Verhuizing gaande – alvast welkom op Ravotr.nl

5 oktober, 2012

vrijdag 5 oktober 2012

Rooieravotr verandert van naam en van locatie. Het wordt Ravotr. En er is een nieuwe website in de maak: Ravotr.nl  Die is al enige tijd online, maar ik heb hem een beetje onder de radar gehouden. Dat is van nu af aan dus anders. Lees de rest van dit artikel »


Druk, maar góéd druk

8 oktober, 2011

zaterdag 8 oktober

Vaste lezers zal het zijn opgevallen: het blijft hier af en toe tamelijk lang stil. Deze afgelopen week weer. Soms is dat een teken dat het minder met me gaat. Momenteel niet, het gaat eigenlijk uitstékend. Ik heb het alleen erg druk, daarom gaat het zo uitstekend. Weinig tijd om  te bloggen echter, omdat ik elders bezig ben met soortgelijk-gemotiveerde activiteiten overigend. Zoals…. Lees de rest van dit artikel »


Kerst 2010

26 december, 2010

Zo, dat was dan kerst 2010. Hebben we het allemaal overleefd? Ik vraag dat niet zomaar, onderzoek heeft uitgewezen dat de twee weken  die met kerst beginnen een sterk verhoogd sterftecijfer te zien geven, althans in de VS. Vooral eerste kerstdag springt er uit. Het aantal mensen dat op weg naar het ziekenhuis overlijdt is dan bijvoorbeeld opvallend hoog, evenals het aantal mensen dat in het ziekenhuis alsnog sterft. Op tweede kerstdag is het ook goed raak in dit opzicht.

Waar al die mensen precies aan dood gaan wordt uit het betreffende Amerikaanse onderzoek niet duidelijk. Maar ik kan me er iets bij voorstellen: de kloof tussen gehypede gezelligheidsverwachting wordt mensen fataal, mensen die , al oververmoeid, onder hoge tijdsdruk alles nog moeten regelen voor het ‘gezellig’ wordt, bezwijken aan stress, hartklachten, verkeersongelukken en weet ik wat; eenmaal op de feestplek aangekomen luidt een ‘dan is het nú gezellig, ja?!’ de zoveelste familieruzie of erger in – en artsen en verplegenden die de rotzooi mogen helpen opruimen zijn tegen het eind van het jaar ongetwijfeld ook aan hun eind en dus niet meer op hun best. Tel uit je dodencijfers. En het is nog te vroeg om opgelucht adem te halen trouwens: nieuwjaarsdag, ook zo’n hoogtepunt van stress en gelukzaligheid, springt er wat dit betreft ook uit. Zullen jullie allemaal voorzichtig zijn met jezelf en elkaar?

Kerst blinkt altijd uit vanwege de vrijwel perverse absurditeiten die dit seizoen van vrede en goede wil meebrengt. Zo was er het bericht van de kerstboom in, jawel, Aboe Dhabi, in de Verenigde Arabische Emiraten dus. Juan Cole, die er over bericht, wijst er al op dat het enigszins merkwaardig is: een bvoom die aan een Christelijk feest is gekoppeld, in een overwegend Islamitisch land. Overigens, voor de fijnproevers in dit soort dingen: kersbomen wortelen in Germaanse natuurgodsdienst, niet in het Christendom; het verschijnsel is in de Christelijke kerstviering als het waren geadopteerd, maar in het oorspronkelijke bijbelse kerstverhaal komt geen kerstboom voor.

Toch oogt het merkwaardig, zo’n boom in een maatschappij waar traditioneel geen kerst wordt gevierd. Maar ja, toerisme, nietwaar? De Allerhoogste God die juist rond kerst zo aanbeden wordt is immers de God van Koop en Verkoop. Daarvoor buigen, als het er op aankomt, ook heel veel vrome aanhangers van het geloof in Allah, Jahweh of God uiteindelijk devoot het hoofd. Kerstbomen in winkelcentra zijn geen christelijk symbool. Kerstbomen zijn een commercieel symbool, en dat overschrijf dt godsdienstige grenzen. Tegen die achtergrond is het niet verbazingwekkend dat de boom plus versiering – juwelen en goud- een slordige 11 mijoen dollar kostte.het hotel waar het onding staat, maakte eerst een vaag soort excuus voor zoveel decadente extravagantie, maar kwam daar weer op terug. En waarom ook niet? Waarom is ene béétje opgeklopte geld- en koopzucht wél okay en een beetje véél opeens niet?

