In december 1898 maakten arbeiders, studenten en soldaten met een gewelddadige, maar daarom niet minder welkome, revolutie in Roemenië einde aan het schrikbewind van stalinistisch doictator Ceasescu. Nu, bijna twintig jaar later, bevindt het land zich in een politieke, economische en sociale crisis. Deel daarvan is een ongekende golf van arbeidersverzet.
De politieke crisis was vorige week goed zichtbaar. Eerst ontsloeg Emil Boc, de premier van Roemenië, Dan Nica, de minister van binnenlandse zaken. Boc is van de Liberaal-Democratische Partij (PD-L). Nica is van de Sociaal-democratische Partij (PSD). Als reactie op het ontslag van hun collega stapten vervolgens alle sociaaldemocratische ministers op. Adriean Videanu, minister van economische zaken en van de PD-L, vond het schandalig en zei: “De Sociaal-democratische partij offert het land op voor één persoon”. Hij zag louter electorale motivatie voor het opstappen van de sociaaldemocraten. En ja, op 22 december zijn er verkiezingen.
Waar de ruzie in de kern om ging is niet glashelder uit het NRC-artikel waarop ik het bovenstaande baseer op te maken. Boc verweet Nica dat hij onvoldoende achter de besttrijding van georganiseerde misdaad en corruptie aanzat. Dat zou best waar kunnen zijn: de PSD is, als opvolger van de vroegere Communistische Partij, erg lang nauw met het staatsapparaat verweven geweest, hetgeen allerlei mogelijkheden bood voor dubieuze deals en belangenverstrengeling. Maarvoor hetzelfde geld is het doodgewone profileringsdrang die Boc dreef. Diezelfde drang zal dan de PSD tot het terugtrekken van al hun ministers hebben kunnen bewegen.
Hoe dit allemaal precies zit is echter minder belangrijk dan de context en achtergronden van dit soort politieke conflicten. Roemenië is na de revolutie van 1989 een land waarin de overgang naar een goeddeels geprivatiseerde markteconomie traag is verlopen. Tot in 1996 domineerde de PSD onder haar leider Iliescu, een voormalige functionarison onder Ceascescu. Privatisering en markthervormingen verliepen traag, de staatssector bleef sterk. Tegelijk was het met democratische rechten ook niet erg goed gesteld, al waren de dagen van de dictatuur wel echt voorbij. Corruptie was er volop, en ook zonder een totaal neoliberale herstructuirering was er een hoge werkloosheid en veel armoede.
Vanaf 1996 kregen partijen met een liberale inslag – waarvan er niet lang geleden twee fuseerden tot de huidige regeringspartij PD-L – de overhand. Markthervormingen en privatisering raakten in een versnelling, en het land koerste aan op EU-lidmaatschap. De schaduw van de stalinistische repressie week verder terug nadat de archieven van de securitate, de oude veligheidsdienst, open gingen. het beetje meer democratische ruimte was niet vervelend. De armoede die de neoliberale verbouding van het land meebracht was dat wel. Arbeiders gebruikten de democratische speelruimte dan ook bij herhaling om stakingen en betogingen te organiseren.
Reden tot staken hadden en hebben arbeiders vandaag de dag in overvloed. Want bovenop de prijs die marktwerking toch al vergt van het levenspeil van arbeiders, komt ook nog eens de huidige economische crisis. De werkloosheid loopt op: in mei steeg die tot 6 procent. dat zou nog veel hoger zijn geweest als er geen twee miljoen mensen geëmigreerd zouden zijn naar West-Europa. Prijzen stijgen, hetgeen de koopkracht van mensen in loondienst uitholt. Hardnekkige corruptie doet intussen de geloofwaardigheid van de gevestigde orde geen goed.
De frustratie van arbeiders uit zich juist dee week dan ook in een grote stakingsgolf, die wel eens mee zou kunnen spelen zals achtergrond van de regeringscrisis. Die stakingsgolf groeit deze week naar een hoogtepunt toe. Deze maandag vond er een algemene staking plaats, waaraan 750.000 arbeiders aan deelnamen. Mensen in onderwijs, gezondheidszorg, ambtenaren en zelfs politiemensen deden mee aan wat de grootste staking sinds 20 jaar was.
De actie richtte zich tegen een wet die onder meer inhield dat arbeiders een verplicht tiendaags onbetaald verlof in de maag gesplitst krijgen. De wet was er al vóór onderhandelingen met de vakbeweging afgerond waren, hetgeen na een goede manier is om vakbonden zjuist als e in óverleg’proberen te geloven’- extra boos te maken. Die woede ging samen met de boosheid die arbeider s kennelijk sowieso al voelen.
En er komt meer. Komende woensdag een protestmanifestatie in de hoofdstad. Op 23 oktober een waarschuwingsstaking. En vanaf 28 oktober – zo hebben vakbonden bekendgemaakt – een algemene staking van onbepaalde duur. Bemoedigend vooruitzicht! Gaan arbeiders in Roemenië hun revolutie van 1989 een krappe twintig jaar later passend herdenken met een vólgende revolutie?