Naar Den Haag op 15 oktober! Plus wat kritische overwegingen

donderdag 29 september

Op 15 oktober zullen er wereldwijd acties plaatsvinden tegen de macht van het grote geld, tegen een poltiek die werkelijke democratie tot een lachertje maakt, vóór een wereld waarin mensen wat zuiniger zijn op elkaar en op de wereld die we samen bewonen. Onder de slagzin “United for Global Change” staan online al acties vermeld in de meeste Europese landen, maar ook in Chili, Maleisië, de VS en het Afrikaanse continent. In s veel landen trekken actievoerders naar de hoofdstad. Maar in Spanje en ook in Brazilië zijn er acties in een hele reeks steden. Ook Nederland staat in de lijst: we gaan naar Den Haag, althans degenen die niet naar Brussel gaan, want dat is ook een goede optie.

De actie in Den Haag beoogt een pleinbezetting zoals we die inmiddels in zoveel landen hebben gezien – en wel op het Binnenhof, vlakbij het regeringscentrum dus, vanaf 12 uur. De Facebook-oproep is maandag online gegaan, zag ik. Inmiddels, op 29 september tegen half vijf ’s middags, is het aanmeldingen 71, het aantal néé’s 126, het aantal ‘misschiens’ 75 – en 2109 mensen hebben nog niets aangegeven maar de oproep wel ontvangen. Anders gezegd: ruim twee weken voor de actie, enkele dagen na het lanceren ervan, zingt het al goed rond. Wat mij betreft mag er nog een schepje bovenop, mede daarom dus ook dit stukje alhier.

Een flinke opkomst is belangrijk. Eerdere pleinprotesten in Nederland zijn veelal vrij moeizaam verlopen. Vóór en vroeg in de zomer was er vooral in Amsterdam op dat vlak wel één en ander te doen; tientallen, soms honderden mensen voerden actie op de Dam, aanvankelijk dag na dag. Nog op 10 juli vloeide daar een levendige demonstratie uit voort, van pakweg honderd mensen. Deelname van deze actiegolf kwam echter vooral van Spaanse en Griekse bewoners van nederland, voor wie vooral solidariteit et wat er in hun landen van herkomst gaande was. Een poging in Tilburg waar ik me voor inzette om pleinprotest vooral te richten tegen bezuinigingsbeleid, kwam niet goed van de grond. In Amsterdam vond op 17 en 18 september wel een actie plaats, bij het Beursplein. Daar namen rond de vijftig mensen aan deel, naar mijn indruk veelal mensen die al actief waren in linksradicale actiemilieus. Van een echte doorbraak van deze protesten, zoals we dat in Spanje en Griekenland wel zagen, was in Nederland geen sprake. Met de winter in aantocht begon ik me af te vragen of het niet over een andere boeg gegooid moest worden.

Maar nu is de zaak weer verschoven, en het heeft er dus veel van weg dat de actie in Den Haag wél aanslaat. Belangrijk is daarbij dat het hier nu klaarblijkelijk niet voornamelijk gaat om mensen uit de Spaanse en Griekse gemeenschappen. Dat opent de mogelijkheid dat de acties  eindelijk uit hun isolement breken en enigszins vleugels krijgen. Ik vermoed dat hierbijde aanblik van de Occupy Wall Street-acties in de VS, waar al ruim tien dagen honderden mensen straatactie houden en na verloop van tijd daarbij schandalig politiegeweld – de politie ziet zich genoodzaakt zelf een onderzoek in te stellen… –  trotseerden, een stimulerende rol heeft gespeeld. Het gevoel borrelt: als zij het kunnen, dan kunnen wij toch niet achterblijven?

Natuurlijk is er inhoudelijk allerlei kritiek te leveren op leuzen en formuleringen van dit soort protesten. We zijn voor “Echte Democratie”, is veelal het wachtwoord. Zeker! Maar wat een echte democratie betekent, is niet duidelijk. Voor sommigen gaat het hier kennelijk vooral om politici die doen wat de huidige politieci nalaten, namelijk: doen wat de meerderheid van de bevolking verlangt, en vooral ook echt lúísteren. Hier zien we een hoop op bétere politici, een versterking van vertegenwoordige instellingen en een verbetering van de wijze van verkiezing ervan en dergelijke. Voor anderen – en ik reken mezelf daaronder – is er pas van een serieus te nemen democratie sprake als we samen rechtstreeks belissen over wat ons aangaat, de wereld waar we in wonen, van dichtbij tot veraf, maar altijd als gelijkwaardige mensen. Dat is een democratie die direct is, zonder politici, en zonder bestuursapparaat dat ons dwingt en dingen oplegt.

