Over een Open Brief aan Rekening Retour

 De oproep van Rekening Retour – helaas niet meer in zijn geheel te vinden op de nieuwe site! – voor een manifestatie tegen bezuinigingen op 23 oktober is bepaald wisselend ontvangen. Heel veel komt er van de, door organisatoren beoogde, steun vanuit SP en vakbeweging nog niet terecht. Intussen wordt er vanuit radicaal-linkse kritiek stevige en vaak zinnige kritiek uitgeoefend. Van die linkse critici ben ik er één – maar dan bínnen Rekening Retour – zoals uit een eerder stuk op dit blog wel bleek. Of de conclusie van sommige van die critici – namelijk dat niet meedoen aan beter is Rekening Retour – de juiste is? Naar mijn mening niet. Dat de discussie gevoerd wordt, is echter op zich gezond.

Een stevige aanjager van de discussie is een Open Brief, onderschreven door de Anarchistische Anti-Deportatiegroep Utrecht, de Werkgroep Stop Deportaties en het Anarchistisch Kollektief Utrecht. De groepen zetten hier in een vrij uiitvoerige tekst uitéén waarom ze de oproep en aanpak van rekening retour zo ontoereikend vinden dat ze zich er niet in kunnen vinden en zich er dus ook niet achter kunnen scharen. De tekst staat inmiddels op Indymedia, en heeft daar al tot een hele reeks reacties  reacties aanleiding gegeven.

Laten we de brief eens nader bekijken. Veel erin is zinnig en het overwegen waard. Zo hebben de makers gelijk als ze zeggen: “Wij begrijpen heel goed (…) dat de nadruk ligt op concrete zaken. Dat gezegd hebbende kunnen we echter niet om de constatering heen dat jullie verklaring wel heel oppervlakkig, eendimensionaal en reformistisch. Verder dan een oproep om tot een andere, minder asociale invulling van de bezuinigingen te komen komt het niet.” Dat klopt helaas. Nergens in de tekst wordt het idee dát er bezuinigingen nodig zijn – vanwege begrotingstekort, staatschuld, concurrentiepositie of wat voor reden dan ook – expliciet aangevochten. Het idee dat het niet onze winsten, staatsschuld en staatsbudget zijn die in het gedrang komen – en dat het dus ook niet onze taak is om die problemen te helpen op te lossen – ontbreekt. De RR-redenering is, in die zin, te meegaand en systeembevestigend. En inderdaad, het achterliggende probleem – het kapitalisme zélf – wordt niet benoemd, hetgeen inderdaad de suggestie wekt dat wezenlijke problemen wel binnen het systeem kunnen worden opgelost.

Overigens is het niet zonder meer waar dat “jullie net zo goed als wij weten dat dit een illusie is”, zoals de Open Brief-makers stellen. Ik denk dat er onder  de “jullie” – de mensen van rekening Retour – beslist mensen zijn die nog geloven dat je wezenlijke problemen binnen het kapitalisme opgelost kunt krijgen.  Dat zal gelden voor binnen Rekening Retour aanwezige SP-ers, vermoed ik, en voor meer mensen. Die illusie leeft helaas binnen links zeer breed, en het is maar beter om dat onder ogen te zien. Ook de uitgesproken verbazing over de gematigde opstelling van Rekening Retour vind ik weinig overtuigend: wisten mensen van ondertekenende groepen werkelijk niet uit welke hoek een initiatief als Rekening Retour kwam, en uit welke hoek de wind dus zou gaan waaien?

Over de aard van de huidige problemen is de brief echter wat tegenstrijdig en onscherp. Is er bijvoorbeeld wel een crisis, en wat is die dan? “In essentie is het niet meer dan een toestand, uitgeroepen door staten, supra-nationale instellingen en het bedrijfsleven.” De crisis is, in deze formulering, gewoon bedácht, een sprookje dat ons wordt aangepraat lijkt het wel. Dan gaat de tekst echter verder: “Zij (die staten, instellingen en bedrijven dus) zien een hapering in het functionere van het kapitalistische systeem, in de mogelijkheid om winsten te maken ten gunste van een kleine elite.” Dat raakt de kern: het winst maken, die essentie van hetn kapitalisme, stagneert, is in moeilijkheden geraakt. Dat “zien” bedrijven en staatsinstellingen niet alleen, dat ís ook werkelijk zo. En – gezien de paniek die het internationalae kapitalisten de laatste maanden van 2008 beving, en ook eerder dit jaar weer naar aanleiding van de Griekse financiële ramp – is het iets méér dan een “hapering”

De crisis wordt ons niet aangepraat. De kapitalistische crisis is een keiharde realiteit – en het bezuinigingsbeleid is een poging van de heersende kapitalistenklasse om de meerderheid van de bevolking uit te persen om hun eigen winsten weer omhoog te krijgen. Dat “(v)oor het grootste deel van de wereldbevolking het kapitalisme echter al een permanente crisis”  inhoudt, is helemaal waar. De specifieke huidige economische crisis, en de aanval op lonen, uitkeringen en voorzieningen waarmee de heersers ons voor die crisis wil laten opdraaien, is daarmee echter niet weggetoverd.

