In Zuid-Afrika won ANC-leider Jacob Zuma afgelopen voorjaar de presidentsverkiezingen. Hij deed dat onder meer door in woorden op te komen voor de ae rme meerderheid van de bevolking. Hij beloofde banen en een beleid waar de armen beter van zouden worden. Nu blijkt – suprise surprise! – dat groepen uit die meerderheid in actie komen omdat het niet bepaald opschiet met verbeteringen.
Vorige week bijvoorbeeld waren er felle straatprotesten. Mensen “eisen betere dagelijkse voorzieningen van de recentelijk aangetreden regering van president Jacob Zuma. De ANC-leider maakte armoedebestrijding tot centraal ampagnethema voor zijn verkiezing in april”, aldus de NRC. Politie vocht met demonstranten en vuurde rubber kpogels en traangas af “op duizenden demonstranten” in onder meer Johannesburg. De protesten hielde vier dagen aan, 100 mensen werden opgepakt.
De rust was maar net weergekeerd of er begon een nieuwe confrontatie. Deze keer zijn het gemeentearbeiders die een loonsverhoging van 15 procent eisen en in staking zijn gegaan. Ook oefenen ze met de staking druk uit op de regering om zijn verkiezingsbeloften na te komen. Zuma heeft 500.000 extra banen beloofd. Maar – met een diepe recessie die ook Zuid-Afrika treft – komt er erg weinig van terecht.
Het oplevend protest van arbeiders en andere, veelal zwarte, armen biedt veel meer hoop dan de verkiezing van Zuma, een man die weliswaar in woorden voor de armen opkomt, maar deel uitmaakt van hetzelfde establishment dat de vrije markt en de grote bedrijven hun gang laten gaan. Het ANC heeft, terwijl het na de val van de apartheid rond 1990 verkiezing na verkiezing won, stelselmatig voor een pro-kapitalistische politiek gekozen, basisvoorzieningen aan marktwerking overgelaten en plaatselijke besturen weinig geld gegeven zodat die via te hoge tarieven voor de gebruikers de kosten moesten dekken. Het ANC, dat met steun van de zwarte arbeidersklasse en hun vakbonden de witte elite dwong om van de legale aprtheid afstand te doen, laat diezelfde arbeidersklasse feitelijk in de steek. Logisch dat vanuit die arbeiders de weerstand keer op keer oplaait.
Voor succesvol verzet zijn er echter moeilijke obstakels te overwinnen, zoals een leerzaam maar in vrij moeilijk Engels geschreven artikel van Dale T. McKinley uiteenzet (gevonden via Marxsite). Het probleem ligt niet bij de strijdbaarheid van arbeiders. Het probleem ligt bij een linkse beweging die die strijd vooruit zou moeten helpen en van een goed perspectief moet helpen voorziet, maar dat niet of onvoldoende doet.
Dat zit ongeveer zo. De hoofdstroom van links in Zuid-Afrika bestaat uit de SACP, de Communistische Partij van Zuid-Afrika, en uit mensen binnen COSATU, de vakbondsfederatie van het land. De SACP heeft sinds jaar en dag de politiek van samenwerking met het ANC in een strijd die de vestiging van een niet-raciale democratie (afschaffing van de apartheid) tot inzet had. In samenwerking met ondernemers moet vervolgens een sterke economie worden opgebouwd waarbinnen dat wat sociale hervormingen losgepeuterd kunnen worden. Maar van een frontale strijd tegen het kapitaal is in die keus geen sprake. COSATU gaat hier feitelijk in mee.
Er is in feite sprake van een gigantisch poldermodel, een overlegmodel waarin ANC domineert, SACP en COSATU meedoen, en de economie ingericht blijft ten voordele van vooral de grote ondernemers.Voor antikapitalisme is hier geen plaats. Protesten worden standaard beantwoord met repressie (vandaar die rubberkogels en dat traangas), soms gecombineerd met bescheiden concessies. Aan dít soort ingekapselde links heeft de arbeidersklasse en de arme bevolking in het algemeen weinig. Het aantreden via verkiezingen van een iets linkser pratende Jacob Zuma verandert hier niet veel aan.
Er is een ander links, dat wél actief is in allerlei protesten. Maar Dale McKinley laat zien dat dit type van links veelal blijft steken in plaatselijke acties, zonder een breder perspectief – en hoe dit type links ook kwetsbaar is voor allerlei vormen vab inkapseling door de staat en haar ANC-leiding.
Het ontwikkelen van een politieke strategie die niet alleen allerlei protesten steunt en bevorderd, maar daarbinnen ook een alternatief naar voren brengt is nodig. Maar dat valt niet mee, tegenover politieke krachten die links al vele jaren domineren en hun status ontlenen aan hun jarenlange inzet tegen het apartheidsbewind, en die deze status ook meedogenloos gebruiken tegen linkse critici die als “contrarevolutionair” worden afgedaan. Maar moelijk of niet, het is keiharde noodaak, wil er recht gedaan worden aan de strijdlust die groepen arme mensen in Zuid-Afrika steeds weer aan de dag spreiden.