Ja, en dan is er nog de kerstboodschap van Bea. Over de inhoud ga je van mij niets lezen hier. Maar de kop waarmee Trouw het stuk koninklijk proza afficheerde is gewoon de satire voorbij. “Koningin: behandel ander als uw gelijke”. Zoiets verdient toch hoongelach, heeft de redactie van Trouw dat zelf niet door? Mijn antwoord aan de majesteit: mevrouw, het zou beter zijn als wij u als onze gelijke zouden behandelen. Maar is erfelijk koningschap met die gelijkheid zelf niet principieel in strijd? U zult er dan wel geen bezwaar tegen hebben dat wij die kroon van uw hoofd verwijderen, u in een flat in Tilburg-Noord huuisvesten, en uw paleis ter beschikking stellen van verdreven krakers en andere daklozen? Het zijn zomaar wat vragen hoor, om in de laatste dagen van dit jaar eens over na te denken.


Wareneconomie als slapstick

6 december, 2010

Alles is te koop. De meest bizarre bedragen worden neergelegd voor de meest banale voorwerpen. Vaak is dat abject. Soms is het voornamelijk absurd: de wareneconomie als slapstick. Even lachen tussendoor dan maar?

Dit: “Een handschoen die Michael Jackson in de jaren tachtig droeg tijdens zijn ‘bad’-toernee is zaterdag voor 33.000 euro geveild.” Worden handen extra warm door het feit dat de King of Pop zijn vingers erin heeft gehad?

En dit: “Een zijden onderbroek die Napoleon Bonaparte heeft gedragen tijdens zijn ballingschap op Sint Hel;ena, is zondag geveild voor 31.250 euro.” Is de gebruikswaarde van voornoemd stuk ondergoed toegenomen door het feit dat die aan een keizerlijk achterwerk heeft gezeten?

O, en dit: “De originele tekst van  ‘The Times they are A-Changing’  van Bob Dylan wordt op 10 december geveild in New York. De verwachting is dat de liedtekst twee- tot driehonderdduizend dollar (hondervijftig- tot 227 duizend euro) opbrengt.” Is het liedje zo veel mooier geworden dat de waarde ervan zo hoog is? Is het liedje mooier als het vanaf het originele (vermoedelijk trouwens nogal lastig leesbare) handschrift wordt gespeeld en gezongen?

En trouwens: wie zoveel geld uitgeeft voor zo’n tekst is belegger, geen fan, vermoed ik. Sowieso is het iemand die, vermoed ik, van de teksten van Dylan vrij weinig heeft binnengelaten. Dingen als  “Don’t follow leaders”, “Trust yourself” en zo nog het één en ander. Duidelijk iets anders dan in aanbidding neervallen voor het Grote Genie, en grif geld betalen voor  een stuk beschreven papier van neen liedje dat een liefhebber doorgaans gewoon uit het hoofd kent.


Achterban raadplegen

3 oktober, 2010

Deze week geen stukken op dit blog, ik ga deze week eerst de achterban – bestaande uit scholeksters, drieteenstrandlopers, zilvermeeuwen,  ganzen, wulpen, wellicht ook eidereenden en kiekendieven, tezamen een stuk rustgevender dan de meeste mensen – raadplegen over wat me komende tijd te doen staat. Na terugkeer zal dat dan wel duidelijk worden, zo valt te hopen.


Honger: kanttekeningen bij cijfers

15 september, 2010

Een bericht met een positieve klank: “Wereldwijde honger neemt af”. Dat  schrijft de NRC. “Leden vorig jaar nog 1.023 miljard mensen honger, in 2010 zijn dat er 925 miljoen”, vertelt het bericht op basis van cijfers van de Wereld Voedselorganisatie FAO. Sinds 1995 was het niet voorgekomen dat het aantal mensen dat honger leed, afnam – en nog wel met tegen de 10 procent.

