Flop Holland Flop

9 juni, 2012

zaterdag 9 juni 2012

Haha, deze kenden jullie wellicht nog niet, lieve lezeressen en lezers: Ravotr als sportcommentator. Maar vandaag kan ik het even niet laten. Nederland verliest van Denemarken in de eerste EK-wedstrijd waar ‘onze jongens’ in optraden. Nee, ik heb niet gekeken, maar een blik op mijn Twitter-account, gevolgd door een paar kliks op nieuwssites, hielpen me uit de nachtmerrie. Lees de rest van dit artikel »


Bevrijdingsfestival, maar waar was de vrijheid gebleven?

5 mei, 2012

zaterdag 5 mei 2012

Leerzaam en lachwekkend, zo valt mijn bezoek aan het vrijheidsfestival in Breda te omschrijven. Wie zoiets restrictiefs weet te bedenken en als viering van vrijheid weet te presenteren, zouden ze eigenlijk de Hoofdprijs Hypocrisie – ook wel bekend als Nobelprijs voor de Vrede – moeten geven. Maar wat voerde mij die kant uit? Welnu, ik was uitgenodigd om als lid van Vrije Bond aan een programmaonderdeel bij te dragen. Dat wilde ik wel, dus vandaar. Lees de rest van dit artikel »


Kerst 2010

26 december, 2010

Zo, dat was dan kerst 2010. Hebben we het allemaal overleefd? Ik vraag dat niet zomaar, onderzoek heeft uitgewezen dat de twee weken  die met kerst beginnen een sterk verhoogd sterftecijfer te zien geven, althans in de VS. Vooral eerste kerstdag springt er uit. Het aantal mensen dat op weg naar het ziekenhuis overlijdt is dan bijvoorbeeld opvallend hoog, evenals het aantal mensen dat in het ziekenhuis alsnog sterft. Op tweede kerstdag is het ook goed raak in dit opzicht.

Waar al die mensen precies aan dood gaan wordt uit het betreffende Amerikaanse onderzoek niet duidelijk. Maar ik kan me er iets bij voorstellen: de kloof tussen gehypede gezelligheidsverwachting wordt mensen fataal, mensen die , al oververmoeid, onder hoge tijdsdruk alles nog moeten regelen voor het ‘gezellig’ wordt, bezwijken aan stress, hartklachten, verkeersongelukken en weet ik wat; eenmaal op de feestplek aangekomen luidt een ‘dan is het nú gezellig, ja?!’ de zoveelste familieruzie of erger in – en artsen en verplegenden die de rotzooi mogen helpen opruimen zijn tegen het eind van het jaar ongetwijfeld ook aan hun eind en dus niet meer op hun best. Tel uit je dodencijfers. En het is nog te vroeg om opgelucht adem te halen trouwens: nieuwjaarsdag, ook zo’n hoogtepunt van stress en gelukzaligheid, springt er wat dit betreft ook uit. Zullen jullie allemaal voorzichtig zijn met jezelf en elkaar?

Kerst blinkt altijd uit vanwege de vrijwel perverse absurditeiten die dit seizoen van vrede en goede wil meebrengt. Zo was er het bericht van de kerstboom in, jawel, Aboe Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten dus. Juan Cole, die er over bericht, wijst er al op dat het enigszins merkwaardig is: een bvoom die aan een Christelijk feest is gekoppeld, in een overwegend Islamitisch land. Overigens, voor de fijnproevers in dit soort dingen: kersbomen wortelen in Germaanse natuurgodsdienst, niet in het Christendom; het verschijnsel is in de Christelijke kerstviering als het waren geadopteerd, maar in het oorspronkelijke bijbelse kerstverhaal komt geen kerstboom voor.

Toch oogt het merkwaardig, zo’n boom in een maatschappij waar traditioneel geen kerst wordt gevierd. Maar ja, toerisme, nietwaar? De Allerhoogste God die juist rond kerst zo aanbeden wordt is immers de God van Koop en Verkoop. Daarvoor buigen, als het er op aankomt, ook heel veel vrome aanhangers van het geloof in Allah, Jahweh of God uiteindelijk devoot het hoofd. Kerstbomen in winkelcentra zijn geen christelijk symbool. Kerstbomen zijn een commercieel symbool, en dat overschrijf dt godsdienstige grenzen. Tegen die achtergrond is het niet verbazingwekkend dat de boom plus versiering – juwelen en goud- een slordige 11 mijoen dollar kostte.het hotel waar het onding staat, maakte eerst een vaag soort excuus voor zoveel decadente extravagantie, maar kwam daar weer op terug. En waarom ook niet? Waarom is ene béétje opgeklopte geld- en koopzucht wél okay en een beetje véél opeens niet?

Ja, en dan is er nog de kerstboodschap van Bea. Over de inhoud ga je van mij niets lezen hier. Maar de kop waarmee Trouw het stuk koninklijk proza afficheerde is gewoon de satire voorbij. “Koningin: behandel ander als uw gelijke”. Zoiets verdient toch hoongelach, heeft de redactie van Trouw dat zelf niet door? Mijn antwoord aan de majesteit: mevrouw, het zou beter zijn als wij u als onze gelijke zouden behandelen. Maar is erfelijk koningschap met die gelijkheid zelf niet principieel in strijd? U zult er dan wel geen bezwaar tegen hebben dat wij die kroon van uw hoofd verwijderen, u in een flat in Tilburg-Noord huuisvesten, en uw paleis ter beschikking stellen van verdreven krakers en andere daklozen? Het zijn zomaar wat vragen hoor, om in de laatste dagen van dit jaar eens over na te denken.


‘4’33: anarchie als hit

14 december, 2010

Wat een verademing was dat! Vier minuten en drieëndertig seconden rúst, stilte bijna, in het nationale kakelprogramma voor hoogopgeleiden en zij die zich hoogopgeleid willen voordoen, beter bekend als De Wereld Draait Door. Voor wie dat programma niet kent: de onderwerpen zijn er interessanter dan bij RTL Boulevard, maar dat laatste programma heeft minder pretenties en is daardoor sympathieker. Qua lawaaiige drukdoenerigheid is er amper verschil. Uiteraard kijkt ‘iedereen’ van mijn lezerskring wel eens naar De Wereld Draait Door, en ‘niemand’ naar RTL Boulevard

Ik ben amper met mijn stukje begonnen of ik ben al afgedwaald. Want hoezo, vier minuten en 33 seconden stilte in de uitzending? Welnu;  ‘4’33 is de titel van een stuk van componist John Cage. Het stuk beslaat dus precies die tijd, en bestaat uit… afwezigheid van gespeelde muziek. Het stuk dateert uit 1952. Als een orkest het uitvoert, dan zie je een dirigent voor het ebnsemble staan. Die geeft het begin aan, houdt de tijd in de gaten, en geeft na die ruim vierenhalve minuut het einde aan. De musici spelen intussen geen noot. Iets soortgelijks gebeurde nu, maar dan in de uitvoering voor piano solo! Reinbert de Leeuw, baanbreker van modern klassieke muziek, nam plaats achter het instrument, opende ne sloot af en toe de deksel – het stuk bestaat uit drie delen, en dat werd kennelijk aldus aangegeven – en na de 4:33 minuut gebaarde hij dat het was afgesloten.

