Griekenland: zelfs klein beetje democratie is blijkbaar al te veel

wo0ensdag 2 november

We beleven vandaag de dag niet enkel nieuwe schokgolven van een al jaren woekerende financiéle en econmische crisis. We k maken een diee crisis mee van de poltieke instellingen van de EU en haar lidstaten. Die crisis heeft leerzame kanten. Het illustreert weer eens de tegenstelling tussen de macht van het kapitaal en haar politieke bestel enerijds, de verlangens vanuit een door dat kapitaal getergde bevolking anderzijds. Brandpunt is weer eens Griekenland.

Gisteren liet de Griekse regering de EU, andere EU-lidstaten en de financiële wereld goed schrikken. Premier Papandreou kondigde een referendum aan over het ‘steunprogramma’van de EU aan Griekenland. In dat programma worden de schulden van Griekenland ‘afgewaardeerd’, dus minder waard, en tevens wordt er weer financiële steun geboden vanuit de EU. Voorwaarden blijven: een voortgezet, superstreng bezuinigingsbeleid. Tegen dat beleid protesteren grote aantallen mensen met opeenvolgende stakingen, demonstraties, rellen en andere acties.

Het referendum zou, als een meerderheid het plan slikt, de regering van draagvlak moeten voorzien voor het voortzetten van dit beleid. En als het EU-plan wordt weggestemd dan kan de regering zich naar haar EU-collega’s verschuilen met een ‘wij-willen-wel, maar-onze-kiezers-niet’-houdin. Dat zou dan, zo zal de hoop wel zijn,de opening zijn voor nieuwe onterhandelingen, wellicht gunstier voorwaarden voor een gewijzigd EU-plan. Het referendum moet dan ook gezien worden, niet als een principieel democratisch besluit, maar als een manoeuvre van de Griekse regering om haar positie in de EU te verstevigen met een demagogische verwijzing naar ‘wat het volk wil’.

Wat de bevolking werkelijk wil staat niet op een stembriefje. Veel wijst erop dat een meerderheid het akkoord afwijst. Tegelijk wil dat nog niet zeggen dat diezelfde meerderheid de mogelijke consequentie – staatsbankroet – zonder meer verwelkomt. De Volkskrant: “feitelijk komt het erop neer dat de Grieken dan kunnen kiezen: noodhulp of failliet gaan.” Die ‘noodhulp’is in feite steun aan de Griekse staat om door te gaan met het afbetalen van schulden aan Franse en Duitse banken. Belastingbetalers in onder meer Nederland sturen dus geld via Griekenand naar die banken. De Griekse bevolking betaalt, in de vorm van dat bezuinigingsprogramma waar ik al over sprak.

Het is dus geen ‘hulp aan Griekenland’, maar hulp aan banken in West-Europa. Logisch dat Grieken daar niets voor voelen, protesteren en – als de kans zich echt voordoet – tegen zoiets gaan stemmen. Maar het alternatief, een Griekse staat die op de fles gaat, maar met leger en politie intact om de sociale verschrikkingen die ook daarmee gepaard gaan aan de boze bevolking op te leggen, is ook niet aantrekkelijk. Een werkelijk sociale optie – volledig schrappen van de schulden, en stopzetting van het hele bezuinigingsbeleid, economie en maatschappij in handen van de bevolking zelf – wordt die bevolking niet geboden, niet per referendum en ook niet via mogelijk nieuwe verkiezingen.

Van een werkelijk democratische maatregel is dus geen sprake. Maar voor de EU, leden ervan en voor aadelenbeurzen en dergelijke is het toch al wat democratie te véél. Het idee dat hun beleid afhankelijk zou worden gemaakt van instemming van gewone mensen in Griekenland past totala niet in nun concept van behoorlijk bestuur. Gewone mensen moetn slikken wat politici in samenspraak met ondernemers bedenken aan beleid, mogen zich eens in de paar jaar uitspreken over het politieke personeel dat die koehandel bedrijft, maar dient zich – wat derze regeringen, banken, financiële intellingen en dergelijke betreft – verder niet met het beleid te bemoeien. Het hele idéé van een volksraadpleging – hoe weinig democratisch qua inhoud ook – is hen een gruwel. Zelfs een beetje democratie is al teveel democratie.