En juist in de strijd tegen de effecten van een crisis, juist in de strijd tegen bezuinigingen, kan het inzicht aangewakkerd worden dat de huidige crisis wortelt in het kapitalisme, en dat de strijd tegen bezuinigingspolitiek een aanloop kan zijn, dient te zijn tot een strijd gtegen de kapitalistische orde zelf. Rekening Retour laat dat achterliggende doel vrijwel buiten beeld. De makers van de Open Brief gaan in de richting van een omgekeerde fout: ze stellen de strijd tegen bezuinigingen als het ware náást de strijd tegen het kapitalisme – alsof het eerste niet kan uitmonden in het tweede, en alsof we het eerste niet ook zouden moeten benutten als aanloop tot het tweede. Ik onderschrijf grotendeels de zin: “we voelen ons in het geheel niet geroepen met staat en bedrijfsleven mee te denken over hoe uit de door hun uitgeroepen crisis te komen, teneinde het kapitalistische systeem weer beter te laten functioneren” – met dit verschil dat die crisis niet zomaar uitgeroepen is, maar ook realiteit.

Ik ben het op zichzelf ook grotendeels eens met de daaropvolgende zin: “we moeten ons richten op de echte crisis, het systeem zelf, dat de hele wereld  al eeuwenlang in een steeds verstikkender houdgreep houdt”  – met dit verschil dat niet alleen het kapitalisme als geheel, maar wel degelijk ook de huidige economische recessie – een ‘echte crisis’ is. Alleen van een andere orde van grootte, op een ander analytisch niveau. En het systeem bestrijden we juist door de uitwassen ervan te bevechten, de strijd op al die fronten zowel te combineren als aan te scherpen zodat de achterliggende orde in beeld komt en ook steeds meer een doelwit wordt.

Hetzelfde punt geldt ook meer specifiek. Geld halen bij de rijken lost, zoals de briefschrijvers stellen, inderdaad niets wezenlijks op zolang het systeem in stand blijft. Maar in de strijd om geld bij de rijken terug te halen, vinden we collectieve kracht van mensen in verzet die, als ze resultaat boeken, ook vérder kunnen gaan, tegen het kapitalisme zelf. Deelstrijd, beperkte strijd, staat niet tegenover de totaalstrijd, maar is er – als we er slim mee omgaan! – een aspect, een onderdeel van die totaalstrijd. Het is verkeerd om antikapitalisme zo tegenover afzonderlijke eisen te stellen. Het echte probleem van Rekening Retour is niet zozeer die afzonderlijke eisen zelf, maar het denkkader waarin die eisen worden geplaatst, als iets minder ass sociaal crisisbeleid in plaats van als hefboom richting steviger eisen en radicalere perspectieven, richting antikapitalisme, al hoeft van mij die hint trouwens niet in elke alinea expliciet gemaakt te worden.

Een paar afzonderlijke punten. Moeten we “elke baan” verdedigen, zoals Rekening Retour stelt? De briefschrijvers vinden van niet, en wijzen op bijvoorbeeld justitie en politie. Ik deel hun mening dat dit werk is dat domweg niet gedaan zou moeten worden. Politie en leger dienen te verdwijnen, als onderdeel van het opdoeken van de orde waar ze de gewapende knokploegen van vormen. Maar er is wel een probleem in hoe je in bezuinigingstijden redeneert en opereert.

Als regeringen bezuinigen op politie of ‘defensie’, dan doen ze dat niet uit anti-repressie- of anti-oorlogs-motieven. Dan doen ze dat om dezelfde reden dat ze zorg, onderwijs en openbaar vervoer kaal plukken: uit financiële overwegingen, uit gedelegeerd winstbejag namens de ondernemersklasse. Ik voel niets voor de redenering: ‘handen af van de politie, geen baan weg bij leger, luchtmacht en marine!’ Maar ik voel ook niets voor de redenering: ‘laat ze hun bezuinigingen dáár maar binnen halen.’ Met die redenering accepteer je immers de bezuinigingslogica, laat je de vijand op één front haar gang gaan – en maak je de tegenstander dus sterker en na een succesvolle bezuinigingsoperatie vervuld van extra zelfvertrouwen. Dat zouden we dan wel eens op andere fronten kunnen gana bezuren. Ik denk dat we tegen de bezuinigingslogica zelf stelling moeten nemen, en dat we op sloop van politie en leger moet aandringen vanuit linkse motieven, niet vanuit de kapitalistische logica. Van een verdediging door de SP van het politieapparaat tegen bezuinigingen moet ik niets hebben. Maar van zelfs maar een hint van het aanvaarden van bezuinigingslogica omdat het toevallig sectoren raakt waar ik tegenstander van ben, evenmin.