Een hele aparte ervaring is zoiets. Mensen kijken, mompelen iets tegen elkaar, er is gegniffel bij zoiets maar ook geconcentreerde aandacht. Het is dan ook een werkelijk revolutionaire comositie die hier werd opgevoerd. Waar muziek als het ware georganiseerd geluid is, is voorgeschreven afwezigheid van gespeeld geluid een intense uitdaging, voor de luisteraars. Natuurlijk is er dan niet werkelijk ‘stilte’: er klinken altijd geluiden, zacht maar hoorbaar, er valt iets, iemand kucht, fluistert, schiet in de lach. Maar de componist heeft de greep op wat er klinkt welbewust lósgelaten; het geluid organiseert zichzelf, spontaan, ongestuurd. Dat ervaren is indringend, ontregelend ook. Het stuk afdoen als een grap, aandachttrekkerij van stuntman Cage, is een miskenning van waar hij mensen toe aanzet: aandacht voor het niets, voor de stilte, en voor het spontane gebeuren, wat dat gebeuren ook brengt.

Precies in die openheid voor het spontane, het ongestuurde, geeft John Cage blijk van een anarchistische kijk op zaken. Tegelijk zien we hier verwantschap met bepaalde Oosterse filosofiën, met name van het Taoisme, een stroming die van invloed was in het Zen-Boeddhisme waar Cage zich in kon vinden. In dat Taoisme is het idee erg centraal dat dingen beter gaan naarmate er minder wordt opgelegd, minder wordt gestuurd, laat staan afgedwongen. Dat valt op in één van de basisteksten ervan, het oeroude poëtische werk Tao Te King, ook wel Dao De jing genoemd.

Het leven is in de Taoistische levenskijk zoals die in dat werk kenbaar wordt, een stroom; pogingen om dat in een stramien te wringen leiden tot narigheid. Immers: “Door te handelen door niet-handelen heerst er vanzelf orde. Bezit en staatsbestuur verdienen wantrouwen: “Te verbouwen en te kweken; te verbouwen en niet in bezitt te nemen; te kweken en vrij te laten groeien; te leiden, maar niet te heersen; dit is de wonderlijke deugd.” Oude, en volgens velen wellicht oubollige wijsheid. Cage zag er kennelijk de actuele waarde gelukkig van in. Het is een filosofische voorloper van anarchistisch ideeëngoed.

Het anarchisme van Cage zelf is herkenbaar in een gedicht van hem. Dat opent – en ik vertaal het ghier niet – als volgt:“We don’t need government/we need utilities”. en verderop: “Nor do we have any need for the continuing division of people/ into those who have what they need/ and those who don’t”. En, in een pleidooi voor am rmoede als levensstijl dat veel maar lang niet alle anarchisten zullen delen, de slotregels: “We must make the world safe for poverty without dependency on government”. Iedeereen genoeg, niemand teveel of te weinig, en geen staat die ons dwingt, dat is hier het idee.

Dat juist dit revolutionaire muziekwerk, van deze anarchistische kunstenaar, zomaar in een veelbekeken TV-programma wordt opgevoerd, stemt toch vrolijk. En er is meer verheugends. Mensen zijn bezig dit werk naar de eerste plaats van de Britse Kerst-hitlijst te krijgen, zoals vorig jaar met een ander rebels muziekstuk, van Rage In The Machine, lukte. De Facebook-groep die hiermee bezig is noemt zich Cage in the Machine, en telt al 20.000 leden. Misschien zou Cage de strijd om een eerste plek, ook voor zijn eigen compositie, sowieso al afgewezen hebben als inbreuk op de spontane gang der gebeurtenissen, erkenning van hiërarchie of iets dergelijks. Dat zou voor hem pleiten. Maar als het lukte dat stuk van hem naar de top te krijgen zou ik dat evengoed wel erg leuk vinden.


Wat doet een oorlogsmisdadiger op Lowlands?

19 augustus, 2010

Zojuist vloog er een bizar tafereel door mijn geest. Het speelde zich af op het Woodstock festival in 1969, dat grootse muziekgebeuren met artiesten als Jimi Hendrix, Janis Joplin, Crosby, Stills & Nash en noem ze allemaal maar op. De ban-de-bom-tekens waren alom zichtbaar, de sfeer was, in alle regenechtigheid die het terrein had getroffen, over het algemeen prima. En toen gebeurde het: Country Joe and the Fish hadden hun prachtige lied tegen de Vietnamoorlog zojuist beëindigd, toen er – en hier begint mijn fantasie – op het podium een geüniformeerde gestalte verscheen.

Wie was het? het was niet te zien, tenzij je vlak vooraan stond. Uit de luidsprekers klonk echter zijn naam. “Ladies and gentlemen, mag ik jullie aandacht voor…. generaal Westmoreland, topot voor kort de bevelhebber van onze dappere troepen in Vietnam. Hij komt ons iets vertellen over de rol van de jeugd in de strijd vboor de waarden van het Vrije Westen. Een hartelijk applaus graag!”

Zie je het voor je? Uitvoerder van een misdadige oorlog – toen al honderdduizenden Vietnamese en tienduizenden Amerikaanse doden, en het drama zou zich nog jaren voortslepen – die mensen toespreekt die in steeds groteren getale zich tegen die oorlog keerden? Je kunt erover twisten of de man gewoon zou zijn  uitgejouwd, of dat mensen de moeite zouden hebben genomen om daadwerkelijk het podium te bestormen. Misschien was de man wel door een immense group hug van de massaal aanwezige Love Generation verpletterd. Dat het een interessant incicdent zou zijn geweest, lijkt me echter duidelijk.

