn waar ook Balkenende-4 mee bezig was: Nederlands via een grondwetswijiging tot officiële taal verheffen, en daarmee verder afbreuk doen aan gelijke rechten van mensen ongeacht achtergrond of herkomst.

Maar er zijn ook nog wat kleine praktische bezwaren. Wie bijstand aanvraagt, heeft daarvoor een reden – en die reden is met de snel oplopende werkloosheid niet moeilijk te raden. Geen betaald werk, en dan ook geen bijstand, betekent geen inkomen. Wil mijnheer Blok even uitleggen oe deze mensen moeten leven? En wil hij er dan ook bij vertellen van welk inkomen mensen hun taallessen Nederlands, waar hij zo veel waarde aan hecht, van moeten  betalen? Misschien kan hij het navragen bij andere leden van zijn VVD-fractie, want een erg groot licht is hij zelf blijkbaar niet. Maar domheid en bruutheid gaan wel vaker samen.

Van domheid zulen we de heer Ewoud Engelen niet betichten. Hij is immers een heuse wetenschapper. Hij zal ongetwijfeld lang en diepzinnig hebben nagedacht voordat hij voor Villa VPRO een beleidstip openbaar maakte voor de behandeling van bijstandstrekkers: voedelbonnen in plaats van uitkering. Hij deed dit in Villa VPRO op 26 februari. Hj nam daar deel aan een paneldiscussie ver economie en belid van de val an het kabinet. Tegen het eind van het programma zei hij dat wat hem betreft “de bijstand niet meer in geld maar in natura” overhandigd moest worden. Voor wie het niet begreep, zei hij: “voedselbonnen”.

Zelfs het minieme beetje keus dat je als bijstandsgerechtigde nog hebt  – geen drie maatijden op een dag maar twee, zodat je eens in de maand naar de sportschool kunt, ik noem maar iets – wordt wat hem betreft afgepakt. Protesteren tegen zulk beleid wordt dan ook nog moeilijker, want ik geloof niet dat de NS voedselbonnen accepteert in haar betaalautomaten als we naar het Malievld zouden willen. het is een schandalig plan, dat iedereen die serieus op komt voor persoonlijke zelfbeschikking ten diepste zou moeten afwijzen, en waarvoor de bedenker zich ten diepste zou moeten schamen.

Schokkend is vooral ook de achtergrond van degene die ermee komt. De man is actief in de omgeving van GroenLinks! Of hij daadwerkelijk lid is, weet ik niet honderd procent zeker.  Maar hij schreef een discussiestuk over de toekomst van die partij in het De Helling, een blad dat wordt uitgegeven door de het Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks. Hij duikt vaker op in die kringen. Een Twitter-bericht van De Groenen duidt hem trouwens wel als GroenLinkser aan. Hoe dan ook: het lijkt me het soort figuur dat straks minister van Sociale Zaken wordt als  GroenLinks mag meeregeren. De sneeuw is gesmolten, maar ik krijg van zoiets een  koude rilling.


Vrolijk worden van Afghanistan en NAVO

25 februari, 2010

Vrolijk word ik nog steeds van sommige ontwikkelingen in en rond Afghanistan – hoe absurd dat ook mag klinken, gezien de oorlogsverschrikkingen daar. Toch weiger ik een algeheel lach-verbod in acht te nemen op dit vlak. De zaak is bijna, zoals iemand ooit treffend opmerkte, wanhopig, maar in het geheel niet ernstig. Althans, daar leg ik nu eens de nadruk.

Neem nu het volgende bericht. Vlakbij Marjah, de door NAVO- en Afghaanse regeringstroepen deels ingenomen Afghaanse stad, heeft de  Afghaanse gouverneur van de provincie Helmand de Afghaanse vlag gehesen. Met de ceremonie moet kennelijk het succes van de operatie onderstreept worden.

Tee dingen zijn hier tamelijk hilarisch. Het offensief is een Westers offensief, waarin Amerikaanse en Britse troepen een hoofdrol spelen. De strijd wordt gevoerd tegen Taliban-strijders die – naast alles wat ze nog meer willen – tegen een Westerse bezetting zijn. Als hier mensen zijn een Afghaanse vlag zouden kunnen hijsen zonder zch totaal belachelijk te maken, dan de Taliban, niet de Afghaanse regeringssoldaten. De Afghaanse troepen die nu Marjah binnentrekken zijn nauwelijks meer dan koloniale huurlingen. Het idee dat die laatste de Afghaanse vlag – formeel toch symbool van de souvereiniteit van dat land – moeten laten wapperen is grotesk. Een Britse of Amerikaanse vlag was een stuk eerlijker geweest. Pas als de Westerse troepen vertrékken, is een Afghaanse vlag uit nationaal oogpunt – een oogpunt waar ik verder niets mee wil hebben overigens – passend.

Een tweede aspect is haast nog grappiger. Herinneren we ons de triomfantelijke toespraak van president Bush op 1 mei 2003, toen hij de overwinning in Irak uitriep Met dat prachtige spandoek “Mission Accomplished” op de achtergrond? En weten we nog hoe het afliep? De guerrilla tegen de Amerikaanse bezttingsmacht mest nog goed op gang komen, en heeft jarenlang de Amerikaanse positie ernstig ondermijnd.

Nog steeds zijn er Amerikaanse troepen in Irak – en  in de Amerikaanse militaire top wordt gesproken over een Plan B, een plan dat erin voorziet dat Amerikaanse militairen langer blijven dan Obama’s aangekondigde deadline van zomer 2010. De mission ziet er nog steeds niet erg accomplished uit.

Welnu, voor Afghanistan gaat, denk ik, hetzelfde gelden. Op dag van het vlagvertoon in Marjah meldt de Guardian ook weer de dood van een Britse militair, weliswaar niet tijdens de operatie in Marjah maar in de naburige provincie Kandahar. Voor overwinningssymboliek is het moment niet aangebroken, en de kans dat dit alsnog aanbreekt lijkt mij niet erg groot. De dood van de Britse soldaat is bepaald niet hilarisch, maar die vlagceremonie is dat tegen deze achtergrond wel.