Waar het gaat om commerciëele bedrijfstakken met dubieuze producten en diensten – sigaretten, beveiliging, advertising, farmaceutische industrie  – zou ik nog weer een andere lijn kiezen. De banen van arbeiders die daar werken – niet voor hun lol, maar om aan geld te komen – dienen gewoon verdedigd te worden, terwijl de kritiek op kwalijke aspecten van het werk tegelijk niet wordt verzwegen. Binnen het kapitalisme is immers vrijwel élk werk ergens anti-menselijk en anti-milieu. Ik zie graag dat mensen die zulk werk doen – feietelijk álle arbeiders, want schone arbeid bestaat nauwelijks – , zich daar zelf rekenschap van geven, zich met de inhoud van hun werk bemoeien, zich tegen foute kanten ervan keren. Maar daar hebben mensen zelfvertrouwen en een gevoel van collectieve kracht voor nodig. Juist in de verdediging van baan, loon, arbeidsvoorwaarden,  kunnen mensen de kracht en het bewustzijn ontdekken van tegen  gesteld belang tussen henzelf en de bazen. Juist daarin worden mensen kritisch, en is de kans dat ze zich echt met werkinhoud gaan bezig houden en op dat gebied ook eisen stellen, des te groter.

Hun baan is daarvoor echter wel een soort startpunt. De verdediging daarvan – en steun daarvoor van linksradicalen! – is wat mij betreft noodzakelijk en legitiem. Juist mensen bij een farmaceutisch bedrijf zélf hebben ene positie waarmee ze twijfelachtige kanten van de productie daar aan de kaak kunnen stellen, en druk ter verandering kunnen uitoefenen. Maar dan moeten ze niet intussen hun baan kwijt raken!

Ik ga niet op alle punten die de schrijvers van de open brief maken in. met veel ervan – wijzen op aspecten als repressie, muren rondom fort Europa, militai risme, klimaatcrisis en meer – ben ik het wel eens. Dat er sprake is van een “volledig ontbreken van een internationale dimensie “in de RR-verklaring, is niet helemaal juist. Alleen al de verwijzing naar internationaal protest tegen bezuinigingsbeleid op 29 september, laat al zien dat er wel over de grenzen gekeken is. Maar erg veel aandacht krijgt dit niet. Overigens denk ik niet dat een uiteenzetting over de catastrofale effecten van het kapitalisme zélf wereldwijd hier zo op zijn plaats zou zijn, hoeveel waars er ook zit in de bewering dat “de negatieve consequwenties van het functioneren van het kapitalistische systeem vooral op hen (mensen in watr de auteurs aanduiden als de “zogenaamde Derde Wereld”) worden afgewenteld”. Een alinea over het internationale bezuinigingsbeleid, en de noodzakelijke solidariteit met bijvoorbeeld het verzet in Griekenland ertegen – had echter bepaald niet misstaan.

De Open Brief is zeer kritisch over de achterliggende strategische keus die Rekening Retour heeft gemaakt door haar verklaring zo gematigd te houden. Ik deel die kritiek in hoge mate. De vraag is echter wat we het beste met die kritiek kunnen doen. Rekening Retour hoopt kennelijk, met een gematigde tekst en aanpak, de deur naar de SP en vooral de vakbondstop, wagenwijd open te houden. De Open Brief waarschuwt dat de zaak maar beter “niet geïnitieerd en gecontroleerd kan worden door enkele grotere organisaties, die zich binnen de gematigde hoek bevinden en top-down georganiseerd zijn (SP, FNV).” Ook stellen de makers dat in de samenwerking de noodzakelijke “inschikkelijkheid wel erg van één kant komt. Wat dan overblijft dreigt een lege huls tre worden, een vehikel van enkele grotere organisaties, die hun eigen belang dienen.”

Allemaal reële gevaren, al vind ik het, in de huidige verhoudingen, voor deelname niet echt een beletsel dat gematigde top-down clubs – parlementaire partijen en vakbonden – protest ‘initiëren’. Het maakt mij niet zoveel uit wie een actie precies op gang brengt. Als de actie op zich relevant is qua thema, en er is ruimte om er met een eigen inbreng aan mee te doen, dan kan zoiets een aanzet zijn voor méér. De kunst voor revolutionairen is om óók van boven af op gang gebracht protest tegelijkertijd vooruit te helpen én de greep van bovenaf erop te weerstreven, te ondermijnen, zodat de strijd e de aangelegenheid van alle betrokkenen zelf, en niet van hun beroepsleiders, wordt.  Om dat te bereiken moeten we echter niet weglopen vanwege het enkele feit dat een protest bijvoorbeeld door een vakbondsbestuur of een door de SP geleid comité uitgeroepen is – of door een samenwerkingsverband waarin de IS die wel erg vriendelijk tegen zulke clubs wil zijn, een hoofdrol speelt. Anarchisten in Griekenland doen – met eigen activiteiten, vlaggen en leuzen – toch ook fors mee op door de officiële Griekse vakbonden uitgeroepen landelijke stakingsdagen? En die vakbonden zijn echt niet wezenlijk radicaler en minder top-down dan de FNV hier.

