Nogmaals links en homo-emancipatie

Ach welja, driemaal is scheepsrecht, ik schrijf nog even door naar aanleiding van Gay Pride en de vraag naar de rol van links in de strijd voor homo-emancipatie. Eerst maar even een kleine correctie op mijn eerdere stukken: De Socialistische Partij was er wel degelijk. Nee, niet op een boot, Eerste Kamerlid Anja Meulenbelt had voor die eer bedankt. Maar de SP deelde wel tomatensoep uit, HELE VROLIJKE POLITIEK CORRECTE  HOMOSOEP! HIER! GRATIS! EN JEWORDT ER NIET LINKS VAN ALS JE NIET WILT, riep Anja Meulenbelt erbij. Misschien juist wel een extra goede zet om tussen het half miljoen toeschouwers te staan, zodat je rechtstreeks contact met mensen hebt, in plaats van op grote afstand vanaf zo’n boot.

Prima allemaal. Blijft recht overeind dat links de zaak niet zal redden met soep en wat PvdA-bewindspersonen en een boot van GroenLinks. Linkse mensen – van welke seksuele oriëntatie ook – hebben verschillende zaken in te brengen aan een serieuze strijd voor homo-emancipatie.

In de eerste plaats verdedigen we de volledige agenda van democratische rechten voor homo’s lesbo’s, biseksuelen, transseksuelen, op de meest doortastende wijze. Hier doel ik op het recht van stellen van hetzelfde geslacht om te trouwen, in de gemeente van hun keuze, zonder enige beperking, zonder enige zorg ook of ze niet een weigerambtenaar moeten omzeilen en  en een homovriendelijk gemeentehuis of trouwambtebnaar moeten zoeken. Elk gemeentehuis dient homovriendelijk te functioneren. Het gaat hier om een doodsimpele zaak van gelijke rechten.

Ook op het gebied van adoptie horen paren van hetzelfde geslacht exact dezelfde rechten te hebben als hetero-stellen. En homoseksuelen hebben precies evenvweel recht om bijvoorbeeld bloed- of spermadonor te zijn als ieder ander. Verwijzing naar verhoogd risico van ovcerdracht van HIV is geen argument, maar gewoon een homofobe smoes.

Gelijke rechten dus, op elk onderdeel van de maatschappij. Links dient zich hierin niet zozeer inhoudelijk te onderscheiden van bijvoorbeeld D66 en de VVD, maar wel door aanpak en motivatie. Aanpak: links maakt homorechten NIET tot, bijvoorbeeld, wisselgeld in formatiebesprekingen, maar maakt er een harde principezaak van. Hier zien we meteen het falen van de PvdA. Die kan zoveel ministers als ze maar kan vinden de boot op sturen tijdens Gay Pride. Maar ze ging wèl akkoord met het recht van ambtenaren om te weigeren om homo- en lesbostellen te trouwen. Als links echter moet kiezen tussen de lieve vrede met rechts òf onverkorte democratische rechten, dan hoort links voor het twee te kiezen.

Motivatie: voor de VVD en andere rechtse partijen die het huwelijk voor homo- en lesbostellen tegenwoordig accepteren, is dit een inhoudelijk principe: het huwelijk is een Mooi Iets, een Hoeksteen van de Samenleving, de meest logische wijze voor mensen om hun relaties te organiseren, er officiële erkenning voor te regelen en van een liefdesband tegelijk een economische band te maken.

Links hoort die redenering niet te volgen. Op zichzelf heeft de staat niets te maken met relaties tussen personen. Het burgerlijk huwelijk verdient inhoudelijk geen sympathie of erkenning, het is een instituut met zeer problematische kanten. Maar het ís er nu eenmaal, mensen ontlenen er bepaalde rechten en zekerheden aan die anders via allerle andere omwegen vaak toch ook geregeld moeten worden. En louter omdat het er IS en binnen de huidige maatschappij nu eenmaal een stevige rol vervult, dient te toegang tot het huwelijk voor iedereen, ongeacht seksuele voorkeur, toegankelijk te zijn.

Het homovriendelijke deel van rechts zegt: mensen moeten voral gaan trouwen, als homo’s trouwen laten ze daarmee zien er echt bij te horen. Links hoort te zeggen: van ons hoeft dat trouwen helemaal niet, maar wie  dat nu eenmaal wíl, mag niet wegens homoseksualiteit daarvan uitgesloten worden. Het is een simpele zaak van democratische rechten, niet van ophemeling van het huwelijk als heilig instituut. Waatr het huwelijk niet openstaat voor stellen van hetzelfde geslacht, daar zegt de maatschappij in alle openheid: homo’s en lesbo’s  hebben een tweederangs soort van liefde en relatie. Dat is discriminatie, en niet aanvaardbaar.

Links onderschrijft dus – met eigen motivatie en aanpak – de gangbare democratische agenda, zoals die al jarenlang door bijvoorbeeld het COC en de Gay  Krant bepleit en door steeds meer politici ook stapsgewijs wel in de praktijk gebracht wordt. Maar links hoort wezenlijk verder te gaan dan dat. Waar een flink deel van de gevestigde politiek erkenning nastreeft van een soort keurige, gesaneerde, aangepaste homoseksualiteit, daar verdedigt links het recht op ónaangepastheid. Homo’s en lesbo’s hoeven geen erkenning te verdienen door goed gedrag, door zoveel mogelijk op hetero’s te lijken, compleet met rolverdeling tussen “het mannetje” en  “het vrouwtje” in een homo-relatie (geloof het of niet, mensen vragen dat in alle ernst als je een relatie met een andere man hebt). Homoseksualiteit heeft duizend vormen, en juist buiten de gebaande wegen gebeuren dingen die even legitiem zijn als alle keurige homostelletjes bij elkaar.