Intussen dreunt de klap die de val van het Nederlandse kabinet in NAVO-kringen teweegbracht, lekker door. Kop van  een NRC-stuk: “De Hoop Scheffer: Nederland doet afbreuk aan NAVO”. Jaap de Hoop Scheffer is ex-baas van die NAVO, en vindt dat Nederland, door nee te zeggen op het NAVO-verzoek, het bondgenootschap beschadigd heeft. Mooi zo. Hoe groter  de averij die de NAVO door het hele gedoe heeft opgelopen, hoe groter de ergernis in hoge NAVO-kringen is, hoe meer het allemaal als steige tegenslag wordt ervaren, hoe beter.


Afghanistan, Nederland, domino-effect

23 februari, 2010

De Westerse bezetting en oorlog in Afghanistan raakt dieper en dieper in de problemen. Erg jammer natuurlijk voor de NAVO en de VS, maar verder een hoogst welkome ontwikkeling.

Tekenen van tegenslag zijn bepaald niet moeilijk te vinden. De Westerse aanval op de plaats Marjah bijvoorbeeld. Die verloopt niet voortvarend. “De Amerikaanse stafchef admiraal Mike Mullen heeft maandag gezegd dat de Amerikaanse en geallieerde troepen ‘gestadig vorderen'(…) maar op feller verzet stuiten dan verwacht.” Daardoor zal volgend hem de operatie om Marjah in te nemen, niet zo snel veoorbij zijn als eerder aangenomen. De admiraal noemt de operatie zelfs “ongelooflijk verkwistend” en ook “rommelig”. Maar het is het wel waard, zo liet de bevelhebber troostrijk doorschemeren. Of de inwoners van Marjah dat met de bevelhebber eens zijn, vertelt de Volkskrant er niet bij. De krant vertel  nog wel dat ook minister van Defensie, Gates, niet onbezorgd is: “Over het verloop van de strijd bij Marjah  zei Gates dat de toestand ernstig blijft ‘maar niet meer verslechtert'”  Zo ver  zijn we al: op weg naar de zoveelste aangekondigde glorieuze verwinnng is een oorlogsminister al opgelucht dat de zaak niet helemáál in de soep loopt.

Puur militair zit het VS en NAVO dus niet mee. Ook slagen de bezetters er keer op keer in om Afghanen nog extra redenen tot woede te geven. Zo was er afgelopen zondag een luchtaanval in Uruzgan. NAVO-bommenwerpers vuurden op busjes waarvan gedacht werd -zo was althans het verhaal –  dat er strijders in zaten. Gevolg: 27 mensen dood, burgers. Ja, commandant McChrystal maakte meteen weer excuses. Maar het is de tweede luchtaanval die op deze manier afloopt binnen pakweg twee weken. Ook Afghanen die nog geen woede koesterden tegen de NAVO-bezetters – als die er nog zijn – worden op zo’n manier vroeg of  laat erg boos. Het is slechte PR voor VS en NAVO, en het drijft mensen verder in de armen van het gewapende verzet, Taliban of anderszins.

Ook niet goed voor de geloofwaardigheid van de koloniale onderneming in Afghanistan is de laatste stunt van Hamid Karzai, president van Afghanistan. Die heeft de complete controle overgenomen over de cmmissie die klachten over verkiezingen moet controleren. het is een orgaan dat vijf leden telt. die worden van nu af aan allemaal benoemd worden door de  president. Tot dan toe werden drie leden door de VN benoemd. Dat deugde natuurlijk evenmin: de VN hoort niet de baas te spelen in Afghanistan.

Maar totale beheersing van klachtenprocedures, uitgerekend door  een president tegen wiens campagne die klachten meer dan eens gericht zijn, is natuurlijk voor de toch al minieme demoocratische geloofwaardigheid van karzai niet goed. dat straalt af op  de NAVO-bezetters: die houden steeds duidelijker een ondemocratische machthebber in het zadel – uiteraard terwille van de vrijheid van Afghanen.

Terwijlin Afghanistan zelf dus de Westerse bezetting zich steeds problematischer voortsleept, is ook duidelijk dat de internationale steun ervoor schade oploopt. Een flinke klap is toegebracht vanuit Nederland. De val van Balkenende-4 betekent vrijwel zeker dat de missie in Uruzgan niet wordt verlengd, en dat de Nederlandse troepen uit die Afghaanse provincie teruggehaald worden in 2010. VS en NAVO zijn helemaal niet blij. De NRC verzamelde wat reacties van veiligheidsdeskundologen en een functionaris van het Witte Huis. De kop spreekt boekdelen: “VS beducht voor domino-effect”. Met dat domino-effect wordt hier bedoeld: als Nederland wegvalt als bezettingsmacht, dreigen andere landen dat voorbeeld te volgen.

De NRC vat bijvoorbeeld de woorden van J. Alexander Thier, werkzaam in een veiligheidsdenktank, samen: “Zo bezien zijn er alleen maar schaduwzijden aan het vertrek van Nederland.  In de VS stimuleert dit het verzet tegen de oorlog, andere bondgenoten kunnen volgen, de Talibaan krijgt een nieuwe kans.” Voor de Taliban-ambities en methoden heb ik geen sympathie, ik ben tegen de oorlog als zodanig. Maar groeiend verzet tegen die oorlog, en het afhaken van steeds meer landen uit de koloniale NAVO-coalitie – dat vind ik dus een positief vooruitzicht.

Ook de Volkskrant verzamelde reacties op het aankomende Nederlande verteek uit Uruzgan, en ook dat biedt reden tot enige vrolijkheden. Enkele hoogteputjes: de Australische krant The Australian – ik heb het niet bedacht,  die orginele naam, sorry – refereert ook aan de NAVO-angst voor dat domino-effect, en zegt dat Canada en Australië het ook wel eens voor gezien zouden kunnen houden binnenkort. De International Herald Tribune laat een zekere Julian Lindley-French, van de Defensie Academie in Breda aan het woord. “Als de Nederlanders vertrekken (…), kan dat de sluisdeuren penzetten voor andere Europese landen om te zeggen ‘De Nederlanders vertrekken, wij kunnen ook gaan.” Inderdaad – en laten we hopen dat steeds meer landen dat dóén ook. De Westerse bezettingspogingen in Afghanistan hebben al veel te lang geduurd en al veel te veel mensen de dood in gejaagd. Vérder open die sluisdeuren, leve de vallende domino’s!

