G20, bonussen en protest

25 september, 2009

Bush of Obama, sommige dingen veranderen een beetje, andere dingen veranderen eigenlijk helemaal niet. Die conclusie drong zich op rond de G20 in Pittsburg, de topconferentie van 20 staten over de wereldeconomie en ook het klimaat.

Die G20 komt steeds meer in de plaats van de vroegere G8. Het zijn nu niet alleen maar de sterkste Westerse staten – VS, Canada, een handvol Europese mogendheden plus Rusland – die samenkomen. Opkomende machten als China en India mogen ook meedoen. En ocherme, ook Nederland – niet officieel deel van het Heilige Twintigtal maar zó braaf, en zó gewaardeerd door de Groten der Aarde – was ook uitgenodigd.

De iets bredere samenstelling van dit topoverleg is iets dat onder Bush moeilijk denkbaar was geweest. Die man hield er het liefste een G 1 op na, de andere 7 waren eigenlijk al bijna een aantasting van de prestige van de VS als Enige Echte Supermacht. Dat er nu veel meer landen meevergaderen laat zien dat Obama de flexibiliteit bezit om te erkennen dat een wereldmacht ssoms samenwerking moet zoeken met andere grote mogendheden om haar doelen te bereiken. De VS versus de rest van de wereld is als strategie uiteindelijk in acht jaren Bush en Cheney niet zo bijster effectief gebleken. Aan de kern – een wereldwijde machtsstructuur overeind houden, met de VS aan de top – verandert verder niets, alleen de aanpak is iets anders.

De G20 heeft zowaar ook iets opgeleverd: een afspraak om bonussen bij banken enigszins aan banden te leggen. Ook zoiets zou onder Bush ongeveer ondenkbaar zijn geweest, maar ook hier gaat het om een andere tactiek, een slimmere aanpak, om hetzelfde te bereiken als voorheen: het financiële stelsel moet overeind gehouden worden.

Het strooien met bonussen werd eerst alom geaccepteerd om topbankiers te motiveren tot topprestaties, en dus nuttig voor dit doel. Inmiddels bleken bonussen te belanden in de broekzakken van bankiers die helemaal geen topprestaties leverden, maar hun instellingen aan de rand van de afgrond hadden gebracht met roekeloze investeringsbesluiten. Dat was een verkeerd signaal, het was bovendien buitengewoon slechte PR voor het bankwereldje. Dáárom – en niet vanwege één of ander principe dta het vergaren van zulke enorme bedragen over de ruggen van nanderen gewoon verkéérd is – komt er nu iets van een beperking. Alweer: het doel blijft het overeind houden van de machtigen en hun structuren. Alleen de tactiek is iets veranderd.

Twee andere dingen zijn rond de G20 echter niet veranderd. Het eerste is de aanwezigheid van fel protest. Er waren meerdere demonstraties, waaronder eentje van 2000 betogers. Dat de schaal van protesten veel kleiner was dan bij eerdere topconferenties van dit type is waar, en het is jammer. Ik denk dat het iets te maken heeft met de illusie die bij grote delen van links in de VS nog steeds bestaat: de illusie dat Obama toch min of meer hun vriend in het Witte Huis is, een bondgenoot die niet al te zeer voor de voeten dient te worden gelopen. Dat er desondanks stevig protest wás, is tegen die achtergrond toch hoopvol

Veel van dat protest had trouwens wel het standaardkarakter dat we bij eerdere gelegenheden zagen. Nee, ik spreek geen schande van omgegooide vuuilnisbakken en het werpen van voorwerpen naar de politie. Nee, ik vind gesneuvelde ruiten van McDonalds bij een antikapitalistisch protest geen drama. Maar ik geloof ook niet dat beide actievormen nu erg veel bijdragen aan het opbouwen van werkelijke druk in de richting van diepgaande veranderingen.

Ik deel de radicale woede achter dit soort  daden. Ik heb honderd keer liever dit soort activisme dan géén activisme. Ik respecteer degene die zo handelen – een respect dat ik bepaald niet heb voor de politiemacht die tegenover deze actievoerders stond. Die wekt zslechts mijn woede en verachting. Maar ik denk dat grotere aantallen betogers, en drukverhogende actievormen – blokkades van toegangen door vele duizenden demonstranten zoals bij de WTO-top in Seattle  in 1999 – veel meer zoden aan de dijk zetten, veel meer druk uitoefenen, en toeschpouwers veel eerder zullen motiveren om ook in actie te komen.

Want er is nog iets niet veranderd in de VS: de opstelling van de autoriteiten tegenover dit type van protest. Eén van de demonstraties (minstens) was bij voorbaat verboden, zoals berichtgeving in de NRC vermeldde, in een heel terloops zinnetje in een op zich lezenwaardige reportage. Ik vind het niet gek dat juist een verboden demonstratie extra heftig wordt: het is een extra reden tot boosheid. En de politie beperkte zich niet tot het bestoken van demonstranten met traangas en ander goor spul. De politie schoot pepperspray af op voorbijgangers, zelfs op studenten op balkons.

Er stonden pantserwagens met soldaten op de hoeken van de straat. Er waren maar liefst  4000 politieagenten en ook nog eens 2000 soldaten van de Nationale Garde op de been gebracht – plus elf boten van de Kustwacht! Verwachtten de autoriteiten een aanval van Somalische piraten of zoiets?! De groteske onderdrukking van protst die onder Bush doodgewoon werd, is onder Obama niet wezenlijk veranderd. De noodzaak om tegen dit soort onderdrukking én tegen het soort orde die via de G20 wordt beheerd en verdedigd, al evenmin.