Een voorbeeld vinden we in het verschijnsel van homo-ontmoetingsplaatsen: plekken in parken of op parkeerplaatsen wara mannen elkaar ontmoeten voor seks. Dat leidt nogal snel tot gefronste wenkbrouwen, tot verontwaardiging in de buurt, en soms tot – gelukkig intern ook omstreden – politieoptreden waarmee mensen geïntimideerd worden en zich in hun privacy en waardigheid aangetast voelen. Wat hoort links te zeggen tegenover dit alles?

Eerst die gefronste wenkbrouwen: waarom zouden mannen die seks willen met mannen, dat in parken en dergelijke moeten doen? Er zijn toch ook geen hetero-ontmoetingsplaatsen waar vrouwen en mannen het met elkaar doen? Antwoord: ga op een zomeravond aan welke badplaats dan ook aan de complete Noordzeekust eens kijken, of in weekeinden in elk uitgaanscentrum van welke stad ook. Die zijn dan veranderd in hetero-ontmoetingsplaatsen met vrijende hetero-stelletjes nauwelijks in het verborgene te zien.

Vraagt iemand zich wel eens of hoe daar gereageerd zou worden op twee vrijende jongens of meiden? Hoe blij die zouden zijn als ze er met hoongelach maar zonder al te harde klappen verjaagd zouden worden?Zolang 99,9 procent van de openbare ruimte nog op deze manier als hetero-ontmoetingsplaats dienst doet, zijn er hele goede redenen voor homo-ontmoetingsplaatsen. Dat veel mannen in het geheim seks met andere mannen zoeken, is voor de meesten van hen trouwens bepaald geen vrije keuze. Het einde van huwelijk of carrière dreigt maar al te gemakkelijk als ze buiten de anonimiteit van zo’n park of parkeerplats hun verlangen naar een andere man tot uiting brengen.

Dat mensen die dichtbij zulke plekken wonen vijandig reageren, wordt vaak onderbouwd met verwijzingen naar overlast, achtergelaten troep en de veiligheid van kinderen. Zolang er geen soortgelijke klachten over hetero-ontmoetingsplaats Zandvoort-by-night klinken, ben ik zo vrij om de klacht over dit soort zaken als lichtelijk homofoob terzijde te schuiven. Hetzelfde geldt voor verwijzingen naar kinder-ogen die beschermd moeten worden. Over kinderen die op allerlei vormen van hetero-seks geconfronteerd worden is lang niet zo’n heibel. En maar al te makkelijk ligt achter de klacht dat kinderen niet te dicht bij homoseks moeten komen, het clichébeeld dat homo’s eigenlijk allemaal achter kinderen aan zitten om ze te misbruiken – een klassiek maar erg hardnekkig homofoob beeld.

Links moet hier helder zijn: afblijven van homo-ontmoetingsplaatsen, ook geen politiecontroles, ontmoedigingsbeleid, kappen van bosjes, plaatsen van hekken. Voldoende prullenbakken en een voorlichtingsbord over veilige seks, dat is bepaald nuttiger. 

Ja, het verdedigen van dit soort plekken is bepaald minder populair dan het meevaren in de Canal Parade op Gay Pride. Maar links is bezig met een strijd om rechten en bevrijding, niet met een populariteitswedstrijd. Ik ga er binnenkort nog over door.

1 Responses to Nogmaals links en homo-emancipatie

  1. Ron van Zeeland schreef:

    In BRabant heeft de SP een helder antwoord op het laatstgenoemde fenomeen, eigenlijk precies zoals in de éénnalaatste alinea is verwoord. Ons werd voor de verkiezingen om een standpunt gevraagd over de ontmoetingsplaatgsen en dit is wat we terugschreven:

    Deze ontmoetingsplaatsen zijn sinds eeuwen een maatschappelijk gegeven en worden door gebruikers vaak ‘baan’ genoemd. Elke actie om bezoek aan een baan te ontmoedigen hebben enkel verplaatsing van de locatie tot gevolg. Serieus onderzoek naar het waarom van het bestaan van deze plekken zou enig inzicht verschaffen in het belang van deze plekken voor de meer of minder regelmatige bezoekers. Als het bestaan nauwelijks is te voorkomen is het veel zinvoller het gebruik te reguleren. Daarmee wordt ‘recht’ gedaan aan de bezoekers die geen overtredingen begaan. Aanstootgevend gedrag op deze plekken kan bestreden worden op basis van overtreding van wet- en regelgeving, o.a. via de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Morele oordelen over deze vorm van veelal anonieme ontmoetingen zijn daarom niet op zijn plaats, wanneer volwassenen geheel uit vrije wil op deze wijze contact zoeken en geen overtredingen begaan.

    Omwille van de volksgezondheid en de sociale veiligheid van gebruikers is het van belang dat ontmoetingsplaatsen geen no go areas worden voor GGD en politie. Regelmatig bezoek aan, en gesprekken met gebruikers van de baan kan enerzijds soa- en hivpreventie bevorderen en anderzijds het fenomeen potenrammen effectief verminderen.

    Toepassing van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning kan voor deze kwetsbare groep betekenen dat ze niet tot de zelfkant van de samenleving worden veroordeeld. Daar waar het gebruik van ontmoetingsplaatsen voor overlast zorgt, zullen maatregelen getroffen worden om deze te voorkomen: afvalbakken om zwerfvuil tegen te gaan en wintergroene begroeiing om ongewenste confrontaties te vermijden.

    De Provincie zou het voortouw kunnen nemen om binnen de driehoek (gemeente, justitie en politie) afspraken te maken met o.a. Rijkswaterstaat (HOP’s zijn vaak gelegen langs rijkswegen). Een goed voorbeeld is het overleg over de HOP in Best (Brabant).

Plaats een reactie