De geschetste gevaren zijn dus geen onzin, maar de dominantie van grote gevestigde clubs in RR is nog géén realiteit. De FNV-top zit bijvoorbeeld níet in Rekening Retour. De SP wel, maar runt de tent niet. De spil van Rekening Retour bestaat uit mensen van de Internationale Socialisten en van het vakbondsinitiatief FNV Vecht voor je Recht (hetgeen niet de officiële FNV is!). De koers van deze mensen is verkeerd: de deur naar de grote gematigde clubs zo open mogelijk houden, en daarvoor niet te veel toegeven aan het verlangen naar radicaler eisen en strijdvormen.

Maar het staat niet bij voorbaat vast dat ze dit steeds lukt. Radicalere groepen en mensen – Doorbraak, GIO, anderen – proberen met wisselend succes voor aanscherping te zorgen. Hoe serieuzer de inbreng van radicalen is – in argumenten maar óók in  het daadwerkelijk mensen oporoepen om aan de actie deel te nemen, desnoods door die flyer nu even gewoon te helpen verspreiden – hoe groter de kans dat onze kritiek effect heeft. Als radicalen de koers van de open brief zouden volgen en zich verre van Rekening Retour zouden houden, dan zouden we precies de top-down-organisaties en de gematigde opstelling ervan alle ruimte laten. Is dat echt wat we willen?

Juist voor radicale antikapitalisten biedt de komende strijd tegen bezuinigingen enorme mogelijkheden – als we ons er middenin plaatsen. Maar dan moeten we deze strijd zien voor wat die is: niet bij voorbaat een gematigde doodlopende weg, maar een aanzet tot méér. De opstellers van de brief zeggen heel nadrukkelijk: “Wij richten onze activiteiten liever op het bevechten van de heersende machten.” Alsof mensen die ook via R R actief zijn zich niet tegen die “heersende machten” richten, alsof anti-bezuinigings-protest niets met het “bevechten” daarvan te maken heeft!

Ik zie zelf juist het onvermijdelijke grote gevecht tegen grootschalige bezuinigingen als het meest urgente, brede en belangrijke front waarop de “heersende machten” de aanval geopend hebben. Het afslaan van die aanval is ons gezamenlijk belang. De radicale antikapitalistische strijd náást de strijd tegen bezuinigingen stellen miskent het verband tussen de twee. Het maakt antikapitalissche, anti-autoritaire politiek nodeloos geïsoleerd. En het verzwakt de strijd tegen een gevaar dat ons uiteindelijk allemaal aangaat en raakt.

gecorrigeerd (naam van één van de ondertekenende groepen was verkeerd weergegeven), 21 september ’s 6.20 uur.

4 Responses to Over een Open Brief aan Rekening Retour

  1. Erik schreef:

    Net als Peter ben ik blij dat er hierover discussie is en doe graag mijn bijdrage.
    Peter zegt in feite twee dingen:

    1. Hij is het EENS met de kritiet van de Open Brief op Rekening Retour, want a) “het feit dat er bezuinigingen nodig zijn wordt niet aangevochten in de oproep van Rekening Retour” b) “het kapitalisme wordt niet direct als de schuldige aangewezen” (wat tot uiting komt in het feit dat er binnen Rekening Retour zowel mensen zitten die het kapitalisme afwijzen als mensen die oplossingen daar binnen zoeken (bv leden van de SP) en c) de “koers” van Rekening Retour erop gericht is om de “deur wagenwijd open te zetten richting de SP en de vakbondstop” en “daarvoor niet te veel toe te geven aan het verlangen naar radicalere eisen en strijdvormen”
    (op elk van deze punten kom ik nog terug, maar eerst het totaalplaatje)

    2. Hij is het oneens over wat er met die kritiek gedaan wordt, namelijk niet meedoen aan Rekening Retour, en hij vindt dat “radicale antikapitalisten” juist wel mee moeten doen met dit soort gematigde initiatieven om met hun antikapitalistische kritiek “aanscherping” aan te brengen en te zorgen dat er “meer volgt”, de ondermijning van het systeem zelf.