Nu is het bezoek aan Woodstock door genoemde genocidale generaal fantasie. Maar de gedachte werd getriggerd door de werkelijkheid, om precies te zijn door een recent bericht op het nieuws. Vanavond stromen mensen naar het Lowlands-festival dat morgen van start gata. En wie zal zaterdag op dat festival de troepen, pardon, de festivalbezoekers toespreken? Generaal Peter van Uhm, bevelhebber van de Nederlandse troepen. “Hij zal er praten over de rol die jonge militairen hebben in het buitenlandbeleid”, zo lees ik in Het Parool nadat ik even op internet naar bevestiging van het bizarre bericht ben gaan zoeken.

Over die rol van jonge soldaten is trouwens weinig te melden, lijkt me: de rol van jonge soldasten, in elk buitenlandbeleid, is te doden en te sterven voor wat doorgaans veel oudere mensen, doorgaans mannen, in hoofdkantoren en ministeries hebben verzonnen. Mocht er tussendoor tijd en gelegenheid zijn voor PR-projecten, een schooltje hier, een weggetje daar, dan is dat meegenomen. Voor dat inzicht hebben we geen generaal en geen toespraak nodig.

Laten we duidelijk zijn over wat hier gaat gebeuren. Enkele tienduizenden mensen die een leuk weekend gaan hebben, worden getracteerd op een PR-praatje van één van Nederlands grotere misdadigers. De oorlog die het Westen tegen Afghanistan voert, is immers misdadig, evenals de koloniale bezetting waar Nederlandse troepen zo lang aan hebben meegedaan en op kleine schaal nog steeds meedoen.

Hoe misdadig die oorlog is, wordt nog eens bevestigd – niet onthuld, oplettende nieuwsvolgers wisten het al – door documentatie die Wikileaks naar buiten heeft gebracht. Burgerdoden door Westerse militairen, pogingen om dat buiten beeld te houden, ze maken deel uit van het klassieke plaatje dat in Vietnam ook al zichtbaar was. Aanvoerder van de Nederlandse troepen in de laatste jaren, en daarmee oorlogsmisdadiger van formaat: Peter van Uhm. Hopelijk zijn er alerte festivalbezoekers die de generaal op passende wijze van een antimilitaristisch, oorlogsvijandig en aansprekend antwoord zullen voorzien.


Death Parade vanwege geldelijk gewin en gemeentelijk prestige

30 juli, 2010

De rampzalige afloop van de Love Parade in Duitsland afgelopen weekend heeft terecht tot grote verbijstering en woede geleid. Het gebeuren, waardoor 21 mensen de dood in gedreven zijn, 511 mensen gewond raakten, waarvan er 283 in het ziekenhuis kwamen, en waaraan ongetwijfeld duizenden mensen diep traumatische geestelijke verwondingen overhouden, laat zien hoe gemeentelijke scoringsdrang samenging met luchthartige onverschilligheid van een festival-organisatie. Wat telt is kennelijk het geld en de toppositie in de pikorde tussen steden die zo’n evenement willen aantrekken. Daarom wordt er gespeeld met mensenlevens. Vaak gaat het, ondanks deze houding, goed. Deze keer dus niet.

Het is hier niet nodig het hele verloop nog eens te schetsen. Maar een paar punten mogen eruit gelicht. Uit een verslag van één van de feestgangers: “Op een gegeven moment kwam er een politiewagen op de mensen massa inrijden. Blijkbaar waren er hekken geopend waardoor mensen weg konden en begon er wat ruimte te ontstaan om te bewegen. (…) op een gegeven moment is het enige wat ik nog dacht: ik moet terug die tunnel in nu er weer ruimte is en blijkbaar weer een uitgang (…) Wij besloten gewoon door te lopen en wat te gaan eten en drinken, tot rust te komen en weer naar huis te gaan. Toen bleek dat die doorgang  waar we doorget laten waren recht op het festival uit kwam en we er rustig door heen konden lopen. Toen kwam de woede en het ongeloof. Blijkbaar was deze doorgang er de hele tijd, en die was gewoon al die tijd nioet open gedaan.”  Wie bedenkt zoiets? Slechts één toegangsweg, met een capaciteit van 30.000 mensen per uur, voor een festival waar ettelijke honderdduizenden mensen op af komen?

De burgemeester, Adolf Sauerland, was gewaarschuwd dat er allerlei zaken niet goed voorbereid waren. Al in juni was er een voorbereidingsbijeenkomst waar zaken besproken werden. Zo zouden er 440 beveligingsmensen nodig zijn, maar de organisatie vond een argument om dat tot 150 terug te brengen. Voor een verwachte 220.000 mensen! Nu geloof ik niet zo in beveiligingspersoneel sowieso, maar áls je langs die weg een organisatie begeleidt, doe het dan met adequate aantallen. De burgemeester, die het evenement “hoe dan ook wilde laten doorgaan” had een houding van ‘we vinden er wel iets op’. Criminele nalatigheid, noem ik zoiets.

Hij weigert intussen af te treden, volgens berichtgeving omdat… hij daarmee pensioenrechten en dergelijke zou kwijtraken. Ja, pensioenrechten – van burgemeesters althans, niet van arbeiders… – zijn in deze wereld belangrijker dan het recht van feestgangers om erop aan te kunnen dat organisatoren hun veiligheid optimaal waarborgen. Zelf zegt Sauerland dat hij weigert te vertrekken omdat hij met opstappen feitelijk schuld zou bekennen. Dat is natuurlijk dubbele daverende onzin. In de eerste plaats ís hij mede schuldig, of hij dit nu bekent of niet. Wie meewerkt aan een zo onverantwoordelijk voorbereid gebeuren, draagt mee verantwoordelijkheid voor de bloedige afloop. In de tweede plaats is metéén aftreden op zich geen eens een schuldbekentenis, hooguit een erkenning van verantwoordelijkheid voor de gang van zaken, ongeacht de precieze schuldvraag.

Sauerland reageert hier niet als betrokken menselijk wezen die verantwoordelijkheid neemt en een goede afhandeling nastreeft. Nee, hij reageert hier als klassiek bestúúrder, voor wie zijn eigen positie blijkbaar het belangrijkste is. Zijn bestuurlijke ‘verantwoordelijkheid’ heeft hem van zijn menselijkheid beroofd, zoals veel bestuurders eerder overkwam en later, zo valt te vrezen, nog zal overkomen. Terecht is hij eerder deze week uitgejouwd, met troep bekogeld en weggejaagd door boze mensen, toen hij een kijkje kwam nemen op de rampplek. Terecht hielden enkele honderden mensen gisteren een demonstratie voor het gemeentehuis om Sauerland’s aftreden te eisen, een eis die inmiddels kracht is bijgezet door een motie van wantrouwen van Die Linke in de gemeenteraad.

