Vrijwel iedereen die dit leest zal het wel eens doen: muziek, films, software downloaden van internet. En vrijwel iedereen probeert dat gratis te doen. Mag het? Strikt genomen: officieel heel vaak niet. Trekken wij ons daar veel van aan? Ik niet, en ik ben bepaald niet de enige.
Maar – erg he? – wij maken daarmee Inbreuk op Auteursrechten. Daarom wordt er meer en meer tegen opgetreden, tegen de mogelijkheid van gratis downloaden zonder toestemming van degene(n) bij wie het auteursrecht berust. Daarom worden er her en der processen aangespannen – processen die onze download-vrijheid bedreigen, en meer.
Zo veplichtte op 30 juli een rechter de website Pirate Bay om zich binnen tien dagen onbereikbaar te maken vanuit Nederland. Pirate Bay is een zogeheten torrent-site, waarmee je muziek en ander spul kunt downloaden die door andere gebruikers beschikbaar gemakat wordt. Een soort gratis ruilbeurs, feitelijk. Op de site staat niet de daadwerkelijke bestanden, alleen de plek van waaraf je het met een bepaald programmaatje kunt downloaden. Van de ene gebruiker, naar de andere gebruiker, heel handig en plezierig.
Maar op die muziek berust dus auteursrecht, en de gebruiker – die gratis downloadt en dus niet koopt – omzeilt ook de betaling van dat auteursrecht. Vandaar dat Stichting Brein – waakhond voor de auteursrechtenbusiness- het proces heeft aangespannen, en helaas nog heeft gewonnen ook. Overigens is de uitstpraak bepaald nog niet definitief.
Dit proces richtte zich op een website: als die doorgaat beschermd materiaal beschikbaar te maken, is de website strafbaar bezig. Het downloaden zelf valt niet onder zo’n uitst spraak. Het is een beetje a;ls met soft drugd. je mag het niet leveren aan een coffeeshop, maar de coffeeshop mag het wel aan jou verkopen, en jij wordt als koper ook niet vervolgd, als is het spul in principe illegaal.
Maar het blijft niet bij het aanpakken van websites als Pirate Bay. In de VS heeft afgelopen dagen een proces plaatsgevonden tegen Joel Tenenbaum, een student aan de Universiteit van Boston. Uitspraak: hij moet 675.000 dollar betalen aan vier platenmaatschappijen, vanwege het donwloaden van 30 songs. In totaal heeft hij naar eigen zeggen meer dan 800 songs dedownload en/of met mensen gedeeld.
Dit is niet grappig meer. Zijn advocaat noemt de straf “buiten proportie”. Deadvocaat noemt Joel een “hardcore overtreder die uit gewoonte over een lange periode inbreuk pleegde, die wist dat wat hij deed verkeerd was, en het toch deed.” Het klinkt alsof die advocaat de jongen het liefst naar Guantanamo Bay had laten sturen of iets dergelijks.
Natuurlijk is zo’n straf “buiten proportie” – als zoiets al strafbaar zou moeten zijn. Het idee dat een platenmaatschappij zoveel schade lijdt doordat mensen hier en daar liedjes downloaden voor eigen gebruik, en dat daarom boetes van vele tienduizenden dollars aan de orde zijn, is nogal absurd. Maar ik denk dat we verder moeten gaan, en ons de vraag moeten stellen: slaat het strafbaar stellen van ‘illegaal’ downloaden wel ergens op? Is dat wel legitiem? Ik vind van niet.
Eerst iets meer over de schade aan platenmaatschappijen en artiesten zelf. Wie gratis downloadt, bespaart zich een aankoop. Daarmee loopt de platenbusiness dus inkomen mis. Dat is op zich inderdaad het geval. Maar er zit een andere kant aan. veel mensen dw ownloaden her en der iets, om te kijken of e het de moeite waard vinden. Is dat het geval, dan volgt vaak tóch nog een aankoop – die anders (wegens onbekendheid) – niet zou zijn gedaan. Veel downloadgedrag betreft ook muziek die vaak helemaal niet, of erg moeilijk, op andere manieren te krijgen is. Gratis downloaden is inkomstenderving voor een arties; maar het is tegelijk ook gratis PR, gratis reclame. En daarover zwijgt de auteursrecht-inquisitie.
Maar we kunnen verder gaan, en ons de vraag stellen of software, internetbestanden en dergelijke sowieso wel redelijkerwijs ge- en verkocht zouden moeten worden. Waar gaat koop en verkoop om? Ik koop van jou een stoel. Eerst was de stoel van jou, jij mocht er op zitten, en zonder jouw toestemming mocht ik dat niet. Nu is de stoel van mij. Ik mag er op zitten, en zonder mijn toestemming mag jij dat niet. Voor dat recht heb ik betaald. Ik mag de stoel verplaatsen, weggeven, doorverkopen, bij het grofvuil zetten – en ik heb daar niemands toestemming voor nodig. Ik heb kortom het exclusieve gebruiksrecht over het ding verworven. Wat van mij is, is niet van jou. Hetzelfde geldt voor de koop en verkoop van andere tastbare aken. Ik koop een brood? Dan ben ik degene die het op mag eten, en na het opeten is het wég. Het gaat in al dit soort gevallen om spullen met een beperkt aantal, om ‘schaarse goederen’, zoals economen dat noemen; de koop en verkoop bepaalt wie mag beschikken over welk schaarse goed. Naarmate er meer exemplaren van eene goed beschikbaar zijn wordt het goed minder schaars en wordt de noodzaak om er iets voor te vragen, geringer. Sommige goederen zijn, alhoewel in principe eindig en dus ‘schaars’, in zulke grote hoeveelheden aanwezig dat betalen per eenheid meer gedoe is dan gratis beschikbaarheid. Overvloed ondermijnt de redelijkheid van koop en verkoop.