    Het is goed dat Peter de doodlopende weg van ultra-linkse marginaliteit die de Open Brief bepleit, afwijst. Maar de inhoud van zijn stuk die aan de ene kant de kritiek van de Open Brief uitgebreid steunt (drievierde van het stuk gaat daarover) en aan de andere kant de bepleite oplossing (afzijdigheid) afkerut en voor deelname aan ‘gematigde’ acties pleit, laat in feite zien dat er iets fundamenteels niet klopt. Peter kiest namelijk voor een luxe positie om wat hij in feite zelf ook noodzakelijk acht aan anderen over te laten en zelf de rol van de linkse criticus in te nemen:

    I. Hij geeft in feite toe dat grootschalige strijd waaraan niet tientallen maar potentieel duizenden mensen mee kunnen doen op dit moment rond de strijd tegen bezuinigingen plaats zal vinden en niet tegen kapitailsme an sich. Het tegendeel kan met een simpele test bewezen worden, wanneer Peter en de samenstellers van de Open Brief een oproep maken waarin expliciet gesteld wordt dat de bezuinigingen het resultaat van het kapitalisme zijn en dat dat we af moeten komen van het systeem. Dan kunnen we zien hoeveel mensen en organisaties die op zich kwaad zijn over de bezuinigingen zich aangesproken voelen. Niet veel, beseft ook Peter, en stelt daarom voor om juist aan Rekening Retour mee te doen en prijst hij Griekse anarchisten die met hun eigen leuzen en vlaggen aan de acties van de vakbonden en politieke partijen in Griekenland meedoen.

    3. Maar als dat zo is, is het dan kwalijk dat Rekening Retour een oproeptekst maakt waarin ook mensen die niet het kapitalisme als het directe probleem zien, zich kunnen vinden? Is het kwalijk dat Rekening Retour zich niet sektarisch opstelt en de deur inderdaad wagenwijd open zet naar de SP en een ieder die de bezuinigingen wil stoppen (ipv het kapitalisme omver werpen)? Lijkt me niet. Ik denk dat zelfs Peter het hiermee eens is, maar het is natuurlijk altijd makkelijker om deze taak aan anderen over te laten en zelf de veilige positie van de ‘radicale antikapitalist’ in te nemen die gaten schiet in oproepteksten en naar demonstraties gaat om te laten zien waarom ze vooral te gematigd zijn.

    Mijn conclusie is juist dat radicale antikapitalisten zelf het voortouw moeten nemen in het initieren van een campagne tegen de bezuinigingen waaraan tienduizenden mensen deel kunnen nemen (dat zal niet altijd lukken, kleine acties zijn daarom niet per definitie slecht, als ze maar wel de ambitie hebben om grotere groepen mensen aan te spreken dan de organisatoren zelf). Als antikapitalisten dat zelf met zo radicaal mogelijke eisen en actievormen kunnen doen, moeten ze vooral hun gang gaan. Maar als dat niet kan, betekent het dat ze dat samen moeten doen met mensen en organisaties die gematigder zijn. Radicale antikapitalisten zouden dus zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor de campagne als GEHEEL, in plaats van alleen het aanbrengen van anti-kapitalistische “aanscherping”. het niet nalten van dat laatste is natuurlijk essentieel, dat moet gebeuren door eigen vlaggen, leuzen, kranten en informatiemateriaal, maar het gebeurt juist ook omdat antikapitalisten laten zien dat ze geen deelnemers zijn aan grote campagnes om alleen hun eigen stem in te brengen, maar ook organisatoren die de campagne als geheel vooruit willen helpen in het daadwerkijk stoppen van de bezuinigingen en zelf bewust de campagne bewoonbaar maken voor niet-antikapitalisen (of zoals de Open Brief stelt, reformisten). Dit is in mijn ogen de revolutionair-socialistische strategie die zowel het sektarisme van ultra-links als het opportunisme van de reformisten vermijdt.

    Tensnlotte iets over de kritiekpunten van de Open Brief en Peter (zie mijn eerste alinea) op de oproeptekst van Rekening Retour.

    ad a) de oproeptekst van Rekening Retour stelt dat de crisis veroorzaakt is door “de banken en beurzen” die “zijn gered met honderden miljarden aan staatssubsidies” terwijl ze “inmiddels weer winst maken.” “Maar de kosten van de crisis worden neergelegd op de zwakste schouders van de samenleving.” Wat mij betreft maakt dit expliciet genoeg dat de bezuinigingen niet nodig en onrechtvaardig zijn, tenminste als de tekst meer mensen moet aanspreken dan de radicalen.

    ad b) het aanwijzen van het kapitalisme als de schuldige in een tekst die oproept voor een demonstratie tegen bezuinigingen spreekt minder mensen aan. Bovendien hint de tekst wel in die richting door de logica van het kapitalisme ter discussie te stellen: namelijk dat de prioriteit bij winst ligt en niet bij de behoeftes van de meerderheid van de bevolking.

    ad c)ik heb al laten zien waarom het nodig is om de deur juist open te zetten naar de SP, de vakbonden en iedereen die geen antikapitalist is maar wel tegen de bezuinigingen in verzet wil komen (vergeet niet dat in de huidige context dat al radicaal is). Maar het spreekt boekdelen dat Peter stelt dat die ‘gematigde’ koers van Rekening Retour (die volgens hem, en correct, door organisaties zoals de IS en FNV Vecht voor je Recht bepleit wordt), betekent dat Rekening Retour “niet te veel toegeeft aan het verlangen naar radicale eisen en stijdvormen.”