Wat ligt er achter drama’s als deze? Dat Sauerland een man is met het inlevingsvermogen van een brandnetelbos en het verantwoordelijkheidsgevoel van een afvoerputje is duidelijk. Dat de organisatoren van de Love Parade alles op een koopje wilden – 150 beveligers kosten minder dan 440, één toegangs[poort openen en copntroleren is goedkoper dan vier – is ook vrij helder. Maar er is meer.

We lezen intussen over manipulatie van bezoekersaantallen, van deze maar ook van eerdere Love Parades. Eerdere Love Parades, in Essen en Dortmund, kregen 1,2 miljoen en 1,6 miljoen als officieel aantal. dat was drie keer zoveel; als de werkelijke bezoekersaantallen. Deze keer, in Duisburg, werd 1,4 miljoen als bezoekersaantal opgevoerd. De politie – die ik deze keer ietsje geloofwaardiger vindt dan bestuurders en organisatoren die hun event willen hypen, en dkie bij feesten niet het soort anti-betogers-belangen heeft die haar tot te lage schattinghen bij demonstraties zouden kunnen brengen – houdt het op 300.000. Er blijkt dus een ordinaire wedstrijd tussen steden gaande te zijn: wie de grootste Love Parade heeft weten te houden.

Het gaat er klaarblijkelijk om dat steden zich ‘op de kaart zetten’ door zo’n mega-event naar zich toe te halen. Een stad die ‘op de kaart staat’, trekt meer toeristen, die meer uitgeven aan de plaatselijke middenstand, zo’n stad trekt misschien ook wel meer investeerders, weet ik veel. Zoiets. Blijkbaar is dat belangrijker dan het welzijn van de feestgangers. Vanwege geld en gemeentelijk prestige – is dat overdreven gezegd? Ik denk het niet – zijn mensen het ziekenhuis, het trauma en in éénentwintig gevallen de dood in gejaagd.


Voetbal, octopus, parkiet, inktvis en leeuwen.

9 juli, 2010

Er schijnt komende zondag een belangrijk partijtje voetballen gespeeld te worden, tussen11 Spaanse en 11 Nederlandse mannen. In rationele tijden zouden mensen zeggen: so what? Ik hoop dat ze plezier hebben, dat het een mooie wedstrijd wordt, en dat er niemand geblesseerd raakt, en dat er achteraf een gezelliog feestje wordt gebouwd. Maar we leven niet in rationele tijden.

We leven in tijden waarin het heel normaal wordt gevonden om je af te vragen of ‘we’ gaan winnen tegen Spanje. ‘We’ – alsof we allermaal, vanwege onze Nederlandse nationaliteit, een conflict uit te vechten hebben met het complete Spaanse volk. O ironie trouwens: het merendeel van de topspelers die door de Spaanse staat het veld in gestuurd worden zijn mensen uit Catalonië. En Barcelona, de hoofdstad van Catalonië, een Spaanse stad noemen is net zo absurd als de Friese hoofdstad Leeuwarden een Hollandse stad noemen. Feitelijk is er dus eerder sprake van een finale tussen Nederland en Catalonië dan tussen Nederland en Spanje.

In de cocktail van bespottelijk nationalisme, extra vergiftigd door alomtegenwoordige commercie – een commercie die het denkbaar maakte dat meiden die reclame maakten voor Bavaria opgepakt worden door Zuidafrikaanse agenten omdat de exclusieve sponsorrechten in handen van een andere bierbrouwerij waren – passen natuurlijk aanvullende absurditeiten. Passend is bijvoorbeeld het muzikale attribuut van de fans: de vuvuzela. Onder andere omstandigheden zou men dit ding weinig welluidend hebben gevonden. Maar in deze context zijn de schelle klanken geheel passend. Ik zin trouwens op mogelijkheden om dat tetterende geluid als actiewapen in te zetten. Ik vraag me bijvoorbeeld af of bankgebouwen bestand zijn tegen een stoet mensen die zeven maal om zo’n gebouw trekt, en de ommegang onderbreekt met luid vuvuzela-getoeter in de richting van dat kapitalistische bolwerk.

De afgelopen dagen bereikt het absurdistische theater dat de wereldkampioenschappen begeleidt, nieuwe hoogtepunten. Zo werd bekend dat de inktvis Paul heeft voorspeld dat Spanje – pardon, elf Spaanse voetballers – gaat winnen van Nederland – excuus, 11 Nederlandse sportlieden. Nee, aldus de parkiet Mani, de overwinning gaat naar ‘ons’ Oranje. Ook de octopus Pauline is die ‘mening’ toegedaan. Ik zou willen voorstellen om de wedstrijd te laten spelen door hetzij Paul en Pauline, hetzij tussen Paul en Mani. Omdat zowel Paul als Pauline waterdieren zijn, lijkt dat me een ideale combinatie van tegenstrevers. Een parkiet tegen een inktvis is wat onhandig voor beiden. Hoe dan ook, de huldiging kan dan in Artis plaatsvinden.

Ik las dat daar al een voetbalwedstrijd plaats gaat vinden trouwens. Tussen leeuwen. Wat zouden de winnaars als beloning krijgen? Oranjefans? Nee, dat gaat zelfs mij te ver, die genieten gewoon van hun plezier, en dat is ze gegund, met allen nare dingen die ik over de hele voetbaldrukte verder te zeggen heb. Wat mij betreft worden de overwinnaars getracteerd op verse sponsors en FIFA-bestuurders.


Marco Borsato in geldproblemen: geen reden tot leedvermaak

23 september, 2009

Zouden veel lezers van dit weblog erg geraakt zijn door het faillisement van van artiestenbureau TEG, en van de narigheid die dit zanger Marco Borsato heeft bezorgd? Ik vermoed van niet. Dat is ook wel te begrijpen: er gaan meer bedrijven bankroet, met nog wel ernstiger gevolgen dan de problemen waar Borsato nu in zit. Bovendien geloof ik dat Marco Borsato onder vaste lezers van dit blog, veelal linkse tot zeer linkse mensen, erg weinig fans heeft. Ik denk echter dat er over de hele zaak meer te zeggen is dan een onverschillig ‘so what?’ En ik geloof ook dat er iets mis is met de houding die veel linkse mensen tegen artiesten als Marco Borsato aan de dag leggen.

