Wikileaks, Afghanistan en Iran

3 augustus, 2010

Het in de openbaarheid brengen via Wikileaks van meer dan 90.000 documenten over de oorlog in Afghanistan heeft nogal wat aandacht getrokken. Op zich zeer terecht. De documenten laten een oorlog zien die niet alleen smerig is, en waarin Westerse aanvallen veel burgerslachtoffers kosten. Ze laten ook zien dat de Westerse poging om met militaire hand Afghanistan in de greep te houden bepaald niet erg succesvol is. De Taliban – althans: groepen die terecht of ten onrechte van dat etiket zijn voorzien – winnen aan kracht, VS en bondgenoten zijn de oorlog bepaald niet aan het winnen.

Het is goed dat dit, via de Wikileaks-documenten, nog eens stevig onder de aandacht komt. Het laat het essentiële gelijk van tegenstanders van die oorlog, voorstanders van onmiddellijke en onvoorwaardelijke terugtrekking van alle Westerse troepen, nog eens zien. Het laten lekken van de documenten kan alleen maar worden toegejucht, als zoveelste spaak in het wiel van de oorlogspropagandisten, militaire planners en hun Grote Verlichte Aanstuurder, Barack de Bloedige. De man achter WikiLeaks, Julian Assange, heeft hiermee zijn nek stevig uitgestoken, de woede van het Pentagon over zich afgeroepen. Hij loopt risico. De man verdient grote waardering voor zijn moed, en als de Amerikaanse staat hem een haar krenkt, dient die staat onze woede te voelen. Ik sluit me hier aan bij Arthur Silber, die het op zijn weblog Once Upon A Time krachtig voor Assange opneemt. Zeker zoveel steun en solidariteit verdient Bradley Manning, de 22-jarige militair die door het Pentagon beschuldigd is van het lekken van de documenten en al vastgezet is vanwege het lekken van een eerdere video over een helicopteraanval in Irak. Ook voor hem neemt Silber het in scherpe bewoordingen op.

Maar simpelweg ‘hoera!’ roepen en de Wikileaks-documenten eenduidig als een Grote Onthulling te behandelen, is misplaatst. In de eerste plaats is voorzichtigheid met militaire- en inlichtingendocumenten altijd geboden. Er zitten feiten in, er zitten beleidsconclusies en aanbevelingen in, interpretaties, bedoeld om hogerhand te informeren, en interpretaties om hogerhand op een verkeerd been te zetten. Informatie, desinformatie, speculatie en propaganda zijn vaak onontwarbaar vermengd. ‘Het staat in de Wikileaks-documenten, dús het is een feit’ is dan ook geen gezonde reactie. De gelekte documentatie dragen bij aan een beeld van een nare oorlog die het Westen aan het verliezen is. Maar ze moeten met voorzichtigheid gebruikt worden.

De inhoudelijke waarde, voorzover wel van feitetelijk karakter, is trouwens minder schokkend dan sommige berichten doen vermoeden. Dat de Amerikaanse en andere Westerse troepen het moeilijk hebben, dat Westerse operaties tegenslag ondervinden, burgerslachtoffers maken, dat dit soort dingen onvoldoende onder de mat vandaan gehaald worden, dat de Taliban aan kracht wint, maand na maand, jaar na jaar… het is geen nieuws. Iedereen die gewoon de kranten behoorlijk leest en de berichtgeving over Afghanistan volgt, weet dit allang. Heel veel informatie over de oorlolog is gewoon uit openbare bronnen te halen en goed vindbaar in gevestigde media. De Wikileaks-documenten maken indruk omdat ze het sombere beeld nog eens extra onderstrepen, en een beetje aanscherpen: het staat er voor het Westen in Afghanistan nog een beetje erger voor dan we al wisten. Van een kwalitatieve ‘onthulling’, van essentieel nieuwe informatie, is geen sprake. Chris Floyd maakt dat punt op zijn weblog Empire Burlesque, en hij heeft gelijk.

Het is dan ook verkeerd om de Afghanistan-Wikileaks-documenten on één lijn te zetten met de Pentagon Papers, de door Daniel Ellsberg in 1971 uitgelekte documenten over de Vietnamoorlog. In die Vietnam-documenten is namelijk niet zozeer de praktijk van de oorlog zichtbaar gemaakt, maar de planning en besluitvorming in hoge kringen in de VS. Het spoor van halve waarheden, drogredeneringen en misleiding waarmee Amerikaanse beleidsmakers tot steeds grootschaliger militaire interventie besloten, wordt daarin zichtbaar. Dat voegde wezenlijk iets toe aan het begrijpen van de oorlog, dat was werkelijk onthullend. De Wikileaks-duocumenten zijn dat nauwelijks: ze onderstrepen wat we eigenlijk allang wisten, of zonder enorme moeite hadden kunnen weten als we ons allemaal als serieus geïnteresseerde krantenlezer zouden hebben gedragen de afgelopen jaren.

De Wikileaks-documenten bevatten ook nog eens elementen waar beleidsmakers en oorlogsvoorstanders hun voordeel mee kunnen doen. Ook hier wijst Floyd op. In delen van de documentatie wordt bijvoorbeeld nogal nadrukkelijk gewezen op een Iraanse rol in de Afghaanse gewapende strijd. Krachten vanuit de Iraanse staat zouden steun verlenen aan de Taliban. Erg voor de hand ligt dit niet: het Iraanse regime en de Taliban baseren zich ideologisch op hele andere vormen van de Islam (Sjiisme in Iran, Soennisme in Afghanistan), het zijn helemaal geen vrienden.

Dat er, in een situatie waarin de VS oorlog voert tegen de Taliban, en met oorlog dreigt tegen Iran, er tactische samenwerking tegenover een gemeenschappelijke vijand plaatsvindt, kan weliswaar niet worden uitgesloten. Maar opmerkingen van inlichtingenofficieren en vergelijkbare functionarissen over Iraanse inmenging kunnen daarvoor bepaald niet als geloofwaardig bewijs dienen. Wijzen naar Iraanse infiltratie in Iran is functioneel voor Amerikaanse oorlogsbeleidsmakers, op twee manieren: het suggereert dat de Afghaanse gewapende strijd minder wortelt in dat land zelf, en meer in geïmporteerrd probleem is. En het is onderdeel van de campagne die de VS tegen Iran voert, waar sancties deel van zijn, en waarvan een dreigende volgende stap ‘oorlog’ heet.

Wijzen naar Iran als aanjager van gewapende strijd in Afghanistan is vergelijkbaar met het wijzen naar Irak als bondgenoot van Al Qaeda. Beiden vallen onder de ‘weapons of mass confusion’, de propagandascampagnes waarmee Pentagon en Witte Huis hun oorlogen mede voorbereiden. Intussen heeft de voorzitter van de verenigde stafschefs van het Amerikaanse militaire apparaat, admiraal Mike Mull;en, laten weten dat er inderdaad een Amerikaans aanvalsplan tegen Iran op de plank ligt. Voor het geval dat, uiteraard…

Een eerder stuk naar aanleiding van de Wikileaks, met deels dezelfde, deels andere punten, is te vinden op mijn Engelstalige blog, Red Rebel Ranter.