(gecorrigeerd/verbeterd, 2 februari, 22.31)


Na de kabinetscrisis

21 februari, 2010

Het politieke landschap ligt er, na de welkome val van het kabinet, lichtelijk rommelig bij. (Voormalige) coalitiepartners geven, geheel voorspelbaar, elkaar de schuld. Oppositiepartijen zijn een stuk vrolijker en zien kansen. Buiten het politieke circuit klinkt teleurstelling en bezorgdheid. Voor die teleursteling is geen linkse reden, voor grote bezorgdheid wel.

Eerst maar even de voormalige bondgenoten. Natuurlijk vindt het CDA dat de harde houding van Bos en de PvdA aan de ontbinding ten grondslag ligt. Balkenende verweet Bos dat die “de eenheid van het kabinetsbeleid heeft gebroken”, schrijft de NRC. Balkenende: “De verdeeldheid werd geëtaleerd. Dat is onbestaanbaar.” Wouter Bos ziet het anders: “Het CDA moet maar eens uitleggen waarom zo twee jaar geleden bij vol bewustzijn akkoord zijn gegaan met nog twee jaar een missie in Uruzgan. Ik snap niet waarom wij dat niet mogen herhalen. Waarom mogen wij niet gewoon de conclusie trekken die het parlement al getrokken heeft.” Inderdaad, juist gezien. Sterker: het waren CDA-politici die al maanden hints gaven over eventueel tóch een missie na 2010 in Uruzgan. Het waren daarmee die CDA-politici zelf die de eenheid van het kabinetsbeleid ondermijnden, maandenlang. De PvdA is hier vooral nalatig geweest, en heeft verzuimd om dit hardhandig te blokkeren. Vooral daardoor woekerde het conflict maar voort, met de kabinetscrisis als hoogtepunt.

Maar uit het CDA komt nog meer. Verhagen bijvoorbeeld vraagt zich af waarom voor de PvdA Uruzgan taboe was, maar een andere plek in Afghanistan misschien niet. Daar raakt hij inderdaad een zwakke plek in het PvdA-verhaal. Het had er de schijn van dat Bos uit Uruzgan weg wilde, zodat hij tegen kiezers kon zeggen: we houden woord – terwijl hij tegelijk elders in het land wel een militaire rol accepteerde – zodat hij ook tegen de NAVO kon zeggen: wij zijn loyaal bondgenoot. Zo spaarde hij electorale geiten en bondgenootschappelijke kolen. Met een principieel néé tegen een militaire rol in Afghanistan had de PvdA-opstelling niets te maken.

En er is meer. Balkenende beweert nu volgens de Volkskrant dat de NAVO-brief er kwam nadat PvdA-minister Koenders duidelijk maakte dat zo’n brief noodzakelijk was voor de discussie. “Toen zei minister Verhagen: dat kan ik zo regelen.” Dat versterkt – áls het waar is tenminste! – de indruk dat de PvdA wel degelijk enig idee had van wat er gevraagd zou worden van NAVO-kant, dat de indruk van Bos dat hij zo’n beetje van niets wist, bezijden de waarheid is.

Hoe dan ook: CDA wilde, met een ingewikkeld politiek spel, doordrukken dat er een nieuwe missie kwam in Uruzgan. PvdA wilde dat niet, maar liet de indruk langdurig bestaan dat haar néé niet keihard was, dat er ruimte was en plooibaarheid. Toen de PvdA zich uiteindelijk wel schrap zette, knalde de zaak. Eerdere conflicten – ontslagrecht, AOW-leeftijd, commissie-Davids – waren steeds moeizaam opgelost, met vaak de PvdA gedeeltelijk als winnaar. Maar elk conflict liet wel sporen van wantrouwen na, sporen die zich ophoopten.

Het CDA wilde  niet nogmaals gezien worden als partij die overstag ging onder PvdA-druk. Mede daardoor kwam nu de breuk.  In de kern ging het gewoon om machtspolitiek, en geen principiële botsing tussen voor- en tegenstanders van de Nederlandse militaire rol in Afghanistan – hoe welkom het nu vrijwel onvermijdelijke vertrek van de Nederlandse soldaten uit die Afghaanse provincie ook is.

Buiten de voormalige coalitiepartners horen we blijdschap, maar ook ergernis en teleurstelling. Blijdschap bij oppositiepartijen, van de uiterst rechtse PVV die bij monde van Wilders de vlag uitgehangen wil zien, tot de linkse SP die blij is dat we nu en keus “voor de sociale wederopbouw van Nederland” kunnen maken. Maar er is een ander thema dan blijdschap dat veel reacties domineert. Om dit duidelijk temaken geven we even het woord aan iemand minder dan Bas van der Vlies, eerbiedwaardig parlementariër namens dat solide politieke museumstuk, de SGP.

Van der Vlies is helemaal niet blij. Hij noemde de politieke vertoning die tot de val van het kabinet leidde “beschamend”. En hij zei: “De schade is enorm. Eerst en vooral slaat dat op het kabinet en de hoofdrolspelers zelf, maar in feite zal heel politiek  Den Haag hier de wrange vruchten van plukken.” Want: “gezag en geloofwaardigheid zijn de allergrootste verliezers”, volgens Van der vlies, de Gezegsgetrouwheid Zelve. Hij raakt hier, in zijn mooie ouderwetse spraakgebruik, de kern van een zorg die in de toppen van het politieke bestel leeft: de bestuurbaarheid van de maatschappij, het vermogen van politici om te regeren op een zodanige manier dat de maatschappij ook vólgt. Wie ook precies de regering vormt, wat ook haar precieze beleid is – degenen die de baas zijn in Nederland willen dát dit met doortastendheiden eensgeziendheid gebeurd, en dat zo’n regering ontzag inboezemt bij haar onderdanen. Dat ontzag is door de Haagse spektakelshow van afgelopen week aangetast, en dat baart Van der Vlies zorgen.