Laat ik met dat laatste beginnen. Radicaal-linkse mensen houden veelal van hip hop, van punk, van alternatieve rockmuziek,  van jazz en blues, van klassiek, van Bob Dylan, desnóóds van Frank Sinatra. Radicaal-linkse mensen houden nadrukkelijk níét van Jan Smit, Frans Bauer, Nick en Simon en andere Nederlandstalige sterren. Ze houden dus ook niet van Marco Borsato. Dat is het algemene beeld, en dat is best merkwaardig.

Ntuurlijk, smaken verschillen, en niemand hoeft van dit type Nederlandstalige muziek te houden. Maar de neerbuigendheid waarmee over dit type veelal wordt gesproken door linkse mensen deugt helemaal niet. Er zit – niet altijd, maar wel te vaak – een spoor van snobisme is, alsof dit type muziek er is voor domme onnadenkende mensen, en alsof links te slim en te goed is hiervoor. Ik vind dit een verkeerde houding, een houding waarmee linkse mensen zichzelf op een voetstuk zetten, zichzelf verbeelden beter en cultureel meer ontwikkeld te zijn dan de rest. een links dat werkelijk wil snappen wat er leeft onder bredere bevolkingsgroepen, kan deze houding maar beter snel laten varen. Het minste dat we kunnen doen is luisteren, en ons afvragen wat zoveel mensen in deze muziek aanspreekt.

Ik heb dat de laatste tijd gedaan, en ik vond het een eye-opener, of beter gezegd een ear-opener. Ja, er is veel Nederlandstalige troep. Er is ook veel Engelstalige troep, ook in de alternatieve stijlen die bij links zo geliefd zijn. Er is goede en vervelende hip hop, punk, blues en jazz. Bob Dylan heeft goede en vervelende songs gemaakt, al moet je naar die vervelende songs wel erg goed zoeken 🙂 . Dat is dus niets bijzonders.

Maar er zit tussen het mainstream-Nederlandstalige repertoir veel dat beslist het beluisteren waard is. En dan denk ik niet alleen aan een Boudewijn de Groot (die mag weer wèl bij links; het vleugje protest in zijn oudere liedjes zal de reden zijn). Nee, ik denk dan aan sommige liedjes van, jawel, een Jan Smit. En ja, ik denk aan Marco Borsato en zijn muziek.

Ben ik een fan van Borsato? Beslist niet. Veel ervan vind ik qua uitvoering een tikje over the top, met erg gezwollen arrangementen die niet vrij zijn van kitsch. Maar de man heeft een mooie stem, en weet die stem te gebruiken ook. En die liedjes die hij zingt zijn geen simplistische ik-hou-van jou, ik-blijf-je trouw riedeltjes (waar trouwens op zijn tijd ook nog eens niets mis mee is). Hij zingt over de liefde, in tal van ingewikkelde aspecten, over liefde die verloren gaat, over afscheid en breuk, over het leven zelf en wat je er uit kunt halen voor het niet meer kan. Hij doet  dat met overtuiging en vakmanschap. Sommige van zijn liedjes raken me diep. Dat hij zich persoonlijk inzet voor War Child – iets waartoe hij op geen enkele manier verplicht is, behalve vanuit zijn geweten – siert hem ook nog eens als mens.

Dat hij nu meegesleept wordt in het bankroet van zijn bedrijf, bezorgt mij dan ook geen vrolijkheid. Het bankroet werpt eerder juist vragen op, over de plek van artiesten in een economie die om geld draait. De NRC verhaalt de treurige geschiedenis: van een klein artiestenbureau dat steeds groter wordt, overgenomen wordt en van naam verandert, op het overnamepad gaat en daarbij steeds harder misgrijpt. De nieuwe aanwinsten bleken niet winstgevend genoeg, de schulden lopen op, een vanwege de crisis inzakkende vraag naar bedrijfsfeesten en dergelijke hakt erin. Doe er nog het vermoeden van faillisementsfraude bij, en je hebt feitelijk de kredietcrisis of dei leeggelopen internet-zeepbel van 2001 in zakformaat. Snelle expansie op zoek naar snelle winst – gevolgd door terugslag als tegenvallende opbrengsten de oplopende kosten niet meer goedmaken. Zo vergaat het de economie. Zo verging het Marco Borsato’s artiestenbureau.

Marco Borsato draagt, als kopstuk van het bedrijf, natuurlijk verantwoordelijkheid. Maar het overkwam hem toch veel meer dan dat hij aanstichter was van de ellende. Hij hoopte er een oudedagspensioen aan over te houden, en ziet nu zij inkomsten opgaan in het afbetalen van schulden. Een oud-directeur slaat de spijker op zijn kop: “Marco is een topartiest, geen ondernemer. Zijn passie ligt bij zingen en War Child, niet bij het controleren van de boekhouding.” Het lijkt me dat dit maar goed is ook: de passie van muzikanten hoort bij hun muziek te liggen, niet bij bedrijfsvoering. Dat hij van verblind winstbejag en falende bedrijfsvoering nu mede de klos is, is best verdrietig, en voor mij geen reden tot leedvermaak.

Dat artiesten nogal eens het slachtoffer zijn van de bedrijfsstructuur waarbinnen ze werken, en van de mensen die daar aan de touwtjes trekken, is niet bepaald uitzonderlijk. Michael Jackson zou, als hij nog had geleefd, daar leerzaam over hebben kunnen vertellen. Hij was net grote optredens aan het voorbereiden, daartoe onder druk gezet door schuldeisers vanwege een eerder financieel debacle, toen hij bezweek aan pijnstillers. Zou hij zonder die commerciële druk wellicht hebben nog geleefd?

Een ander voorbeeld in de zanger Leonard Cohen, auteur van prachtige liedjes waaronder het door tal van andere artioesten gezongen, inmiddels overbekende, Hallelujah. De man is 75 jaar, en had zijn carrière als podiumartiest afgesloten. Maar hij “moest vijf jaar geleden noodgedwongen weer aan het werk, nadat bleek dat het grootste deel van zijn pensioen door zijn voormalige manager achterover was gedrukt.” Tijdens een optreden in de Spaanse stad Valencia viel hij flauw. Is het overdreven om hiervoor de commerciële druk waaraan Cohen blootstond, mee verantwoordelijk te houden?

Marco Borsato zal er wel weer bovenop komen, zo denk ik en zo hoop ik ook. Zijn stem en zijn muzikale vakkundigheid zullen daar wel voor helpen zorgen. Het treurspel rond zijn bedrijf laat echter weer eens  duidelijk zien: commercie en winstbejag zijn niet gezond voor de muziek, en al helemaal niet voor degene die muziek maakt.