Is de wereld op de goede weg? Wordt honger en ondervoeding wereldwijd effectief teruggedrongen? Natuurlijk is het feit dat een aantal mensen die vorig jaar nog honger leden, nu weer min of genoeg te eten hebben, iets positiefs. Maar er is bepaald geen reden tot feestvreugde.

In de eerste plaats is 925 mensen met honger nog steeds verschrikkelijk veel. De FAO noemt “het aantal ondervoede mensen nog altijd van onacceptabele omvang”. Dat is het ook. Het honger lijden van één mens is al onaanvaardbaar. Die tregedie, vermenigvuldigd met 925 miljoen is niet iets waar we ons bij kunnen neerleggen.

In de tweede plaats is de daling géén gevolg van gericht beleid met het doel om honger te bestrijden. “De afname is voor een groot deel te danken aan een gunstig klimaat in ontwikkelingslanden en de daling van de voedselprijzen”, aldus de NRC. In 2008 denderde de wereldeconomie omlaag, in 2009 balanceerde de wereldeconomie op de rand van de depressie. In 2010 is hier en daar van enig herstel sprake. Voorzover dat herstel ook in landen van Afika, Azië en Latijns-Amerika voelbaar is, betekent dity ook daar: iets minder werlkozen, iets minder mensen beneden het bestaansminumum, en dus iets minder mensen met honger.

Hetzelfde geldt voor de andere genoemde factor. In 2008 vlogen de voedselprijzen omhoog. Dat betekent meer mensen die niet genoeg eten kunnen kopen, meer mensen met honger. De twee jaar erop zijn de voedselprijzen omlaag gegaan. Iets meer mensen konden nu weer net genoeg eten kopen, een aantal mensen ontsnapte zodoende aan de honger. Met systematische hongerbestrijding had het niets te maken, mensen zijn overgeleverd aan de grillen van economische conjunctuur en prijzen op de wereldmarkt.

Dat betekent dat er geen reden is voor optimisme. Er is nauwelijks sprake van ‘successvol beleid’ dat alleen maar ‘met kracht hoeft worden voortgezet’ om de honger verder terug te dringen. Armen worden op dit moment dus niet zoweer door beleid gered, maar door de wisselvallighedenvan economie en wereldmarkt de honger in- en soms even weer uitgeduwd. De dreiging van nieuwe honger ligt op de loer. De economie die het eventjes wat beter doet, kan weer wegzakken – en veel wijst op een stagnatie van het economische herstel. Voedselprijzen die de laatste tijd daalden, kunnen zó weer omhoogschieten. dan hebben we in 2011 zo weer honderd miljoen hongerige mensen erbij.

Veel wijst inderdaad op dreigende verslechtering, juist voor hele arme mensen. Het NRC-bericht zelf rept van hernieuwde stijging van voedselprijzen na misoogst en branden in Rusland. Het noemt ook de rellen in Mozambique vanwege voedseplrijsverhoging, bijna twee weken geleden, en noemt honger dan ook nog steeds “een heet hangijzer”. Een directeur van Oxfam International maakt een paar relevante observaties. “De daling in het aantal hongerige mensen heeft meer te maken met geluk dan met wijsheid. Een andere voedselcrisis kan elk moment uitbreken, tenzij regeringen de oorzaken de onderliggende oorzaken van honger aanpakken: sterk wisselende voedselprijzen, decennia van onderinvesteringen in landbouw, en klimaatsverandering.” 

Een VN-top over voedsel is al vóór aanvang een debacle geworden, nu 192 deelnemende regeringen “een verzoek om miljarden euro’s aan landbouwhulp voor arme landen unaniem afgewezen (hebben)”, aldus De Volkskrant. De acht rijkste landen hadden niet eens de moeite genomen om allemaal aan de top deel te nemen. dat hadden ze uitbesteed aan de grote weldoener uit één van die landen, de Italiaanse premier Berlusconi. Dat kwam des te handiger uit, want de top vindt in Rome plaats.