De leus “Echte Democratie” dekt dus verschillende ideeën. Maar dat is bij een beginnende, opkomende beweging helemaal niet erg: opvattingen kunnen uitkristalliseren, de discussie kan als deel van gezamenlijke actie gevoerd worden. Intussen heeft de leus, naast de tekortkoming van de brede vaagheid, ook een enorme kracht. De richting is immers wél duidelijk! Wie “echte democratie” wil, geeft daarmee immers glashelder te kennen: déze ‘democratie’ is niet echt, híer wordt niet naar het volk geluistert, híer doen bestuurders systematisch niet wat we in meerderheid willen, hier doet een eigenmachtige elite in grote lijnen wat ze zelf wil. Deze democratie is niet echt in die zin. Ze is ook ónecht in de zin van niet authentiek, vervuld van onoprechtheid en leugens, het volk naar de mond praten en tegelijk de bevolking bedriegen. Al dit onderhuidse ongenoegen vanmensen die het zat zijn gemanipuleerd, getyranniseerd en voorgelogen te woden, zit als het ware verpakt in dat verlangen naar “echte democratie”. Het is een populistische leus, jazeker! Maar dat is een kracht, want een authentiek populisme – níét de rechtse nepvariant die niets werkelijk met populisme te maken heeft – is nu juist wat we nodig hebben.

Een ander punt is wel de neiging van veel van de protesten om de woede te richten tegen vooral de banken, de financiële wereld. Geen twijfel mogelijk: de rol die dit deel van het kapitaal speelt springt in het oog en is kwalijk. Maar als we de bankiers er uitlichten als uitzonderlijk kwaadaardig, dan miskennen we hun plek in het hele kapitalistische stelsel. Daarmee laten we andere – net zo op winst gerichte! – ondernemingstakken teveel uit de wind. Haal het bankwezen uit het kapitalistische bedrijfsleven – en andere bedrijven zullen prompt wéér banken oprichten of zelf voor bankier gaan spelen. De financiële wereld is noodzakelijk zolang het kapitalisme bestaat.

Het bankwezen voet voort uit het feit dat bedrijven die inversteringen willen doen, daartoe niet altijd de middelen hebben, terwijl bedrijven met de middelen niet altijd meteen willen investeren. Banken bemiddelen als het ware, brengen het geld vanuit bedrijven met een overschot naar bedrijven met een tekort. Zoals elke bedrijfstak speelthet bankwezen die rol niet voor niets: het vraagt rente zoals de auto-industrie een verkooprijs vraagt voor haar producten. Het draait waar het kan niet alleen ons, maar ook andere kapitalisten en bedrijfstakken, een poot uit. Dat doet echter elk kapitalistisch, op een markt opererend, bedrijf! Het is allemaal winstbejag, het is allemaal gebaseerd op uitbuiting van arbeidskrachten en op milieuverwoesting. Maar het winstbejag van banken is niet kwaadaardiger dan dat van welk ander kapitalistisch bedrijf ook. En van de lage lonen in supermarkt Walmart hebben mensenzeker zo direct last als van de hoge bonussen op Wall Street. De twee,  Wall Street en Walmart, hangen samen – maar niet als oorzaak en gevolg. Het is dus verkeerd om banken er zo uit te lichten en van bankiers een uitzonderlijk soort booswichten te maken.

Tegelijk is de afkeer van uitgerekend financiëel kapitalisme voor veel mensen vooral ook een begin van een groter verhaal. Wat banken doen is weliswaar niet wezenlijk erger dan wat in andere bedrijven gebeurt, maar het springt – juist omdat het om géld – de Hoogste God van het Kapitaal – draait, wel extra in de gaten. Vandaaruit verder kijken naar de kern van het kapitalisme is echter wel noodzakelijk. Zo goed als de eist tot “Echte Democratie” maar beter dieper kan gaan dan een iets beter slag politici en een ander kiesstelsel, zo kan de kritiek op het financiële kapitaal maar beter dieper gaan en tot een wezenlijk antikapitalisme uitgebouwd worden.

Een derde punt zijn de voorstellen die in allerlei uitingen van de diverse straatprotesten naar voren komen. Belastingen voor rijken en ondernemers, op speculatief kapitaal en dergelijke. Aanpak van bonussen in het bedrijfsleven, noem maar op. Het risico, niet van elk voorstel afzonderlijk maar van de aanpak als geheel, is dat we daarbij toch vooral naar boven kijken. Zíj, politici en ambtelijke instellingen, moeten dan de passende wetten uitvaardigen, maatregelen nemen en vervolgens uitvoeren. Terwijl tegelijk de hele acties het gevoel uitdragen en weerspiegelen: dat kúnnen ‘onze’ politici niet en dat willen ze niet eens, want ze staan in dienst van het grote geld en luisteren niet naar ons.