Zoals hij het zegt, zeggen weinig politici en aanvoerders van maatschappelijke organisaties het hem na. We zijn nu eenmaal niet allemaal opgevoed in de zeventiende eeuw. Maar een deel van de zorg die van der Vlies uitdrukt, is wijdverbreid.  Meestal wordt dat indirect, pragmatischer, uitgedrukt. Ik doel op de oproep tot ‘daadkracht’ die her en der weerklinkt.

Hier hebben we bijvoorbeeld Pechtold. “In deze tijd van economischecrisis wordt Nederland verlost van vootdurende ruzie en gebrek aan leiderschap binnen het kabinet.” De NRC voegt toe: “Hij constateert een gebrek aan daadkracht.” Uit de vakbeweging soortgelijke geluiden. Hier hebben we de FNV-voorzitter: “Jongerius vindt dat Nederland nu behoefte heeft aan politici die krachtige beslissingen kunnen nemen.” Waarnemend CNV-voorzitter  Bert van Boggelen wil “dat er na de Tweede Kamerverkiezingen zo spoedig mogelijk een nieuw, daadkrachtig kabinet komt.”

De roep om politieke daakracht van hogerhand, dient met de grootst mogelijke afkeer en afwijzing te worden beantwoord, óók als het uit progressieve hoek komt. Daadrachtige politici horen bij het sterke-mannen-verhaal dat we maar het beste aan uiterst-rechts kunnen overlaten. Die gezagsdragende overheid waar mijnheer Van der Vlies zo welbespraakt voor opkomt, is onze vijand. De staat is verbonden met de grote ondernemers, en dient om de huidige maatschappelijke orde te bestendigen, te stroomlijnen, te verdedigen. Eenieder die voor sociale en democratische rechten opkomt,  vindt die staat – en de regering die de cooördinatie van die staat in handen heeft – tegenover zch. Hoe minder gezag de staat en de bijbehorende politici hebben, hoe minder ontzag ze inboezemen bij de mensen onderaan, hoe béter. Lang leve de enorme schade waar van der Vlies over klaagt!

Dan die daadkracht. Nederland is de afgelopen dertig jaar gesloopt door daadkrachtigheid. Daadkracht heeft ons de WAO, de Ziektewet, linke stukken Bijstandswet, een fatsoenlijk zorgstelsel, een behoorlijk onderwijs gekost. Daadkracht heeft Nederlandse soldaten gestuurd, eerst naar Irak, daarna naar Aghanistan. Alstublieft níét nog meer daadkracht!

Nu kan men tegenwerpen dat ik hier vorm en inhoud verwar. Wat ik beschrijf is daadkracht van rechts, van neoliberalen en miltaristen. Dat laatste klopt. En ik verwelkom linkse daadkracht – maar die is niet via welke regering dan ook te bereiken, die kan niet van bovenaf komen. Dát is precies waarom de geciteerde vakbondsbestuurders ernaast zitten, een illusie verspreiden. Links regeren kán in het huidige bestel geen daadkrachtig regeren betekenen, en iets anders beweren is mensen zand in de ogen strooien.

Waarom kan een linkse regering geen daadkrachtig beleid voeren? Dat is niet bijster moelijk. Deze maatschappij wordt bestuurd door grote ondernemers in samenspraak met een ambtenarenapparaat dat daarmee verweven is. Elle linkse politiek heeft daarmee te maken. Een regering heeft als functie dat – in essentie dus kapitalistische – ambtenarenapparaat aan te sturen, in het belang van de kapitalistische B.V. Nederland. Geef bijvoorbeeld de SP een meerderheid in het parlement, vul de regering met Agnes Kant, Jan Marijnissen, Remi Poppe, Anja Meulenbelt, Ewout Irrgang,  Harry van Bommel – en er verandert niets aan deze kern.

Elke poging om via deze staat werkelijk progressieve verandering door te drukken, zal vastlopen in ambtelijke adviezen, bestuurlijke vertragingen, een loopgravenoorlog waarin de ambtelijke top, in  samenspraak met en soms vrijwel aangestuurd door ondernemend Nederland, voor systematische verzwakking en uitholling van elke linksigheid zal zorgen. Een links kabinet verliest hierdoor elke vaart, elke daadkracht zal verloren gan in bureaucratisch gesteggel.

Pas als de neuzen van bewindslieden dezelfde kant op staan als die van ambtelijke en zakelijke machthebbers, kan van daadkracht sprake zijn. Maar omdat de kern van de macht bij de zakelijke en ambtelijke elite ligt, niet  bij ministers, kan dit alleen als die ministers zich aanpassen aan die elite – en dus hun linksheid essentieel verzwakken of zelfs prijs geven. Dán is daadkracht weer mogelijk. Maar van progressief beleid is dan geen sprake meer. Je kunt mischien een links kabinet hebben, vrijwel veroordeeld tot machteloosheid. Je kunt een daadkrachtig kabinet hebben. Maar links én daadkrachtig kan een kabinet binnen kapitalistische verhoudingen niet zijn, en erom vragen is illusoire tijdverspilling – tijd die we hard nodig hebben om verzet op te bouwen, een noodzaak die Bart Griffioen ook beargumenteert op de website van de Internationale Socialisten.

Elke oproep tot daakrachtige politieke leiding in Den Haag is hetzij rechtstreeks rechts, hetzij een illusie die rechts in de kaart speelt – want een links kabinet dat er verlamd bij zit, wen wiens ‘daadkracht’ leeggezogen wordt op de beschreven manier, opent de deur dan weer voor een rechtse reactie. Bovendien betekent oproepen tot daadkrachtige leiders  – zelfs daadkrachtige linkse leiders – nog iets wat links  wat mij betreft niet moet willen: het moedigt mensen aan te kijken naar leiders, naar  autoriteiten, naar gezagsdragers – in plaats van naar zichzelf  en elkaar als gelijken. We hebben de daadkracht nodig van mensen die samen in verzet zijn, géén opgelegde daadkracht van bovenaf.