Inderdaad, oplossingen zijn er, de geciteerde Oxfam-directeur heeft daarin gelijk. Maar kijken naar regeringen om deze oplossingen daadkrachtig dichterbij te brengen, is kijken naar de verkeerde plek. Op zijn minst zullen regeringen vanuit een bevolking die betaalbaar eten eist onder druk gezet moeten worden om een enkele stap in de goede richting te zetten. De boze Mozambiquanen die met hun opstandigheid een broodprijsverhoging blokkeerden, lieten zien hoe je honger wel bestrijdt: door verzet tegen de omstandigheden en maatregelen die mensen de honger in jagen. Laat onze leus zijn: creeër in dit opzicht twee, drie, vele Mozambiques!


Bankpas en belmenu

19 augustus, 2010

Eerder schreef ik een stuk over onder meer het irritante verschijnsel van de belmenu’s. Je hebt een probleem, belt een instantie, moet eindeloos cijfers intikken om eindeindelijk twintig minuten in de wacht gezet te worden om vervolgens iemand te spreken te krijgen die je vertelt wat je zelf intussen allang had bedacht. Dit alles tegen 80 eurocent per minuut.

In dat eerdere stuk gaf ik aan dat dit te maken had met doodgewoon winstbejag. Niet alleen het grove geld dat verdiend wordt aan het bellen zelf. Feitelijk wordt je als klant gedwongen het werk te doen waar vroeger personeelsleden voor waren. Die zijn wegbezuinigd, en vervangen door cijfers, knoppen en telefoons – en door de klant. Feitelijk doet die klant daarmee onbetaalde arbeid voor het bedrijf. Zo wordt winstmaken wel makkelijk.

Van enige werkelijke technische noodzaak hiervoor is geen sprake. Het is een commerciële afweging. Dat het anders kan, ontdekte ik gisterenavond, en wel als volgt. Ik was mijn bankpas kwijt. Dat betekent dus: bellen met de bank. Dat bleek 24 uur per dag te kunnen (iets wat je bij internet-problemen met je provider lang niet altijd hoeft te proberen). Ik dus bellen. Géén stem over 80-eurocent-per-minuut; het was dan ook een ‘gewoon’ netnummer. Wel uitleg waar het nummer voor bedoeld was: niet alle klangenvragen, maar alleen vermissing van bankpassen en dergelijke. Daarna  een belmenu, met één keuzemogelijkheid, en dus niet het vervelende eindeloze kiezen uit opties.

De telefoon ging over, een stem melde na een paar bliep-bliepjes dat alle medewerkers in gesprek waren, en of ik even wilde wachten. Meteen daarna begon de telefoon al over te gaan, en kreeg ik een zeer vriendelijke medewerkster aan de lijn. Binnen een handvol minuten was de zaak geregeld, allemaal heel plezierig. Het hele gedoe had me misschien tien minuten gekost.

Conclusie: het kan dus allemaal zónder belmenu-doolhoven en eindeloze wachttijden. Bedrijven die zeggen dat dit soort irritaties onvermijdelijk horen bij een moderne maatschappij, spreken onzin. Volgende vraag is dan: waarom lukt het hier wel, en bij veel andere bedrijven niet?

Ik denk dat het geee filantropie is van de bank. Dat er opeens een epidemie van goede wil en spontane klantvriendelijkheid op een doordeweekse woensdagavond is uitgebroken, kunnen we vermoedelijk uitsluiten. Wat hier speelt is het belang van de bank zelf. Vermiste bankpassen kunnen gestolen bankpassen zijn. Dat betekent leeggeplukte rekeningen – en schadeclaims van klanten. Hoe eerder een klant vermissing meldt, hoe sneller een pas geblokkeerd kan worden.

Hoe makkelijker het voor een klant is om dit te regelen, hoe minder kans dat er in de tussentijd rekeningen worden leeggestolen, hoe minder kans op schadeclaims, hoe beter voor de bank. Daarom worden mensen aangemoedigd metéén te bellen, daarom is dat 24 uur per dag mogelijk – en daarom wordt er voor gezorgd dat een bellende klant snel en vriendelijk wordt geholpen. Als het in het belang is van een bedrijf, kan klantvriendelijkheid en snelle service opeens wél.