Formeel zijn de protesten richten op hervormingen, en daarmee ‘reformistisch’ van insteek. Maar de ondertoon – het moet helemaal en radicaal ánders – is revolutionair. En revolutionair is ook de actie- en organisatievorm: horizontaal, gezamenlijk, via assembeels waarin we allen ons zegje kunneen doen, zonder central hoofdbestuur dat de teugels in handen heeft. Je ziet in dit soort dingen al iets van hoe mensen  hun wereld zélf in handen willen nemen, of mensen zich dat nu altijd even duidelijk bewust zijn of niet. Hier zit iets tegenstrijdigs dat onder ogen gezien moet worden: acties met revolutionaire vorm en toon en uitstraling, maar een  programmatische inhoud die veelal eerder sociaaldemocratisch, hervormingsgezind is. In die tegenstrijdigheid is juist die revolutionaire dimensie zo opvallend, zo enorm waardevol. Het is iets dat versterkt moet worden, bínnen de acties en op basis van solidariteit.

Afzonderlijke voorstellen verdienen ook nog wel aandacht. Zelf denk ik dat eisen om de rijken de belasten niet alleeneen vorm van omhoog-kijken inhouden die met de revolutionaire grondstemming van de acties botst. Het is ook een eis die in feite al grotendeels is binnengehaald, en tégen ons wordt gebruikt. In diverse landen komen er belastingen die vooral rijken raken, in de VS pusht Obama zoiets. Maar de bedoeling is vooral om daramee het héle bezuinigingspakket aanvaardbaarder te maken, onder het motto ‘iedereen, ok derijken, moet offers brengen’. Ik denk dat we ze die lol niet moeten gunnen. Laat ze de rijken belasten, als ze zich voldoende onder druk gezet voelen, onder meer door onze protesten. Maar laat onze inzet zijn: wíj willen ónze wereld terug, uit handen van de rijken, de bedrijven en de daarmee verbonden politieke machthebbers.

Er is dus, als we streng willen formuleren, onvoldoende antikapitalisme, een onvoldoend radicaal idee over de democratie die we willen, en een verkeerde na druk op hervormingsvoorstellen die dan ook zelf nog eens onze tegenstander van pas kunnen komen. We zien een revolutionaire beweging maar met veelal niet-revolutionaire eisen. Dat alles is een valide kritiek – maar dan wel graag bínnen de protesten. Het is iets dat ik graag inbreng, niet om afstand te scheppen naar mijn mede-actievoerders, maar om samen met mijn medestanders op weg te gaan naar een zo helder en goed mogelijk idee van waar we voor strijden. Het zijn dus allemaal helemaal geen argumenten voor afzijdigheid. Intgendeel!

De richting waarin de acties gaan, de algemene uitstraling ervan, zijn overweldigend positief. Dát verdient de nadruk – en de acties verdienen dan ook maximale, enthousiaste steun. Dus, als je niet naar Brussel gaat op 15 oktober, dan zie ik je in Den Haag!

Veel informatie over pleinprotesten en dergelijke in heel veel landen – info wara ikook gebruik van heb gemaakt – is te vinden op de mooie website van ROAR : http://www.roarmag.org . ROAR staat voor: Reflections on a Revolution.

2 Responses to Naar Den Haag op 15 oktober! Plus wat kritische overwegingen

  1. Koos - Weldaad schreef:

    Hoi Peter,

    Prima stuk! en de juiste conclusie aan het einde. Een grote opstand zonder revolutionaire veranderingen zou zonde zijn. Hopelijk komen de assemblees tijdens de opstanden tot revolutionaire eisen en staan de juiste mensen klaar om ze door te voeren.

    PS. ROAR heeft inderdaad een mooie informatieve site.

  2. Frits H. Emmerik schreef:

    De als ideaal toekomstbeeld geschetste mondialisering is in feite de grootschaligheid die de aandeelhouders, speculanten en ondernemers van harte wensen. Daarmee creëren ze een grote piramide, waarvan het topje even groot is als van een kleine piramide. Alleen de basis om van te stelen is veel massaler, verder verwijderd van de top en daarmee minder controleerbaar. De ideale situatie om te misleiden, te frauderen en een lucratief verdienmodel in te richten. Je moet kleinschaligheid nastreven om die grootschaligheid te breken. Maar als massa mee gaat in grootschalig mondiaal verzet, zal het kleine topje altijd slimmere antwoorden blijven vinden. En met een politieke kliek, die is gedegradeerd tot het pr-bureau van de financiële wereld, zal de strijd tussen verdeelde massa en eensgezinde elite al bij voorbaat beslecht zijn. Daarom, niet meegaan in Occupy The Hague, vooral omdat wij veel te laat zijn met Bezet Den Haag. Pak het initiatief in de straat, doe goed in de buurt en laat de wereld het maar eens even zelf uitzoeken. Daarmee zet je die internationale plunderaars pas echt een poot dwars.

Plaats een reactie