Handen af van Pirate Bay, leve het vrije downloaden

4 augustus, 2009

Vrijwel iedereen die dit leest zal het wel eens doen: muziek, films, software downloaden van internet. En vrijwel iedereen probeert dat gratis te doen. Mag het?  Strikt genomen: officieel heel vaak niet. Trekken wij ons daar veel van aan? Ik niet, en ik ben bepaald niet de enige.

Maar – erg he? – wij maken daarmee Inbreuk op Auteursrechten. Daarom wordt er meer en meer tegen opgetreden, tegen de mogelijkheid van gratis downloaden zonder toestemming van degene(n) bij wie het auteursrecht berust. Daarom worden er her en der processen aangespannen – processen die onze download-vrijheid bedreigen, en meer.

Zo veplichtte op 30 juli een rechter de website Pirate Bay om zich binnen tien dagen onbereikbaar te maken vanuit Nederland. Pirate Bay is een zogeheten torrent-site, waarmee je muziek en ander spul kunt downloaden die door andere gebruikers beschikbaar gemakat wordt. Een soort gratis ruilbeurs, feitelijk. Op de site staat niet de daadwerkelijke bestanden, alleen de plek van waaraf je het met een bepaald programmaatje kunt downloaden. Van de ene gebruiker, naar de andere gebruiker, heel handig en plezierig.

Maar op die muziek berust dus auteursrecht, en de gebruiker – die gratis downloadt en dus niet koopt – omzeilt ook de betaling van dat auteursrecht. Vandaar dat Stichting Brein – waakhond voor de auteursrechtenbusiness- het proces heeft aangespannen, en helaas nog heeft gewonnen ook. Overigens is de uitstpraak bepaald nog niet definitief.

Dit proces richtte zich op een website: als die doorgaat beschermd materiaal beschikbaar te maken, is de website strafbaar bezig. Het downloaden zelf valt niet onder zo’n uitst spraak. Het is een beetje a;ls met soft drugd. je mag het niet leveren aan een coffeeshop, maar de coffeeshop mag het wel aan jou verkopen, en jij wordt als koper ook niet vervolgd, als  is het spul in principe illegaal.

Maar het blijft niet bij het aanpakken van websites als Pirate Bay. In de VS heeft afgelopen dagen een proces plaatsgevonden tegen Joel Tenenbaum, een student aan de Universiteit van Boston. Uitspraak: hij moet 675.000 dollar betalen aan vier platenmaatschappijen, vanwege het donwloaden van 30 songs. In totaal heeft hij naar eigen zeggen meer dan 800 songs dedownload en/of met mensen gedeeld.

Dit is niet grappig meer. Zijn advocaat noemt de straf “buiten proportie”. Deadvocaat noemt Joel een “hardcore overtreder die uit gewoonte  over een lange periode inbreuk pleegde, die wist dat wat hij deed verkeerd was, en het toch deed.” Het klinkt alsof die advocaat de jongen het liefst naar Guantanamo Bay had laten sturen of iets dergelijks.

Natuurlijk is zo’n straf “buiten proportie”  – als zoiets al strafbaar zou moeten zijn. Het idee dat een platenmaatschappij zoveel schade lijdt doordat mensen hier en daar liedjes downloaden voor eigen gebruik, en dat daarom boetes van vele tienduizenden dollars  aan de orde zijn, is nogal absurd. Maar ik denk dat we verder moeten gaan, en ons de vraag moeten stellen: slaat het strafbaar stellen van ‘illegaal’ downloaden wel ergens op? Is dat wel legitiem? Ik vind van niet.

Eerst iets meer over de schade aan platenmaatschappijen en artiesten zelf. Wie gratis downloadt, bespaart zich een aankoop. Daarmee loopt de platenbusiness dus inkomen mis. Dat is op zich inderdaad het geval. Maar er zit een andere kant aan. veel mensen dw ownloaden her en der iets, om te kijken of e het de moeite waard vinden. Is dat het geval, dan volgt vaak tóch nog een aankoop – die anders (wegens onbekendheid) – niet zou zijn gedaan. Veel downloadgedrag betreft ook muziek die vaak helemaal niet, of erg moeilijk, op andere manieren te krijgen is. Gratis downloaden is inkomstenderving voor een arties; maar het is tegelijk ook gratis  PR, gratis reclame. En daarover zwijgt de auteursrecht-inquisitie.

Maar we kunnen verder gaan, en ons de vraag stellen of software, internetbestanden en dergelijke sowieso wel redelijkerwijs ge- en verkocht zouden moeten worden. Waar gaat koop en verkoop om? Ik koop van jou een stoel. Eerst was de stoel van jou, jij mocht er op zitten, en zonder jouw toestemming mocht ik dat niet. Nu is de stoel van mij. Ik mag er op zitten, en zonder mijn toestemming mag jij dat niet. Voor dat recht heb ik betaald. Ik mag de stoel verplaatsen, weggeven, doorverkopen, bij het grofvuil zetten – en ik heb daar niemands toestemming voor nodig. Ik heb kortom het exclusieve gebruiksrecht over het ding verworven. Wat van mij is, is niet van jou. Hetzelfde geldt voor de koop en verkoop van andere tastbare aken. Ik koop een brood? Dan ben ik degene die het op mag eten, en na het opeten is het wég. Het gaat in al dit soort gevallen om spullen met een beperkt aantal, om ‘schaarse goederen’, zoals economen dat noemen; de koop en verkoop bepaalt  wie mag beschikken over welk schaarse goed. Naarmate er meer exemplaren van eene goed beschikbaar zijn wordt het goed minder schaars en wordt de noodzaak om er iets voor te vragen, geringer. Sommige goederen zijn, alhoewel in principe eindig en dus ‘schaars’, in zulke grote hoeveelheden aanwezig dat betalen per eenheid meer gedoe is dan gratis beschikbaarheid. Overvloed ondermijnt de redelijkheid van koop en verkoop.

Internetbestanden zijn echter wezenlijk anders dan stoelen en broden. Als ik een internetbestand download, dan kan ik het afspelen – maar degene van wie ik het heb gedownload kan dat evengoed óók nog. En als een derde het downloadt – van mij, of van de eerste die het had – dan kunnen al dee drie personen het downloaden. Dat ik erover beschik doet geen afbreuk aan jouw gelijke beschikking erover. Het bestand is niet verhuisd, het bestand heeft alleen een gebruiker erbíj. Er is dus géén exclusief gebruiksrecht.