Ik hoop dan ook nadrukkelijk níét op een daadkrachtig kabiet na de volgende verkiezingen. Ik hoop op 1. een lage opkomst bij die verkiezingen, en daarmee nog minder gelooofwaardigheid voor gekozen politici, een verdere en welkome uitholling van hun gezag; 2. een uitslag die leidt  tot een versplinterd parlement, tot véél, vrij kleine, ruziemakende Kamerfracties, zodat de formatie van een kabinet enorm moelijk wordt; 3. een eindeloos lange kabinetsformatie, met keer op keereen breuk; 4. een uiterst gammel kabinet, dat voortdurend ruziemaakt en dat in een soort van permaente kabinetscrisis verkeert. Ik  zie de staat – en dus welke regering dan ook -als vijand van de mensen aan de onderkant, en dus van links. Hoe zwakker, verdeelder en ongeloofwaardiger de regering, de leiding van die staat, immers is, hoe beter. We hopen dat machtsapparaat toch ooit eens omver te werpen?!


Kabinet gevallen: hoera, en wat nu?

20 februari, 2010

Premier Balkenende verricht vandaag verreweg zijn beste beleidsdaad in zin hele kabinetsperiode: hij biedt het ontslag van zijn vierde kabinet aan. Maar wat kostte het  een moeite! Zelfs voor het ten val komen hadden de bewindslieden aan een marathonvergadering in de Tweede Kamer die de tegenstellingen blootlegde niet genoeg. Er moest een marathonvergadering van het kabinet zelf aan te pas komenvoorat het zover was.

Waar liep het op stuk? De aanleiding was de besluitvorming rond het al dan niet verlengen van de militaire missie in Uruzgan. CDA en ChristenUnie (CU) wilden die mogelijkheid openhouden. De NAVO had een verzoek in die richting gedaan, en deze twee partijen stonden daar positief tegenover. De PvdA had de afgelopen week met grote stelligheid duidelijk gemaakt dat die partij er niet voor voelde. Ze hield, tegen die beruchte  sociaaldemocratische gewoonte in, een keer voet bij stuk: wat haar betreft moesten de Nederlandse soldaten gewoon in 2010 teruggehaald worden. De kloof was niet te overbruggen, het kabinet kwam er niet uit en kwam ten val.

Waarom speelde de PvdA het zo hard? Dat zijn we immers niet echt zo gewend. Toch is het wel verklaarbaar. De PvdA verwees naar eerder genomen besluiten, herhaaldelijk bevestigd. Toen in 2007 besloten werd tot dehuidige missie, was ook afgesproken dat het in 2010 afgelopen zou wezen. De Navo, zo was bedongen, zou voor vervanging zorgen als Nederland er vertrok.  Wouter Bos deed niet veel anders dan vasthouden aan die afspraak waar destijds het kabinet als geheel voor had getekend, een afspraak bovendien waar binnen de Tweede Kamer een meerderheid voor bestaat.

CDA en CU vonden echter dat, met Obama als nieuwe president, er redenen waren om dat besluit te heroverwegen. NAVO-loyaliteit speelde hierin een flinke rol, de behoefte om een braaf jongetje in Obama’s klas te zijn en te blijven. Keer op keer kwamen politici als minister van Buitelandse Zaken Verhagen met proefballonnetjes in de richting van een nieuwe missie in Uruzgan. Keer op keer maakten PvdA-ers duidelijk dat ze daar niet aan wilden.

Nu ben ik – vaste  lezers van dit blog weten het – een fel tegenstander van welke aanwezigheid van Westerse troepen in Afghanistan dan ook. De Uruzgan-missie heeft nooit enige steun verdiend, een nieuwe missie daar dus evenmin. De PvdA wees dat af. Ik ook. Op dit specifieke onderdeel neemt de PvdA een standpunt in dat juist is. Maar de partij doet dat met redenen die ik niet deel, en gebruikte methoden die het CDA en CU makkelijk maken om te scoren.

De PvdA wijst een militaire rol van Nederland in Afghanistan niet af. Ze vindt alleen dat Nederland haar rol nu even heeft gespeeld: andere landen mogen het even overnemen. Maar de huisige missie heeft ze gewoon – ten onrechte dus – gesteund, en ook in de toekomst sluit de PvdA niets uit. Het is geen afwijzing van militaire interventiepolitiek die de PvdA drijft. Voormalig PvdA-voorzitter Ruud Koolen gaf vanavond in NOVA nog een curieus argument: nederland moest, conform de  afspraken, kunnen vertrekken, zodat de NAVO verplicht was haar toezegging dat de Nederlandse rol over te nemen vanaf 2010, werd nagekomen. Terugtrekking werd door hem zo ongeveer gebracht als iets dat nodig was voor de geloofwaardigheid van de NAVO. Nee zeggen tegen een NAVO-verzoek uit  loyaliteit aan de NAVO-besluitvorming! Welnu, de geloofwaardigheid van de NAVO vind ik ongeveer net zo’n valide argument als de geloofwaardigheid van andere vormen van georganiseerde criminaliteit. De PvdA komt nu toevallig uit op hetzelfde standpunt als principiële tegenstanders van koloniale oorlogen en imperialistische militaire interventies. maar ze komt daarop uit vanuit een heel andere achtergrond, vanuit doelen die ik geenszins deel.

En er is nog iets vreemds. Ja, herhaaldelijk maakte de partij duidelijk dat ze niet voelde voor blijven in Uruzgan. Maar Pvda-ministers bleven wel gewoon mee beraadslagen over een nieuwe missie, misschien in een ander deel van Afghanistan. Zo lieten ze ruimte bestaan voor het  idee dat er uiteindelijk ook qua Uruzgan nog wel bespreekbare mogelijkheden waren. De deur zat kennelijk niet keihard op slot.

Alleen zo kunnen we verlaren dat er een formeel NAVO-verzoek kwam. Dat doet de NAVO namelijk alleen als ze van te voren weet dat het verzoek zeer, zeer kansrijk is. Als de PvdA een veto heeft uitgesproken over zoiets als wat de NAVO zou vragen, dan is dat veto kennelijk erg onduidelijk gecommuniceerd. Dat PvdA-minister Bos totaal verrast werd door de inhoud van de NAVO-brief, zoals hij de afgelopen week steeds deed voorkomen, is bepaald niet erg geloofwaardig. En precies van deze niet keihard-afwijzende houding heeft met name Verhagen gebruik proberen te maken door te blijven proberen, knnelijk met het idee dat de PvdA uiteindelijk plooibaar zou blijken. Dat was dan een misrekening.

