Van hulpvaardigheid naar strafbaar feit

1 december, 2009

Goed nieuws komt soms uit de meerst merkwaardige hoeken. Soms zorgen psychologen ervoor, soms zelfs een bankmanager. En het is niet zomaar goed nieuws. Het is goed nieuws  over de menselijke natuur. Inderdaad, die menselijke natuur waarvan te vaak wordt gezegd dat dievoornamelijk uit hebberigheid, een voorkeur voor ellebogenwerk en nog wel gewelddadiger uitingen van plat egoïsme bestaat. Die menselijke natuur dus die een samenleving op basis van gelijkheid en samenwerking onmogelijk zou maken. Díé menselijke natuur dus.

Wat is het nieuws? Welnu, helemaal nieuws is het niet voor mensen die toch al niet geloofden in die asociale versie van de menselijke natuur. Maar nu zeggen wetenschapsmensen het nog eens duidelijk: mensen hebben een heel diepe, spontane neigeng om elkaar te helpen als ze zien dat een ander dat nodig heeft. En die impuls is op zeer jonge leeftijd zichtbaar. Hoe het precies zit, is nog onduidelijk, maar onderzoek leidt tot frappant resultaat.

“Als kleine kinderen van 18 maanden oud een niet-verwante volwasenne zien met de handen vol of een klos draad die is gevallen, dan zullen ze onmiddelijk helpen, zo schrijft Michael Tomasello in ‘Why We Cooperate’, een boek dat in oktober verscheen.” Hij is ontwikkelingspsycholoog in Leipzig. “Het help-gedrag lijkt aangeboren te zijn, omdat het o vroeg begint, al voordat ouders  kinderen de regels van beleefd gedrag aanleren.” Maar: “Het is waarschijnlijk veilig om aan te nemen dat hen niet expliciet en direct aangeleerd is om dit te doen’, egt Elisabeth een ontwikkelingspsycholoog in Harvard. Aan de anderekant hebbenze tal van kansen gehad omdaden van hulp van anderen te ervaren. Ik denk dat de jury nog niet besloten heeft over de vraag of het aangeboren'”. Dit alles, en meer moedgevends, lees ik in de New York Times.

Dat is mooi dus: mensen zijn geneigd tot sociaal gedrag, tot hulp aan mensen die dat nodig hebben. Minder mooi is dat dit vaak niet mag, dat de maatschappij er bepaald niet op ingericht is. Dat ondervond een chef van een bankfiliaal in Duitsland. Die kreeg te maken met arme cliënten die geld nodig hadden maar volgens de regels niet rood mochten staan. Dat vond ze zo zuur dat ze schoof met geld van rijke klanten om te verhullen dat ze arme klanten met wat krediet hielp. Dat mocht dus niet. Het verhaal stond vorige week in The Guardian.

Haar advocaat zegt: “De beschuldigde stak geen cent in eigen ak. e deed het puur omomdat ze begaan was met mensen die in financiële problemen zaten.” Zelfs de rechter  – jazeker, er kwam een rechtszaak van! Ze kreeg 22 maanden voorwaardelijk – had wel enig begrip: “Aan de ene kant hebben we hier de grote verlieen. Aan de andere kant hebben we dit altruïstische gdrag, wat het heel anders maakt dan de norm.” Inderdaad, die door de maatschappij voortdurend gepushte ‘norm’ van hebben, houden, desnoods over lijken gaan, die norm werd hier geschonden.

Hoe tragisch diep die norm zit, blijkt uit de woorden van de bankmanager zelf. “Ik begrijp het niet meer. Ik moet helper-syndroom gehad hebben.” Alsof hulpvaardigheid een ziekte is! De echte ziekte is een maatschappij die hulpvaardigheid als afwijking of erger beschouwt. Gelukkig is er tegen die ziekte wel een vaccin: die hulpvaardigheid van kinderen van 18 maanden jong – die we zouden moeten koesteren, als bouwsteen van een werkelijke beschaving.