En dát maakt het kopen ervan eigenlijk tot een absurditeit. Ik heb namelijk, als ik download, niks wéggehaald (zoals je een stoel kunt weghalen). De eerste bezitter kan er nog precies hetzelfde mee als voor ik Pirate Bay aan het werk zette. Het gaat hier om in principe onbeperkt deelbare goederen, omzaken die eindeloos gereproduceerd kunnen worden, en in economische zin niet schaars meer zijn. De redelijkheid van koop en verkoop is hier nul komma nul. En waar de schaarste wegvalt, wordt het voor de hand liggend om het spul gewoon te delen met belangstellenden, en te nemen wat je nodig hebt.

Hier zien we hoe de moderne technieken situaties opleveren die tegen het gangbare economische model – koop en verkoop, bij voorkeur voor winst – aanbotsen, de grenzen ervan aantasten, en vooruitwijzen naar een soort economie waar delen en nemen wat je nodig hebt in beeld komt. Vele downloaders beseffen het waarschijnlijk niet, maar hier zien we communistische principes van délen als gelijkwaardige mensen relevanter worden dan kapitalistische pre incipes van dokken, dokken en nog eens dokken.

Maar – zinnige tegenwerping – artiesten verichten werk, en zij moeten ook leven. mensen in platenmaatschappijen en muziekuitgevere ijen leveren ook een bijdrage aan de beschikbaarheid van dat werk, en ook zij hebben recht op een inkomen. Is auteursrecht daarom niet toch een zinnig iets?

Ja, artiesten doen creatief werk. Ze stoppen tijd, energie en aandacht in hun musiek, hun film, wat dan ook. ja, daar mag best een inkomen tegenover staan. Maar is auteursrecht de goeie manier? Is het niet veel logischer als artiesten als ze een lied schrijven en opnemen daarvoor een flinke vergoeding krijgen – éénmalig, of in afgesproken etappes? En is het niet zinnig als platenmaatschappijen – zolang we nog in een kapitalistische markteconomie leveren – geld krijgen voor het vervaardigen, inpakken en verspreiden van CD’s (wél in principe schaarse dingen: mijn CD is níét van jou!), maar níét ook nog eens rechten ontvangen voor wat er op staat (eindeloos deelbare informatie, en dus níét schaars)?

Dat betekent- zo zal je tegenwerpen – dat een lied dat immens populair wordt, níét automatisch tot enorme inkomsten voor de auteur, de artiesteen en de maatschappijen leidt Inderdaad! Maar is dat erg? Verrichtte Michael Jackson extra inspanningen, elke keer dat Thriller verkocht werd? Hij had de songs toch al keurig opgenomen en zich mooi laten fotograferen? De enigen die zich inspanden waren de arbeiders in de platenfabriek, en het personeel van heel veel platenzaken – en de klanten zelf die in de rij moesten staan…

Waarom zou mega-verkoop hem automatisch extra inkomsten moeten leveren? Als een plaat zo populair is, heeft een artiest bovendien genoeg mogelijkheden voor extra inkomsten: populaire artiesten krijgen makkelijker grote optredens die veel opleveren. En, al zijn de prijzen van optredens absurd hoog, hier staat tenminste een echte nieuwe prestatie tegenover, en niet alleen de overdracht van een muziekbestand dat al bestond.

De enige extra inspanning wordt geleverd door de mensen die de platen moeten persen, inpakken en naar de platenzaak vervoeren. Die staan in loondienst, en een goede verkoop betekent – nogmaals, binnen déze maatschappij – dat het bedrijf ze makkelijk in dienst kan houdenen ze aardig kan betalen. Zíj doen meer werk bij meer verkoop. Jackson niet. Auteursrecht is extra betaling zonder dat daarvoor extra werk tegenover staat. Het is geen loon naar werk. Het is betaling vanwege bezít. Het is geen recht, maar een voorrecht. En wat mij betreft kan dat voorrecht weg.

En dit geldt nog honderd keer sterker als dit voorrecht berust bij eigenaars van auteursrecht die níét zelf het betreffende lied hebben geschreven: de muziekuitgeverijen en platenmaatschappijen. Dat die winst boeken op basis van de daadwerkelijke productie en distributie van CDs en zo, is erg genoeg, maar tot daar aan toe. Dat zij ook nog eens miljarden incasseren aan auteursrechten waar ze niets voor hebben gedáán, is een schande. Leve het vrije downloaden, en handen af van Pirate Bay.


Bij de dood van een tragische man

26 juni, 2009

Ja, het raakt me, de plotselinge dood van Michael Jackson. En nee, ik heb geen enkele behoefte om schamper te doen over degenen die er meer van ondersteboven zijn dan ik. En ja, ik vind het de moeite waard om er hier ook bij stil te staan.

Was ik een fan van zijn muziek? Nee, en ik ga nu niet posthuum doen alsof ik dat wel was. Huichelarij is er al genoeg. Sommige van zijn songs deden me iets, en anderen veel minder tot helemaal niets. “Beat it”, dat meeslepende mengsel van disco en rock, met dat perfecte gitaarloopje  erin dat zo blijft hangen – ik vond het een topsong. Het liedje dat als filmsong in Free Willy dienst deed vind ik aangenaam, sentimenteel op de goede manier. Net als de film zelf trouwens. Ben, zijn eerste solohit, vond ik  daarentegen nauwelijks beluisterbaar. Het meeste van zijn muziek zit daar wat mij betreft tussenin. Vakmanschap had het allemaal in zeer hoge mate, maar veel van zijn muziek is me gewoon net iets te glad, te gemaakt. Ik voel er niet veel bij.

Reden dat de dood van de man me toch best raakt ligt in het leven dat hij moet hebben geleid. Alles wat ik ervan hoor wijst op een persoonlijke tragedie, op het leven van een doodongelukkige man. Ga maar eens na. Op zeer jonge leeftijd door een dictatoriale vader het superstar-dom ingedreven, samen met zijn broers. Het kan niet anders of hij heeft nauwelijks een jeugd gehad. Kun je die vader veel kwalijk nemen? Ook  niet echt. Hoe waren de kansen voor zwarte jongeren in de vroege jaren zeventig búíten de showbuziness en de topsport? Ja, je kon het leger in, net als nu…

De carrière van Jackson neemt vervolgens een ongekende vlucht. Muzikaal is hij wat mij betreft niet de King of Pop, zoals hij wordt genoemd; die titel komt het vierhoofdig gezelschap de Beatles toe, naar mijn mening. En dan graag een collectief presidentschap, ik heb het niet zo op koninklijkheden. Maar als je naar de immense verkoopcijfers kijkt, naar het enthousiasme van wel enorme aantallen fans, dan kun je aan zijn status van superster niet echt twijfelen. Dat is geen oordeel over zijn kwaliteiten, maar enkel een uitspraak over hoeveel hij losmaakte, het belang dat hij in de popgeschiedenis had.

