De verzamelde oppositiepartijen, van SP ter linker(?)zijde tot en met ‘onze’ huisfascist Geert ter rechterzijde, roepen gezamenlijk op tot een parlementair onderzoek naar oorzaken en aanpak van de kredietcrisis. De enige oppositiepartij die aan dit staaltje van bedompte consensuspolitiek niet mee doet, is de SGP, en dat strekt die dissidenten tot eer. Dat de dwarsliggerij hier uitgerekend uit de, verder volstrekt verwerpelijke, rechts-religieuze hoek moet komen is voor links beschamend. Maar ja, in Afghanistan komt het meest effectieve antwoord op de bezettingspolitiek van de NAVO ook niet van jammerend links (1), maar van een steeds effectievere Taliban. Triest, maar waar.
Waarom is dit voorstel van de verzamelde oppositiepartijen geen goed plan? Ik zie er drie problemen mee. Ten eerste de initiatiefnemers erachter. Je gaat als linkse partij eenvoudigweg niet in zee met je tegenstanders ter rechterzijde. Die moet je, juist in crisistijd, van hun volksvriendelijke masker beroven en bestrijden. Onder een opiniestuk waaronder de naam van Geert Wilders staat, hoort de naam van Femke Halsema en Agnes Kant gewoon niet thuis, of andersom. Om in stijl te blijven: met zo’n gezamenlijk optreden geeft links Wilders en soortgenoten een kredietwaardigheid waarbij vergeleken een gammele hypotheek nog een gering risico is. Dat is één.
Tweede punt is dat een diepe economische crisis zich leent voor diepe economische analyses, maar nauwelijks voor een parlementair onderzoek. Het is geen kwestie van het vaststellen van specifieke verantwoordelijken voor bepaalde eventueel verkeerde besluiten – al zijn die er ongetwijfeld. Maar in de kernvragen – het wel en wee van een kapitalistische markteconomie – staan links en rechts, ook binnen de oppositie, tegenover elkaar, als het goed is.
Links hoort te zeggen: waar kapitalisme, daar vroeg of laat crisis, wie de crisis niet wil moet helpen het kapitalisme op te doeken. Rechts kan weliswaar niet helemaal ontkennen dat er steeds weer crises zijn – daarvoor zijn crises te zeer een steeds terugkerend iets in hun favoriete economische systeem – en zal daarom de nadruk leggen op de voorbijgaande aard ervan. Centrum-links zal schipperen en de effecten van de crisis te lijf willen met maatregelen. Wie hier gelijk heeft, is voorwerp van maatschappelijk debat, niet met een parlementair onderzoek met haar kwalijke schijn van boven-de-partijen-staan. Juist nu moet het maatschappelijke gevecht – zei daar iemand ‘klassenstrijd’? Zo mag ik het horen! – de ruimte krijgen, en niet ingepakt worden in een kleffe gezamenlijkheid van rechts tot links. Dat is twéé.
Dan is er de specifieke inhoud van de tekst waarin het stel fractieleiders hun oproep toelichten. Ik citeer een flink stuk: “Met honderden miljoenen euro’s aan publiek geld worden de financiële stelsels overeind gehouden. Zo ook In Nederland: minister Bos nationaliseerde Fortis en ABN Amro, verschafte de ING een lening van 10 miljard en garandeert de kredietverlening op de interbancaire markt voor een bedrag tot 200 miljard euro’s. Dat is bijzonder veel geld, maar het zijn in de kern noodzakelijke interventies om een financiële systeemcrisis te vermijden. Dat zou namelikjk bijzonder schadelijk zijn voor de Nederlandse economie. Minister Bos verdient daarom onze steun bij het blussen van de brand.”
Hier is al gekózen voor een belaade analyse, een bepaalde aanpak: het systeem moet opgekalefaterd worden. maar het zou juist de taak va links moeten zijn om duidelijk te maken dat het kapitalisme niet opgelapt moet worden – waarmee de volgende crisis een kwestie van tijd is, want zó werkt het systeem – maar afgedankt en vervangen. Lihks hoort tégen de vorm van staatsingrijpen te zijn waarmee Bos nu het bankwezen aan het redden is. Dit bankwezen verdient helemaal geen redding.
Door echter deze systreemkritiek bij voorbaat buiten te sluiten en er een pure beheerskwestie van te maken, opent een parlementair onderzoek de weg naar het zoeken van rotte appels in een verder gezonde fruitmand. Zo trapt links weer eens in de val van het zoeken van goede versus slechte kapitalisten, aanvaardbare en onaanvaardbare vormen van kapitalisme. Dat GroenLinks hierin meegaat, is spijtig maar niet heel vreemd. Maar misschien dat een enkeling van de, op economisch punt radicalere SP, toch meer scherpte had verwacht. Ten onrechte, zo blijkt.
Dat het bij de SP niet om een incidentele, tactische stellingname gaat, blijkt uit de presentatie van het eigen plan waarmee de SP de kredietcrisis aangepakt wil zien. Daarin een reeks maatregelen die op zich niet verkeerd zijn: afschaffing van bonussen voor topbestuurders, meet controle op wat er op de financiële markten zoal gebeurt, en nog veel meer moois.
Problematisch is echter het kader waarin bijvoorbeeld Agnes Kant dit plaatst. Ze ziet de maatregelen niet als breekijzer om het kapitalisme zelf op de helling te zetten, en al helemaal nie als eisenpakket om verzet op straat omheen te orghaniseren. Nee, ze ziet het als een wijziging om van een doorgeslagen neoliberaal kapitalisme terug te keren naar de veilige haven van het zogeheten ‘Rijnland-kapitalisme, met meer regulering erin. Dit zegt ze in een interview met De Volkskrant gisteren: “Het probleem is dat de markt te veel zijn gang is gegaan, met alle risico’s van dien. Men heeft te veel gelieraliseerd.” Het is dus allemaal een kwestie van meer of minder. “We zijn van de Rijnlandse model naar het Angelsaksische model verschoven. De korte termijn-belangen zijn opgekomen, ten koste van het lange-termijn-perspectief.” Dat deze verandering niet simpelweg een gevolg was van een verkeerde politieke modegril, dat daar de scherpere internationale concurrentie – onderstreept met crisisverschijnselen die er toen ook al niet om logen – aan ten grondslag lag… als Agnes Kant dat weet, laat ze dat hier niet merken. Een simpele draai naar een ander soort kapitalisme, verder reikt de ambitie van de SP in haar ogen blijkbaar niet meer. Ja, en dán is het niet raar dat je bereid bent tot pragmatische gesprekken over beleid en gemaakte fouten. Maar een serieus links heeft een wezenlijk andere taak.
(1). Net zo min als heel Gallië zich door de Romeinen onder de voet liet lopen, evenmin is héél links in het kamp van de jammeraars beland. De rol van dat ene Gallische dorpje dwarsliggers wordt gespeeld door groeperingen, waaronder in Nederland de Internationale Socialisten (IS), die zich opmaken om tegen de verjaardag van de NAVO, april 2009 in Straatsburg, te mobiliseren. Of zij hiermee de rol van Asterix op zich nemen, of eerder van Obelix, laat ik aan de lezers over, maar een goede zaak is het wel. Steun aan deze mobilisatie is, juist om kracht op te bouwen tegen de NAVO-bezetting in Afghanistan, nodig. Zie op het weblog van de IS de “Internationale Oproep anti-Navo protest”, en ook “Zet in je agenda: zaterdag 1 november”, wanneer er een openbare bijeenkomst onder de titel “De NAVO en de nieuwe wereldwanorde” gehouden wordt in Amsterdam.