    Maar waar welke groepen leeft dat “verlangen”? Ik weet niet in welke realiteit mensen wonen die dit serieus kunnen beweren, maar het is toch niet zo dat duizenden, laat staan tienduizenden mensen radicale eisen stellen en willen staken, bezetten en andere radicale actievormen willen, maar helaas Rekening Retour als obstakel op hun weg vinden??

    Met die retorische vraag eindig ik mijn bijdrage, want ze wijst naar de kern van het probleem. Kijken we naar ‘het verlangen naar radicale eisen en actievormen’ die op dit moment leeft bij de opstellers van de Open Brief of kijken we naar het verlangen van tienduizenden mensen die op dit moment het slachtoffer worden van de bezuinigingen en proberen we een zo breed mogelijke actiefront te organiseren (met daarin ruimte voor antikapitalisten van allerlei pluimage) die de bezuinigingen daadwerkelijk kan stoppen, Bruin I ten val kan brengen en ervoor kan zorgen dat veel meer mensen gaan verlangen naar radicale eisen en actievormen?
    Rekening Retour probeert volgens mij het tweede te doen.

  2. Beste Peter,

    De eerste vraag die radicale groepen zichzelf moeten stellen of het op dit moment wel zin heeft om uiterst linkse eisen te stellen gezien het bewustzijn van de arbeidersklasse. Net zoals allerlei revolutionaire socialisten zijn ook anarchisten veruit in de minderheid. We zijn ook samen een bijzonder kleine minderheid. De grote organisaties zoals GL, SP en FNV zijn reformistisch. Dat is een fact of life.
    Ik ben nu inmiddels wel zover dat ik het zoveelste radikaallinkse theekransje niet meer zinvol acht.ik wil erop uit en in discussie met gematigd links. Sterker nog, ik wil in discussie met de achterban van PVV en doe ik niet door het zoveelste radikaallinkse onderonsje op straat te organiseren.
    Het is daarom dan ook toe te juichen dat er geprobeerd wordt zo breed mogelijk binnen de huidige politieke verhoudingen op klassebasis verzet te organiseren. Ik vind met alle kritiek die je kunt hebben dat een verdienste van RR. Ik hoop dat het lukt. Het is inderdaad zo dat je vaak grote fronten alleen kan vormen op een puur defensief programma. Dat is helaas ook een fact of live. Het is veel interessanter om binnen zo’n beweging met inhoudelijke alternatieven te komen. Want iedereen kan radicaal doen en zwaaien met een rode of zwarte vlag op straat en fantastisch radicale eisen opstellen. Maar werkelijke economische alternatieven bedenken die vertrekken vanuit de huidige situatie is bijzonder moeilijk. Laat staan concrete resultaten bereiken. Geen een radikaallinkse stroming van welke snit slaagt daar nu in slaagt daar op dit moment in. Dus in plaats van je terug te trekken in ‘splendid isolation’ zou ik anarchisten willen vragen met hun alternatieven te komen binnen die beweging die we noodzakelijkerwijs moeten opbouwen.

  3. Arjan de Goede schreef:

    Aan Anarchistisch Kollektief – Utrecht,
    Anarchistische Anti-deportatie Groep Utrecht
    Werkgroep Stop Deportaties

    Gouda, 07-10-2010

    Beste kameraden

    Op 16 september hebben jullie een Open Brief aan het platform “Rekening Retour” gestuurd. Daarin hebben jullie verklaard dat jullie niet akkoord kunnen gaan met de koers die is gekozen door de verklaring c.q. oproep voor de demonstratie van 23 oktober in Den Haag. Na de brief te hebben gelezen hebben, willen we jullie laten weten dat we jullie initiatief verwelkomen. We waarderen de inhoud en vooral de geest die uit de brief spreekt. De Open Brief drukt op een heldere wijze uit:
     de wil om de beginselen van de strijd van de onderdrukten te verdedigen tegen de gevolgen van het kapitalisme in crisis;
     een open houding en bereidheid om meningen en opvattingen uit te wisselen met andere groepen en organisaties.

    Aan het einde van jullie schrijven nodigen jullie anderen uit om hun visie te geven op de Open Brief: “Als er groepen of organisaties zijn die deze Open Brief onderschrijven, dan willen we dat graag horen. Natuurlijk verwelkomen we ook opmerkingen en kritieken.” Jullie vraag naar een discussie is zeer positief, en zoals jullie wellicht zullen begrijpen, maken we graag van de gelegenheid gebruik om alvast enige kanttekeningen bij de brief te zetten. Deze kanttekeningen, die we aan jullie willen voorleggen, moet niet gezien worden als een definitief standpunt, maar als het begin van bijdrage aan de discussie, die we met jullie en alle geïnteresseerden, hopen te kunnen aangaan.