Natuurlijk heb ik de mevrouw aan de andere kant van de lijn vriendelijk bedankt: ze deed haar werk, waarschijnlijk ook nog eens tegen tamelijkl akelige arbeidsvoorwaarden, en ze deed dat werk goed en plezierig. De bank zelf ben ik geen dankbaarheid verschuldigd verder. Behalve dan misschien voor het feit dat het hele gebeuren me weer eens aan het denken heeft gezet.

Bedrijven gaan pas iets doen dat prettig is voor personeel en klant als dat in hun zakelijke belang is. Georganiseerde boosheid van personeelsleden en klanten, over slechte arbeidsvoorwaarden maar ook over slechte service en klant-onvriendelijkheid – dát kan een begin zijn, dat kan de prijs voor asociaal ondernemersgedrag ingegeven door winstbejag zo hoog maken datverbeteringen die eerst onmogelijk werden genoemd, opeens toch ‘in het belang van het bedrijf’ zijn.

Maar de spanning zall blijven zolang er zoiets is als een bedrijfsleven dat opereert, niet om mensen te dienen, maar om kapitaal te vermeerderen en nog eens te vermeerderen. Het hele gedoe met belmenu’s en dergelijke is dan ook één van de irritaties van het dagelijks leven die op zichzelf al een antikapitalistische revolutie rechtvaardigt.


Voetbal, octopus, parkiet, inktvis en leeuwen.

9 juli, 2010

Er schijnt komende zondag een belangrijk partijtje voetballen gespeeld te worden, tussen11 Spaanse en 11 Nederlandse mannen. In rationele tijden zouden mensen zeggen: so what? Ik hoop dat ze plezier hebben, dat het een mooie wedstrijd wordt, en dat er niemand geblesseerd raakt, en dat er achteraf een gezelliog feestje wordt gebouwd. Maar we leven niet in rationele tijden.

We leven in tijden waarin het heel normaal wordt gevonden om je af te vragen of ‘we’ gaan winnen tegen Spanje. ‘We’ – alsof we allermaal, vanwege onze Nederlandse nationaliteit, een conflict uit te vechten hebben met het complete Spaanse volk. O ironie trouwens: het merendeel van de topspelers die door de Spaanse staat het veld in gestuurd worden zijn mensen uit Catalonië. En Barcelona, de hoofdstad van Catalonië, een Spaanse stad noemen is net zo absurd als de Friese hoofdstad Leeuwarden een Hollandse stad noemen. Feitelijk is er dus eerder sprake van een finale tussen Nederland en Catalonië dan tussen Nederland en Spanje.

In de cocktail van bespottelijk nationalisme, extra vergiftigd door alomtegenwoordige commercie – een commercie die het denkbaar maakte dat meiden die reclame maakten voor Bavaria opgepakt worden door Zuidafrikaanse agenten omdat de exclusieve sponsorrechten in handen van een andere bierbrouwerij waren – passen natuurlijk aanvullende absurditeiten. Passend is bijvoorbeeld het muzikale attribuut van de fans: de vuvuzela. Onder andere omstandigheden zou men dit ding weinig welluidend hebben gevonden. Maar in deze context zijn de schelle klanken geheel passend. Ik zin trouwens op mogelijkheden om dat tetterende geluid als actiewapen in te zetten. Ik vraag me bijvoorbeeld af of bankgebouwen bestand zijn tegen een stoet mensen die zeven maal om zo’n gebouw trekt, en de ommegang onderbreekt met luid vuvuzela-getoeter in de richting van dat kapitalistische bolwerk.

De afgelopen dagen bereikt het absurdistische theater dat de wereldkampioenschappen begeleidt, nieuwe hoogtepunten. Zo werd bekend dat de inktvis Paul heeft voorspeld dat Spanje – pardon, elf Spaanse voetballers – gaat winnen van Nederland – excuus, 11 Nederlandse sportlieden. Nee, aldus de parkiet Mani, de overwinning gaat naar ‘ons’ Oranje. Ook de octopus Pauline is die ‘mening’ toegedaan. Ik zou willen voorstellen om de wedstrijd te laten spelen door hetzij Paul en Pauline, hetzij tussen Paul en Mani. Omdat zowel Paul als Pauline waterdieren zijn, lijkt dat me een ideale combinatie van tegenstrevers. Een parkiet tegen een inktvis is wat onhandig voor beiden. Hoe dan ook, de huldiging kan dan in Artis plaatsvinden.