Dus tuimelen ze over elkaar heen in zorg en afkeuring. Voorzitter Barroso van de Europese Commissie en president Van Rompuy van de EU stelden: “Wij vertrouwen ten volste dat Griekenland de afspraken (…) zal naleven.” Oftewel: wat de bevolking ook wil, het akkoord blijft overeind. Een woordvoerder van de Franse president Sarkozy zou volgens Le Monde gezegd hebben dat Sarkozy “het optreden van de Grieken (…) irrationeel en vanuit hun oogpunt gevaarlijk” genoemd zou hebben. Rainer Brüderle, voorzitter van de mee liberale FDP in Duitsland, zei: “het lijkt erop dat Athene zich onder de deal probeert uit te werken” en dreigde dat de “geldkraan” dan wel eens afgesloten zou kunnen worden. De Nederlandse regering kronkelt bij monde van premier Rutte op welhaast vertrouwde wijze.  Rutte wil proberen Griekenland te bewegen om van het refen rendum af te zien: tot zover het respect voor de keuzevrijheid en zeggenschap voor de bevolking van dat land. Lukt dat niet, dan moet de strekking van het referendum zoveel mogelijk worden ingeperkt – alsof Rutte daarover gaat. PvdA-Kamerlid Plasterk is feitelijk nog wat arrganter en noemt het referendum “een potentiële dealbreaker”.

Voor al deze regeringen en Europese leiders is het akkoord, waarmee de Griekse bevolking verder wordt uitgeknepen om de Griekse staat, de Euro én de internationale financiële instellingen en bedrijven overeind te houden, belangrijker dan het welzijn van die Griekse bevolking, en het recht van die bevolking om deel te nemen aan besluitvorming over zaken die hen maar al te zeer aangaan omdat zij er de consequenties er wel zeer rechtstreeks van ondervinden. Wat financiële ondernemingen vinden van de dreiging van zelfs maar een verwrongen vleugje democratie-per-referendum, laten de aandelenkoersen zien: die vliegen weer omlaag, zowel in Europa als in de VS.Democratie – zelfs in de halfzachte liberale vorm ervan die ons ten onrechte als de enige versie wordt aangepraat – is ondergeschikt aan de oppermacht van het grote geld en de ermee verbonden politiek. Het is klassiek illustratiemateriaal voor het hele Occupy-vertoog over de één procent die haar wil doordrukt ten koste van de 99 procent.

Intussen valt het referendum-idee ook in Griekenland zelf niet goed, zelfs niet in de regerende partij. Parlementsleden van de regerende PASOK-partij zijn boos, één is al uit de partij gestapt waardoor die nog maar 2 zetels méér dan de helft van de parlementszetels heeft. Twee andere partijeden hebben al om nieuwe verkiezingen gevraagd. Intussen zegt een anonieme Griekse regeringsfunctionaris dat de Griekse minister van Financiën niet van te voren van het referendum-plan op de hoogte was. Ook de leider van Nieuwe Democratie, de grote rechtse oppositiepartij, drong op nieuwe verkiezingen aan en vindt het referendum-plan bepaald geen goed idee. Of het referendum er nu uiteindelijk komt of niet, de Griekse regering is verder verzwakt.

Het bericht dat die regering de complete militaire top – van leger, marine en luchtmacht – heeft vervangen, is tegen die achtergrond nogal verontrustend, hoezeer de regering ook beweert dat het hier gaat om een allang voorgenomen, routinematige, personeelswisseling. “(H)anden af van de strijdkrachten”, riep een politicus ter rechterzijde al. Is dat wellicht omdat rechts de strijdkrachten bij uitstek als hun éígen strijdkrachten ziet? Is het ontslag van de militaire top een voorzorgsmaatrege tegen een mogelijke staatstgreep van rechts? Is het een voorbode voor nog hardere repressie, nu met openlijk militaire hand, door de huidige regering, of wat daar nog van over is? Wat de achtergrond ook is, de wisseling aan de top van het militaire apparaat versterkt de stemming van crisis die de Griekse staat en maatschappij beheerst, nog verder. Met een zo ontredderd maar openlijk repressief staatsbestel, een zo wild rondspringende regering, een EU die duimschro0even blijft aandraaien en een sociale crisis die maar doordreunt, zal het aankomen op het, gelukkig hardnekkige, verzet vanuit de bevolking om ook maar iets hoop terug te brengen in dit door kapitalistische wanhoop geterroriseerde land.

Plaats een reactie