    1. Allereerst willen we reageren op enkele van de standpunten die jullie in de brief naar voren brengen:
    Over het opheffen van dubieuze banen onderschrijven we wat Ravachol erover zegt: “moet men beseffen dat mensen deze banen (of banen an sich) niet nemen omdat ze dit zo leuk vinden of hier moreel volledig achter staan. Het is een enorme luxe-positie om moralistische zaken volledig boven materiële eisen te laten gaan. Dat hier verschil in zit: zo is iemand die direct dierproeven uitvoert echt wel van een vrij fout kaliber, maar hoe zit het dan met de vrachtwagenchauffeur die de primaten vervoert? Het punt is dat iedereen alles in stand houdt, het systeem reproduceert zichzelf. De enige concrete eis kan dan ook slechts de afschaffing van dit systeem zijn, dat is het enige wat ‘dubieuze’ banen kan opheffen, geen moralistische overwegingen. Dat ik bepaalde industrieën of industrie-methodes liever gisteren nog afgeschaft zie is waar, maar onder Kapitaal is dit een irreële (en zelfs reformistische!) eis”
    Over de verhouding tussen de onderdrukten in de Derde Wereld en positie van de arbeidersklasse hier, gaan we ook een heel eind met hem mee: “ Buiten het feit dat ik denk dat we niet moeten vervallen in een 3e-wereldistische positie waarbij de arbeidersklasse hier volledig genegeerd wordt, vind ik dat de ‘3e wereld’ inderdaad genoemd had mogen worden. Laten we echter niet vergeten dat het feit dat men het daar nog erger heeft, geen excuus is om te snijden in de materiële condities van de arbeidersklasse hier, we willen immers geen ‘race to the bottom’ lijkt me. Iedere setback in materiële condities van arbeiders waar dan ook is per definitie slecht.” In feite laat de miserabele toestand van de mensen in de Derde wereld en die van de vluchtelingen, zowel daar als hier ons zien, wat ons morgen zelf te wachten staat als we niet als internationale verenigde klasse de strijd opnemen.

    2. Voor wat betreft de helderheid in de posities ten opzichte ten opzichte van het kapitalisme zijn we van mening dat het essentieel belang is een heldere lijn te trekken tussen twee vormen van strijd, die gevoerd worden tegen de gevolgen van de crisis:

     aan de ene kant die vorm van strijd waarin wordt gesuggereerd dat “oplossingen binnen het systeem mogelijk zijn” en die zich, zoals jullie schrijven in je Open Brief, dus tevreden stelt met“ oppervlakkige, reformistische en een-dimensionale” eisen;
     aan de andere kant die vormen van strijd waarvan de deelnemers geen concessies willen doen aan hun anti-kapitalistische principes en “de voorkeur (geven) aan een aanvankelijk misschien kleiner maar wel serieus verzet, dat op langere termijn opgebouwd wordt en echt een vuist wil en kan maken tegen het kapitalisme”.

    Zoals jullie in je brief schrijven proberen de groepen, organisaties en/of platforms, die kiezen voor de eerste vorm van strijd – op de een of andere manier – de strijdwil in de arbeidersklasse en onder de onderdrukte en uitgebuite mensen te gebruiken voor verbeteringen binnen het kapitalisme: “De reformistische eisen worden gepresenteerd als de doelen in zichzelf en schuiven het eigenlijke probleem naar de achtergrond”.

    Om dit te kunnen bereiken zijn ze bereid om toegevingen te doen aan iedere fractie (politieke partij of vakbond) die ernaar streeft ook zogenaamde hervormingen van het systeem te bewerkstelligen. Maar gegeven het feit dat “ blijvende verbeteringen” binnen niet mogelijk zijn binnen een systeem dat “de hele wereld al eeuwen in een steeds verstikkendere houdgreep houdt”, kan hun politiek inderdaad nergens anders toe leiden dan “met de staat en bedrijfsleven mee te denken over hoe uit de door hen uitgeroepen crisis te komen, teneinde het kapitalistische systeem weer beter te laten functioneren”.

    En hun reacties en de verklaringen van “ Rekening Retour” zijn heel helder over hun bereidheid om toegevingen te doen aan de burgerlijke parlementaire politiek: op dat vlak hebben ze geen scrupules. Wat dit betreft zijn de reacties van bijvoorbeeld Henk op Indymedia en de inleiding bij de verklaring van “Rekening Retour” op de website van Doorbraak zijn geenszins voor tweeërlei uitleg vatbaar.

    In de strijd tegen dit verraderlijke systeem, dat kapitalisme heet, is het van het allergrootste belang je vast te houden aan bepaalde principiële standpunten en niet teveel water in de wijn te doen. Tegen die achtergrond kunnen we de principiële houding alleen maar verwelkomen, die jullie overeind houden in je brief, die onder meer zegt: “Binnen een serieus verzet tegen het huidige systeem is overigens per definitie geen leidende rol weggelegd voor een parlementaire partij. Dergelijk verzet moet worden opgebouwd vanuit de basis. (…) Serieus verzet is een kwestie van lange adem en van het richten op de kern van de problemen.”