Ik las dat daar al een voetbalwedstrijd plaats gaat vinden trouwens. Tussen leeuwen. Wat zouden de winnaars als beloning krijgen? Oranjefans? Nee, dat gaat zelfs mij te ver, die genieten gewoon van hun plezier, en dat is ze gegund, met allen nare dingen die ik over de hele voetbaldrukte verder te zeggen heb. Wat mij betreft worden de overwinnaars getracteerd op verse sponsors en FIFA-bestuurders.


Vulkaan, veiligheid en geld

19 april, 2010

Het is wat, nietwaar? Een vulkaan op IJsland komt to uitbarsting, en heel het vliegtuigwerk staat dagenlang stil. En niemand die kan vertellen hoe lang het allemaal nog kan duren. Intussen kan het heel goed zijn dat er meer  van dit fraais aan komt. “Elke keer in de vastgelegde geschiedenis dat de vulkaan Eyafjallajökul uitgebarsten is, kwam ook de veel grotere Katla-vulkaan tot uitbarsting. Wetenschappers houden Katla nauwlettend in de gaten”, bericht de Christian Science Monitor.

De gevolgen zijn intussen al fors. Dat flink wat politici en staatshoofden, tot en met president Obama, de begrafenis van de onlangs neergestrte Poolse president misliepen, is één ding. Een ander ding is dat reizigers op allerlei plekken hetzij niet naar huis kunnen, hetzij niet op stap. Voor toeristen is dat allemaal vervelend, al kan ik me voorstellen dat er ook mensen tussen zitten die het geen ramp vinden dat de terugkeer naar de loonslvernij nog even wordt uitgesteld wegens overmacht. Veel akeliger is het voor bijvoorbeeld het zieke jongetje dat met zijn moeder op een vliegveld was gestrand, op weg naar een noodzakelijke medische behandeling die niet uitgesteld kan worden. Dat was  zaterdagavond te zien in één van de journaals, meen ik.

Nu het langer duurt groeit de druk om het vliegverkeer toch maar weer te hervatten. Er zijn al proefvluchten geweest. Het is begrijpelijk dat heel veel mensen het zat zijn, en zo’n hervatting zouden verwelkomen. Maar hier geldt die oude, al dan niet authentieke, Chinese wijsheid: wees voorzichtig waar je om vraagt; je zou het wel eens kunnen krijgen ook. Hervatting van het vliegverkeer is, zolang die aswolk daar boven onze hoofden rondwaart, riskant. En de druk om het vliegverkeer te hervvatten heeft met heel andere dingen te maken dan met een onbaatzuchtig verlangen om zieke kinderen tijdig naar hun noodzakelijke behandeling te brengen. Het gaat om andere dingen. Om geld, om precies te zijn. dagelijk kost het schrappen van vluchten de KLM tussen de 10 en de 15 miljoen euro. “Brancheorganisatie IATA schat dat de luchtvaartmaatschappijen 150 miljoen euro mislopen door het vliegverbod dat sinds donderdagavond geldt.” Dáár ligt een drijfveer om aan te dringen op het hervatten van het vliegverkeer: het op peil houden van omzet en winst in de luchtvaartsector.

Zulke hervatting  brengt de veiligheid van reizigers, en trouwens ook van cabinepersoneel, in gevaar. De NASA heft via onderzoek vastgesteld dat vliegtuiginstrumenten ook door dunne aswolken zoals de huidige “genoeg schade op kunnen lopen om ervoor te r zorgen dat  ze na nog 100 vlieguren kunnen beginnen op te houden met functioneren”.  En je ziet dat stof nietop de gangbare waarnemingsapparatuur, hetgeen het extra verraderlijk maakt. Het risico is dus niet zozeer dat een vlucht meteen crasht in de aswolk. Het risico is dat er vluchten de komende tijd, ook nadat de aswolk weg is, in de problemen komen. Ik denk, als ik dat lees: hervatting van het vliegverkeer? Nog niet aan beginnen! Het is spelen met mensenlevens, uit naam van de Heilige Winstgevendheid. Zoals te vaak.