Dat de PvdA niet door de bocht ging, had veel met naderende gemeenteraadsverkiezingen te maken. Daar wordt veel op gewezen, en de steun voor  het vasthouden aan eerder gemaakte afspraken over Uruzgan is inderdaad waarschijnlijk electoraal wel handig. Maar het is weer niet juist om in dit verband enkel naar de PvdA te kijken. Onder de CDA-aanhang is juist flink wat steun voor een eventueel langere missie in Uruzgan. De harde opstelling van het CDA speelt dáár op in. Aan álle kanten in dit parlementair-politieke spektakel is dit een machtsspel, met een grote verkiezingsdimensie.

Natuurlijk speelt er in de breuk in het kabinet veel meer dan alleen Uruzgan. Wel vaker zagen we de laatste tijd aanvaringen. Wel vaker lukte het maar ternauwernood om er uit te komen. We hadden kort geleden nog het gedoe rond het rapport-Davids, over de Nederlandse steun aan de Irak-oorlog. Toen hing het kabinet ook al bijna te bungelen. Elk van dit soort botsingen laten sporen na van wantrouwen. Vorige keer kreeg de PvdA haar zin, en moest Balkenende de grote lijnen van dat Davids-rapport accepteren. Blijkbaar was nu de bereidheid om weer toe te geven, op.

Er speelt nog iets. Vandaag voltrekt zich een breuk tussen coalitiepartners PvdA en  (vooral) CDA – maar ook een confrontatie binnen het CDA speelt vermoedelijk mee. Politiekcommentator Willem breedveld kwam, ik meen in NOVA donnderdagavond, met dee hypothese en een onderbouwing ervan. Dat ging ongeveer langs de volgende lijnen. 

Voor Balkenende was er vermoedelijk veel aan gelegen om de zaak nog te redden: twee eerdere door hem geleide kabinetten haalden de eindstreep ook al niet, weer een kabinetscrisis verbonden aan zijn naam doet zijn leiderschap geen goed. Er was echter iemand binnen dat CDA die dat misschien niet zo heel erg vond: Maxime Verhagen. Een voortijdige val van Balkenende’s kabinet zou ook wel eens een leiderschapscrisis binnen het CDA kunnen ontketenen. Grote kanshebber in dat geval: Maxime Verhagen. Vandaar dat hij er tijdens het Kamerdebat donderdag bijna uitdagend bij stond terwijl hij duidelijk maakte dat bijvoorbeeld Bos niet verbaasd zou moeten wezen over die NAVO-brief. Geen enkele moeite deed hij nog om iets van eenheid en terughoudendheid te bewaren.

Op de achtergrond speelt de economie een stevige rol. Er is bezuinigingsbeleid in de maak. CDA wil dat in alle stevigheid. PvdA heeft redenen – achterban, connecties met de bevriende FNV-top – om dit wat minder voortvarend te willen doen. Wil het CDA echt doordrukken, dan is het vinden van een andere coalitiepartner geen onzin. Maar daarvoor moest het CDA dan wel van de PvdA af. De huidige kabinetscrisis opent de weg naar een hard rechtse coalitie: CDA, VVD, wellicht PVV. Of het CDA daarom welbewust op de val van het kabinet heeft aangestuurd, is mij niet duidelijk. Dat het veel leidende CDA-ers helemaal niet slecht uitkomt, lijkt me echter evident.

Wat is de voorlopige balans, en hoe nu verder? Allereerst: de val van dit kabinet van oorlogvoerders en van bezuinigaars is welkom, een demissionair kabinet en maandenlange verkiezings- en formatietijden: het haalt de vaart uit bezuinigings- en aanverwant sloopbeleid. Dat is winst, dat geeft  tijd en speelruimte om verzet te versterken. Beslisen om de Afghanistan-missie inuruzgan voort te zetten is welhaast ondenkbaar, dus de troepen komen dit jaar uit die provincie terug. Ook dat is winst. Positief is ook de verlamming en ontreddering die de gevestigde politiek weer eens uitstraalt. Chaos aan de top, het doorbreken van stabiele verhoudingen – het is een gunstige context voor  de rebellie die we zo hard nodig hebben

Minder positief is natuurlijk het feit dat de krachten die de beste uitgangspositie hebben om van deze ontreddering te profiteren, vooral ter rechterzijde gevonden worden. VVD, PVV en zelffs de eerder totaal weggezakte TON van Verdonk, staan er helaas goed voor. En een hard rechtse regeringscoalitie na komende verkiezingenis geen vrolijk vooruitzicht. We gaan een extra woelige tijd in, waarin we alle zeilen moeten bijzetten om linkse dynamiek en strijdbaarheid te helpen ontketenen die we erg hard nodig gaan hebben.


Staatsgreep in Niger

19 februari, 2010

Diverse West-Afrikaanse landen zijn het toneel van felle strijd tussen mchthebbers die hun macht willen versterken, en oppositiebewegingen die opkomen voor iets meer democratie. In Ivoorkust leidde dit tot straatprotest, politiegeweld, slachtoffers. Daar protesteerden mensen tegen het herhaaldelijk utstellen van verkiezingen. In Niger vond eerder in de week  een militaire staatsgreep plaats. Economische factoren en ambities van grote mogendhedenspelen ongetwijfeld mee.

Militairen hebben gisteren in een staatsgreep de macht overgenomen in Niger, een voormalige Franse kolonie met zo’n 15,3 miljoen inwoners. Kolonel Salou Djibo staat aan het hoofd van he orgaan dat de nieuwe machthebbers in het leven geroepen hebben:  de Opperste Raad  vor het Herstel van de Democratie. De militaire machthebbers hebben Mamadou Tandja, tot gisteren president,  vastgezet. De  staatsgreep ging gepaard met geweld, schietparitijen waarbij tien mensen, waaronder vier militairen omkwamen.