    3. Tenslotte kunnen we over de toon in jullie brief alleen maar heel content zijn, want zij bevat op geen enkele manier formuleringen die vijandschap en/of rancune tot uitdrukking brengen De basisgroep Wilnis slaat de spijker op de kop als ze schrijft: “De toon van het stuk is ook prettig en allerminst denigrerend of afkrakend. De reacties zijn echter weer typisch en beloven weinig goeds.” (…) Zo “zijn er de fans van het bekritiseerde project (Rekening Retour) die als gestoken door een wesp reageren omdat er wat kritiek op geleverd wordt en die verder niet op de inhoud van de kritiek ingaan”.

    Want in tegenstelling tot jullie brief, bedienen de personen van ‘Rekening Retour”, die onder meer via Indymedia op jullie brief reageren, zich niet alleen van goedkope argumenten, hun reacties zijn soms zelfs niet geheel en al vrij van een denigrerende ondertoon.

    Een dergelijke houding is typerend voor leden van dit soort organisaties en groepen: als er niet in slagen om iemand ervan te overtuigen deel te nemen aan hun activiteiten en mobilisaties, verliezen ieder interesse. Als iemand zegt uit principe niet te kunnen deelnemen, dan wordt de persoon in kwestie weer net zo gemakkelijk afgeserveerd. “Het zou van cynisme getuigen om te denken dat zo’n beweging alleen maar richting reformistische kant kan gaan, want dan schrijf je de deelnemers bij voorbaat af.” (…) “omdat de anti-kapitalisten alleen maar hard roepen/schrijven dat het hele systeem verrot is en omver moet”. Stel je de vraag: “waar wordt het kabinet VVD-CDA-PVV bang voor, van een demonstratie van 1000 mensen of van één die het Malieveld kan vullen? Worden ze bang van een enkele directe actie of van een algemene staking in het hele land?” (geleid door de FNV natuurlijk!)

    De basisgroep Wilnis heeft groot gelijk als ze zich afvraagt of dit “weer in een recruteringsvehikel van de IS zal muteren. In dat geval zal het (inderdaad) meer schade aan enige ontwikkeling van ‘links van onderop’ toebrengen dan goed doen. De IS maakt al dit soort platformen kapot zo gauw er weer genoeg krantjes verkocht en nieuwe leden geworven zijn.” Ze kunnen niet omgaan met groepen en/of personen die principiële standpunten verdedigen en keren deze daarom bij de eerste de beste gelegenheid de rug toe.

    Aan het einde van de brief schrijven jullie dat jullie inderdaad hopen de “dat deze Open Brief een bijdrage levert aan een verdere discussie, zowel binnen jullie initiatief als binnen breder links, om uiteindelijk gezamenlijk tot een sterkere beweging te komen.” Ons doel is niet zozeer te streven naar een breder links, maar de strijd te versterken tegen de gevolgen van de kapitalistische crisis: verpaupering, klimaatverandering, oorlog, onderdrukking, enzovoort. Toch hopen we, met jullie, dat de Open Brief de discussie over de verschillende kwesties, die van wezenlijk belang zijn voor de strijd, aanmoedigt en stimuleert. Daarom sturen we jullie deze brief met de vraag of jullie een uitwisseling van meningen en standpunten met ons en anderen willen aangaan, bijvoorbeeld tijdens de Vrije Boekenmarkt op 23 oktober in De Karagadoor in Utrecht.

    Kameraadschappelijke Groeten,
    Wereldrevolutie

  4. julius joker schreef:

    deze discussie is extreem zinvol en is basically waar het om gaat!

    Het kapifalisme zoals wij dat kennen is een systeem dat maximaal winstmaken tot doel heeft,
    met -op wereldschaal bekeken, maar nu ook steeds dichterbij- vele schadelijke effecten (vooral ook voortkomend uit externalisering van kosten).

    In tegenstelling tot wat mensen ‘wijs’gemaakt wordt, is er hier GEEN SPRAKE van een vrije markt! Alles wordt gereguleerd door wetten, gehandhaafd door de overheid die werkt met dwang en straf. Dit staat haaks op de vrijwilligheid van echte vrijheid.
    http://www.vrijspreker.nl/wp/2010/09/een-linksesocialistische-paradox/

    Natuurlijk lijkt het voor de hand liggend om te proberen een/de crisis binnen het systeem op te lossen, waar we afhankelijk van zijn. De crisis wordt echter veroorzaakt DOOR het systeem en zal daarom pas structureel opgelost kunnen worden als er echt iets anders komt.

    HOE? Door andere initiatieven, zoals alternatieve geldsystemen bvb zie ww.overvloedsprincipe.nl
    Door kennis te nemen van de opzet en werking van dit systeem, zie bvb:
    http://www.meervrijheid.nl/?pagina=745

    Verder te durven kijken dan de schijnbare keuzes die weinig tot niets veranderen..

    Ook leuk: http://www.anarchiel.com
    als je wil weten wat anarchie eigenlijk is!
    http://www.anarchiel.com/display/anarchie_voor_dummies

Plaats een reactie