Van hulpvaardigheid naar strafbaar feit

1 december, 2009

Goed nieuws komt soms uit de meerst merkwaardige hoeken. Soms zorgen psychologen ervoor, soms zelfs een bankmanager. En het is niet zomaar goed nieuws. Het is goed nieuws  over de menselijke natuur. Inderdaad, die menselijke natuur waarvan te vaak wordt gezegd dat dievoornamelijk uit hebberigheid, een voorkeur voor ellebogenwerk en nog wel gewelddadiger uitingen van plat egoïsme bestaat. Die menselijke natuur dus die een samenleving op basis van gelijkheid en samenwerking onmogelijk zou maken. Díé menselijke natuur dus.

Wat is het nieuws? Welnu, helemaal nieuws is het niet voor mensen die toch al niet geloofden in die asociale versie van de menselijke natuur. Maar nu zeggen wetenschapsmensen het nog eens duidelijk: mensen hebben een heel diepe, spontane neigeng om elkaar te helpen als ze zien dat een ander dat nodig heeft. En die impuls is op zeer jonge leeftijd zichtbaar. Hoe het precies zit, is nog onduidelijk, maar onderzoek leidt tot frappant resultaat.

“Als kleine kinderen van 18 maanden oud een niet-verwante volwasenne zien met de handen vol of een klos draad die is gevallen, dan zullen ze onmiddelijk helpen, zo schrijft Michael Tomasello in ‘Why We Cooperate’, een boek dat in oktober verscheen.” Hij is ontwikkelingspsycholoog in Leipzig. “Het help-gedrag lijkt aangeboren te zijn, omdat het o vroeg begint, al voordat ouders  kinderen de regels van beleefd gedrag aanleren.” Maar: “Het is waarschijnlijk veilig om aan te nemen dat hen niet expliciet en direct aangeleerd is om dit te doen’, egt Elisabeth een ontwikkelingspsycholoog in Harvard. Aan de anderekant hebbenze tal van kansen gehad omdaden van hulp van anderen te ervaren. Ik denk dat de jury nog niet besloten heeft over de vraag of het aangeboren'”. Dit alles, en meer moedgevends, lees ik in de New York Times.

Dat is mooi dus: mensen zijn geneigd tot sociaal gedrag, tot hulp aan mensen die dat nodig hebben. Minder mooi is dat dit vaak niet mag, dat de maatschappij er bepaald niet op ingericht is. Dat ondervond een chef van een bankfiliaal in Duitsland. Die kreeg te maken met arme cliënten die geld nodig hadden maar volgens de regels niet rood mochten staan. Dat vond ze zo zuur dat ze schoof met geld van rijke klanten om te verhullen dat ze arme klanten met wat krediet hielp. Dat mocht dus niet. Het verhaal stond vorige week in The Guardian.

Haar advocaat zegt: “De beschuldigde stak geen cent in eigen ak. e deed het puur omomdat ze begaan was met mensen die in financiële problemen zaten.” Zelfs de rechter  – jazeker, er kwam een rechtszaak van! Ze kreeg 22 maanden voorwaardelijk – had wel enig begrip: “Aan de ene kant hebben we hier de grote verlieen. Aan de andere kant hebben we dit altruïstische gdrag, wat het heel anders maakt dan de norm.” Inderdaad, die door de maatschappij voortdurend gepushte ‘norm’ van hebben, houden, desnoods over lijken gaan, die norm werd hier geschonden.

Hoe tragisch diep die norm zit, blijkt uit de woorden van de bankmanager zelf. “Ik begrijp het niet meer. Ik moet helper-syndroom gehad hebben.” Alsof hulpvaardigheid een ziekte is! De echte ziekte is een maatschappij die hulpvaardigheid als afwijking of erger beschouwt. Gelukkig is er tegen die ziekte wel een vaccin: die hulpvaardigheid van kinderen van 18 maanden jong – die we zouden moeten koesteren, als bouwsteen van een werkelijke beschaving.