Staken in Cambodja

13 september, 2010

Enkele tienduizenden textielarbeiders staken deze week in Cambodja voor hoger loon. Het minimumloon is nu 56 dollar, van staats- en ondernemerskant is er een verhoging tot 61 dollar toegezegd. “De textielarbeiders vinden dat onvoldoende. Ze eisen een verhoging naar 93 dollar. Volgens berekingen van ontwikkelingsorganisaties is dat  het minimumbedrag waravan een inwoner in cambodja een maand kan leven”, aldus De Volkskrant. Inderdaad, het gaat om maandloon-bedragen. De becijfering van die ontwikkelingsgroeperingen geeft dus aan dat textielarbeiders met die toegezegde 56 dollar maandelijks dus 36 dollar tekort komen. Maand na maand.

Hoe succesvol de actie is, valt moeilijk te zeggen. Een vakbondsfederatie spreekt van 68.000 arbeiders die de strata op gingen, minder dan de vanuit vakbondskringen aangekondigde 80.000. Er wordt echter gesprokebn van politietegenwerking, en van het ontbinden van arbeidscontracten van stakende arbeiders door bedrijven. Staken in Cambodja is bepaald niet makkelijk – maar des te noodzakelijker.

Er kwamen afgelopen maanden al eerder nieuws over arbeidersprotest in Cambodja. Al in juli, toen de loonsverhoging van 5 dollar werd overeengekomen tussen regering en sommige vakbonden, dreigden twee andere vakbondsfederaties met stakingsactie. De voorzitter van één ervan, een vakbondskoepel die namens 40.000 arbeiders spreekt, kondigde toen aan haar leden over actie te raadplegen. “Als zij het er niet mee eens zijn, gaan we staken. Een loonsverhoging van 5 dollar is niet de eis van de arbeiders”, zo zegt hij volgens Libcom.org (bron wordt niet vermeld). Deze vakbondsorganisatie eiste toen al de 93 dollar die ook nu weer de inzet van actie is. Een andere vakbondskoepel eiste 70 dollar.

De stakingsstrijd in Cambodja is van grote betekenis. Textiel is één van de drie belangrijkste inkomstenbronnen voor de economie van het land. Staken in die sector is dus een drukmiddel met kracht. Maar de betekenis van de strijd is tevens internationaal. Tot de klanten van textielbedrtijven daar horen internationaal bekende firma’s als Adidas en Levi’s. Die mooie merkkleding die we hier dragen wordt mogelijk gemaakt door de erbarmelijk lage lonen daarginds.

Die lage lonen lokken bedrijven, op zoek naar kostenbesparing, naar landen als Cambodja. Landen als China en eerder Zuid-Korea zagen al eerder loonstijgingen van arbeiders, vaak na effectieve stakingen. Bedrijven wijken dus uit naar landen met een nóg lagere levensstandaard. Zo zijn ze ook in Cambodja – nog niet zo lang geleden voornamelijk een boerenmaatschappij – terechtgekomen.

Succesvolle strijd voor loonsverhoging in Cambodja is goed voor arbeiders in dat land. Maar het is tegelijk gunstig voor arbeiders in andere landen: de chantage van ondernemers, het dreigement om productie naar een land als Cambodja te verplaatsen als antwoord op loonstijging elders, wordt minder effectief en minder geloofwaardig als stakende textielarbeiders de loonkosten ook in Cambodja omhoog weten te duwen om zich van een iets beter bestaan te verdedigen. Uiteindelijk is hoger loon van arbeiders waar dan ook in het belang van arbeiders overal. Solidariteit met stakende tekstielwerksters en – werkers is dan ook een kwestie van opkomen voor hun én onze eigen gezamenlijke belangen.