Opvallend is de steun die de staatsgrijpers krijgen vanuit oppositiekringen in Niger. Mahamadou Karijou, van een groepering die zich Partij voor Socialisme en Democratie noemt, zegt: “ze gedragen zich zoals ze zeggen – ze zijnniet geïnteresseerd in politiek leiderschap, ze willen Niger redden van elke vorm van tyrannie.” Een gevaarlijke houding: coupplegers doen doorgaans prachtige democratische beloften als ze de macht gegrepen hebben. Sommigen menen het nog ook. Maar een staatsgreep is daarmee nog altijd doodgewoon een gewelddadige ingreep van een elite .

Maar de relatief positieve oppositie houding jegens de staatsgrijpers heeft wel een reden. De afgezette president Tandja regeerde in toenemende mate autoritair. Vorig jaar augustus had hij via een referendum verlenging van zijn ambtstermijn met een extra drie jaar geregeld. Eerder al, in mei vorig jaar ontbond hij het parlement. Ook sloot hij  het Constitutionele Hof, dat zich tegen de grondwetswiziging ging uitsprak.

Tegen  de poging van Tandja om zijn macht steds verder uit de breiden en de democratische speelruimte  steeds meer opzij te schuiven, ontwikkelde zich een brede protestbeweging. In mei was er een protest van 20.000 mensen. Een 48-uursstaking tegen de grondwetsplannen van tandja werd verboden en kwam nietecht op gang, een 24-uursstaking voor een loonsverhoging ging wel door. Vakbonden lieten toen een politieke eis tegen het referendum acchterwege, om een nieuw stakingsverbod te voorkomen. Maar dat de staking wel degelijk tegen de presidentiële machtsambities was gericht, was toch meer dan aannemelijk.

In augustus vond dan het referendum plaats. Net als verkiezingen later in het jaar werden deze geboycot door oppositiekrachten. Maar ook erna bleven protesten, bijvoorbeeld in de vorm van weer een 24-uursstaking afgelopen december, doorgaan. Een brede, voor een flink deel door vakbonden gedragen protestbeweging bleef zicht tegen Tandja en zijn plannen verzetten. Maar de kracht om de president van zijn plannen af te houden en te bwegen om na zijn volgens de grondwet (vóór Tandja’s wijziging) gewoon af te treden – die kracht wist de oppositie niet te mobiliseren.

De nieuwe militaire machthebbers schuiven nu Tandja opzij, en kunnen zich daarmee bij de oppositie en een flink deel van de bevolking dus best populair maken. Tegelijk is het verkeerd om erop te rekenen dat nieuwe democratische verhoudingen keurig door een handvol kolonels op een presenteerblaadje worden aangeboden. Democratie win je niet met de middelen van een dictatuur. Oppositiekrachten, vooral tot uiting komend via vakbonden, kunnen maar beter flink wat afstand houden van de nieuwe junta,  elke inperking van democratische eisen afwijzen, en voor de sociale en politieke rechten van gewone mensen blijven opkomen – en er rekeling mee houden dat ze daarmee vroeg oflaat ook tegenover de nieuwe machthebbers komen te staan.

Intussen is er buitenlandse reactie op de staatsgreep. Frankrijk wijst de coup af, net als ECOWAS, de  Economische gemeenschap van Westafrikaanse Staten. De reactie van de VS was echter mild. “We verdedigen duidelijk geen  geweld van deze aard, maar we denken duidelijk dat dit de noodzaak onderstreept dat Niger doorgaat met nieuwe verkiezingen en de vorming van een nieuwe regering”, aldus een woordvoerder van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken. De VS had al eerder maatregelen tegen Tandja’s bewind genomen, in de vorm van het schrappen van handelsvoordelen.

Op de achtergrond spelen hier economische belangen ongetwijfeld mee. Niger heeft grote voorraden uranium.: 7,5 procent van de hele wereldvoorraad bevindt zich in het land. Zowel Franse als Chinese bedrijven investeren in de uraniummijnbouw in Niger.

Het Franse kernenergiebedrijf Areva helpt de uraniummijnbuw te ontwikkelen. Tijdens een bezoek van de Franse president Sarkozy, vorig jaar mei, werden daartoe contracten afgesloten. Er zijn zorgen over de milieu-effecten van dit soort investeringen, en er wordt ook gezegd dat hetbedrijf wil dat franse troepen Niger zou moetehelpen tegen gewapend verzet van Toeareg-strijders die zich tegen de mijnbouw in hun woongebieden keren. Is Frankrijk boos op de coupplegers  omdat ze een gewaardeerde bondgenoot waarmee ze goed zaken kunnen doen, erdoor kwijtraken? Het zou zomaar kunnen.

China en de VS zijn rivalen en botsen keer op keer over economische en politieke kwesties. Mij zou het niets verbazen dat de VS met het verdwijnen van Tandja de weg hoopt te vinden naar lucratieve uraniumcontracten,  haar Chinese en wellicht ook haarFranse concurrent in het stof wil zien bijten. Ik weet te weinig om dit vermoeden te onderbouwen. Maar de vriendelijkheid van de VS contrasteert naar mijn idee te opmerkelijk met de scherpere veroordeling vanuit bevoorbeeld Frankrijk om puur toevallig te kunnen zijn.


Kabinetscrisis? Gráág!

17 februari, 2010

Gaat het kabinet de komende vierentwintig uur overleven? Dat is de vraag. NRC: “Val kabinet dreigt over Uruzgan”. Nu.nl: “Crisis in kabinet over rol Afghanistan”. Volkskrant: “PvdA wijst NAVO-verzoek definitief af”. Zo dreigt het kabinet – eindelijk! – te sneuvelen vanwege de pogingen van CDA en ChristenUnie om dóór te gaan met de militaire bezetting van de Afghaanse provincie Uruzgan, uiteraard verpakt als hulpverlening.

De PvdA zet zich daar nu eens schrap tegen. Heel veel heeft dit niet met principes te maken: eerder bleek dat de PvdA bereid was wèl akkoord te gaan et een vorm van inzt in Afghanistan, maar dan veel kleinschaliger en níét in Uruzgan. Zo probeerde ze én de oorlogspolitiek overeind te houden – ‘we blijven in Afghanistan!’ , én toch een toezegging  aan kiezers waar te maken – ‘we gaan weg uit Uruzgan!’