En vanuit die roem ging het dus mis. Héél veel geld hebben betekent: heel veel geld te behéren hebben. De financiële schandalen lagen op de loer, en kwamen dus ook. Lekker kunnen zingen is immers niet hetzelfde als goed met geld kunnen omgaan en de mensenkennis hebben om iemand te vinden die dat wel kan. Hij gaf domweg nog meer uit dan hij binnenkreeg. Het laten aanleggen van het privé-pretpark Neverland is welhaast symbolisch geworden.

En het leven van een vrij plotseling zó rijk geworden persoon kent zo zijn eigenaardigheden. Àlles leek te kunnen. Wat Jackson betrof, uitte zich dat vooral in een poging om zichzelf zo ongeveer van een nieuwe persoonlijkheid te voorzien. Het haar moest anders, geen kroeshaar maar gewoon sluik haar. Een kunstmatig steeds lichter gemaakte huidskleur, eindeloze verjongingstruuks met facelift en alles. Het was het zoeken naar de eeuwige jeugd. Het was, vrees ik, ook het zoeken van een identiteit waar zijn achtergrond als zwarte man in de door en door racistische Verenigde Staten onzichtbaar werd.

Laten we wel wezen. Een jaar geleden hielde heel veel mensen het nog voor onwaarschijnlijk dat Barack Obama de presidentskandidaat van de Democraten zou worden… laat staan de president van de VS. En de reden voor die scepsis was zijn huidskleur, en niets anders. Dat het toch gebeurd is, laat zien dat het racisme in de VS aan kracht heeft verloren. Maar aan dat inzicht had Michael Jackson twintig jaar geleden natuurlijk buitengewoon weinig. Dat hij op racisme reageerde door zich zo wit mogelijk voor te doen, is weliswaar niet heel flink: ik zie veel liever de houding van “I am black and I am proud!” Maar ik heb ook makkelijk práten erover. Overigens was Jacksons succes als zwart artiest ook een enorme opsteker voor talloze andere zwarte artiesten in zijn kielzog. Juist in die kringen is veel respect voor de man gebleven, ook toen Jackson in gevestigde media als bizar lachertje werd weggeschreven.

Wat het zo tragisch maakt is die botsing: geld hebben om elke illusie na te jagen die je maar wilt – en ontdekken dat het niet lukt. Iedereen zag dat hij ouder werd, dat de jeugdigheid alsmaar kunstmatiger werd. Iedereen bleef hem zien als toch altijd een zwarte soulzanger van oorsprong. Ontsnapping bleek onmogelijk. Als er één levensloop is die laat zien dat Geld Niet Gelukkig Maakt, is het wellicht die van Michael Jackson.

Ja, en daarbij kwam dan zijn privéleven, waar met steeds groter argwaan naar gekeken werd. Veelvuldig doken er verhalen op over zijn omgang met kinderen. Zelf beweerde hij dat hij gewoon gek op kinderen was, er graag mee omging en er graag voor zorgde. Maar beschuldigingen dat hij kinderen seksueel misbruikte deden de ronde, en juridische procedures bleven niet uit. Bewijs is nooit geleverd, hij is in 2005 zelfs vrijgesproken. Maar de afkoopsom van 20 miljoen dollar die hij betaalde aan een jongen van dertien, geeft wel ernstig te denken.

Maar zijn we echt verbaasd? Is het ráár dat iemand die feitelijk nooit jong heeft kunnen zijn, niet alleen de eeuwige jeugd begint na te streven, maar ook – als compensatie voor wat hij nooit heeft gehad – steeds intiemer contact met jonge kinderen – in zijn geval jongens – zoekt? Nee, dit is geen excuus voor wat dan ook, áls er iets gebeurd is dan niet deugde. Maar ik vind het zoeken van verklaringen nuttiger dan snel met een streng oordeel zwaaien.

En zijn werkelijk alle pogingen om hem schuldig te verklaren ingegeven door oprechte zorg voor kwetsbare jonge mensen? Ben ik paranoide als ik vermoed dat pogingen om de steenrijke zanger via lastig weerlegbare aantijgingen miljoenen afhandig te maken,  niet enkel door die zorg waren ingegeven? Zou de overmatige negatieve aandacht trouwens net zo sterk zijn geweest als Jackson wit was geweest, en/of als zijn aandacht vooral naar jonge meisjes was uitgegaan? Het zijn maar wat  dwarse vraagjes die bij me opkomen.

En nu is hij dus dood. Mag ik zeggen: de dood ingejaagd? De man was juist een contract aangegaan waarin hij zich verplichtte tot het geven van vijftig concerten. De reden was geldnood. Verzekeringen waren al nerveus vanwege het risico: het was bekend dat Jackson gezondheidsproblemen had. Zo bleek hij eerder dit jaar huidkanker te hebben. Is de druk van het móeten optreden om financiële redenen hem te veel geworden?

Momenteel rouwen mensen, thuis, op internet – ik zie tekenen ervan bij mensen in mijn msn-lijst – en op straat. Bij het huis van Jackson gingen al enkele duizenden mensen de straat op, en dat zal komende dagen wel meer worden op allerlei plekken.

Het is makkelijk, té makkelijk, en unfair, om dit allemaal af te doen als hype en vals sentiment. In een wereld waar alles wat écht is steeds meer van betekenis wordt ontdaan, waarin alles om geld draait en voor menselijkheid vaak geen tijd meer over is – in zo’n wereld zoeken mensen betekenis, binding, emotie, warmte op allerlei plekken. Het adoreren van een artiest is zo’n plek, en het verdriet als zo’n artiest opeens overlijdt is dan logisch – en het is oprécht verdriet.

Ik weet nog iets te goed hoe overstuur ik was toen John Lennon overleed in december 1980 om nu lacherig te kunnen doen over de uitingen van verdriet van Jacksons fans. En ik denk dat in die uitingen van rouw wel degelijk een gevoel voor tragiek meespeelt waarvan ik hierboven een aantal aspecten heb proberen te schetsen. R.I.P., Michael Jackson.