Internetbestanden zijn echter wezenlijk anders dan stoelen en broden. Als ik een internetbestand download, dan kan ik het afspelen – maar degene van wie ik het heb gedownload kan dat evengoed óók nog. En als een derde het downloadt – van mij, of van de eerste die het had – dan kunnen al dee drie personen het downloaden. Dat ik erover beschik doet geen afbreuk aan jouw gelijke beschikking erover. Het bestand is niet verhuisd, het bestand heeft alleen een gebruiker erbíj. Er is dus géén exclusief gebruiksrecht.
En dát maakt het kopen ervan eigenlijk tot een absurditeit. Ik heb namelijk, als ik download, niks wéggehaald (zoals je een stoel kunt weghalen). De eerste bezitter kan er nog precies hetzelfde mee als voor ik Pirate Bay aan het werk zette. Het gaat hier om in principe onbeperkt deelbare goederen, omzaken die eindeloos gereproduceerd kunnen worden, en in economische zin niet schaars meer zijn. De redelijkheid van koop en verkoop is hier nul komma nul. En waar de schaarste wegvalt, wordt het voor de hand liggend om het spul gewoon te delen met belangstellenden, en te nemen wat je nodig hebt.
Hier zien we hoe de moderne technieken situaties opleveren die tegen het gangbare economische model – koop en verkoop, bij voorkeur voor winst – aanbotsen, de grenzen ervan aantasten, en vooruitwijzen naar een soort economie waar delen en nemen wat je nodig hebt in beeld komt. Vele downloaders beseffen het waarschijnlijk niet, maar hier zien we communistische principes van délen als gelijkwaardige mensen relevanter worden dan kapitalistische pre incipes van dokken, dokken en nog eens dokken.
Maar – zinnige tegenwerping – artiesten verichten werk, en zij moeten ook leven. mensen in platenmaatschappijen en muziekuitgevere ijen leveren ook een bijdrage aan de beschikbaarheid van dat werk, en ook zij hebben recht op een inkomen. Is auteursrecht daarom niet toch een zinnig iets?
Ja, artiesten doen creatief werk. Ze stoppen tijd, energie en aandacht in hun musiek, hun film, wat dan ook. ja, daar mag best een inkomen tegenover staan. Maar is auteursrecht de goeie manier? Is het niet veel logischer als artiesten als ze een lied schrijven en opnemen daarvoor een flinke vergoeding krijgen – éénmalig, of in afgesproken etappes? En is het niet zinnig als platenmaatschappijen – zolang we nog in een kapitalistische markteconomie leveren – geld krijgen voor het vervaardigen, inpakken en verspreiden van CD’s (wél in principe schaarse dingen: mijn CD is níét van jou!), maar níét ook nog eens rechten ontvangen voor wat er op staat (eindeloos deelbare informatie, en dus níét schaars)?
Dat betekent- zo zal je tegenwerpen – dat een lied dat immens populair wordt, níét automatisch tot enorme inkomsten voor de auteur, de artiesteen en de maatschappijen leidt Inderdaad! Maar is dat erg? Verrichtte Michael Jackson extra inspanningen, elke keer dat Thriller verkocht werd? Hij had de songs toch al keurig opgenomen en zich mooi laten fotograferen? De enigen die zich inspanden waren de arbeiders in de platenfabriek, en het personeel van heel veel platenzaken – en de klanten zelf die in de rij moesten staan…
Waarom zou mega-verkoop hem automatisch extra inkomsten moeten leveren? Als een plaat zo populair is, heeft een artiest bovendien genoeg mogelijkheden voor extra inkomsten: populaire artiesten krijgen makkelijker grote optredens die veel opleveren. En, al zijn de prijzen van optredens absurd hoog, hier staat tenminste een echte nieuwe prestatie tegenover, en niet alleen de overdracht van een muziekbestand dat al bestond.
De enige extra inspanning wordt geleverd door de mensen die de platen moeten persen, inpakken en naar de platenzaak vervoeren. Die staan in loondienst, en een goede verkoop betekent – nogmaals, binnen déze maatschappij – dat het bedrijf ze makkelijk in dienst kan houdenen ze aardig kan betalen. Zíj doen meer werk bij meer verkoop. Jackson niet. Auteursrecht is extra betaling zonder dat daarvoor extra werk tegenover staat. Het is geen loon naar werk. Het is betaling vanwege bezít. Het is geen recht, maar een voorrecht. En wat mij betreft kan dat voorrecht weg.
En dit geldt nog honderd keer sterker als dit voorrecht berust bij eigenaars van auteursrecht die níét zelf het betreffende lied hebben geschreven: de muziekuitgeverijen en platenmaatschappijen. Dat die winst boeken op basis van de daadwerkelijke productie en distributie van CDs en zo, is erg genoeg, maar tot daar aan toe. Dat zij ook nog eens miljarden incasseren aan auteursrechten waar ze niets voor hebben gedáán, is een schande. Leve het vrije downloaden, en handen af van Pirate Bay.