Dat de andere twee partijen zoiets hadden van ‘als we dan in Afghanistan blijven, kunnen we maar beter in Uruzgan blijven ook; daar hebben we inmiddels kennis, ervaring en contacten opgebouwd’, is niet raar. Als je de Nederlandse inzet in Afganistan acceptabel vindt, is de opstelling van CDA en ChristenUnie  consistenter, logischer, dan het gedraai van de PvdA. Maar wie, zoals ik, elke militaire rol van Nederland in Afghanistan afwijst als wezenlijk koloniaal, zal om strategische redenen de huidige opstelling van de PvdA verwelkomen: een val van het kabinet maakt besluitvorming over voortzetting vande Afghanistan-missieimmers extra lastig, en geeft daarmee tijd en ruimte om de druk om die  definitief af te blazen op te bouwen. Dat laatste moet dan trouwens wél ook echt gebeuren…

De val van het kabinet is sowieso welkom. De kritiek van links dat het kabinet nog altijd niet toegeeft in 2003 een illegale oorlog tegen Irak te hebben gesteund, in het kielzog van de VS, en met  onjuiste voorlichting van het parlement, bleek gisteren weliswaar nog niet genoeg te zijn om het kabinet om te kegelen. Een motie van wantrouwen tegen de premier kreeg geen meerderheid in de Tweede Kamer. De druk buiten het parlement om die kritiek kracht bij te zetten, was zwak, het kabinet komt mede daardoor bijna overal mee weg – tot nu toe. Als deze regeringsploeg van oorlogsvoerders, leugenverkopers en bezuinigaars alsnog ten val komt over die andere oorlog, is dat een goede zaak. Go Balkenende go – away!


Birma op weg naar verkiezingen…

17 februari, 2010

Hoe minder aandacht het krijgt, hoe belangrijker het is. Dat patroon – niet door mij bedacht hoor – manifesteert zich momenteel in Birma, een harde militaire dictatuur die zich voorbereidt op, jawel, verkiezingen.

Veel aandacht kreeg enkele dagen geleden de vrijlating van Tin Oo. Deze man, 82 jaar oud, is één van de oprichters van de Nationale Liga voor Democratie (NLD). Die NLD is de bekendste oppositiegroepering. Aanvoerster ervan, Aaung San Suu Kye, heeft nog steeds huisarrest, na jarenlange gevangenschap.

De vrijlating van Tin Oo is uiteraard net zo welkom als zijn langdurige gevangenschap schandalig was. Het voedt de hoop dat nu ook Aung San Suu Kye snel haar bewegingsvrijheid weer heeft. Maar het is niet onwaarschijnlijk dat de vrijlating van Tin Oo voornamelijk symboolpolitiek is, met een zeer beperkt doel. Er reist momenteel een VN-afgezant door Birma. Een gebaar zoals deze vrijlating kan wel eens voornamelijk bedoeld zijn om goodwil van die afgezant los te krijgen. Dictaturen doen zoiets vaker, China is ook goed in het vrijlaten van een enkele dissident vlak voordat een Wesers politicus op bezoek komt. Veel vrijer wordt zo’n land er niet van.

Intussen vestigt Amnesty International de aandacht op de positie van etnische minderheden in Birma. Die maken gezamenlijk zo’n 40 procent van de bevolking uit. Sommige leden van deze bevolkingsgroepen zijn actief in de democratische ppositie, sommige bevolkingsgroepen hebben organisaties die een langdurige verzetsstrijd voeren. Onderdrukking van die strijd, die oppositie en die bevolkingsgroepen zelf behoort tot dekrn van hetbeleid van de militaire machthebbers.

Ondertussen heeft het bewind wel verkiezingen aangekondigd die in 2010 gehouden zouden moeten worden.  Met nog 2100 politieke gevangenen, met een verregaand gebrek aan speelruimte voor oppositiebewegingen als  NLD, met voortgaande onderdrukking van de diverse bevolkingsgroepen kun je van serieuze vrije verkiezingen niet spreken.

Tegelijk zal de aankondiging ervan toch iets los kunnen maken van voorzichtige hoop: democratische activisten kunnen proberen te kijken hoe ver ze kunnen gaan in het laten horen van kritiek, het op poten zetten van bijeenkomsten. De machthebber kunnen dat meteen onderdrukken – en meteen laten zien hoe hol hun beloften nog steeds zijn. Of ze kunnen zich eerst terughoudend opstellen, met het risico voor hun dat de democratische geest steeds verder uit de fles komt. Het klassiekke dilemma van autoritaire achthebbers die om redenen van PR te teugels ietsjepietsje laten vieren. De Birmese generaals zouden niet de eersten zijn die op deze manier hun einde zien naderen.

De verkiezingen in aantocht, etnische groepen tegenover onderdrukking, de vrijlating van een dissident – het heeft allemaal redelijk wat aandacht gekregen in gevestigde media. Anders ligt dat met een ontwikkeling die belangrijker, en hoopgevender is, dan de gebaren van de mchthebbers rond verkiezingen en politieke gevangenen. Ik doel op de reeks arbeidersacties waar ik eind vorige week over schreef. Die kunnen een druk op de ketel zetten, een collectieve kracht vormen, die alle calculaties van machte hebbers over democratische  geesten in dictatoriale flessen wel eens flink door de war kunnen gooien.

Na de acties van vorige week heb ik geen berichten over nieuwe acties kunnen vinden. Wel kwam ik via Labourstart.org berichten tegen over een eerdere protestactie. In december hielden 2000 arbeiders in een textielbedrijf een staking. Ze waren onder meer kwaad over de mishandeling en verdwijning van een collega door security-mensen. Toen de politie de verdwenen collega in levenden lijve kon laten zien, gingen ze weer aan het werk (datum via het bericht niet te traceren; maar op Labourstart.org staat erbij 20-12-2009 vermeld). Anders gezegd: de stakers hadden gewonnen. Dát is het soort gebeurtenissen waar we te weinig van horen, maar die des te belangrijker zijn.